Dinsdag
30 Januari.
No. 25
ï>8e Jaargang.
IbOO
Gemeentebestuur.
PLAATSELIJKE BELASTINGEN.
FIIHLLETOM.
Het Paradijs op aarde.
UISSIHM HK COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b{j den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels f 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, öroote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonncmcnts-Adverteutiën op zeer voordeellge voorwaarden.
Verordeningen op de heffing en op de
invordering van plaatselijke belas
ting onder den naam van
markt- en staanrecht.
Burgemeester en Wethoudeis van
Vlissingen
doen te weten
dat door den raad dier gemeente, in
zijne vergadering van den 6 October
1899, is genomen het navolgende besluit,
hetwelk bij koninklijk besluit van 80
December 1899 no. 137 is goedgekeurd
De Baad der gemeente Vlissingen
gezien de voordracht van Burge
meester en Wethouders
gelet op de adviezen zijner Comrnis-
siën voor de Belastingen en voor de
Financiën
gelet op art. 14 der wet van 24 Mei
1897 (Staatsblad no. 156);
gelet op de artikelen 232 239 en
254 der Gemeentewet
Besluit:
Vast te stellen de navolgende
VERORDENING, regelende de hef
fing van eene plaatselijke
belastiDg onder den naam van
markt- en staanrecht in de
gemeente Vlissingen.
Artikel 1.
Er zal binnen deze gemeente worden
geheven een markt- en staanrecht over
eenkomstig het navolgend tarief
lo. a. Voor de kermis of jaarmarkt
van tenten, loodsen enz., bestemd
tot openbare spelen of vertooningen,
voor 50 M2 ingenomen grond /0,30
per M2, voor iederen meerderen
M2 0,20
van wafel- en poffertjeskramen,
ververschingstenten, koekhakblok-
ken, stallen of tafels tot verloting
of afslag bestemd, 0,40 per M2
van galanterie-, koek- en andere
kramen, tafels, wagens enz. ƒ0,30
per M2
van voorwerpen in manden,
fusten, zakken enz. of op den
grond uitgestald f 0,20 per M2
van photographie-ateliers, draai
molens, caroussels, schommels,
weegtoestellen of dergelijke inrich
tingen 0,20 per M2.
h. Voor de weekmarkt en dagelijksche
markt
van kramen, tenten, koekhak-
blokken, stallen of tafels en van
voorwerpen in manden, fusten,
zakkm enz. of op den grond uit
gestald f 0,10 per M2 en per dag.
Voor andere tijden dan die sub
a en h vermeld
van tenten, kramen en dergelijke
inlichtingen voor 50 M2 ingenomen
grond f 0,30 per M!, voor iederen
meerderen M2 0,20 alles per
week, terwijl gedeelten eener week
voor geheele gerekend worden.
2o. Van goochelaars, muzikanten, orgel
draaiers, kunstenmakers en dergelijke
personen, die hun bedrijf langs de
Naar
H. FEB8CHKE.
3.)
Daarop stormde hy op de eerste de
beste droschke los, liet zich naar het
station brengen en zat hij wist zelf
niet hoe alles zoo schielijk was gegaan
in den trein, die hem naar zijn
garnizoen terugbracht. Hoe het inwendig
in hem kookte, is niet te beschrijven.
Zoo kwam hy dan in F. aan, dat hy
voor weinig uren vol hoop, al was he
dan ook aarzelend, verlaten had, geheej
straat of op daarvoor aangegeven
plaatsen uitoefenen
a. Vooi den duur der jaarmarkt ƒ1,
b. Voor een dag op andere tijden
dan gedurende de jaarmarkt 0,25.
3o. Voor het innemen van gemeentegrond;
a. Tot het houden van openbare ver-
koopingen van brandhout, timmer
hout, afbraak enz., of van boom-
en veldvruchten voor de eerste
50 M1 grond f 0,01 per M3 en
per dag
voor de tweede 50 M2 f 0,005
per M2 en per dag
van iederen meerderen M2 f 0.0026
per M2 en per dag
b. Voor het tijdelijk nederleggen van
ankers, kettingen, zeilen, touwen,
hout of andere goederen f 0,03 per
M2 en per week
e. Vooi het verkoopen van meubelen,
huisraad of inboedels f 2, per dag.
Art. 2.
De M3 wordt in het in art. 1 ge
noemde tarief berekend voor den inge
nomen grond.
Gedeelten van den M2 worden voor
geheel berekend.
Art. 3.
Deze belasting wordt niet geheven
voor het innemen van gemeentegrond
tot een der in art. 1 sub 3o genoemde
doeleinden door het Rijk, de Provincie
of de Gemeente.
