Tollenaren ei Zondaren.
Donderdag
25 Januari.
1900
S80 Jaargang.
Gemeentebestuur.
PLUTSEÜJKE BELASTINGEN.
FEUILLETON.
Van week tot week.
No. 21.
VLISSIKGSCHE COIJRANT
PrÜs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzondoriyke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTEËNvan 1—4 regels f 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing dei zelfde
advertentie wordt de prys slechts fweemaal berekend. Groote lettors
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
VerscMJnt dagelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
l/trordenmgen op de heffing en op de
invordering van loonen voor het
keurm van viseh.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
doen te weten
dat door den Raad dier gemeente, in
6 October
zyne vergadering van den ,rN~b-
]S99 is genomen het navolgend besluit,
hetwelk bij koninklijk besluit van 29
December 1899 no. 9 is goedgekeurd;
De Raad der gemeente Vlissingen
gezien de voordracht van Burgemees
ter en Wethouders
gelet op de adviezen zijner Commis
sion voor de Belastingen en voor de
Financiën
gelet op artikel 14 der wet van 24
Mei 1897 (Staatsblad no. 156);
gelet op de artikelen 232 239 en
254 der Gemeentewet
Besluit:
Vast te stellen de navolgende
VERORDENING, regelende de
HEFFING VAN LOONEN voor
het KEUREN VAN VISCH,
welke niet bij afslag op de
vischmarkt wordt verkocht,
in de gemeente Vlissingen.
Artikel 1.
Voor het keuren van visch, die hetzij
uit schuiten of by rondventing, hetzij
in winkels of op eenige andere wjjze
dan bij afslag op de vischmarkt, ver
kocht wordt, zal een loon worden geheven
volgens onderstaand tarief
lo. Voor alle versche zee- of riviervisch
a. met schepen of schuiten aange
voerd wordende, voor iedere lading
of gedeelte van lading en per
dag0,60
h. met wagens de gemeente
ingevoerd wordende, voor
iederen wagen0,30
e. met manden ingevoerd
wordende, voor iedere
mand 0,05
2o, Voor alle gezouten, gerookte
of gedroogde visch per mand
of per ton0,025
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking
met den len Januari 1900.
Aldus -vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen, in zijne vergadering
van den 1899.
24 November
De Voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Goedgekeurd bij koninklijk besluit van
'29 December 1899, no. 35.
Mij bekend,
De Minister van Binnenl. Zaken,
(wg.) H. GOEMAN BORGESIUS.
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
De Secretaris-Generaal van Bin-
nenlandsche Zaken,
(wg.) DIJCKMEESTER.
Naar
J. TORRUKD.
5.)
En de keizerlijke tolluitenant, die het
'erboden Pruisische geld moest zoeken,
lichtte Peppi nu bij, terwijl zij een
Mooien, roodwangigen appel zocht. Ja,
die had kunnen praten, wat een
vreemde geschiedenis zou hij die beiden
in den kelder hebben verteld.
En toen Peppi den luitenant den appel
leikte, en hunne banden daarbij in
wederkeerige aanraking kwamen, werden
VERORDENING, regelende de IN
VORDERING VAN DE LOONEN
voor het KEUREN VAN VISCH,
welke niet bij afslag op de
vischmarkt wordt verkocht in
de gemeente Vlissingen.
Artikel 1.
De loonen voor het keuren van visch,
die, hetzij met schuiten of bij rond
venting, hetzij in winkels of op eenige
andere wijze dan bij afslag op de visch
markt wordt verkocht, zullen, onmid-
deliyk na de keuring, door de belang
hebbenden ten wier behoeve de keuring
heeft plaats gehad, aan den beëedigden
keurmeester moeten betaald worden, die
daarvan behoorlijk aanteekening zal hou
den in het daartoe door Burgemeester en
Wethouders voor te schrijven en door
den Burgemeester of door een daartoe
door hem aan te wyzen Lid van den
Raad, te nummeren en te waarmerken
register met strook en de in den loop
der maand ontvangen gelden, voor den
vijftienden dag der eerstvolgende maand
ten kantore van den Gemeente-Ontvanger
moet overstorten.
Art. 2.
De artikelen 258 tot en met 262 der
Gemeentewet zijn ten dezen van toe
passing.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking
met den len Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen in zijne vergadering
6 October
van den
1899.
