De Houtbaan. N IN BLIK Maandag 15 Januari. De AfoemersM le New-York. Biienlaatahe berichleü. No. 12. o o n e n, booaea. ookworst. 38e Jaargang. ItOO. 1900. D D Bij fleze Coorant behoort een bjjml. Gemeentebestuur. Kleinhandel in sterken Drank. KERMIS OF JAARMARKT. FSUILLETQN. e wegen L s AZIE. Aanbevelend, F. IIAAllS.MA. chteruit, voortreffelijk oo door niemand ge- kwaliteit, in afwer- ns vóór deze gezien aar garantie. Prijzen en 40.— contant, d F 72. OF, St. Jacobstraat HAVENDIENST. ra. 5 50 6 30 6 50 9 40 10— 1020 10 40 n 1 10 1 30 2 2 20 4 4 20 5 5 2» 8 20. vra 6 0 40 7 20 20 9 50 10 10 10 30 ma 12 10 1 20 1 40 3.30 3 50 4 10 4 30 7 30 8— 8 30. A M D IE N S T en MIDB2LBU&9 v.v emisevm450 555 n) Van Zeilmarkt vm 45 nm 12 30 1 15 510 5 55 6 55 7 45 aar Zeilmarkt Vlissin- Heen op werkdagen nm 12 35 1 20 2 5 6 7 7 50 8 35 kens-MaldegUeiii. iricbtijd.) 23, 8.25, 10.37, 1.18, Sluis 5,31, 6.9, 7.35, 35, 5.33, 8.24. 9.25 42, 10.—, 1.38, 4.32, irug 5.51, 6,29. 8.10 6, 8.3,9.5,9.45. nui 3 35b) 4 05 1 55 i 2 15 3 25 b) 3 45 8 10 8 40 Breakena tau hoog- 15 minuten, vau Vlissingen naar maakt. *6 23 88 7 30 7 39 7 31 8 52 9 56 10 57 '10 4 *10 12 •115 *11 13 sizigers le g 2e kl. 10 36 10 28 1140 12 22 12 38 12 55 22 125 310 3 48 44 j4 20 616 63 7 25 810 8 26 8 43 VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIÈNvan 1 4 regels f 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertontie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Kon- cn feestdagen. Telephoonnnmmer 14). Abonnoments-Advcrteutiün op zeer voordeelige voorwaarden. m&mw&m. Verandering in liet personeel der Brandweer. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter algemeene kennis dat zij op voordracht van het Bestuur der Brandweer benoemd hebben tot Brandspuitmeester bij de Stoom brand spuit, den heer G. L. P. FLORSCHUTZ Onderbrandspuitmeester bg de Stoom- brandspuit, den heer A. HUSON len Onderbrandspuitmeester bij spuit C, den heer L. L. DE HAAN 2en Onderbrandspuitmeester bij spuit A, den heer P. van der Hofen tot 2en Onderbrandspuitmeester bg spuit C, den heer P. HOUTHUIS. Vlissingen, 5 Jan. 1899. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKS. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. Verzoek om vergunningen tot verkoop van sterken drank in 't klein. Burg. en Weth. van Vlissingen gelet op art 5 der wet van 28 Juni 1881 (staatsblad no. 97), zooals die is gewijzigd bij de wetten van 23 April 1884 (Staatsblad no. 54) en 16 April 1885 (Staatsblad no. 78) doen te weten dat bij hen zijn ingekomen lo. een verzoekschrift van JOSEPH STECHER, te Vlissingen, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in 't klein in perceel wijk G 112, achter de Kerk; 2o. een verzoekschrift van L. G. DON- SEN, te Vlissingen, om vergunning tot den verkoop van sterken drank in 't klein, in perceel wijk G 58, Lange Wal- straat. Vlissingen, den 12 Januari 1900. Burg. en Weth. voornoemd. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. Jaarmarkt 1900, van Maandag 16 Juli tot Zaterdag 21 Juli. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen brengen ter kennis van hen, die de aanstaande kermis of jaarmarkt met hun carousseis, tenten, kramen enz. wenscheD te bezoeken, dat zij hiervan vóór den 1 Februari e.k. schriftelijk en franco bericht moeten zenden aan den markt meester aldaar, onder opgave van de afmetingen hunner inrichting. De marktmeester zal aan de eigenaren van carousseis, tenten en andere inrich Eene Schwarzwalder geschiedenis, Naar A. T. FBEVDORF. 5.) Als zjj eens weer naar huis was gegaanals zij eens meende, dat hij vertrokken was zonder haar vaarwel te zeggen, weg, zonder haar nog eenmaal te zien. Hij koos den kortsten weg naar beneden, hoe steil die ook was, van boom tot boom springend en zich aan de takken vasthoudend. Naast de houtbaan liep een smal pad, dat hij van tijd tot tijd gebruikte evenals de baan tingen, die bovenbedoelde opgave inge zonden hebben, de noodige inlichtingen verstrekken omtrent de wijze, waarop de plaatsen op Woensdag 21 Februari e.k. zullen worden toegewezen. Vlissingen, den 6 Januari 1900. Burg. en Weth. voornoemd. