De Houtbaan.
Woensdag
10 Januari.
BimieiijaiidsGhe berichten.
1; 00.
^8e Jaargang.
1 Gemeentebestuur.
Kleinhandel in sterken Drank.
FEütLLITQN.
No. 8
VLISSINfiSCHE COIIRAMT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAM DE VELDE Jr., Kleine Markt, J. i87.
ADVERl'ENTIËN van 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prjjs slechts fioeemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer ÏO-
Abonnements-Advertontiën op zeer voordeellge voorwaarden.
Verzoek om vergunning tot verkoop
van sterken drank in 't klein.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art 5 der wet van 28 Juni
1881 (staatsblad no. 97), zooals die is
gewijzigd bij de wetten van 23 April
1884 (Staatsblad no. 54) en 16 April
1885 (Staatsblad no. 78)
doen te weten
dat bij hen ie ingekomen
een verzoekschrift van J. M. QUAS-
TERS, te Vlissingen, om vergunning tot
den verkoop van sterken drank in 't
klein in perceel wijk Nil, aan hetBetje
Wolffsplein.
Vlissingen, den 9 Januari 1900.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Mr. van Houten over den Oorlog.
Mr. van Houten heeft zich reeds ver
dienstelijk gemaakt door in Engelsche
I bladen aan de lezers uiteen te zetten
hoe onbillijk en onrechtvaardig de oor-
jlog met de Boerenrepublieken is. Op
dien weg voortgaande, heeft hij in „Die
Nation" een uitvoerig opstel geplaatst
over de ware oorzaken van den oorlog,
naar aanleiding van de jongste rede
voeringen van verschillende Engelsche
ministers, waarin dezen gepoogd hebben
het publiek te misleiden.
Mr. van Houten toont aan in welke
onbekwame banden de politiek van het
Vereenigd Koninkrijk thans berust en
eindigt met te zeggen, dat men thans
wel spoedig zal inzien, dat de oorlog
het verlies van Zuid-Afrika öf nu reeds
bf by de eerste groote internationale
verwikkeling van Engeland beteekent.
Engeland kan dat voor zijn grootheid
zoo noodlottige resultaat van den oorlog
nog ontgaan door snel vrede te sluiten
dan "kan het nog lang het kustland
behouden, n.m. voor zoover er de
Engelsche bevolking overheerschend is,
maar na een oorlog tot het uiterste zal
het zich tot kolenstations moeten beper
ken, die het met zijne oorlogschepen
verdedigen kan.
Want het vervreemdt ook de nog
trouwe bevolking algemeener en dieper
van zich met eiken nieuwen houw, dien
het den Boeren geeft. Elk offer in dezen
onzaligen oorlog, hetzij aan den kant
van de Engelschen of aan den kant van
le Boeren, i" een bewijs ervoor, dat in
ïuid-Afrika de Engelsche heerschappij,
Eene Scliwarzwalder geschiedenis,
Naar
A. v. F R E V D O R F.
«Lieve hemel, daar is Vincent weer!*
„MarianneMarianne Is 't dan wer-
Celijk waar Ben jij de eerste, die ik
-rugzie I*
Ja, zeker is het waarO, Vincent,
|k heb er zoo dikwijls aan gedacht, dat
je tijd nu zoo wat om moest zijn
en nu ik heb je niet zien aanko-
en door den rook1"
„Marianne, op den weg hierheen heb
door onkunde en aanmatiging, een vloek
is geworden, en dat het never again,
nooit weer, dat het doel van beide partijen
geworden is, slechts gewaarborgd is, als
Engeland de onafhankelijkheid van heel
Zuid-Afrika erkent.
Een treurige rol schikt Mr. van Houten
hier toe aan eene mogendheid wier droom
het is de paramount power in Zuid-
Afrika te worden. Wat zal het een worste
ling kosten voor zij van die hooge po
sitie afstand doet
Een ernstig gerucht.
Een gerucht dat wij voorloopig slechts
als gerucht dienen te beschouwen zoolang
het nog niet officieel bevestigd is, zegt
dat een Engelsch oorlogschip onzen
kruiser „Friesland" zou hebben gesom- j
meerd om bij te draaien. Toen deze
eisch, waaraan geen marineschip heeft
te voldoen, door kolonel Römer eenvoudig
werd beantwoord met het vertoonen van
de Nederlandsche vlag, zou de Engelsch -
man hebben gevuurd, en wel zoodanig,
dat de brug van de „Friesland" bescha
digd en de luit. ter zee 2e kl. P. gedood
werd. Hierop zou de kommandant van
de „Friesland' hebben geantwoord met
een kogei, die het Britsehe oorlogschip
beneden de waterlijn trof, zoodat het
alleen door de waterdichte schotten
drijvende werd gehouden.
