DE LAATSTE TREIN. Dinsdag- 9 Januari. 1899. BmaealaadscliB racfe. 883 Jaargang. li 00. ke Stand. NATIONALE MILITIE. No. 7 lissingen. 899 tot 6 Jan. 19 F. Sommeling, Lagace, jd.19 33 j. en H. A. P. Rietdijk, Vos Burchart, jd.gl Sierevogel, geb rins, geb. Leistra,] geb. Verstraten, z Hutchison, z. ;eb. Collet, z. lev ;eb. Appel, z. levi eb. Remeijn, z. mmerraan, d. M. Huiszoon,! M. de Voogd, de Nooijer, geb. M. ter Meer, g I. Polderman, gi f. Maldeghem, g< van Keulen, w# j.— J. I. de Joi 3rs, 83 j. L. v 1 G. de Visser, 69 ingen. ten, is het Duitse! aan boord van bi che ambulance na len 28 December romen. VLISSINGSCÜE <111 HUT e Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummcr ÏO. Abomiements-Advcrtontiën op zeer voordoelige voorwaarden. Gemeentebestuur Zeimilitie. Burgemeester en Wethouders van Vlis- singen geler op art. 150 der mihtiewet brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente van de lichting van dit jaar dat zy, die verlangen bij de zeemilitie te dienen, zich daarto. vóór den 1 Fe bruari a. s. ter gemeente-secretarie moe ten aanmelden en dat het overbodig is zich voor het vervolg met verzoekschrift om inlijving bij de zeemilitie tot den Minister van Marine te wenden, dewijl die verzoeken voortaan buiten beschikking zullen wor den gehouden vermits de keuze uit hen die zich daartoe aanmelden, geheel ie overgelaten aan de officieren van de Marine, met de overneming der zeemi liciens belast. Vlissingen, den 8 Januari 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. IV. Onze Belgische naburen waren in het afgeloopen jaar al evenmin gelukkig. De onhandige zet van het clericale minis terie Vandenpeereboom, om eene kies rechtregeling voor te stellen, die den invloed van liberalen en sociaal-demo craten bijna tot nul zou hebben geredu ceerd, bracht het land nagenoeg tot revolutie, en revolutie is in België geen ondenkbare zaak, waar de sociaal-demo cratie snel toeneemt en voedsel vindt in de zeer talryke arbeidersbevolking, die den grooten strijd met het kapitaal blijft voeren en gevoed wordt door den alge- meenen, snellen aanwas der populatie. Een nieuw ministerie heeft het stelsel van evenredige vertegenwoordiging weten te doen invoeren, waardoor de partijen in de Kamer ongeveer in verhouding komen tot hunne wezenlijke getalsterkte een eenigszins ingewikkeld stelsel, maar dat voor België wel het eenig mogelijke schijnt. Van Spanje en Italië, eens vereenigd onder den schepter van een Philips en toen deel uitmakende van een Ryk waarin de zon niet onderging, kan al evenmin veel goeds worden gezegd. Van Italië zelfs bijna niets. Sinds eenigen tijd wordt Italië onder de groote mogend heden gerekend, maar het houdt zyn rol als zoodanig treurig op. Toen het, evenals de andere groote mogendheden, in China een haven verlangde als station FEUILLETON. Naar F. J A C O It S E X. 7.) Jozef Braun was bij de helling langs weggevloden, zonder te weten in welke richting. Eensklaps wist hij het echter. Hy was over een boomwortel gestrui keld en daarop afgegleden in eer.e diepte. En nu stond hy midden op de rails, en luisterde met ingehouden adem en voor over gebogen hoofd naar een dot rollen en om te beter de handelsbelangen in het oosten te kunnen bevorderen, stuitte het op den onwil van dit overigens zoo machtelooze rijk en kon aan zijn eisch geen kracht byzetten. De sociale toestand blyft er, als een gevolg van de verouderde inrichting van wetgeving en staatsbeheer, steeds even ellendig. En Spanje moest, na in den strijd tegen Amerika als koloniale mogendheid gevallen te zijn, zijne nog overige be zittingen liquideeren en verkocht de Caroiinen en de Marianen-eilanden aan Duitschland. De heerlijke gelegenheid om door een zuinig beheer zich van den financieelen ondergang te redden en de verbetering van het financiewezen dienstbaar te maken aan de ontwikkeling van het achterlyke en uitgeputte land, die gelegenheid zal Spanje toch wel laten verloren gaan. Door Spanje aan Amerika