DE VERLOOFDEN. Donderdag 8 Februari. No. Si. 38e Jaargang. Gemeentebestuur. FlUClLgTON. Van week tot week. mo«. VLISSINGSCHE COURAIT Pry a per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Mon abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts twee maal berekend, Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Yerschflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnumuter lO. Abonnement»-Ad verten tiön op zeer voordcelige voorwaarden. OPENBARE VERGADERING van den GEMEENTERAAD VAN VlISSiNGEN op Vrijdag 9 Februari 1900, des namiddags l1/» ure. A. Mededeeligen. B. Overlegging van stukken. C. Eervol ontslag aan le. H. J. Ganderheijden, als lid der Gezondheidscommissie. 2e. M. E. J. Hornstra-Dijke, als ge meente-vroedvrouw. D. Benoeming van le. een lid van den Raad tot lid van bet Algemeen Armbestuur. 2e. een lid der Gezondheidscommissie. E. Onderzoek geloofsbrieven van den heer J. Bos Azn., benoemd lid van den Raad. F. Te behandelen onderwerpen 1. Voorstel tot onderhandschen ver koop van gemeentegrond aan Feij Stroo. 2. Idem tot 't toekennen eener toelage aan Mej. Hornstra Dijke. 3. Idem in zake onderhandsche ver pachting der aanplakborden. 4. Idem naar aanleiding adres C. P. I. Dommisse, om verhooging jaarwedde. 5. Idem tot wijziging verordening heffing en invordering tolgeld op den Vlissingen Koudekerkschen straatweg. 6. Idem tot wijziging art. 18 der over- eenkomst m. d. firma Meijer, Reuser Co. 7. Idem tot verleenen vergunning tot afwijking van art. 36 aig. verord. van politie aan J. Houbaer. 8. Idem tot toekenning eener gratifi catie aan P. J. Bartelse. 9. Idem tot 6e wijziging gemeente- begrooting 1899. 10. Idem tot verleenen vergunning aan L. F. Dert, tot het plaatse j van een tent op den Nieuwendijk. 11. Idem tot het bouwen van een woning voor den opzichter der gemeente reiniging en van een pakhuis. 12. Idem tot goedkeuring plan voor den bouw eener school en onderwijzers woning op het Eiland. 13. Idem tot regeling der belooningen voor den le en 2e machinist bij de stoombrandspuit. 14. Idem tot het geven van een naam aan de verbindingsstraat tusschen Bad huis- en Hobeinstraat. 15. Idem tot 't verleenen van ver gunning aan A. Peeters, om alhier met zijn hyppodröme te mogen staan. 16. Idem tot het verleenen van ver gunning aan mr. Smit, maken beerput. 17. Idem tot goedkeuring aanbesteden bouw nieuw Burger Weesbuis. 18. Vaststelling 3e suppletoir kohier H. 0., dienst 1899. Afgekeurd Vleesch Burgemeester en Wethouders van Vlis- siogen maken bekend dat in de maand Januari j. I. door den keurmeester van het slachtvee en vleesch afgekeurd zijn als uadeelig voor de gezondheid Een -verhaal uit de vierde eeuw na Ohristus. Haar MORA TH OEI. E. 2). Hij liet zich door den slaaf het atrium wyzen, bezichtigde eenige vertrekken van de villa en zond eindelijk den slaaf weg met de opmerking, dat hij het park wilde bezien. Hij ging langzaam en onverschillig den regelmatigen aan leg langs, voorzichtig uitziende of hij Lucia ook ergens kon ontdekken. Hij wilde eens zien, of het mogelijk was, een verstandig woord met haar te spre- 1 partij rookworst. 4 stel Ingewanden. Voorts herinneren zij belar ghebbenden voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij artikel 207, 3e lid der Alg. Verord. van Politie, luidende «WaDneer het herhaaldelijk voorkomt, dat bij eenzelfden slager of vleescbverkooper voor de gezondheid nadeelig vleesch wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn Burgemeester en Wet houders bevoegd, zulks met vermelding van de namen der belanghebbenden, ter openbare kennis te brengen. Vlissingen, den 6 Februari 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. De Engelsche opperbevelhebber in Natal, sir Redvers Bulier, die in het bezit beweert te zijn van zekeren geheimzin- nigen sleutel, noodig voor het ontzet van Ladysmith, is nu bezig dien sleutel in het slot te passenmaar omtrent het verloop dezer operaties mogen wij niets vernemen