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. MEDISCHE POLITIE. Aanwijzing geneeskundige, belast met de doodsehouw. Burgemeester en Wethouders van Vlis singen maken bekend dat de heer JAN BEIJERS, arts, ge meente-geneeskundige alhier, door hen, overeenkomstig art. 4, laatste alinea der wet van 11 April 1859, (Staatsblad no. 65), voor het jaar 1900 is aange wezen als geneeskundige, belast met de doodsehouw in deze gameente. Vlissingen, den 12 Januari 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen roepen bij deze sollicitanten op naar de betrekkingen van le en 2e machinist bij de Stoombrandspuit, waar aan behoudens nadere goedkeuring door den Gemeenteraad, een vaste jaarlijksche toelage verbonden is van 50 voor den le machinist en 25 voor den 2e machinist. Inlichtingen zijn te bekomen bjj den Opperbrandmeester. De sollicitatiestukken op zegel in te zenden aan den Burgemeester vóór den 18en Januari 1900. Burg. en Weth. van Vlissingen, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. i. Over dezen bond, haar doel en streven en de beginselen die er aan ten grond slag liggen, vinden wij een merkwaardig artikel in het Sociaal Weekblad, van de hand der bekende mejuffrouw Martina G. Kramers, te Rotterdam. Zoowel de voormelde bond als het bedoelde artikel zijn eene aandachtige beschouwing overwaard. Het streven der Amerikaansche vereeniging, die mej. Kramers bij ons inleidt, is, als het ware, een antwoord te geven op de vraag „waar moet men koopen?" Voor zeer velen is dit werkelijk geen vraag of liever, het antwoord spreekt van zelf. Men koopt, of tracht het althans te doen, waar men het best zjjn keuze kan vinden en het minst zelf, waar die niet al te steil was daarbij zag hij nog genoeg beschadigde plekken, maar had nu geen tijd om die te herstellen. Inmiddels zat Marianne in een prieel van „de Kroon* door de bladeren heen naar de dansenden te zien. Vincent, dien zij zoo stellig had verwacht, was er niet bij, en zoo had ook zjj zich afgezonderd. Hier vermoedde haar nie mand en zoo kon zij de lastige uitnoo- digingen van anderen ontgaan. Sepp echter wist, dat zij gekomen was om te dansen ai had hg dien middag ook elders gegeten hij had haar zien gaan. Hij was wrevelig, omdat de boer zijn aanzoek gisteren zoo hardnekkig had uitgesteld; daarbij had hg in den loop van den morgen bij het kegelen wat veel gedronken, en gevoelde hg, dat hjj in geen stemming was, om zich door den boer te laten uitvragen over de preek van dezen morgen, die hjj niet gehoord had. Dat zou weer een brommig gezicht hebben betaalt voor de grootste hoeveelheid of de beste hoedanigheid. Koopen, handelen, is in het wezen der zaak ruilen, en ieder tracht zoo voordeelig mogelijk te ruilen. Onnoodig hi< rbij te voegen, dat zeer vele menschen wel verplicht zijn op zoodanige wjjze te werk te gaan. Zij moeten het eerst naar goedkoop vragen. Maar ook dezen trachten dan toch nog altijd met het goedkoope het beste te krijgen, het beste nameljjk in zijn soort. De minderheid, die zich niet in zulk eene verplichting ziet gebracht, kan anders handeion, kan zich eene opoffering getroosten, zich iets ontzeggenzij kan koopen daar, waar men iets meer be'aalt dan elders of waar men minder zjjn keus kan doen, enz. Doch, waartoe dat Omdat zij de vraag wel eens gehoord hebben, of de dagelijksche levensbehoef ten en vooral de zoogenaamde weelde artikelen, die zij zich voor hun geld aanschaffen, niet zijn verkregen of ge maakt op kosten van uitputting van menschelijke arbeidskracht Die in meerdere of mindere mate onafhankelijk is, zich eenigszins ruim beweegt, die kan, bij de zaken die hij koopt of gebruikt, ook denken aan hen, wier arbeidskracht tot het vervaardigen of bewerken daarvan wordt gebezigd die kan b.v. ophouden het magazjjn of den winkel te bezoeken, waar het per soneel gedwongen wordt tegen een hongerloon in een onaangename, onge zonde omgeving of onder andere ongun stige omstandigheden te arbeiden. "Wat de theorie ons ook moge leeren omtrent de oorzaken die de regeling van het