Tollenaren es Zondaren.
Dinsdag
23 Januari.
No. 19.
58e Jaargang.
1900
Gemeentebestuur.
PLAATSELIJKE BELASTINGEN.
VLISSIYKSIHE COURANT.
Prtjs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderiyke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
fcM-
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regol
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal bere' end. Groote letters
en cliché'a worden naar plaatsruimte berekend.
Verseliflnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
TelepUoonnnnmcr KI.
Abonnements-Advertentlcn op zeer voordeelige voorwaarden.
fllllLI ÜIH
Afkondiging van het kohier der
Personeele Belasting no. 5,
dienst 1899.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden by hem ontvangen en
aan den Rijksontvanger is gezonden een
executoir verklaarde kohier wegens dePer-
soneele Belasting no. 5, dienstjaar 1899
de daarop voorkomende belastingschul
digen worden uitgenoodigd om hunne
aanslagen op den bepaalden tijd aan te
zuiveren, ook ter voorkoming van ver
volgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen drie
maanden na heden behooren te worden
ingediend, terwijl de aangiften ter be
koming van ontheffing ingeval van ver
huizing, op grond van artikel 27 par.
2 der personeele wet moeten worden
gedaan bij den Directeur der directe
Belastingen binnen een maand, volgende
op die, waarin het perceel is ontruimd.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 22 Jan. 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Verordening tot heffing en op de invor
dering eener plaatselijke belasting
op het geneeskundig toezicht
enz. van publieke vrouwen.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
doen te weten
dat door den Raad dier gemeente, in
zijne vergadering van den 6 October
1899 is genomen het navolgend besluit,
hetwelk by koninklijk besluit van 21
December 1899 no. 36 is goedgekeurd
de Raad der gemeente Vlissingen
gezien de voordracht van Burgemees
ter en Wethouders
gelet op de adviezen zijner Commis-
siën voor de Belastingen en voor de
Financiën
gelet op artikel 14 der wet van 24
Mei 1897 (Staatsblad no. 156)
gelet op de artikelen 232 239 en
254 der Gemeentewet
Besluit:
Vast te stellen de navolgende
VERORDENING, regelende de hef
fing eener plaatselijke belasting
op bet geneeskundig onderzoek
en de verpleging van publieke
vrouwen, in de gemeente Vlis
singen.
Artikel 1.
Er zal in deze gemeente geheven
worden eene belasting voor het
geneeskundig onderzoek en de ver
pleging van, en voor het houden van
toezicht en contróle op de publieke
vrouwen in deze gemeente, ten bedrage
als volgt
voor geneeskundig onderzoek van iedere
FEUILLETON.
Naar
j. roRitn x i».
3.)
Als zij er aan dacht, kon moeder uit
den grond van haar harte er over zuch
ten, want toen ter tijd, evenals nu,
zagen de moeders hare dochters gaarne
jong getrouwd. Maar zij konden toen
niet zoo goed hengelen als thans.
Nu, zij schreef haar brief, zegelde
dien en bracht hem zelve op de post,
en by dien gang was het haar niet licht
om het harte.
publieke vrouw, dertig cent per week;
voor geneeskundige verpleging van
iedere publieke vrouw en het houden
van toezicht en contröle één gulden per
maand, waarvoor zoodanige vrouw, inge
val van ziekte of besmetting, verpleging
in het gasthuis erlangt.
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking
met den len Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen, in zijne vergadering
van den 6 October 1899.
De Voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Goedgekeurd bij koninklijk besluit van
21 December 1899 no. 35.
Mij bekend,
De Minister van Binnenl. Zaken,
(wg.) H. GOEMAN BORGESIUS.
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
De Secretaris-Generaal van Bin-
nenlandsche Zaken,
(wg.) DIJCKMEESTER.
VERORDENING, regelende de in
vordering der plaatselijke belas
ting op het geneeskundig onder
zoek en de verpleging van
publieke vrouwen, in de ge
meente Vlissingen.
Art. 1.
De belasting zal moeten worden vol
daan de wekelyksche op Zaterdag van
elke week, en de maandelijksche op den
iaatsten dag van iedere maand, bij voor
schol, door de houders of de houdsters
van de huizen van ontucht, in handen
van den daartoe aangestelden ontvanger,
die daarvoor uit een door Burgemeester
Vethoudeis voor te schrijven, en door
denBurgemeester of door een daartoe door
hem aan te wyzen lid van den Raad te
nommeren en te waarmerken register
met strook, kwitantie zal afgeven, welke,
voor zooveel daaraan onderworpen, op
zegel zal moeten gesteld wezen, komende
de zegelkosten voor rekening van den
belanghebbende, die dezelve te gelijk
met de belasting zal moeten voldoen.