afgestaan, eigenlijk verkocht, konden de Philippijnen toch niet geleverd worden en moesten de Vereenigde Staten natuurlijk zich zelf in het bezit zien te stellen. Dit baart nog steeds veel zorg. Beter gaat het in West-Indië, waar Cuba tot rust is gekomen en langzamer hand in een toestand geraakt, die het voor de zegeningen van het zoo lang ge- wenschte zelfbestuur zal vatbaar maken. In geen enkel opzicht is het jaar 1899 merkwaardiger geweest dan ten aanzien van de vorderingen van het in de Iaaiste jaren gevolgde stelsel der groote Europeesche mogendheden, om de daarvoor vatbare gedeelten van andere werelddeelen in bezit te nemen, meestal bij wijze van onderlinge schikking. Op den langen duur kan die onderlinge verdeeling niet nalaten tot verwikkelin gen aanleiding te geven. In China, waar de zwakke regeering van een groot, maar zwak land,meestal lijdelyk moet toezien, zijn Rusland en Engeland op dit gebied de grootste con currenten. Engeland heeft zijn staat kunde, om den wassenden invloed van Rusland in China tegen te gaan, moeten opgeven en aan dat rijk bij verdrag de vrye hand in het noorden gelaten, ter wijl het zich zelf vasten voet in het zuiden heeft verzekerd. Het is te voorzien dat in dien hoek der wereld eens de geheele kaart zal worden gewijzigd. China blijft een be geerde buit voor de groote Europeesche mogendheden, maar zij worden door het machtige en vooruitstrevende Japan met Argusoogen gadegeslagen en, na de onderwerping der Tegalen, komt Amerika op de Philippijnen als nieuwe buur een woordje meespreken. Veel gemakkelijker is het, wereld deelen als Afrika in te palmen. Men dat steeds nader en nader kwam. En vreemd tusschen dat geluid mengde zich een andereen zacht ruischen van den opstekenden morgenwind in de pynboomen en door hem voortgedragen een ver, zeer ver verwijderd klokgelui. Dit moest van den kerktoren van het ver afgelegen dorp komen, en het was haast onbegrijpelijk, dat die klank zóo ver kon doordringen, zonder door het rollen van den trein te worden overstemd. Maar wy weten niet, of het werkelijk de morgenwind dan wel een engel uit den Nieuwjaarsnacht was, die het nader bracht. Braun hoorde het luiden en wist wat het beteekende. Er waren hem nog maar enkele oogenblikken gegeven om, bij de wisseling van het jaar, de weeg schaal van zijn reeds zoo bezwaard leven met eene nieuwe schuld of wel met eene verzoenende daad te belasten. Hij zag de roode lichten van den trein nader trekt er eenvoudig rechte lijnen bij onderlinge schikking en teekent alzoo de grenzen af, zonder eenige de minste rekening te houden met den wil der bevolking of andere bestaande toestanden. Tusschen Engeland en Frankrijk dreigden te dezer zake al eens een paar malen moeilijkheden, en dat de Frau- schen dit niet vergeten hebben, bewijst het leedvermaaK waarmede men de Engelsche tegenspoeden in Zuid-Afrika gadeslaat. Men is er intusschen in geslaagd om eene grensregeling daar te stellen van de Engelsche en Fransehe bezittingen in West-Afrika. De bezittingen van Frankrijk zijn door die regeling met de koloniën Tunis en Algiers vereenigd. Een groot schrijver heeft eens ge zegd „gelukkig het volk dat geen ge schiedenis heeft." Zeker is hierin veel waars gelegen. Sommige volken althans, waarvan zeer weinig te zeggen valt, zijn er nog het best ,ian toeal geldt dit niet als regel. Over het algemeen is de geschiedenis van het jaar 1899 noch opwekkend, noch veelbelovend voor de naaste toekomst want, zooals de zaken thans staan, kan er in verschillende deelen der wereld vooreerst slechts sprake wezen van stryd terwijl, het is een waar woord, het aityd op de kleinen druppelt, waar het regent op de grooten. Ons spoorwegverkeer. De laitste dagen van de vorige week hebben weder het lijstje van ontsporingen vermeerderd met de volgende gevallen. Te 's-Heer Arendskerke is, zooals wij reeds meldde, een goederentrein ont spoord. Op het stationsterrein te Voor schoten ontspoorde Vrijdagmiddag het postrytuig van trein 34 