24 November
De voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De secretaris,
G. J. BISSCHOP.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 25 Januari 1900.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Zal generaal sir Redvers Buller, met
zijn groot leger en zijn breede rij van
generalen, waaronder de specialiteit sir
Charles Warren, slagen in zijn huidige
onderneming, en, zal hij thans slagen
Ziedaar de groote vragen van den
dag, waarvan de tweede er eigenlijk geen
is, omdat een niet slagen thans en onder
de gegeven omstandigheden, het hopelooze
van alle verdere pogingen glashelder
zou aantoor.en.
En moeten wij onze meening uiten,
los van alle sympathiën, alleen oordeelen-
de naar de feiten en omstandigheden,
dan komt het ons voor, dat hij niet zal
slagen.
Dat Clery en Warren Zaterdag vijf
duizend ellen geavanceerd zijn, is wel
aardig, maar het is slechts de vraag of
de gewonnen terreinen hun ernstig zijn
ze allebei rood, Diet de handen,
maar de beide jonge menschen.
De luitenant dankte haar, en wijl hij
hongerig was, beet hij ook dapper toe.
Peppi stond er bij, hield de lantaarn
en zag hoe goed het den luitenant
smaakte, en ten slotte kwam haar
die geheele geschiedenis nog bespottelijk
voor. Zij lachte werkelijk op eenmaal
luid, zooals andera alleen Juultje gewoon
was te lachen, en de jonge man ver
wonderde zich er over hoe goed dat
ernstige gezichtje het lachen stond.
„Willen wij nu verder zoeken vroeg
zij daarop en keek hem lachend aan.
Daarop kreeg hij weer een kleur, als
een jong meisje, want het viel hem
plotseling in waarom hy eigenlijk hier
was, en wat de gestrenge heer tol-
inspecteur wel zeggen zou, als dis hem
hi°r in den kelder een appel zag eten.
Ais een jongen, wien zijn vlieger is
afgeknipt, nam hij Peppi de lantaarn
weer uit de hand en lichtte nog eens
voor de leus rond de wanden. Gelukkig
Telephoonnummer lO. Abonnemcnts-Adverteetiën op zeer voordeellge voorwaarden.
betwist, dan wel of de Boeren, wat zeer
waarschijnlijk is, volhardende by hun
oude tactiek, hun vijand, onder gioote
verliezen, schijnbaar ontwijken, om hem
later te krijgen waar ze hem hebben
willen.
Buller begon tenminste Zaterdagavond
al dadelijk mede te deelen, dat Clery en
Warren de voornaamste stelling der
Boeren nog in hun front hadden. Later
blijkt het, dat Warren slechts twee
mijlen vooruit gekomen is en zakt
Buller een toontje lager, door te zeggen
dat het zeer moeilijk te zeggen is hoe
veel men vooruit is gekomen, maar, hij
gelooft dat men werkelijk vorderingen
heeft gemaakt.
Wij vreezen dat 's mans geloof wel
weer zal worden geschokt, vooral wanneer
hij eens in staat zal wezen om, behalve
de drie honderd gewonden, ook de ge
sneuvelden op te geven.
Van een werkelijk voordeel kunnen
wij niets bespeuren, en het is zeer de
vraag of Warren de Boeren van hun
linkerflank zal kunnen verjagen, waarna
van een aanval op hun hoofdmacht
eerst sprake kan zyn.
Maandag was het ons weer al te stil
om aan Engelsche vorderingen te kunnen
geloovenmisschien dat de dag van
Dinsdag toch nog wel nieuwe onthullin
gen brengt, in welk geval ze onzen
lezers reeds zijn of hedon worden mode-
Het groote feit van den dag, is de
wijze waarop de vertegenwoordiging van
het Duitsche rijk zich Vrijdag tegenover
de aanmatigingen van Engeland heeft
gesteld en hare ondubbelzinnige sympathie
voor het streven der republieken uit
drukte. De zaak betreffende de aanhouding
der Duitsche mailbooten moge dan zoo
genaamd „uit" zyn geweest, de Engel
sche regeering heeft een veer gelaten
van belang. Er is dan ook ontstemming
genoeg in de Britsche pers. Van graaf
von Bülow's rede heet het„veel
geschreeuw, maar weinig wol", en vol
gens de Daily Chronicle zou het heel
wat beter zijn geweest, wanneer de
Duitsche regeering gehoorzaamheid ge-
eischt had aan zijne theorie, dat onzijdige
schepen, voor een onzijdige haven be
stemd, nooit doorzocht of opgebracht
mogen worden.