loon en de geheele verhouding tusschen werkgevers en werklieden be palen, en wat men ons ook moge ver halen van de staatstusschenkomst door middel der wetgeving, wg weten maar- al te goed dat de werking der wet voor een goed deel van de medewerking der menschen afhangt, en dat er wel degeljjk omstandigheden zijn, waarin de arbeider niet vrij is, maar gedwongen om het minste en ongunstigste aan te nemen. Men moge daarvan in het dageljjksch leven zeer weinig bespeuren, een speciaal onderzoek brengt van tijd tot tijd zaken aan het licht, die maar al te duidelijk aantoonen, dat er nog in vele opzichten een ontzaglijke wanverhouding bestaat tusschen den toestand van de voort brengselen der nijverheid en dien van de voortbrengende krachten. Een dergelijk onderzoek was ook, in 1890, oorzaak van de stichting van den afnemersbond te New-York. De treurige toestand der winkelmeisjes en winkel gegeven en stekeligheden van de boerin. Dan bleef hij liever weg van het middagmaal. De kegelbaan lag ver op zij, aan den anderen kant van den tuin maar toch drongen de schrille tonen van de dansmuziek er door, te midden van het gewoel en het rollen der kegels, en van tijd tot tijd sloop er een van de jongelieden weg, om te zien of zijn meisje reods onder de linden gekomen was. Ook Sepp wilde nu bij Marianne zijn heil beproevenhjj ging in het huis, keek in den spiegel en borstelde haar en kleeding wat terechtalleen de woeste, verhitte uitdrukking van zijn gelaat zag hij zelf niet en kon hjj ook niet uitwisschen. Op de daDsplaats vond hjj Marianne niet. Wel was zij er een oogenblik ge weest, zei men hem, maar al spoedig den tuin ingegaan. Een oogenblik werd hij gloeiend ja- loersch bij de gedachte aan Vincent, juffrouwen, die niet in de gelegenheid waren om hun toestand door vakorga nisatie te verbeteren, leidde er toe, een lijst te doen opmaken, die de afnemers kon inlichten welke magazijnen hun personeel goed behandelden. In de statuten van den bond werd uitdrukkelijk gezegd, dat de verantwoordelijkheid voor eene der ergste misstanden, waaronder de loonarbeiders lijden, op de afnemers rust, die steeds tot den laagsten prijs koopen, zonder er op te letten hoe dat goedkoope tot stand komt, en dat het daarom de plicht der afnemers is om na te gaan, onder welke omstandigheden de waren die zij koopen worden voort gebracht. In verband hiermede werd het eigen lijke doel van den bond op de volgende wijze omschreven: „Het feit erkennende dat de meerderheid der werkgevers inderdaad buiten staat zijn de toestanden met betrekking tot werktijden en loonen te verbeteren, zoo zij daarbij niet ge steund worden door de openbare meening, de wet en het gedrag der koopers, ver klaart de bond, dat zijn doel is de verbetering van den toestand van vrou wen en kinderen, die loonarbeid ver richten in de stad New-York, door eene openbare meening te helpen vormen, die de afnemers langzamerhand tot het besef hunner verantwoordelijkheid zal brengen en verder op allerlei andere wijzen." Sinds dien rijd is het publiek dan ook werkelijk op allerlei wijzen door den bond bewerkt. Het openbaar geweten is opgewekt en het publiek voor de zaak gewonnen dat werkt op de winkeliers en deze werken weder op de fabrikanten en dan zorgt de bond voor toezicht op het naleven der voorwaarden, die hjj stelt aan hen, die op de aanbevelings lijst willen staan en, op die wijze is, buiten medewerking der regeering, lang zamerhand eene geheele omwenteling in de industrie tot stand gekomen. Het is gemakkelijk te begrjjpen, dat mejuffrouw Kramers aan hare schets van den atuemersbond de vraag toevoegt „Zou een dergelijke vereeniging ook in NederJand niet veel goeds kunnen doen 1" Zonder te trachten eene proeve van antwoord op die vraag te geven, willen wij gaarne het beginsel waarvan hier sprake is, nog eens van naderbij be schouwen en naar aanleiding van de bedoelde vraag in een slotartikel eenige opmerkingen ten beste geven. Wijziging van art. 243 Gemeentewet, In de toelichting van hun voorstel maar de koetsier uit Wolfach had hem immers zelf verteld, dat Vincent bjj dezen