De Houtbaan.
Vrijdag
12 Januari.
No. 10.
SB 9 Jaargang.
1800.
- r- A*
Pi-ys per drie maanden 1.30. Fiance per post 1.50.
Afzonderiyke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVEKTEOTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts fuieemaal berekend, Groote letters
en cliclié's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschfliit dagelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnnmmer ÏO.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden.
Oorlogscontrabande.
De oorlog in Zuid-Afrika brengt curieuse
zaken aan 't licht. Wij hebben niet
zonder verbazing gehoord van het aan
houden van de Herzog en andere schepen
en dat elk buitenlandsch schip kan
aangehouden worden door Engelsche
kapiteins die in den omtrek van Delagoa
jacht maken voor rekening der Engelsche
regeering, indien deze oordeelt dat de
schepen beter voorzien zijn van levens
middelen dan zij noodig hebben voor-
persoonlijk gebruik van bemanning en
passagiers.
Als er nu nog sprake was van kanon
nen, granaten of geweren, zou men het
begrijpen. Maar hammen, spek, erwten
en boonen enz.
De verklaring luidt natuurlijk dat dat
alles kan dienen om de Boerensoldaten
in 't leven te houden en het hen helpt
den oorlog vol te houden. Maar deze
verklaring houdt geen steek en zij zou
veel last kunnen veroorzaken aan Enge
land zelf als het toeval wilde, dat zij
liet eens te kwaad kreeg met eene
mogendheid, die niet zoo ontbloot is
van schepen als de arme Zuid-Afrikaan-
sehe republiek.
Want het oude Engeland met zyn
kolossale industrieele bevolking en zijn
grooten eetlust, is niettegenstaande zijn
rijkdom van grondproducten, een van
die volken die het meest behoefte hebben
aan voedsel uit vruchtbare landen.
Zonder zijn schepen die uit alle hoeken
d'-r wereld het hem ontbrekende toe
voeren, zou het weldra ten prooi zijn
aan een hongersnood, bij welke die van
vroegere tijdperken vergeleken, slechts
kleinigheden zouden zijn.
Veronderstelt dat Engeland in moeite
geraakte met eenige zeemogendheden,
die hunne krachten tegen dit land ver-
eenigden veronderstelt dat die mogend
heden, zyn nobel voorbeeld volgende,
rond zijne havens schepen tot bewaking
stationneeren, met het bevel alle schepen
die er iets eetbaars brengen, aan te
houden, wie zou dan in de klem zitten
Het is slechts eene eenvoudige ver
onderstelling, maar die het oog doet
vestigen op een donker verschiet, want
men gevoelt dat zulk een verbod om
levensmiddelen in te voeren niet zoozeer
gericht is tegen de soldaten des vljands
als wel tegen de geheele bevolking van
het land, waarmede men in oorlog is, en
dat het zijn invloed moet doen gevoelen
op alle elementen van die bevolking, op
de vrouwen, op de kinderen, op de
FEUILLETON.
Eene Schwarzwalder geschiedenis,
Naar
A. v. FBEYDORF.
3.)
«Heeft de boerin gezegd, dat gij hier
zoudt dekken vroeg de boer.
»Ja," knikte de dienstmeid.
„Nu, Vincent, dan ziet gij, wat bij de
vrouwen zulk een bonte kleeding doet
gij werdt ontvangen als een eeregast!"
Zij zetten zich bij de tafel. Marianne
iep af en toe. Steeds had zy iets te
Mengen brood, boter en zelf gemaakte
zieken, op de kinderen die dan gedoemd
zijn van honger te sterven.
Men zal zeggen dat het blokkeeren
van eene vesting hetzelfde en eene
oude militaire traditie is.
Maar de nuttelooze monden die in eene
belegerde stad blijven, weten waaraan
zij zich bloot stellen zij kunnen elders
eene schuilplaats vinden zonder hun
land te verlaten.
Maar een geheel land te blokkeeren
is de geheele bevolking tot hongersnood
of tot verbanning te veroordeelen. Het
is eene barbaarschheid, die niet in onzen
tijd te huis behoort.
Wij weten dat de Boeren de luttele
levensmiddelen niet noodig hebben, die
de Herzog of de Bundesrath hun kunnen
brengen. Maar het voorwendsel om deze
schepen aan te houden, is daarom niet
minder verfoeilijk.
(Vertaald
Positie van het tegenwoordige kabinet.
Als men de verschillende oordeelvel
lingen van de voornaamste bladen over
het tegenwoordige ministerie bij elkander
legt, behoeft men niet scherpzinnig te
zijn om tot de ontdekking te komen dat
hetpolitieke standpunt daaropeen grooten,
niet altijd t.e prijzen invloed uitoefent.