Artikel 4.
Deze verordening treedt in werking
met den 1 Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen, den 6 October 1899.
De Voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Goedgekeurd bij koninklijk besluit van
30 December 1899 no. 137.
Mij bekend,
De Minister van Binnenl. Zaken,
(get.) H. GOEMAN BORGESIUS,
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
De Secretaris-Generaal van Bin-
nenlandsche Zaken,
(get.) DIJCKMEESTER.
VERORDENING, regelende de in
vordering der p'aatselijke belas
ting onder den naam van markt
en staanrecht in de gemeente
Vlissingen.
Artikel 1.
Het verschuldigde markt- en staan
recht zal moeten worden voldaan in
handen van de daartoe door de Gemeen
teraad te benoemen en aan te stellen
Marktmeesters, die daarvan eene behoor-
lyke kwitantie zullen afgeven, uit een
door Burgemeester en Wethouders voor
te schrijven en door den Burgemeester
of door een daartoe door hem aan te
wijzen Lid van den Raad te nummeren
en te waarmerken register met strook.
Voor zoover die kwitantie volgens de
wet op zegel behoort te worden afge
geven, zal het zegelrecht boven en be
halve het markt- en staanrecht ver
schuldigd wezen en te gelijker tijd
moeten voldaan worden.
Art 2.
De Controleur der Plaatselijke Belas
verslagen en teleurgesteld aan, en was
zyn eerste gang naar zijn overste. Dezen
vertelde hij onomwonden zijne ontmoe
ting met den veldmaarschalk von
Wrangel het doel van zijne reis
verzweeg hij echter.
De overste was een kranige bevel
hebber, die in den dienst niets door de
vingers zag, maar die buiten dienst een
aangenaam man was en veel van een
giap hield. Als zoodanig beschouwde hy
ook het avontuur van zijn jongen lui
tenant, en lachte er hartelijk om.
„Ja," zeide hij „mijn waarde Prom-
nitz, met den ouden papa Wrangel is
niet te schertsen. Menigeen is er in de
armee, die daarvan weet mee te ver
tellen. Wij moeten maar van hem
denken Die zijne kinderen lief heeft,
tuchtigt ze. Het spijt mij zeer, dat u
het Kerstfeest zoo jammerlijk vergald
is, maat gy zyt nog jong en zult nog
menigen Kerstboom in uw leven ver
licht zien, en dan nog dikwerf met een
lach denken aan deze voor u sombere
tingen of die hem vervangt, de Markt
meesters, de Ambtenaren der Plaatselijke
Belastingen en voorts de Commissaris
van Politie, zullen bevoegd zijn te vor
deren dat hun het bewijs wegens de
behoorlijke voldoening van het markt
en staanrecht worde vertoond, en zal
hieraan op daartoe bekomen uitnoodiging
onmiddellijk moeten voldaan worden.
Art. 3.
Het staanrecht van de tenten, thea
ters, kramen en dergelyke inrichtingen,
voor den duur der jaarmarkt verschul
digd, moet voldaan worden binnen de
drie dagen nadat dezelve zijn opgeslagen,
ten ware Burgemeester en Wethouders
mochten kunnen goedvinden, tegen het
stellen eener behoorlijke zekerheid van
de zijde der belanghebbenden, in eenig
uitstel te bewilligen.
Wanneer dit uitstel niet verleend en
men met de betaling, binnen den ge
stelden termijn van drie dagen, in ge
breke gebleven is, zullen de tenten,
theaters, kramen en dergelijke inrichtin
gen gesloten en niet weder geopend
of afgebroken mogen worden vóór en
aleer de betaling heeft plaats gehad.
Art. 4.
Eigenaars van stallen of wagens, be
nevens op den grond uitstallenden, en
verder alle andere personen, zullen het
markt- of staanrecht moeten voldoen,
vüór dat zij hunne waren uitstallen ef
eenige plaats zullen innemen.
Art. 5.
Op den eersten werkdag van iedere
week in den voormiddag zullen de ge
durende de vorige week ontvangen markt
en staanrechten door de marktmeesters,
onder overlegging van het door hen
gehouden wordende en door den con
troleur geviseerde register, bij den ge
meente-ontvanger worden overgebracht,
die daarvoor op gezegd register kwitantie
zal afgeven.
Gezegd register zal worden ingericht
volgens een door Burgemeester en Wet
houders voor te schrijven model en door
den Burgemeester of door een daartoe
door hem aan te wijzen Lid van den
Raad, worden gekantteekend.
