De Houtbaan.
ll 00.
Dinsdag
16 Januari.
Binflenlandssiig berishlea.
58a Jaargang.
Gemeentebestuur.
PÜ4TSEL5JKE BELASTINGEN.
PIUBLLITM.
No. 13.
VI.ISSIVKSI RE COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zieli bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - BjJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zou- en feestdagen.
Telephoonnnmmer ÏO.
Abonnements-Adrertentiën op zeer voordeellge voorwaarden.
Verordening op de heffing en op de
invordering van begrafenisrechten.
De Burg. en Weth. van Vlissingen
doen te weten
dat door den Raad dier gemeente, in
zijne vergadering van den 6 October
1899 is genomen het navolgend besluit,
hetw.elk bij Koninklijk besluit van 23
December 1899 no. 40 is goedgekeurd:
de Raad der gemeente Vlissingen
gezien de voordracht van Burgemees
ter en Wethouders;
gelet op de adviezen zijner Commissiën
voor de Belastingen en voor de Financiën
gelet op artikel 14 der wet van 24
Mei 1897 (Staatsbl. no. 156);
gelet op de artikelen 232 - 239 en
254 der Gemeentewet
Besluit:
Vast te stellen de navolgende
VERORDENING, regelende de hef
fing van begrafenisrechten, in
de gemeente Vlissingen.
Artikel 1.
Ieder, die het uitsluitend recht, om
lijken in een bepaald graf te doen be
graven, wenscht te verkrijgen, zal daar
voor moeten betalen
a. Voor tien jaren 5, p. M2.
b. onbepaalden tijd 10,
Art. 2.
Voor begrafenisrechten, zoowel voor
de graven, waarvoor het uitsluitend recht
om daarin lijken te begraven, verkregen
is, als voor de andere graven, zullen
moeten betaald worden
lo. Op de vakken der 1ste klasse
a. Voor kinderen ben. het jaar/ 4,25
b. van 1 tot
12 jaar8,50
e. Voor personen van 12 jaar
en daarboven„17,—
2o. Op de vakken der 2de klasse
Voor die sub lo a f 2,25
lo b 4,50
lo c 9,
3o.- Op de vakken der 3de klasse
Voor die sub lo a 1,50
loö 3,-
w n n lOC. 6,
4o. Op de vakken der 4de klasse
Voor die sub lo a f 0,25
lo b 0,50
lo e 1,—
Art. 3.
Voor het begraven buiten de bjj de
verordening bepaalde uren zal daaren
boven vijf gulden moeten betaald worden
Deze bepaling is niet van toepassing
op de lijken van Israëlieten of van mili
tairen, noch in tijden van besmettelijke
ziekten.
Art. 4.
Voor het opgraven en overbrengen
van een lijk naar een ander graf op
hetzelfde vak of op een vak derzelfde
klasse zal moeten worden betaald f 6,
I In geval het lijk wordt overgebracht
naar een graf op een vak eener klasse,
waarvoor boogere begrafenisrechten ver-
Eene Schwarzwalder geschiedenis,
Naar
A. v. FREYDORF.
»Ik heb op Vincent gewacht om te
dansen. Dat had ik hem ten afscheid
beloofd. Zoo, nu weet gij het. En dien
aatsten dans, dien belet gij mij niet,
en mijn vader ook niet, en moeder heeft
het mij veroorloofd, Kom, Vincent, nu
gaan wij I"
«Nu, dan wensch ik je veel plezier I"
nep Sepp hen woedend na.
Aan de andere zijde van het dorp,
schuldigd zijn, zal tevens het verschil
moeten bijbetaald worden.
Art. 5.
Bij strenge vorst, ter beoordeeling vau
Burgemeester en Wethouders zullen de
begiafenisrechten verhoogd worden zoo- I
wel voor de graven, waarvoor het uit
sluitend recht om daarin lijken te be
graven, is verkregen, als voor de andere j
graven.
lo. Op de vakken der 1ste klasse
a. Voor kinderen beneden het jaar
met 0,25.
b. Voor kinderen van 1 tot 12 jaren
met f 0,50.
c. Voor personen van 12 jaar en
daarboven met 1,
2o. Op de vakken der 2de en 3de
klasse
Voor die sub lo a met 0,15
lo b 0,35
loc 0,65
3o. Op de vakken der 4de klasse
Voor die sub lo a met/ 0,10
lo b 0,15
lo c 0,35
Art. 6.