van Rotterdam naar Amsterdam. De gevallen dat de treinen te iaat aankomen, zijn haast niet bij te houden. Gelukkig kwamen in beide gevallen geen persoonlijke ongelukken voor, al leen ontstonden er minder wenschelyke vertragingen en was van materieele schade sprake. Het schijnt wel dat de spoorwegdi- rectiën tot andere maatregelen de toe vlucht zullen moeten nemen dan tot het korten van loon van conducteurs. Geen wonder dat van verschillende zyden klachten rijzen tegen dezen toe stand in het spoorwegverkeer. Zoo zal nu ook door de Kamer vau Koophandel te Groningen het volgende adres tot den Minister van waterstaat gericht worden. „Goed ingerichte rytuigen 3e kl." „o.a. komen, steeds sneller en sneller, en ze tegemoet ijlend zwaaide hij met de armen in de lucht en riep hij, ter waarschuwing, uit alle macht. „Let goed op, Hannes,* had de ma chinist Schilfer gezegd, „het ligt my zoo bij, dat er een ongeluk zal gebeu ren en daarop liet hij zijne oogen over den weg dwalen. Daar na derden zij de holte. Wat was dat De beide mannen sta ken het hootd buiten de locomotief. „Hebt gy iets gehoord, Hannes?" «Het was, alsof ik voor de locomotief hoorde roepen," antwoordde deze, „maar ik kar mij ook vergist hebben." Schafer bracht de locomotief bijna tot staan zij rolde nog maar zeer lang zaam vooruit. „Daar is het weer," zeide Hannes ontsteld, „maar nu dichterbij, aan gene zyde van de holte." Ja, thans vernamen zij beiden een menschelijke stem. De voorzien van een privaat, zy'n vooi zoover de Kamer weet, in het noorden des lands niet in gebruik. De sneltreinen, dagelijks twee in iedere richting, welke het ver keer tusschen Groningen, Zwolle, Utrecht en achtergelegen plaatsen onderhouden, moeten zich uitsluitend behelpen met 3e kl. wagens van een oud stelsel, hoewel de Maatschappij elders. maar dan in streken waar zij in concurrentie treedt met de H. IJ. S. M fraaie welingelicht 3e kl. rijtuigen laat lopen. De rijtuigen le en 2e kl. voldoen, althans voor zoo ver betreft de sneltreinen, die het ver keer over groote afstanden te bevorderen hebben, al even weinig aan billijke wenschen. Met wrevel moeten de be woners der noordelijke provincie toezien dat het inderdaad toch zeer belangryke verkeer langs de sneltreinen naar tiet midden des lands zich moet behelpen met materieel, dat elders verouderd heet en daar vervangen is door beter. Voorts wordt in het adres geklaagd over het ontbreken van een voldoend aantal doorgaande wagens van en naar Groningen en over het gebrek aan goe derenwagens aan het station Groningen. En waar uit nu het kwaad Het Sociaal Weekblad zegt dit met de volgende woorden „Onze beide maatschappijen lijden aan een onvoldoende toerusting. Zij steunen voor een niet onbelangrijk deel harer exploitatie op materieel van buitenland- sche spoorwegen. Dit is een ongezonde toe stand onder normale omstandigheden onder abnormale omstandigheden wordt die toestand zelfs gevaarlijk. Die abnor male omstandigheden kennen wij geluk kig, maar dan ook periodiek weerkee- rend, alleen in den vorm van feestdagen en dicht water. Men vrage zich echter eens af hoe het met onze spoorwegexploitatie gesteld zou zijn, als tengevolge van buitenland- sche verwikkelingen onze spoorwegen gedurende langeren of korteren tijd niet op het gebruik van Duitsche wagens konden rekenen En dan bedenke men dat de volijverige voorstanders der par ticuliere exploitatie deze vooral verde digen op grond der noodzakelijkheid van het waken voor onze onafhankelijk heid tegenover het buitenland by de exploitatie onzer spoorwegen. Nu, dat onze onafhankeiykheid tegenover het buitenland voor zoover dat mogelijk is met zorg moet worden bewaakt, daarover zijn voor- en tegenstanders van Staatsexploitatie onzer spoorwegen het eens. Als de voorstanders der par ticuliere exploitatie echter zich de moeite willen getroosten van de feiten kennis te nemen, in stede van zich te verlus tigen in verouderde theoriën, zullen zij wel, met ons, tot de conclusie