Niettegenstaande het departement over
dit voorval het zwijgen bewaart, zijn er
bladen, o.a. de Haagsche Ct., die gelooven
dat er van het gerucht althans iets waar
is, want dat de bijzonderheden zoo zijn
dat men haast niet aan een verzinsel
denken kan. Dit blad voegt er bij
„Is het verhaal ook in de bijzonderheden
juist, dan is dezerzijds de houding vol
komen correct geweestwant de hande
lingen van het Britsehe schip zouden
dan in lijnrechten strijd zijn geweest
met de eischen der neutraliteit tegenover
Nederland als bevriende mogendheid.
Laten we dus vertrouwen, dat de
Britsehe regeering de daad van den
kommandant van haar schip zal afkeuren
en daarmede den schijn zal wegnemen,
als zocht Engeland naar een middel om
Nederland in den oorlog te trekken. En
nog beter dat het gerucht onwaar moge
blijken."
(Zie laatste berichten.)
De „Herzog" aangehouden.
Uit een te 's-Gravenhage ontvangen
bericht blijkt,dat het personeel der 2e Ned.
ambulance aan boord van de „Herzog"
door de Engelsche autoriteiten zeer be
leefd behandeld wordt.
Het gerucht dat deze ambulance de
tusschenkomst van het in Delagoabaai
ik aan niets anders gedacht, dan of je
vader mij wel weer in dienst zal nemen.
En kijk eens, ik ben korperaal ge
worden
Zij keek hem met blijde oogen aan.
Daarna schudde zij echter treurig het
hoofd. „Ik geloof het niet Maar
vraag het hem Vincent. Hij heeft voor
de houtbaan geen zoo gehad als jij
Misschien dat hij je nog neemt!"
„Weet je wat, Marianne, lang blijf ik
toch niet. Ik heb al een mooi stuivertje
bijeen, en begin spoedig mijn eigen zaak
daar beneden in het dal. Dunkt je dat
niet goed? Doch kom mee buiten den
rook.
„Zy schudde het hoofd. Wij staan
hier goed 1"
En in zekeren zin stonden zij goed,
om niet gezien te worden, want de rook
uit de kolenmijt lag als een dichte
sluier over het weiland, het smalle dal
als door een voorhang verdeelend. Aan
deze zijde was de weg, de beek, de uit
ontelbare openingen rookende, reeds half
gestationneerde oorlogschip „Friesland'
zou hebben ingeroepen, is niet bevestigd.
Het departement van Marine weet niets
van zulk een stap.
De König.
Dit schip dat de eerste Ned. ambulance
aan boord heeft, is gelukkig zonder aan
gehouden te zijn, in Afrika aangekomen.
Het personeel bevindt zich in goede
gezondheid en gaat met moed en ver
trouwen zijn arbeid tegemoet. Daar het
uit- en overladen te Louren^o Marques
wegens de 261 kisten waarschijnlijk te
lang zal duren, zou de leider met het
personeel eerst naar Pretoria doorgaan,
terwijl de heer Rissik met een der
verplegers en de kisten zoo spoedig
mogelijk zou volgen. Te Pretoria zou
hij met den Nederlandschen consul-gene
raal Domela Nieuwenhuis en de regeering
der Z. A. Republiek overleggen wat
verder te doen.
Ds toekomst van Zuid-Afrika.
Een der meest geziene burgers van
den Oranje-Vrijstraat schrijft aan dr. H.
P. N. Muller uit Bloemfontein, dd. 13
November
„Ik wil mijn geloof uitspreken, dat,
zelfs al mochten de Boeren thans de
nederlaag lijden, toch voor de toekomst
de vaste grondslag is gelegd voor een
vrije Afrikaansche nationaliteit, gegrond
op de offervaardigheid en den heiden-
moed der Afrikaners.
„Welk een toekomst opent zich voor
Portugal niet alleen, maar voor alle
handeldrijvende natiën, behalve Engeland
en zijne koloniën. De geheele handel om
Kaapstad, Port Elizabeth, East-Londen,
Durban moet zich naar Lourenco Marques
verplaatsen, en moet in plaats van door
Engelsche, door Duitsche, Fransche en
ik hoop ook Hollandsche stoomschepen
gaan. Als er ooit kans is geweest voor
een Hollandsche lijn van stoomschepen
naar Zuid-Afrika, dan is het nu. En ik
zou zeggen ook voor Indië om Java-
tabak, Chineesche en Japansche thee en
andere waren aan te voeren.