Voor het overboeken van het ver
kregen uitsluitend recht om lijken in
een bepaald graf te doen begraven, zal
voor ieder graf worden betaald 3,
Art. 7.
Voor eene vergunning van het Ge
meentebestuur tot het plaatsen van een
grafzerk, ongeacht hare oppervlakte, of
tot het oprichten van eene zuil ofeenig
gedenkteeken hooger dan 0,75 M. boven
den grond zal moeten worden betaald
20, voor eene vergunning tot het
plaatsen van een kruis of ander klein
gedenkteeken, niet hooger dan 0,75 M.
boven den gre^rd 2,50.
Art. 8.
Deze verordening treedt in werking
met den len Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen, in zijne verga
dering van den 6 October 1899.
De Voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
23 December 1899 no. 40.
Mij bekend,
De Minister van Binnen. Zaken,
(w.g. H. GOEMAN BORGESIUS.
Overeenkomstig het oorspronkelijke,
De Secretaris-Generaal van Binnen-
landsche Zaken,
(wg.) DIJCKMEESTER.
VERORDENING, regelende de invor
dering der begrafenisrechten
in de gemeente Vlissingen.
Artikel 1.
De begrafenisrechten zullen moeten
betaald worden aan den Ontvanger dier
rechten vóór en aleer de begrafenis
plaats heeft, die daarvan aanteekening
doet op het consentbiljet van den amb
tenaar van den Burgerlijken Stand.
Aan hem zullen insgelijks betaald
worden de rechten omschreven in de
artikelen 1, 3, 4, 5, 6 en 7 van de ver
ordening regelende de heffing van be
grafenisrechten.
in een kroegje, zaten meerdere van zijne
makkers bijeen. Op weg daarheen dacht
hij er over, hoe hij met dezen vereend,
den gehaten mededinger heden avond
den terugweg zou versperren.
Inmiddels speelde onder de linden de
dansmuziek er lustig op los, terwijl de
storm hoe langer hoe heftiger door de
boomen loeide. Maar het volkje onder
het dichte lover liet zich niet zoo ge
makkelijk verdrijven. Met een klein
verschil ging het als gewoonlijk; anders
vlogen alleen de rokken en linten van
de dansenden in het rond, maar nu deed
de wind ook het zijne en deed van de
omstanders halsdoeken en voorschoten
lustig mededansen.
Vincent wilde den muzikanten een
geldstuk geven, opdat ze voor hem
alleen zouden spelen, maar Marianne
was or tegen. „Dan zien ze allen naar
o .5.cu kan men geen woord wisselen;
liever midden in het gewoel, dan zijn
wij het meest met ons beiden alleen
Zij had beide handen op zijne schou-
Art. 2.
Deze gelden zullen maandelijks ten
kantere van den Gemeente-Ontvanger
ocergestort worden
Art. 3.
Op de invordering dezer gelden zijn
van toepassing de aitikelen 258 266
der Gemeentewet.
Art. 4.
Deze verordening treedt in weiking
met den lsten Januari 1900.
Aldus vastgesteld door den Raad der
gemeente Vlissingen in zijne vergadering
van den 6 October 1899.
De Voorzitter,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 15 Jan. 1900.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Metalen kruisridders
Het getal der mannen, die in het jaar
'30 hun leven ten dienste des vaderlands
stelden, is reeds aanzienlijk geslonken.
Haast zal ook de laatste ridder ten grave
gedaald zijn, en het vaderland, dat ge
willig hunne diensten aannam in tijd
van nood, zal zich niet meer van de
op hem rustende schuld van dankbaar
heid behoeven te kwijten eene schuld,
waarvan het zich tot nu kweet door
het uitreiken van eene medaille en door
de verzorging dier mannen aan de open
bare liefdadigheid over te laten.
Nu telt Friesland, lezen wij, nog 33
Metalenkruisridders, van 86 tot 96 jaar,
die in behoeftige omstandigheden ver-
keeren.
Het is te hopen dat de regeering zich
eindelijk het lot van deze mannen aan-
trekke, of dat, als weder daartegen be
zwaren mochten bestaan, zooals de
officieele verklaring telkens luidt als een
beroep op steun der regeering gedaan
wordt, de stroom der hulpvaardigheid,
die zich thans zoo krachtig naar Trans
vaal keert, ook voor een deel dezen
ouden ridders zal ten goede komen.
Verkiezing in Limburg.