Wordt van de zijde der tegenstanders
het ministerie-Pierson beschuldigd van
zwakheid, van oogendienarij jegens de
tegenstanders, van aan zyn programma
niet getrouw te zyn, van slechts weinig
degelijks op wetgevend gebied voortge
bracht te hebben, zelfs van ongeoorloof-
den drang op de leden der Kamers uit
te oefenen, dan is het noodig tegenover
deze afmaking ook het oordeel van de
voorstanders te kennen en hunne redenen
aan te hooren waarom zij hun steun
aan dit ministerie blijven schenken. En
als dan nu niet alleen het goede in
rekening gebracht wordt, maar ook de
keerzijde der medaille de tekortkomin
gen niet ontbreekt, komt men nader by
de waarheid dan door den overdreven
lof of blaam, die aan ons ministerie
wordt gezwaaid.
Zulk een oordeel is dat van de Prov.
GroD. Courant, die in hare beschouwing
over den toestand van het kabinet al dade
lijk opmerkt dat het na elke begrootings -
campagne steeds versterkt uit den strijd
is gekomen en dat wat het heeft vol
bracht en nog voornemens is te doen,
aan de vooruitstrevenden ruimschoots
aanleiding tot tevredenheid heeft gegeven
en de gezindheid het ook zijn verderen
steun niet te onthouden.
Maar er is ook stof tot critiek en
klacht ook, meent het blad. Van groote
voorliefde voor de verdere ontwikkeling
„En nu zog mij eens, Vincent, wat
hebt gij mot Sepp gehad, dat hij zoo
tegen u is? Vroeger heb ik nooit zoo
iets gemerkt.'
De gevraagde trok met de schouders.
„Boer, ik was graag nog een paar
maanden bij u gebleven, opdat gij zien
kondt, dat ik niets verleerd heb en gy
vertrouwen in mij zoudt krygen. Nu
gaat het echter niet, want Sepp
is jaloersch op mij, niet om het werk,
hoewel ik dat beter versta en meer
kracht in de armen heb, neen, wegens
wegens
Marianne was juist weer in de keuken
gekomen zij had het begin van zijne
rede gehoord en was diep ademhalend
blijven staan, Vincent een waarschu
wenden blik toewerpend. Die kwam
echter te laat. Vincent toch keerde zich
naar haar om en zijne sprekende oogen
voltooiden den zin. Nu stond het paar
dicht naast elkander voor den sprake -
loozen vader.
„Wij zijn het reeds lang eens," klonk
der democratie bleek tot dusver bij het
kabinet niet. Verder zegt het blad
„Zelfs als niet voorbijgezien wordt, dat
het, van het eerste oogenblik af van
zijn optreden, voor het opnieuw aan de
orde stellen van het kiesrechtvraagstuk
in den vollen omvang niet te vinden is
geweest, onzes inziens terecht, zelfs dan
had op dit punt warmer en overtuigen
der partij moeten gekozen zyn dan tot
dusver geschiedde. De verzekering der
werklieden tegen ouderdom en ziekte
wordt heel wat platonischer bejegend
dan yan een kabinet met Lely en Bor-
gesius als toonvoerende elementen mocht
ondersteld en met het oog op den oor
sprong van het ministerie verwacht
worden.
Het „flirten" van den minister van
binnenlandsche zaken met het bijzonder
onderwijs blijft ternauwernood binnen
de grenzen. Meer darféene administra
tieve beslissing onder $e verantwoorde
lijkheid van leden valt dit Kabinet ge
nomen, trekt de aandacht door de gul
heid waarmede het advies van den Raad
van State op zijde is geschoven, of de
gemakkelijkheid waarmede met rechts
beginselen is gemarchandeerd Zoo zou
den misschien nog meer grieven kunnen
worden bijeengelezen, ook met het oog
op enkele benoemingen, door wie er zich
toe zette af te breken.
Maar als men bedenkt dat de vraag
der volgorde waarin wetgevende maat
regelen moeten worden afgedaan, er ten
slotte eene is, die het kabinet heeft te
beslissen met de gegevens waarover het
beschikt, behoort men het verwijt dat
by voorbeeld de ouderdomsverzekering
nog achterwege blijft, niet te hoog uit
te meten, vooral niet, nu de Kamer
nog overladen is met onafgedaan werk,
welks totstandkomen stellig ook het
sociale leven in de goede richting wy-
zigen en vervormen zal.