Art. 6.
De artikelen 258 tot en met 262 der
Gemeentewet zijn ten dezen van toe
passing.
Art. 7.
Deze verordening treedt in werking
met den 1 Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen, den 6 October 1899.
De Voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 29 Januari 1899.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
dagen en wat er aanleiding toe gaf.
Begin nu in 's hemels naam uwe zes
dagen maar af te zitten, en laat mij er
maar voor zorgen, dat deze domme
geschiedenis u niet schaadt 1 Den ande
ren heeren zal ik een wenk geven en
voor de buitenwereld heet gij ziek."
Zes dagen kamerarrest en daar buiten
alles leven en vroolijkheid Tegen den
avond straalde van uit alle ramen het
heldere licht en hoorde hij het gejubel
van vrooltjke kinderen, terwijl van den
ouden kerktoren het welbekende feest-
koraal hem tegen klonk.
Vreemd I In zulk een weekhartige
stemming had de jonge officier, die
gewoon was in den kring der jonge
dames te schitteren en met opgewonden
makkers den beker der vreugde te ledi
gen, zich in jaren niet bevonden. En
nog vreemder, de onbeschrijfelijke bit
terheid, die zich van hem na zijne ont
moeting in Berlijn had meester ge
maakt, week meer en meer, en als hij
daarby aan zijne verijdelde bruidreis
Ingezonden
Zou er heden ten dage nog werkelijk
een Eden op deze aarde bestaan Zou
er in dezen tijd, waarin allen elkaar
verdringen om de eersten te worden of
te zijn, waarin deze onverbiddelijk gene
ter zyde dringt, om het eerst zyn doel
te bereiken, waarin de een als het ware
over den ander heenspringt, om zoo den
prijs te veroveren, waarnaar deze reeds
verlangend de hand uitstrekte, nog een
paradijs te vinden zijn
Wel zekerEen Eden op aarde bestaat
nog en zal,, zoo lang er menscben zyn,
die aan de nlogelijkheid van zoo'n paradijs
gelooven, steeds blijven brstaan. Men
behoeft geen groote ontdekkingsreizen
in vreemde landen te ondernemen, om
het te zoeken, neen, slechts een enkele
schrede heeft men te doen, om midden
in het paradijs te zijn van het
kinderleven.
Wij allen waren eenmaal daarin de
een lang, de ander minder lang, ja
sommigen zijn, trots hun grijze haren
en hun gerimpeld voorhoofd, er nog
steeds in Hunne schitterende kinder -
reine oogen, hun kinderlijk ontvankelijk
gemoed, hun edel hart zijn alle bewijzen,
dat ze het paradijs der kindsheid nog
niet verloren hebben. Wie echter nog
aan het bestaan van een Eden op aarde
twijfelen mocht, schouwt met liefdevolle
aandacht zijn kind in de oogen en hij
zal den hemel op aarde ontdekken.
„Ik kan het mij heusch niet verklaren",
klaagde eenmaal een jonge moeder aan
een wijs man, „hoe het komt, dat myn
jongen zoo stil en droomerig is, terwijl
uw zoon de levenslust uit de oogen
straalt." De goede man lachte even en
zei op medelijdenden toon„Lieve
vrouw, gij ontneemt uw zoontje door
uw voortdurend berispen en door uw
onophoudelijk gebieden en verbieden
allen moed en lust, om zich als een
ware jongen te gedragen. Gij sluit voor
hem, zonder dat u het zelf weet of
wilt, de poorten van het paradijs op
aarde, vóór hij er nog recht in geweest
is, vóór hij ongehinderd en waarlijk
genoten heeft. Door zoo te handelen
vervreemdt gij uw kind geheel van u
en het wordt beschaamd en verlegen,
zoodat het zich als een huisjesslak bij
elke ruwe aanraking schuw in een hoek
der kamer terugtrekt. Tot wien zal uw
zoon zich wenden, om zijr. kinderhart
met al zijn gewichtige aangelegenheden
en nooden uit te storten, als hij uit vrees
van met een ruw „Laat mij met vreê,
ik heb geen tijd!" weggestuurd te wor
terugdacht, was het hem, alsof hij van
een zwaren last bevrijd was. En des
nachts droomde hij van Roza von
Meijersdorf, en lachte in zijn droom en
hij lachte nog, toen hij des morgens
ontwaakte.
Het was de eerste Kerstdag en het
klokgelui drong door in zijne eenzaam
heid want bij kamerarr est mag men
niemand ontvangen, dat wist ieder en
dus bleef hij met zijne gedachten alleen.