Limburg ligt aan de grens van België
en misschien is het wel aan die nabij
heid toe to schrijven dat daar sommige
candidaten voor Prov.Staten en Tweede
Kamer om verkozen te worden, evenals in
het aangrenzende land zich weinig kiesch-
keurig betoonen omtrent de middelen
die hun den begeerden zetel kunnen
verschaffen. Aan den bekenden heer
Kamps die zijn kiezers gouden bergen
ders gelegdhij hield haar om het
middel, den nel gevouwen zakdoek,
zooals het behoorde, onder de vingers,
ter beschutting van halsdoek en keurslijf.
Van den eenen voet op den and9ren,
langzaam in zwaaiende beweging, wieg
den zij heen en weer af en toe keek
zjj overgelukkig tot hem op, om dadelijk
weer de oogen neer te slaan.
„Och, Marianne, het is niet mogelijk,
dat wij vooraltjjd van elkander afzien I"
fluisterde hij haar toe.
Zij waren thans juist voor de muzi
kanten, waar het niet mogelijk was
elkander te verstaan daarom draalde
zjj met haar antwoord, tot zij verder
waren, en fluisterde toen even zacht
„Ik blijf je jtrouw, je kunt er stellig
op aan." Zij hijgde naar adem bij het
spreken en dansen te gelijk. „En het
kroontje weet je dat zet ik per slot
toch alleen voor jou op ik heb
voor het altaar de gelofte afgelegd, toen
ik het op had
„O, Marianne," viel hij haar in de
beloofde als ze hem het mandaat van
de Prov, Staten wilden opdragen, is dit
echter niet gelukt bij de laatste ver
kiezing, waar de groote man slechts een
klein aantal stemmen kreeg.
Nu haalt het Centrum weer een an
der voorbeeld van omkooping der kiezers
aan, nl. dat van dhr. Dols, een mede-
candidaat van den heer Kamp, die zijn
toevlucht nam tot een in Limburg
krachtig werkend verkieziogsmiddelhet
bier. In 160, zegge honderdzestig her
bergen, werd lustig gedronken. En wat
werkte die bierstroom uit, Er kwam
herstemming tusschen de heeren Pyls
en Dols, en laatstgenoemde werd
veikozen.
Wel een voorbeeld van de kracht van
het bier op kiezersgemoederen, maar
ook tot welk een laag peil de kiezers in
Limburg gezonken zijn.
Het getij niet laten verloopen.
Van verschillende zijden verheffen
zich stemmen om Nederland op den
plicht te wijzen het voorbeeld in Afrika
na te volgen door al het mogelijke aan
te wenden om onze weerbaarheid te
volmaken.
De heer van Outhoorn te Amsterdam
heeft in een brochure „Het maatschap
pelijk tekort en de middelen ter dek
king" op dien plicht gewezen en ook
wat by ons ontbreekt om dien ten
uitvoer te brengen, nl. een krachtige
publieke opinie, die eigenlijk de betee-
kenis heeft van opgewekt openbaar leven.
Zulk een leven bestaat in Engeland in
alle standen, tot de hoogste toe, en het
voerde Engeland tot zijne tegenwoordige
grootheid. Zijn heerschersrol onder de vol
ken dankt Engeland aan de onuitputtelijke
energie zijner zonen. Laten onze sym
pathie voor Transvaal en onze afkeer
van Engelands politiek, van Britschen
hoogmoed en aanmatiging ons niet ver
hinderen die waarheid te erkennen. De
schrijver gaat aldus voort
Wij beschouwen de geestdrift voor
de zaak der Transvalere, waarbij moge
lijk het gevoel voor vrijheid en onaf
hankelijkheid sterker spreekt dan het
gevoel van stamverwantschap, als een
heugelijk verschijnsel van nationaal her
leven, maar het kan niet genoeg
worden herhaald waarde en beteekenis
verkrijgt die geestdrift eerst dan, als zij
een machtige drijfveer wordt tot meer
nationaal krachtsbetoon. Als straks over
weken, maanden wellicht, de oorlog
voorbij is, zullen wij dan weer opnieuw
indommelen in rustige rust, zullen wij
ons dan weer overgeven aan dat ver
slappend gevoel van onmacht, weer te
rugzinken tot het peil van Hollandsche
kleinburgerlijkheid?
rede en drukte haar vaster in zijne armen.
„En het heeft geklingeld, juist toen
ik zoo bad dat is een goed teeken
„Het beste teeken is, Marianne, dat
jij van mij houdt!" riep hij, haar hoog
opheffend.