Het zal eens de vraag wezen, wanneer
gebeurt wat een ander blad voorspelt,
dat de Engelsche oorlogschepen zullen
voortgaan met gebruik te maken van
het recht der oorlogvoerende natiën
om alle verdachte, onzijdige schepen te
doorzoeken, onverschillig onder welke
vlag zij varen,alleen onder de „mits" dat
voor vergissingen moet worden betaald,
of dan de woorden der Duitsche regeering
kwam nu Hennemann en zeide„Ik
vind niets, niemendal niet, heer luite
nant Er is héelemaal niets te vinden."
„Ik dank u, demoiselle Josephine.
Wij zijn klaar wij zijn helaas
gereed
De dikke moest vooraan "gaan, de
beide jongelieden volgden hem, maar
niet zoo dadelijk en wat zij met
elkander praatten, heeft de speurhond
niet meer kunnen hooren.
Het is vreemd en niemand heeft het
ooit geweten wat eigenlijk in den kelder
over het stille schrijfstertje is gekomen
maar sinds dien heeft men haar dikwijls
hooren lachen, en zy is bijna even
uitgelaten geworden als Juultje. Zij
heeft echter aan niemand iets gezegd.
Toen de beide jonge lieden weer in
de pronkkamer boven kwamen, zat
mevrouw Knapp nog evenzoo op de
kanapé, en nu had zij werkelijk zware
hoofdpyn.
Waarom zij juist Peppi met den lui
tenant bad heengezonden, had zijn
even afgemeten, deftig en welwillend
zullen blijven als zij Vrydag in den
Rijksdag waren, waar zij een matig
succes verwierven matig tegenover de
uitbundige geestdrift voor Kruger en de
onverholen betuigingen van antipathie
tegenover Engeland. Wij voor ons zijn
overtuigd dat Bij herhaling van dergelijke
feiten de Rijksdag een zoo hevige pressie
op de regeering zal uitoefenen, dat zij
daarvoor zwichten moet.
Het is dan ook gebleken dat de zaak
feitelijk nog niet uit is, want andermaal
is een Duitsche bark vlak voor Delagoa-
baai aangehouden, 't Is mogelijk dat
de marine-autoriteiten nog niet alle
instructies hebben ontvangen om niet op
te treden zonder bepaalde aanwijzingen,
dat de schepen contrabande bevatten,
maar in elk geval zijn de gemoederen
in Duitschland opnieuw zeer ontstemd.
Er is misschien geen tweede voorbeeld
aan te wijzen van eene natie, die in het
buitenland zoo hevig den volksgeest
tegen zich had als nu met Engeland
het geval is.
In Amerika is het nog veel erger,
ofschoon men daar op andere wyze
optreedt. Groote sommen worden inge
zameld voor het Transvaalsche leger en
binnenkort zullen zich reeds zes duizend
Amerikanen in dat leger bevinden.
Wanneer de onzijdigheid der Amerikaan-
sche regeering het aanwerven van vry-
willigers in de Vereen igde Staten niet
verbood, dan zou men daar groote dingen
zien gebeuren, maar in ieder geval zal
de zeer krachtige uiting van den volks
geest, ook in de vertegenwoordiging,
zoowel in Amerika als in Duitschland,
de regeeringen wel in een richting drijven,
die, hoe ook de zaken mogen loopen,
aan de vereenigde stryders voor de
onafhankelijkheid niet anders dan ten
goede kan komen.
Het tabaksmonopolie.
Door den heer Schaper en andere leden
der Kamer is volgens het afdeelingsver-
slag aan de regeering de vraag gericht
of zij niet wilde overwegen om evenals
in Frankrijk en Zwitserland geschiedt,
eene tabaksregie voor ons land in het
leven te roepen.
De staat zou dus het monopolie kry-
gen van den tabakshandel, we zouden
geen sigaar of pijp kunnen rooken zon
der de tabak daarvoor benoodigd, bij
door den staat aangestelde en daarvoor
de noodige pacht betalende depothouders
te hebben gekocht.
Voor de schatkist is zulk een mono-
goede reden.
„Het meisje weet immers van niets,
dus is het 't beste, dat zij den luitenant
geleidt," zeide zy tegen Julia. „Gij zijt
een babbel, Juultje, en zoudt u per slot
nog verpraten. Ga in de keuken en
maak voor de beide jachthonden een
avondmaaltijd gereed."