En al de overige kleinere of grootere
grieven te zamen zyn spijkers op laag
water bij de daden vergeleken, tot dusver
door het kabinet volbracht, van welke
vriend en vyand zullen moeten toegeven,
dat zij mede moge tellen in de geschie
denis van ons staatsbestuur en den
socialen vrede in de hand gewerkt heb
ben of bestemd zijn dit te doen.
Zoo staat het kabinet sterk door de
kunde en de werkkracht zijner leden en
door de juiste opvatting van des staats
taak en plicht, van welke het is door
drongen. En zoo is er alle reden voor
de vooruitstrevende-liberalen het kabinet
te blijven steunen op den weg dien het
inslaat en by de middelen die het kiest
om aan de nooden en behoeften van
het smeekend van hare lippen.
„Zoo," riep de boer gerekt, „dat is
me eene mooie geschiedenis. Nu begrijp
ik Sepp. Dus zóo staat het!"
Uit den toon, waarop hij sprak, klonk
noch ergernis, noch blydschap, alleen
groote verwondering.
„Ginds aan het eind van het Wild-
bachdal is mij d« molen van de overle
dene vrouw Roszle aangeboden. Zij was
weduwe en de kinderen zijn nog onmon
dig en kunnen de zaak niet aanhouden.
De wijze, waarop de betaling zal ge
schieden, is zoo voordeelig als het maar
kan. Gy weet, boer, dat ik nog myn
moederlijk erfdeel heb, en by u heb ik
mij ook wat bespaard, dat wil ik er bij
doen. En het zal wel gaan, als Marianne
en ik gezond blij ven,'
Zoo ver had de boer hem zwygend
aangehoord ook de boerin was in de
deur gekomen. Zij droogde hare oogen
met een tip van haar boezelaarDit
was haar man een welkome afleiding
voor zijn eersten uitval.
den modernen staat leniging te schen
ken en vervulling.
Onze gezant te Konstantinopel.
Het Dagblad bevat een schrijven uit
Konstantinopel, waaruit blijkt dat de
Sultan de beide malen, dat onze gezant
jhr. van der Staal zich ter audiëntie had
opgemaakt, niet ongesteld was, daar hy
den eenen dag langdurige audiënties
heeft verleend aan den graaf van Turijn
en den Italiaanschen ambassadeur en
zyn personeel, den anderen dag aan den
Britschen ambassadeur.
Dit is nu reeds de derde lezing, die wij
omtrent dit geval hebben. Welke is nu
de ware
Indië.
De Papoea's aan 't werk.
Naar aanleiding van het bericht dat
bij het aan land gaan van vijf officieren
van het stoomschip „Generaal Pel" dei-
Kon. Paketvaartmij. twee hunner door
de Papoeas gevangen genomen en een
gewond werd, wat plaats had nabij Si-
leraka, op de zuidkust van Nieuw Gui
nea, teekent het Handelsblad het vol
gende aan
«De „Generaal Pel" is een ijzeren
stoomschip van 1300 tons buto, in 1876
gebouwd en onder bevel staande van
kapitein J. B. Rijnberg.
Op de Zuidkust van Nieuw-Guinea
bevindt zich onze nieuwe vestiging te
Fak-Fak, waar de ijverige en onder
nemende heer J. H. Kroesen controleur
is. Tot nu toe hebben wij van die
vestiging nog niet veel pleizier beleefd.
Men heeft er nog al te lijden gehad van
onaangenaamheden met de inboorlingen.
De „Pel" heeft de plaats verlaten en
een oorlogschip is er heengezonden."
Aan de N. R. Cr. werd aangaande dit
voorval uit Batavia geseind dat door
Papoeas gevangen genomen werden de
3e officier en twee machinisten van het
stoomschip „Generaal Pel" en de eerste
officier van dat schip ernstig gewond
werd. Het oorlogschip Serdang is uit
Ambon er heen gezonden.
Het Bat. Nbl. bevat het volgende be
richt, 11 December uit Makassar ont
vangen
De „Japara" is heden hier aangekomen
met twaalf schipbreukelingen van de
Australische brik „Ethel", die bij de
Tenimbereilanden waren aangetroffen.
Men zegt, dat de kapitein, diens zoon
en de stuurman der brik door de schip
breukelingen zijn vermoord.
Een telegram van 14 December luidde:
Er zijn nu eenige bijzonderheden over
het gebeurde met de bark „Ethel".
«Huil maar dadelijk Alsof gij morgen
reeds den bruidswagen moest pakken.
Dat heeft nog al den tijd. Gy hadt
van daag al eerder kunnen huilen. Sepp
heeft mij reeds vroeger precies hetzelfde
gevraagd I»
„Sepp riepen alle drie te gelijk.