„De continentale handel moet een
krachtige poging doen cm de Engelsche
huizen daar te verdringen en zelf han
delshuizen te stichten en op den duur
een geregelde stoomvaartverbinding
krijgen als tot nog toe tusschen Londen
en Kaapstad bestond."
Een nieuw ondersteuningsfonds.
Weer wordt de ondersteuning van
het Nederlandsche volk ingeroepen voor
vrouwen en kinderen hier telande, van
strijders in Zuid-Afrika. Op onzen va-
derlandschen bodem lyden vele vrouwen
ineengezonkene kolenmijt en de daarbij
behoorende hut, tegen welker ingang
het meisje leunde. Aan gene zijde,
men kon het thans door den rook niet
zien, maar het lag toch zeer in de nabij-
heid aan eene kronkeling van de beek,
dicht onder de rots het statige boeren
huis van haar vader met zijne schuren
en den zaagmolen.
Een of twee malen in het jaar kwam
de kolenbrander uit Kniebis geregeld
naar het Schapbachdal en bleef dan een
tiental dagen bij den Elzenhofboer, om
van den afval der boomen houtskool te
branden. Hij bouwde zijne mijt steeds
op dezelfde plaats, zoodat de grond daar
omheen dan ook reeds volkomen zwart
was geworden. Zyne kleine hut stond
vlak daarbij.
Marianne had hem juist zijn avond
eten gebracht. Buiten tegen de hut ge
leund, had zij geduldig gewacht, tot
hij met eten gedaan had, en naar de
wolken aan den hemel gekeken, die al
door gloeiender gekleurd werden dooi
en kinderen gebrek, omdat hunne kost
winners in Transvaal zonder verdienste
en op het oorlogsveld zijn.
Deze laatsten waren, na ons land
voor korteren of langeren tijd te hebben
verlaten, om daar hun brood te ver
dienen, gewoon om, nadat hun dit was
gelukt, geregeld geld naar Holland over
te zenden. Daarvan leefden hier de
hunnen. Maar thans ontvangen dezen
niets. En terwijl zij in angstige span
ning omtrent het lot hunner geliefden
verkeeren, benauwt hen bovendien het
schrikbeeld van de armoede en den
honger.
Een comité heeft zich nu gevormd
om dat doel te bevorderen. Zij die daar
toe gitten willen afzonderen, wenden
zich o.a. tot dr. J. Th. de Visser, lid
van de Tweede Kamer te Amsterdam,
secretaris.
Spoorwegverkeer.
De Staatsspoor en de Hull. Spoor ver
voerden in November 1899 514,210 en
600,680 personen.
Aan passagiersgeld werd ontvangen
ƒ669,314 591,835), voor bagagever-
voer f 18,839 10,190) bestelgoederen
f1028,212 507,933).
De totale ontvangst over de maand
November bedroeg 1,815,762
1,169.189), waar in November 1899
1.777,699 (ƒ1 66,390) ontvangen
werd.
Van 1 Januari tot en met November
1899 kwam inƒ20.517,827(fl 4,033,374),
in 1898 was dat bedrag 19,502,337
13,880.105.) De ontvangsten per dag
en per K.M. bedroegen in dien termijn
in 1899 ƒ38,72 32,22) tegen f 36.88
(f 32,02) in 1898.
Naar men verneemt, is er bij het
hoofdbestuur der post en telegraaf weer
plaats voor twee jongelieden die in het
bezit zyn van het diploma eindexamen
H. B. S. met 5jarigen cursus, en voor
een meisje dat zal hebben te werken
met de schryfmachine. Voor deze laatste
plaatsing wordt goede bekendheid met
Hollandsch en Fransch gevorderd.
Leger en Marine.
By het Instr. bat. te Kampen zijn in
1899 aangenomen 299 volontairs en van
andere korpsen overgenomen 3 onder
officieren en 10 volontairs.
Naar de korpsen infanterie werden
overgeplaatst 20 sergeanten, 237 kor
poraals, 2 hoornblazers, 2 tamboers en
22 soldaten. In het kader van het bat.
werden opgenomen 25 korporaals met
paspoort en pensioen gingen 8 onder
officieren en 9 minderen overleden 1
korporaal.
de ondergaande zon, en juist had zij
den kolenbrander willen toeroepen
,,'t Wordt morgen mooi weer op't feest,"
toen zij op eens beneden zich op den
landweg uit de struiken eene hooge
gestalte had zien opkomen, die hare
gedachten eene geheel andere richting
had gegeven, die haar het hart had
doen kloppen en het warme bloed van
vreugde had doon opstijgen. En vergeten
was het feest, waarvan zij den kolen
brander had willen vertellen, vergeten
de nieuwe pastoor en de vele bloem
kransen, die overal voor hem aan de
huizen in Schapbach ware aangebracht,
in den jubelenden uitroep
„Lieve hemel, daar is Vicent weer!"