Daar weerklonk een algemeene kreet,
de meisjes sloegen de rokken over het
hoofd en vluchtten naar binnen, klet
terend sloeg de regen neder de boomen
boden geen beschutting meer. Reeds
flikkerde de eerste bliksemstraal, onmid-
delijk gevolgd door zulk een knetteren
den donderslag, alsof het in de nabijheid
was ingeslagen. Lang klonk de echo in
de bergen na en was nog niet verdwe
nen, toen slag op slag volgde. Uren
lang hield het onweer aan en nauw
was de eene bui aan het afnemen of
een nieuwe trok weer naderbijeerst
tegen den avond hield het donderen op,
maar de regen viel nog in stroomen
neder.
Aan naar huis gaan was geen denken.
De schuur werd opgeruimd, daar
Zullen wjj het woord: „Nederland zij
groot in alles waarin ook een klein volk
groot kan zijn," te schande maken of zal
het verheven voorbeeld van manlijken
moed en nationale kracht dat Transva
lere en Viijstaters der wereld geven,
ons prikkelen tot navolging, ons elec-
triseeren tot daden
Domme, benepen kruidenierspolitiek
heeft or ons toegebracht millioenen
schats te besteden aan doode weermid
delen, maar datgene wat 's lands defensie
eerst maakt tot een nationale kracht,
tot een onoverwinnelijk element, hebben
wij tientallen van jaren verzuimd.
Onze koloniën, die wij tot eiken prijs
willen behouden, omdat zij onzen rang
onder de Staten bepalen, wat hebben wij
als volk, ons om haar bekommerd? Wat
hebben wij feitelijk gedaan om ons haar
bezit waardig te maken, ons het zedelijk
recht te verwerven van de paramount
power te zijn in Oost en West. Nu de
strijd van belangen in Oost-Azië ons
eindelijk de oogen opent voor het gevaar
dat Indie bedreigt, nu de nabuurschap
van Japan, van het op verovering beluste
Amerika ons wei dwingt bedacht te zijn
op de mogelijkheid, dat wij ons kostbaar
bezit met geweld zullen moeten ver
dedigen, richt heel ons betrouwen zich
op onze zwakke vloot, terwijl wij ons
daarbij paaien met de gedachte dat het
wel zoo'n vaart niet zal loopen. Maar
wat hebben wij gedaan tot uitbreiding
van het Hollandseh element in Indië
Wat heeft het particulier initiatief er tot
stand gebracht in de laatste 85 jaren
van ons onaangevochten bezit? Wat
hebben wij, als natie Oost en West
geschonken aan werkkracht en onder
nemingsgeest Wij hebben in [vele ge
vallen den vreemdeling de plaats afge
staan, die wij zelf hadden behooren in
te nemen.
Men kan geen Nederlandsch consulair
verslag in handen nemen, of men wordt
pijnlijk getroffen door de beschamende
verklaring, dat Nederland's handel en
industrie zich laten overschaduwen en
verdringen door die van andere landen.
En niet enkel door die van de groote
Staten Men zie maar eens, met welk
een succes de Belgische industrie, Bel
gische ingenieurs en handelsmannen in
China hebben meegedongen naast zoovee
machtiger concurrenten
En ook in Japan visschen wjj achter
het net.
Een ander schrijver, kapitein Nypels,
voegt er dit bij toe
„Ontginnen en ontwikkelen van de
bronnen van rijkdom en welvaart in het
eigen gebied, rijkdom en welvaart aan
trekken van buiten, zelfvertrouwen en
geestkracht voeden, dit alles beschermen
speelde de muziek opnieuw en werd
lustig gedanst.
Marianne en Vincent zaten te zamen
op de vensterbank en dansten slechts
van tyd tot tijd mee. Het onweer had
hunne vroolijke stemming ter neer
gedrukten het liep tegen het afscheid.
Marianne had alle moeite om de tranen
in te houden, als zij daarvan spraken.
Hij trachtte haar wel moed in te spreken,
maar het lag hem ook zwaar op het hart.
„Laten wij nog een dansje doen
zeide hij eindelijk, „en dan dien ik wel
op te breken met de Wolfachers, die
juist laten aanspannen. Ze hebben nog
een plaatsje open in hun wagen. Anders
wordt het ook te laat voor je, Marianne,
en ik wil niet, dat je vader op mij kan
pruttelen.
Zij knikte toestemmend, terwjjl zij
zuchtte„Dat is dan nu de laatste
dans O, Vincent ik zou het liever
luid willen uitschreeuwen van droefheid,
dan te dansen."
Maar toch legde zij hem bereidwillig;