De boer sprong op. Ja, en my dunkt,
hij had daartoe meer recht, al is hij
ook nog niet de man, om nu reeds op
eigen beenen te staan. Daarom heb ik
hem ook gezegd, dat er van vryen nog
geen sprake kan zijn. Marianne heeft
het bij ons goed en is ons nog niet in
den weg. Maar dat ik haar voor hem
bestemd heb, weet hij ook zeker, al heb
ik het hem nog niet met zooveel woor
den gezegd. Daarom kan er dus niets
van komen tusschen u beiden en daarom
moet gij uit elkander gaan
Hij vatte daarbij Marrianne by den
arm, om haar van Vincent weg te
trekken zij klemde zich echter aan de
geliefde vast.
„Neen, vader! Dat kunt gij niet van
Op aanwijzing van den Braziliaan
Pareire, heeft de justitie zes der geredde
opvarenden, Manillareezen, gevangen
genomen. Zij worden beschuldigd in volle
zee kapitein Reddell, diens negentien-
jarigen zoon en den stuurman Taylor te
hebben vermoord, een maand later een
Japanees en een inboorling Jenny ge
naamd, eveneens om het leven te heb
ben gebracht en daarna het schip met
de lading te hebben doen zinken.
Vereeniging tot bevordering van 's lands
weerbaarheid.
Onder dit opschrift bevat de N. R. Ct.
het volgend belangrijke ingezonden stuk
«Toen voor eenige jaren deze vereeni-
ging werd opgericht, die zich ten doel
stelt, door het vormen van over het
geheele land verspreide corpsen tot oefe
ning in den wapenhandel, 's lands weer
baarheid te verhoogen, scheen het aan
vankelijk dat men het rechte middel
zoude hebben getroffen, om ons zoo
weinig militair volk door eigen initiatief
tot meer krachtsontwikkeling op dit
gebied te brengen.
Sedert is echter gebleken dat de sport-
idee overwegend is geworden en kunnen
de nog bestaande weerbaarheidsvereeni-
gingen, met, enkele gunstige uitzonderin
gen, dan ook beschouwd worden als
scherpschuttersvereenigingen, die profi-
teeren van de vrijgevigheid der regewing,
om geweren en munitie kosteloos ter
harer beschikking te stellen.
Van eigenlijke oefening in den wapen
handel is bij het meerendeel der ver-
eenigingen dan ook geen sprake.
Hiermede is echter in geenen deele
uitgemaakt dat het doel, waarvoor de
vereeniging tot bevordering van 's laDds
weerbaarheid is opgericht, totaal is ge
mist.
Met de resultaten voor oogen van den
Zuid-Afrikaanschen oorlog, waaruit blykt
dat de kunst van goed schieten ruim
schoots kan opwegen tegen militaire
vorming, is het ontegenzeggelijk van het
grootste belang voor ons land, dat er
zooveel mogelyk scherpschutters worden
gevormd.
Waar jacht- en wapenwet alle gelegen
heid benemen om zich op eigen gelegen
heid in het schieten te oefenen, biedt
juist genoemde vereeniging de kans om
door aaneensluiting tot corpsen schiet
oefeningen te houden.
Terwijl de regeering met niet genoeg
te waardeeren vrijzinnigheid zich van
alle inmenging onthoudt en elke afdeeling
volkomen vrij laat om zich te organi-
seeren, geweren, munitie, instructeurs
kosteloos ter beschikking stelt, daar moet
men zich verwonderen, dat niet nog veel
mij verlangen. Sepp neem ik van myn
leven niet
„Dat zullen wij eens zien," zei de
boer koelbloedig. „Ieder moet zich voegen
naar wat verstandig is, vroeger of later.
Vraag je moeder maar. Wij zyn ook
zonder vragen door de ouders aan elkaar
gegeven, en het is goed gegaan."
Tot den jongen man gewend, ging
hij gemoedelijker voort„Het spyt my
Vincent. Ik had u gaarne gehad, ik zal
er niet om liegen. Maar zoo in eens kan
men zyne plannen niet met een hand
omdraai veranderen. Sepp is nu eenmaal
voor Marianne bestemd en daarbij biyft
het. En daarom kan er nu ook van uw
in dienst treden niets komen
Dat was een harde slag voor de jonge,
hoopvolle gemoederen.
Marianne zat nog laat met de handen
in den schoot naast den haard in de
keuken en staarde stom in de koude
asch, terwijl hare moeder haar troost
trachtte in te spreken en beweerde, dat
niet alle potjes zoo heet gegeten werden^