vóór de deur open staat. Het moet gezegd worden, onze Engel sche vrienden zijn wel slim. In plaats van maar eenvoudig van de geheele geschiedenis van dien sleutel te zwijgen, laten zij juist zooveel los als zij kwijt willen wezen. Lukt het dan niet, de deur open te krijgen, dan kan er altijd nog iets op gevonden worden, b.v. dat het een verkeerde sleutel was In elk geval moeten wij toch alweer een flater erkennen. Onze meening dat generaal White de voor hem zoo heerlijke tonen van Bullers geschut niet meer hooren zou, was onjuist. Integendeel de generaal en al zijn mede-ingeslotenen, kunnen zich op nieuw verlustigen in het welbekende klavierspel, waarin de Boeren de linkerhand wel zullen bezetten. Dus zit Buller waarachtig weer aan den overkant van het water, om nog eens met zijn hoofd tegen den muur te loopen. Tegen den muur, dat zeggen immers zijn eigen landgenooten, die weten wat Buller niet weet, of niet wil weten, dat de Boerenstellingen in Natal niet vatbaar zyn voor een omtrekkende beweging, omdat de richting, die de omtrekkende troep volgt, door hun tac tiek altijd uitgevonden moet worden en dan het bedreigde deel op snelle en afdoende wijze wordt bezet. Daarbij is natuurlijk al het voordeel aan den kant der verdedigers. Wij willen nu nog daarlaten, dat Buller thans geen ver sterkingen heeft ontvangen. Zyn troep is groot genoeg, wanneer de courage er maar niet uit is. Nu, men verzekert dat dit niet het geval is. ken hy had een afschuw van de bekrompenheid der provincialen en dan zou hy weten wat hem te doen stond. Verliefd, verliefd hij begreep er niets van. Hoe dikwijls had hij niet gespot met mannen, die om der wille eener vrouw hun gulden vrijheid prijs gaven en eerbare huisvaders werden hoe dikwijls had hij zich zelf niet plech tig beloofd, nooit zoo aan de betoove- ring eener vrouw te zullen toegeven, dat hij er zich niet meer aan kon ont trekken en nu was hij mooi op weg om zulk een domheid te begaan. Hij was te nuchter van verstand om niet te erkennen hoe weinig zijne grondbe ginselen steek hielden. Maar toen hy op die wijze zyn verstand bevredigd had, richtten zyne gedachten zich. weer op het schoone meisje, dat hij zocht, en schilderde zijne verbeelding hem voor hoe gelukkig hy zou zijo, wanneer hy haar voor het eerst zou hooren zeggen „mijn lieve Celsius," en als nu dat oogenblik eens nooit zou komen Zon- Volgens den correspondent van de Morning Post zijn de Engelsche soldaten tureluursch. Wij zullen ons dus kunnen voorbereiden om eene nieuwe ervaring op te doen, namelijk, hoe een Engelsch generaal, met een tureiuurschen troep en met een sleutel, die hem alleen bekend is, een belegerde stad ontzet. Wij kunnen ons best voorstellen, hoe men in Engeland in ongerustheid ver keert en van al die goocheltoeren zijn bekomst krijgt. Gelukkig behoeven wij die ongerustheid niet te deelen. Men brengt de berichten, die thans met zekere verdachte snelheid van de Toegela ontvangen worden, ze mogen dan juist of onjuist zijn, in verband met de zitting van het Engelsche pailement wellicht niet geheel ten onrechte. Er is in de debatten daar, iets wat in de hoogste mate ontstemt. Het is gemakkelijk te voorzien, dat het minis terie ongedeerd uit den stryd zal te voorschijn komen. Het mag van alle zijden worden aangevallen, die aauval is gericht tegen da weinige voorbereiding en het geringe doorzicht, waarvan het kabinet ter zake van den oorlog blijk gaf; inzonderheid is die aanval gericht tegen den miuister Chamberlain. Men behoeft er geen oogenblik aan te twijfelen, dat de toon anders zou geweest zijn, wanneer de mijn niet verkeerd gespron gen was.En waar is nu de groote,liberale partij, die ruiterlijk dwaling erkennen wil en bereid is tot het sluiten van een spoedigen en eervollen vrede Die partij bestaat niet. Er zal, naar mate de tegenspoeden der Engelsche legers toenemen, een wassende oppositie komen, onder den drang waarvan het conservatieve ministerie zal wijken maar het