moeten trein hield stiluit de waggons vroegen slaperige stemmen of er een ongeluk gebeurd was. Schafer sprong van de machine en liep naar vorenin den trein ontstond eene onbeschrijfelijke verwarringhet personeel had moeite om de reizigers gerust te stellen. Schafer vond het bewustelooze meisje naast het rotsblok op de rails liggen. Hij begreep den eigenlijken samenhang nog niet, doch toen hy de geliefde opnam, opende zij de oogen en legde haar hoofd aan zijne borst. „ik heb augst om u uitgestaan," zeide zij zacht, „maar nu is alles goed. Het was een zware droom, Willem, maar het oude jaar heeft hem weggenomen het nieuwe jaar zal ons geluk aan brengen." En zoo gaat het in het leven. Als wy eene minuut zouden willen vast houden, glipt zy ons tusschen de vingers weg, en roept ons onze plicht. Terwijl komen, dat het bewaken onzer onaf hankeiykheid tegenover het buitenland bij onze spoorwegmaatschappijen niet in goede handen is. Als onze spoorwegmaatschappijen eens geen leentjebuur konden spelen bij Prui sen, zouden wy by open water en nor maal reizigersvervoer op eens, en dan voor langen tijd, in een even omegel- matigen toestand verkeeren als in de donkere spoorwegdagen vóór Kerstmis 1899. Zóo onafhankeiyk is ons spoorwegver voer, dat, als Pruisen ervoor bedankt ons meer wagens in huur te geven, dan het van ons in huur ontvangt, het ons heele spoorwegverkeer in de war stuurt». Onze wetgeving. Volgens het Weekbl. v. h. R. blijkt aan de eenheid onzer weiten nog veel te ontbreken. Dit geeft het blad aan leiding tot de volgende beschouwingen Wij bezitten reeds sedert 1838 een nationale wetgeving, behalve wat het strafrecht betreft, dat eerst sedert 1886 door een nationaal wetboek is geregeld. Maar die wetboeken van 1838 zijn voor een goed deel verouderd. Sedert 1880 reeds is men bezig met de herziening, zonder dat in die 20 jaren iets anders tot stand is gekomen dan een nieuwe wet op het Nederlanderschap, een nieuwe faillissementswet en enkele kleinere wijzigingen. De herziening van het burgerlijk procesrecht is, zooals men weef door oen lid uer Kamer, mr. Har- togh, ontworpen niet door de Regeering. Van het werk der Staatscommissiën is het overgroote gedeelte ongebruikt gebleven. Een herziening van het eerste boek van Burg. Wetboek is reeds meer dan 10 jaren geleden gereed gekomen en had afzonderlijk kunnen zijn inge voerd maar geen minister heeft die taak aangedurfd. Voor het Wetboek v. Kooph. zyn mede van belangryke deelen (o. a. over de firma, over de vennootschappen, over handelspapier) door een Staatscom missie herzieningen ontworpen, die echter evenzeer in het stof aan het departement blijven rusten. Wij gaan dus in dit opzicht den nieuwen tyd met weinig roem in. Het zal al heel fraai zijn, als het den minister van Justitie gelukt, zijn wetsontwerp op de ouderlijke macht enz. afgedaan te krijgen. Een Nieuwjaarwensch van dr. Van Hamel Hoos Harmens. Indien het mogelijk ware dat bij onze natie, in de nieuwe eeuw, de onver schilligheid die nog by zoovelen en in zoovele kringen heerscht, ten opzichte van het zoo hoogst gewichtige vraagstuk der vervalsching van ons voedsel, in de conducteurs het rotsblok uit den weg ruimden, had Schafer maar juist den tyd om zijne pas verworven beminde over te geven aan den houtvester, die by het stilhouden van den trein naderby was geijld. Daarop nam hij weder zyne plaats in en liet hij de stoompyp lustig fluiten. Een nieuwe morgen was aange broken nu maar moedig voorwaarts onder Gods hoede. Op den Nieuwjaarsdag vond men in de vroegte het lyk van Jozef Braun by de holte. De trein had hem niet ver minkt alleen hadden de buffers van de locomotief zijne borst getroffen en hem ter zyde geworpen. Zoo lag hij daar, vreedzaam, als een slapend kind. Wy weten niet hoe de weegschaal van ons eigen leven zal staan, als het laatste jaar in de eeuwigheid zal zyn wegge zonken wy willen niet richten, maar voor ons allen hopen. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1