Art. 2.
Uiterlijk vóór de helft van elke maand,
zullen de over de vorige maand ont-
vangene gelden door den bij art. 1
gemelden Ontvanger in de gemeentekas
moeten gestort worden.
Art. 3.
De Ontvanger van de gezegde belasting
zal voor loon genieten tien ten honderd
van het bedrag van de door hem ont
vangen en in de gemeentekas overge
brachte gelden.
Artikel 4.
De artikelen 258 tot en met 262
der Gemeentewet zijn ten dezen van
toepassing.
Art. 5.
Deze verordening treedt in werking
met den len Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen in zijne vergadering
van den 6 October 1899.
De voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De secretaris,
G. J. BISSCHOP.
'En is h'ervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 22 Januari 1900.
Burg. en Wetlr. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Laat ik het maar zeggen mevrouw
Knapp speelde in de Pruisische staats-
lotery heel in het geheim, want het
spelen in vreemde loterijen was streng
verboden en er stond een zware straf op.
Nu had men haar geschreven, dat zij
twaalfhonderd daalders gewonnen had,
en dat was de brief, die Juultje zooveel
hoofdbrekens kostte, tot de vliegen haar
op een goeden inval brachten.
Papiergeld was er toen nog niet,
althans Diemand dacht er aan het te
verzenden en zoo was mevrouw
Knapp zeer in zorg of het vele geld
goed in hare handen zou komen, of
dat de heeren van den tol, de jacht
honden noemde men ze heimelijk in
het stadje die zeer goed oppasten
en overal rondsnuffelden, er iets van
merken zouden.
Zoo verliepen een paar weken. Me
vrouw Knapp was bleek en mager ge
worden van louter zorge over hare
twaalfhonderd daalders. Dagelijks moest
de oude Frans naar het grensdorp aan
Onze tuinbouw.
Terwijl in vroeger tyden vreemde
vorsten uit Holland luiniieden lieten
komen voor hunne tuinen en ons land
de leerschool was voor tuinbouw in
J andere landen, is het thans reeds
zoover gekomen, dat Nederland achteraan
komt, waar het vroeger voorging. Eene
dergelijke geschiedenis als met de boter.
Willen wij Engeland tot klant houden
dat zooveel noodig heeft en reeds uit
zoovele landen toevoer krijgt, dan moet
de cultuur op geheel andere wijze uitge
oefend worden dan thans en moeten de
kweekers van tuinbouw gewassen samen
werken zooais in het buitenland, om
door grondig onderwijs verbetering in
den bestaanden toestand te brengen.
De heer Maas, onze consul-generaal
te Londen, heeft ook gewezen op het
gemis van eene goede handelsorganisatie
in Nederland.
/Zulk eene organisatie tot stand te
brengen schrijft hy, is weliswaar, niet
het werk van iedereen en allerminst
misschien van don k „beker, die geheel
in zijn dagelykschen arbeid opgaat, maar
hy begrypt zijn eigen belangen slecht,
als hy niet alles doet om er toe mede
te werken.»
„Immers bescherming hangt in de
lucht en ook Engeland blijft niet buiten
den invloed van de algemeene strooming.
Bovendien bestaat er een streven tot
inniger aaneensluiting tusscben de ver
schillende deelen van het Britsche Rijk,
die onder elkander tot zeer groote
hoogte wel in de behoeften van
het Britsche volk kunnen voorzien en
krachtige pogingen aanwenden om het
ook te doen. Australië, Zuid-Afrika,
Canada en West-Indië zenden tuinbouw
producten, die in menig opzicht met de
onze wedijveren en vroeg of laat ze
wel voor een deel moeten verdringen.
„Weliswaar hebben wij in de nabij
heid van het groote consumptieland een
natuurlijk voordeel, dat geen dier kolo
niën ons kan ontnemen, maar wy trek
ken er tot nog toe niet de meeste partij
van en we spiegelen ons niet aan het
voorbeeld van anderen. Voor onzen
groenten- en vruchtenhandel moet ge
schieden wat in Denemarken met zooveel
succes voor den handel in boter, spek en
eieren werd gedaan, wat Jersey en
de overzijde om bij den kastelein naar
het vaatje Rijnwijn te vragen. Maar er
kwam geen vaatje.