nieuwe, liberale bewind, zal er een wezen, dat nimmer reden van bestaan heeft gehadde doodgeboren vrucht van het vervallen Britsche par lementaire regeerstelsel. De Engelschen zullen het dus nog een poosje met den spot en de verachting der wereld moeten doen, tot deze oorlog is geëindigd, die hot eerst de macht van het zoogenaamde Britsche imperialisme ondermijnt, zooals Napoleons macht ondermijnd werd door ztjn kwalijk onder nomen tocht naar Rusland. Wy zien de schitterende Boerenmeeting te Weenen haar sympathie uitspreken met de Afrikaanders, hun openlijk de overwinning toewenschen en de goud- dorstpolitiek van den Brit veroordeelen. Wij zien in Amerika op drie plaatsen te gelijk hetzelfde schouwspel, op een wijze, die geen twijfel laat aan de gezind heid van alle partijen. Wij hooren den hertog van Mecklen burg zich openlijk verklaren, als hoofd derlingerwijze was hij niet, als vroeger, overtuigd dat hij onweerstaanbaar was hij begon te vreezen hij geloofde niet meer aan zich zeif het was ellendig. Hij wist, dat het hem gemakkelijk zou zijn dit alles te ontgaan hij kon af reizen, zich door den arbeid of den krijg afleiding geven, een eind maken aan zijn bestaan doch hij deed niets van dit alles, maar vervolgde zijn weg al rondziende. Eindeiyk vond hy Lucia aan het einde van het park, by een jasmijn struik bezig, en vol verlangen uitziende naar het woud „Wees gegroet, Lucia," zei hy nader tredend. Zij keerde zich om, zag hem een oogenblik aan en reikte hem toen de hand met de woorden»Wees gegroet, Celsus „Ik ben dus zoo gelukkig, dat gij mij nog kent vroeg hij werkelijk ver wonderd. „Wy hebben eikander in acht der Duitsche koloniale partij, voor een coalitie met Frankrijk en aandringen op de ontruiming van Egypte en een alge- meene Europeesche i terventie in Zuid- Afrika. Het is als een onweer, dat langzaam, maar zeker zich samenpakten als ooit, want ook het onmogelijke is soms mogelijk, Engeland in Zuid-Afrika ver winnen mocht, de vruchten zouden al verloren zijn vóór de pluk was begonnen. Weerbaarheidsoefeningen. Het vraagstuk der Volksweerbaarheid is tegenwoordig om zoo te zeggen eone nationale zaak geworden. Overal in het land verrijzen vereenigingen die zich ten doel stelen de weerbaarheid des vader lands te verhoogen door zich in de wape nen te oefenen. Jongeren en ouderen doen daaraan mede, en ofschoon de beweging nog niet algemeen is, mag men toch verwachten dat het goede voorbeeld weerklank zal vinden, want ontegenzeggelijk leert de tegenwoordige geschiedenis dat voor kleine staten, die prijs stellen op hun onafhankelijk volks bestaan, eene goede weerbaarheid eene eerste voorwaarde is. Natuurlijk kunnen wij het best ter school gaan bij de Boeren die in de tot nog toe gevolgde legerorganisatie en taktiek een totale omwenteling hebben teweeggebracht en aan kleine volken bewezen hebben wat zij moeten doen om zich een machtigen vijand van het lijt te houden. Toch kunnen wy,Neder landers, hunne vecht wijze slechts ge wijzigd naar het terrein van ons land overnemen, want ons ontbreken de kopjes en de bergen en de dagelijksche oefeningen in het schieten op wilde dieren, wat den Boer tot zulk een voor beeldeloos schutter maakt. Zulk eene geoefendheid als deze bezit, is voor ons nooit te bereiken. Maar al bezitten wij geen kopjes en geen bergen, wij bezitten toch een wapen, dat steeds voorhanden is en weinig kost om het aan te wenden, een wapen dat onze voorvaderen dikwijls en metvruchtaangewend hebben inhunstrijd tegen machtige vijanden. De Standaard doet ook deze vraag, maar waarschuwt te gelijk tegen te snelle conclusies,opdat wy aan dit wapen niet te groote waarde zullen hechten, maar het alleen als een der middelen om onze weerbaarheid te versterken beschouwen. Trouwens onze voorouders hebten van inundatie steeds een spaarzaam ge- jaren niet gezien." „Ja,antwoordde zij, „gij waart lang weg. „Overigens, om oprecht te zijn, ik zou u misschien ook niet herkend heb ben, als