En dat was goed. Voor de heetbloedige
jeugd is het goed, als zij soms tot
bedaren moet komen, en wie eenmaal
op den goeden weg is gekomen en
eergevoel heeft, die bedaart ook, als
hem jdaarvoor de tijd wordt gelaten en
keert op den rechten weg terug onze
vriend had zes dagen om tot zich in
te keeren en kwam ook weer te
recht. Met verachting dacht hij aan zijn
voornemen om een meisje, dat hij niet
beminde, alleen om de wille van het
geld te vragen en des te inniger ver
wijlden zijne gedachten bij de geliefde
den, niet tot zijne moeder durft komen?
O hadden onze moeders toch wat meer
tijd voor hare kinderen Ik doe het
met mijn zoon geheel anders. Zooveel
mogelijk vermijd ik ieder onnoodig
woord en laat hem springen, dansen,
zingen en jubelen zooveel hij wil. Loopt
hy hiermee soms een buil, schram of
wond op, dan is het öf aan hoofd en
handen bi aan buis en broek, maar niet
aan de ziel. Maakt hij zich soms vuil,
dan is het al weer aan de handen of in
het aangezicht, die met een weinig
water en zeep gereinigd kunnen worden
maar gelukkig niet aan de ziel, waarvan
de reiniging niet zoo gemakkelijk gaat.
Klinkt het eenmaal uit mijn mond
„Het is genoeg; wees nu stil!" dm
staakt hij terstond zijn dartel spel en
geniet een verkwikkende rust, welke
zijn jeugdige beentjes wel noodig
hebben 1
Streng zullen de kinderen opgevoed
worden, maar met liefde en ernst, want
ook het leven is ernst. Wat eenmaal
verboden is, mag niet in het naaste
oogenblik geoorloofd zijn. Hoeveel be
rispingen en straffen zouden achterwege
kunnen blijven, wanneer wij ons er meer
op toelegden kindergebreken te voor
komen, in plaats van te pogen ze uit
te roeien. Natuurlijk moet zulks dan
van jongs af gebeuren. De kinderen
scheppen zich hun Eden op aarde graag
alleen. Het is nu de dure plicht der
ouders hen hierin behulpzaam te zijn,
stede van hen te hinderen. Hoeveel
kinderparadijzen worden niet verstoord
door twist en tweedracht
Het komt in elk huisgezin wel eens
voor, dat er tusschen de ouders over
een of ander punt verschil van opinie
bestaat. Dan weg met de kinderen 1
Verschoont de ooren der kleinen 1
Ik zag eens hoe drie kinderen man,
vrouw en dienstmeisje speelden. Wat
ik daar hoorde, gaf veel te denken.
Wat de kleine meid, die in het spelletje
de vrouw voorstelde, tot het dienstmeisje
zei, was verre van liefelijk. Waar zou
ze dat gehoord of geleerd hebben
Wij nemen onze tong voor de kinderen
veel te weinig in acht en verwoesten
zoo, zonder dat wij het willen, menig
geluk, want zonder onschuld bestaat er
geen kinderparadijs. De ziel van het
kind gelijkt versch gevallen sneeuw of
een zacht wit linnen doekeen vlek
daarop gevallen neemt de reinheid voor
altijd weg. Laat uwe kinderen in de
genotvolle meening, dat de hen de
paascheieren in het nest legt, of dat de
goede Sint-Niko'.aas hen allerlei speel
goed brengt. Ze zijn gelukkig in hun
geloof en de sluier wordt vaak maar al
te vroeg voor hen weggenomen. Als
blondine, de hoop op wier bezit hij zoo
lichtzinnig had willen prijs geven. Hoe
echter aan zijne geldelijke verplichtingen
te voldoen
„Ik zal aan oom Koert schryven,"
zei hij in zichzelf. „Helpen kan hy my
niet, want wat hij heeft, behoeft hij
zelf, maar hij is goedhartig en schrander,
en zal mij met zijn raad bijstaan.
Het zal echter wel niet zonder eenige
donnerwetters afloopen,» voegde hy er
lachend by.
Daarop ging hy zitten en schreet
„Lieve, goede, oude oom Koert 1 Uw
lichtzinnige bengel zit deeriyk in de
knoei zes dagen kamerarrest, drie voor
mij en drie voor papa Wrangel 1 Oude
jaarsavond ben ik vrij, ik wacht u en
zal voor een goede bowl zorgen."
Hendrik, zijn oppasser, moest dade-
lyk den brief aan den heer majoor von
Breitenfeld te Frankfort op de post
bezorgen.
(Slot volgU