Juultje hield soms midden in haar
gezang op om buiten te luisteren of
Frans nog niet van zijn tocht terugkwam.
Alleen Peppi vermoedde niets van
dit alles. Zij zat maar in haar kantoor
en schreef en rekende tot het hoofd
haar omliep.
Eindelijk kwam Frans op een dag
wat later dan anders terug het was
laat in den herfst en de gele bladeren
vielen reeds af. Hij trok zwaar aan zijn
kar, die vol appels lag, welke hij uit
het grensdorp gehaald had. Maar de
lading appels was maar voor den schijn,
onderin lag het vaatje, en in het vaatje
waren de verboden Pruisische daalders.
Het was juist middagtyd. toen Frans
kwam, en terwijl de dienstboden allen
aan tafel zaten, sleepten Julia en Frans
het vaatje voor in huis ei dadelijk in
de pronkkamer.
Daar stond het nu en vormde een
Guernsey voor den groentenhandel en
de Scilly- eilanden voor den bloemenhan
del doen. Alle belangstellenden over het
geheele land behooren mede te werken
tot de oprichting van éen centraal
lichaam, waarin alle bestaande plaatse
lijke vereenigingen opgaan, ten einde
verdere versnipperingen van werkelijk
goede werkkrachten te voorkomen. Van
zulk een centraal lichaam konden de
practiscbe voorschriften en wenken uit-
gaan, die voor een voordeeligen handel
zoozeer noodig zyn.
Alleen de voordeelen van uniforme
en doelmatige verpakking zouden reeds j
enorm zijn. Heeft men er in Nederland
wel genoegzaam aan gedacht hoe sterk
de kosten konden verminderd worden als
hierop goed wordt gelet. Men leze wat
de heer Claassen schryft over de groote
verscheidenheid van dikwijls zeer on- 1
handige verpakking voor dezelfde pro
ducten. Ligt het niet voor de hand, dat de
spoorweg- en stoomvaartmaatschappijen
hare tarieven konden verminderen voor
artikelen, die in groote hoeveelheden
tegelyk in doelmatige en gemakkelyk te
verplaatsen kisten, vaten of manden
komen Dat de kosten voor lossen en
laden daardoor minder worden De
groote Britsche spoorwegmaatschappyen
hebben dat goed ingezien en staan dan
ook vrachtvermindering toe voor goede
ren die in door haar tegen den lagen
kostprys geleverde kisten worden gezon
den. Ze maken minder behandeling en
minder ruimte noodig, dan de slechte
verpakkingen, die bovendien nog meer
kosten."
Revolutiebouw.
Naar aanleiding van een lezing van
een leeraar in de bouwvakken aan de
Polytechnische school te Delft inzake
dezen bouw, schrijft men uit den Haag
aan het Utr. Dbl.
Onder de meer of minder gegronde
grieven die de openbare meening heeft
tegen wat men met een algemeen
voord revolutiebouw noemt, was tot
dusver een der voornaamste, dat de
muren niet alleen zoo dun mogelijk ge
maakt worden, maar ook meer opgesta
peld dan opgemetseld worden. Onder de
werklieden heeft men een modernen
naam voor die metselaars, die met een
minimum van specie een maximum
steenen in den kortst mogeiijken tyd op
elkaar brengen, „duizendpooten"heet men
daar die lieden, die den metselsteen
behandelen als de moeder van een wees
huis de boterham bij 't smeren. En een
der bekende aardigheden over de huizen
in de economisch zwakke buurten van
nieuw 's Gravenhage is dan ook, dat
men een spyker in den muur slaat om
vreemd contrast met de mooie meubels
en de stoelen met vergulde pooten.
Mevrouw Knapp wierp haar groote
bonte sjaal over het vaatje en sloot de
deur af. Verheugd ging zij naar de
woonkamer bij hare dochters, waar de
soep reeds op tafel stond. Zoo goed als
van middag had hot haar in lange niet
gesmaakt. Nu was de zorg van het
harte het geld was er. en niemand kon
het haar meer ontnemen, dacht zy
tevreden.