mijn vader my gisteren niet van uwe terugkomst had gesproken en dan zag ik u ook met Divitus en Baudo die gij zeker nog vaa vroeger kent. „Ja, zij zijn niets veranderd." „Hoe zouden zy ook Gy zyt veel veranderd, dat komt door het verbiyf in Rome, maar hier ziet men ook niets in deze afgelegene provincie „Rome is het zeker niet," zeide Celsus. En daarbij dacht hy „zy drukt zich zeer verstandig uit.» „Rome is het niet," zeide zij lachend, „maar er is hier toch ook veel moois. Ik denk my uwe groote steden zelfs zeer somber, vooral wanneer men die van uit de hoogte beziet. Huizen en niets dan huizen, zoo ver het oog reikt, en millioenen menschen men moet zich daar klein en gedrukt voelen." bruik gemaakt, misschien om de vele ak - kers die voor een tijdlang waardeloos ge maakt worden en hun bezitters broodeloos maakten, en omdat het niet overal en ten allen tijde kan aangewend worden, soms, vooral in den winter bij vorst den vijand op een gemakkelijken weg leidt, terwijl er vooral in den tegenwoordigen tijd middelen genoeg voorhanden om te beletten dat het water den vijand tegenhoudt. Daarom wil de Standaard dit vraag stuk ter oplossing aan bevoegden over laten en dat intusschen niets verzuimd worde om ons lichamelijk te sterken en onze weerbaarheid te volmaken door flink te leeren schieten. Elk weerbaar man moet dat* kennen. Als aanmoediging voor de schietoefe ningen deelt het blad mede, dat een hoofdofficier onlangs heeft verzekerd, dat wie op een kleine baan wil leeren schieten, straks ook tot schieten op verren afstand in het open veld be kwaam is. Wij hopen maar dat het praten over volksweerbaarheid moge ophouden en nu flink de handen uit de mouw zullen worden gestoken. Er zullen nu wel weinigen meer gevonden worden die niet van het nut eener afdoende volks weerbaarheid overtuigd zijn. Voor de Boeren. Er is wel eens beweerd dat in Frank rijk de Dreyfusards tegen, en hun tegenpartij voor de Boeren zijn. Prof. van Hamel te Groningen heeft dit vreemde verschijnsel onderzocht en bevonden dat van die bewering niets aan is. Louis Havet, hoogleeraar aan het College de France, een der meest bekende en moe digste „intellectuele" uit de geschiedenis van het Dreyfusptoces, schreef hem dat de stemming der Fransche Dreyfusards (met uitzondering dan van den directeur van de Siècle,) ten opzichte van de Boeren geen andere is dan die in Ne derland en overal elders waar men het door Engeland gepleegd onrecht inziet. De Fransche intellectuels onthouden zich van manifestaties ten gunste der Boeren, omdat de meerderheid van oordeel is dat deze de goede zaak veeleer zouden schaden dan bevorderen. „Maar eigenlijk gezegd,waarde vriend, zoo besluit hij zijn brief, aan prof. van Hamel „hoe hebben Nederlanders kunnen twijfelen aan de gezindheid van hen diezij door hunne sympathie gesteund hebben gedurende twee jaren van strijd? Hebben zij kunnen onderstellen dat wij niet meer in staat waren de gerechtig heid lief ie hebben? My dunkt, als men zulk een proef te zamen heeft doorstaan, Celsus zag haar van ter zyde aan hij wist niet recht wat hij antwoorden zou hij had zich nooit klem en gedrukt gevoeld, zoo als zij het noemde. „Wel," vervolgde zy, „laat ons in het boseh gaan, daar is het prachtig, en dat kent gij nog niet. Myn vader heeft het eigenlyk verboden, men treft er van tyd tot tyd nog wolven en wilde zwijnen aan, maar als gy bij my zyt, ben ik niet bang en de Allemannen zullen ook wel niet komen. Gy zult eens zien, hoe mooi het boven is, zoo stil, zoo kalm Celsus begreep haar niet rechthem lag aan die kalmte, die rust niets ge legen, maar toch hoorde hy met genoegen naar haar en keek met verrukking naar het kleine roode mondje, dat zoo heel graag scheen te babbelen en naar de mooie blonde haren hy wenschte, dat zij maar steeds voortging met praten, opdat hij haar ongestoord kon aanzien. Maar nu zweeg zij. Zij stonden reeds bij den uitgang van

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1