Vincent was twee jaren geleden sol
daat geworden, juist bij tijds om geen
onaangenaamheden te krygen met den
meesterknecht, die reeds lang afgunstig
op hem was. Daar de boer geen zoon
had, hoopte deze sinds lang mettertijd
met de doenter te trouwen en zoo eens
in het bezit van alles te komen. Hij
Naar men verneemt zullen binnen
kort de premiën voor vrijwilige dienst
neming bij de cavalerie en de rijdende
en veld-artillerie worden verhoogd. Even
eens zullen premiën worden gegeven
voor het vrijwillig onder de wapenen
blijven van miliciens bij die korpsen.
De Nederlandsche Opera, directeur de
heer Van der Linden, heeft plan Hérodiade
van Massenet, in onze taal, op te voeren.
De uitgevers Heugel et Co., te Parijs,
eigenaars van het werk, protesteerden
hiertegen in Le Guide musical, mede
deelend dat de Ned. Opera de orkest-
partituur dier opera noch heeft gehuurd
noch gekocht. Aan een medewerker
van het Vad. verklaarden zij, dat de
directeur der Ned. Opera zich met hen
over de voorstellingen Yan Hérodiade
niet had verstaan volgens zyn gewoonte
zal de heer Van der Linden, vreesden
zij, het werk van Massenet hebben doen
orkestreeren, in den waan dat hij aldus
de ingewikkelde moderne partituur in
haar oorspronkelyken vorm zal doen
uitvoeren. Tegen zulk 'n manoeuvre
kwamen de uitgevers met kracht op
zij wraakten zulKe „véritables crimes
artistiques."
Vandaag antwoordt de heer Van dei-
Linden in Le Guide musicalhij werpt
de beschuldiging van zich, hy zelf is
„Dieu-merci" artist en zou over het doen
instrumenteeren van 't werk (wat enorm
vee! kcoteii zou trouwens) zich schamen
a's voor een „acte de fourberie artistique.»
Tot zoo iets is de heer Van der Linden
niet in staat. Maar evenmin is de Ned.
Opera in staat voor Hérodiade de som
te betalen die de heeren Heugel verlan
gen. De kans om, te Weenen, „het
compleet materiaal* van Hérodiade voor
een tiende dier som te koopen, heeft de
heer Van der Linden zich niet laten
ontgaan die Weensche instrumentatie
moet precies gelijk zijn aan die vaD den
componist zelf. En nu ziet de directeur
onzer niet gesubsidieerde Opera, levende
in een land dat niet door internationale
conventies betreffende artistiek eigen
domsrecht gebonden is, niet in, waarom
hij dat opera-materiaal niet zou mogen
koopen en gebruiken. Zoo heeft hij ook
gedaan met de opera Werther en Mas
senet.
De uitgevers zullen zeker wel onder
zoek doen naar dat Weensche materiaal,
die door den heer Van der Linden „oor
spronkelijk* wordt genoemd.
N. E. Ct.
Naar het Hdbl. vernam, zouden er te
Weenen en elders werkelijk bureaux
bestaan, die zich heimelijk getrouwe af
schriften weten te verschaffen van
stond bij den boer goed aangeschreven,
niet omdat hy zulk een flinke vent was
dat liet te wenschen over maar
wijl hij met hem was verwant en den-
zeilden naam droeg.
Marianne had' daar echter minder mee
opzij oordeelde anders. Aan vlijt,
werkkracht, sterkte en bekwaamheid
overtrof Vincent Sepp even zoozeer, als
door zijn uiterlijk. Zeer leelijk vooral
stond het Sepp Neumann, dat hij scheel
keek en de menschen nooit recht aan
zag. De boer meende wel, dat zulk een
zijdelingsche blik goed was, en dat Sepp
daardoor overal zag, zoodat hem niets
ontging. Daar wisten de knechts in de
houtzagerij dan ook van te vertellen
Marianne echter vond den flinken, hel
deren blik uit de blauwe oogen van
j Vincent veel mooier en zag bovendien
nog veel meer goeds in hem, dan haar
vader wel dacht kortom, het was
niet vreemd, dat zoo lang de flinke
knecht in den molen aan het werk was
geweest, hij een doorn in het oog van