Juultje, het sluwe, kleine ding, be
greep wel, dat hare moeder gaarne een
tijdlang ongestoord zou willen zijn, om
het geld uit te pakken en te tellen.
Daarom zei zy, na tafel, onbevangen
tegen Peppi„Wat zie je er uit, schryf-
stertje I Gij ziet bleek van al dat pennen
en optellen gauw met my in den
tuin, dat er wat kleur op de wangen
komt
Daarop ging zij arm in arm met hare
zuster in den tuin waadelen, waar de
bonte herfstbladeren om hare voeten
er iets aan op te hangen, by zijn buur
man een gat in het behangsel boort.
Nu heeft de vorige week niemand
minder dan een leeraar in de bouwvak
ken aan de Polytechnische school te
Delft voor de ieden eener bouwonder-
nemersvereeniging in den Haag een
voordracht gehouden, waarin (volgens
het verslag in een der bladen) o,a.
werd medegedeeld dat vochtigheid van
muren te wijten is of althans kan zyn
aan te veel kalk in de specie en daar
entegen overmaat van zand in het
hechtmiddel nooit schaden kan.
Gelukkig voegde de redactie er tus-
schen haakjes bij: binnen grenzen
wat vermoedelijk ook wel de strekking
der raadgeving van den deskundigen
spreker zal zyn geweest. Want anders
zou consequente toepassing van het
advies, zoo aantrekkelijk voor bouwspe-
culanten door de goedkoope hoedanig
heid, er hen allicht toe leiden, dan
maar de allerdroogste en allersoliedste
muren te bouwen door in de specie al de
kalk heelemaal te vervangen door zand.
Het geval doet me denken aan mijn
jeugd, toen ik ook wat aan bouwkunde
deed. We waren toen nog aan het be
gin van de revolutie en een leeraar
meer theoreticus dan praktisch waar-
schynlyk, vertelde ons toen op wiskun
dige gronden dat het draagvermogen
van een balk onafhankelyk was van zyn
breedte en alleen afhing van de dikte
(hoogte.) Onze conclusie in jeugdigen
overmoed, was toen, dat men dus de
sterkste balklagen kreeg door breede
planken eenvoudig op hun kant te
zetten een gevolgtrekking, die, en
niet altijd binnen redelyke grenzen, in
latere jaren door spaarzame kredietbou
wers met dankbaren eerbied voor de
architectonische wiskunde in ruime mate
in toepassing is gebsacht.
Een anti-militarist aan 't woord.
De discussiën over de oorlogsbegrooting
in de Tweede Kamer zyn ditmaal be
langrijker dan ooit geweest en terwijl
vroeger die geheele begrooting meer
malen in één avondzitting werd afge
handeld, hield zij nu de leden twee dagen
bezig. Maar de Kamer stond nu ook voor
een heel andere quaestie dan vroeger,
daar, toen geen enkele minister gevonden
werd die eenegrondigereorganisatie scheen
aan te durven, hoofdzakeiyk de discussiën
liepen over verbetering van het geschut,
het bouwen van nieuwe schepen voor
de vloot, en de versterking der zgn.
doode weermiddelen. Byzondere inspan
ning kostte dit niet, men liet eenvoudig
de knoop doorhakken door de militaire
specialiteiten in de Kamer. Dat alles
is nu veranderd door den oorlog in Zuid-
stoeiden. Aan het eind van den tuin,
waar deze aan een stuk weiland grensde,
stond een zomerhuisje, van waar uit
men den ganschen omtrek kon overzien.
Dwars over het weiland liep een voet
pad, dat de huisgenooten veel gebruikten,
wyl het den straatweg aanmerkeiyk
afsneet.
De meisjes stonden en keken in de
verte. Het was een koude, heldere dag,
en Peppi huiverde, als liep er iemand
over haar graf. „Van nacht zal hec
vriezen," zeide ze, „de lucht staat er
naar.» Juultje luisterde echter niet naar
haar, maar keek met hare scherpe
oogen den straatweg langs, daar zy
meende, iets tusschen de boomen te
zien glinsteren. Een paar lieden kwamen
den weg opnog was niemand te her
kennen maar nu sloegen zy het
voetpad in, en in de heldere herfstzon
flikkerde het als van geweerloopen.
Dat gaf Juultje een steek in het hart.
Maar meent gij, dat zij iets liet mer
ken Niet het minste. Alsof er niets