„Zouden wy den luitenant ook niet
wat voorzetten, moeder vroeg zij
daarop. Moeder bedacht zich. Zij was
maar eone eenvoudige vrouw, zonder
hoogere burger- of Fransche kostschool
maar zy had veel tact en deze liet
haar nooit in den steek. En nog iets
kon zij. Zij kon soms een aardig knie-
dichtje uit den mouw schudden
dikwijls als het gemoed niet tot lachen
stond. En zoo antwoordde zy nu ook
met eenige dichtregels, die mij nu nog
in het geheugen liggen. Zij zeide
„Eerst bij den neus rondgeleid,
Daarna vriendelijk onthaald
Dat gaat niet, beste meid
Dus naar geen eten getaald."
poiie natuurlijk zeer gewenscht, maar
•r staat in ons land dit tegenover, dat aan
onze zoo bloeiende tabaksindustrie die
aan duizenden brood verschaft en hare
producten wijd en zijd verzendt, de ge
nadeslag zou toegebracht zijn. Geen
Nederlandsch staatsman heeft dan ook
tot nu toe den moed gehad een wets
ontwerp tot ontzieling van dezen tak
van nyverheid in te dienen, hoe hoog
ook de nood der schatkist geklommen was.
Er is echter meer wat tegen den
wensch van heer Schaper pleit. We
zouden op het voorbeeld van Frankrijk
en Zwitserland, waarop door genoemden
heer en zijn medestanders gewezen
werd, krijgen slechte tabak, dito sigaren
en lucifers voor veel geld, want de
de staat moet immers een voordeeltje
trekken uit zijn regie.
Maar wie worden ten slotte de dupen
van deze nieuwigheid in ons belasting
stelsel Geen andere dan de minvermo
genden, voor wie goede sigaren, tabak
en lucifers echte artikelen van weelde
zouden zijn en die zich dus zouden
moeten vergenoegen met eene waar,
waarvoor tegenwoordig de neus wordt
opgehaald.
En nu zegge men niet dat tabak
slechts een weeldeartikel is, dat men
even goed kan missen als b.v. koffie en
thee. Zoo doorredeneerende kan men
met hetzelfde recht beweren dat we
eigenlijk zouden moeten gaan leven als
de wilden in het harte van Afrika,
die slechts een minimum van behoeften
kennen en zich daarmede gelukkig ge
voelen. Bovendien houdt die redeneering
geen steek omdat vele der zoogenaamde
genotmiddelen eene behoefte zyn gewor
den, waarmede wy zijn opgegroeid,
wier gemis ons levensgeluk in groote
mate zouden verminderen. Zoo is het
ook met het gebruik van tabak, dat
voor velen byna het grootste en eenige
levensgenot is geworden.
Welk een storm van verontwaardiging
zou het opwekken als men denzulken
ook dit genot wilde onthouden. Er is
echter niet veel kans dat de Nederland-
landsche Staat als eenig verkooper van
tabak of lucifers zal optreden.
Zonderling echter is 't dat de aanma
ning tot de regeering ook van den heer
Schaper uitging, die bekend staat als
vriend van den werkman, maar toch
de schatkist zou willen vullen ten
koste van de bloeiende tabaksindustrie
en tot noodelooze kwelling van min
vermogende tababsrookers.
Maar misschien is dit Kamerlid wel
geheelonthouder van tabak en dan kan hij
natuurlijk moeilijk in den vollen omvang
beseffen welke leeiijke gevolgen een
tabaksmonopolie zou hebben.
Zij moest zelve lachen, toen zij het
zei, en Juultje lachte natuurlijk van
harte mee. Deze ging daarop in de
keuken, gaf den beiden grenswachters
een goed maal eten en drinken en bab
belde maar in eenen door zoo licht
was het haar nu om het harte.
De luitenant jbleef nog een paar mi
nuten bij mevrouw zitten praten, die
als eene koningin op haar hooge kanapee
en op de twaalf honderd Pruisische
daalders troonde, en ging eindelijk
henen.
Toen was het echter ook uit met
den moed van mevrouw Knapp.
„Ga, Peppi, ga," zei zy afgemat. „Gij
hebt genoeg moeten verzuimen, meisje.
Zendt Juultje bij mij met de droppels
valeriaan."
En toen het schryfstertje de deur uit
was, sprong zij op „God in den hemel,
wat heb ik uitgestaan! Van mijn leven
speel ik niet weer in de Pruisische
loterij 1"
(Slot volgt).