een plaats besproken had, om mee terug te rijden, dadelijk na afloop van de godsdienstoefening. Ook de Elzenboer had hem heden morgen kortaf meegedeeld, dat hjj om zijnentwille Vincent niet weer in dienst had genomen, hoe gaarne hjj zulks anders ook had gedaan, wijl hjj gehoord had, dat zjj beiden vroeger niet met elkaar over weg konden. Hij wilde echter vrede in huis en Sepp moest nu maar dubbel zjjn best doen, opdat de boer geen berouw kreeg, dat hij een zoo flinken werkman niet had terug genomen. Maar als Vincent nu toch eens niet weg was I Waarom was Marianne van daag zoo vroeg gekomen, zij die anders volstrekt geen haast had En waarom dadelijk weer weg zouden ze elkaar misschien elders ontmoeten Haastig vloog hjj de trap op naar de groote gelagkamer, waar zij zaten, die tot wijziging andermaal van art. 243 der Gemeentewet, wordt door de minis ters van binn. zaken en financiën het volgende gezegd „Onbeperkte vrijheid, om naar goed vinden een zoo ruime progressie of degressie aan te brengen als men ver kiest, mag ook naar de meening van de ministers aan de gemeentebesturen niet worden toegekend. Wel is waar is het misbruik, dat van de vroeger ge- gevën vrijheid zou zijn gemaakt, meer malen overdreven voorgesteld maar dit neemt toch niet weg, dat het bedenke lijk zou zijn, een gemeente in de ge legenheid te stellen om den druk der gemeentelasten grootendeels op enkelen over te brengen, met andere woorden het mogelijk te maken, enkele zeer ge goede ingezetenen, van wie men om bijzondere reden niet heeft te vreezen, dat zjj de gemeente metterwoon zullen verlaten, onevenredig hoog te belasten. „Onbeperkte vrijheid wordt dan ook door bijna niemand gevraagd, maar waar men tegen opkomt, dat is tegen het voorschrijven eener uniforme rege ling, waardoor het rekening houden met plaatselijke toestanden en verhou dingen zoo goed als onmogelijk wordt gemaakt. Wordt het ontwerp tot wet verheven dan wordt bereikt lo. dat bjj het toe passen van progressie een geleidelijke stijging wordt gewaarborgd 2o. dat met betrekking tot de progressie de. ver- eischte matigheid wordt betracht3o, dat men verhinderd wordt het hoogste geoorloofde percentage voor het accres uitsluitend bij zeer groote inkomens te heffen 4o. dat gelegenheid wordt geopend om kleine inkomens, die slechts enkele honderden guldens klimmen boven het onbelastbare bedrag, nog iets moer te ontlasten dan mogeljjk zou zijn, in dien het verhoudingscjjfer (1 2) ook met betrekking tot de allerkleinste be lastbare inkomens werd toegepast. Als voorbeeld eeDer belastingregeling, die aan de ontworpen regelen voldoet, geeft de toelichting een schaal, bjj wel ke de aftiek op f400 is gesteld, en het maximum-percentage dat van het accres wordt geheven op 6 pCt. Daar de ver houding tusschen het percentage, ge heven van een belastbaar inkomen van f 400, en het maximum-percentage van accres gesteld is op 1 2, zal een be lastbaar inkomen van f 400 (werkelijk inkomen f 800) met minstens 3 pCt. of i 12 worden belast. Het maximum percentage, dat van het accres wordt geheven, wordt hier iets vroeger be reikt dan bij de 7 maal f 400, waarop het bereikt moet zjjn naar de bepaling van het ontwerp. Het wordt reeds be- wat wilden uitrusten, on de oudere boeren en boerinnen, die des morgens gekomen waren en eerst tegen den avond naar huis wilden terugkeeren. Zijn zoekende blik vloog langs de bonte rjjen; hij vroeg, of ook iemand Marianne hier had gezien. De aardige Katrien, eene vriendin van Marianne, bjj wie hij in de week tabak en spijkers, zagen en vijlen voor den molen kocht, hief lachend het hoofd op en zeide, zich tot hem wendende „Ik zou het maar opgeven, naar Ma rianne te zoeken, die is toch niet voor ueen kraai en een duif passen niet bij elkaar 1 De anderen lachten. Hjj was niet lui met zijn antwoord „En waar de ganzen snateren vliegen de kraaien van zelf weg I" Wat ze hem nariepen, hoorde hij niet meer. Door het lage venster had hij een blik geworpen op het priëel aan het eind van den tuin, en het scheen hem

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1