IN BLIK DE LAATSTE TREIN. Maandag* 8 Januari. 1899. kworst. S8e Jaargang. 3waren. ich, reeds 3 jaar zag zich gaarne er in het vak te waar later het de zaak over te of Middelburg, staan hem ten lett. H, bureau zegen S n e n, ooaea. 5IE. bevelend, lAARSiYIA. VENDIENST. 5 50 6 30 6 50 10— 1020 10 40 10 1 30 2 220 - 4 20 5 5 20 No. 6. KOO. D E 6 40 7 20 9 50 10 10 10 30 12 10 1 20 1 40 3 50 4 10 4 30 8 8 30. DIENST ÏIDDSLBUBO 7.7 vtn 4 50 5 55 in Zeilmarkt.- vm M 12 30 1 15 0 5 55 6 55 7 45 Zeilmarkt Vlitsin op werkdagen 12 35 1 20 2 5 7 7 50 8 35 i-Multleglieui. id.) 1.25, 10.37, 1.18, 5,31, 6.9, 7.35, 33, 8.24. 9.25 10.—, 1.38, 4.32, 5.51, 6,29. 8.10 .3, 9.5, 9.45. 3 35 b) 4 05 b) akena ten hoog- minuten. Vlieaiugen naar kt, *6 23 7 39 6*10 4 D *10 12 D ■li 5 ;m i3 ra le g 2e kl. 22 125 310 3 48 44 4 20 616 63 725 810 8 26 8 43 VLISSIAGSCBE COERAiT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAM DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADYERTENTIËN van 1-4 regels 0.40. Voor olken regei meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal borekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnnmmer IO. Abonnements-Advertintiën op zeer voordeellge voorwaarden. Bij te Cooraot Moort ei bimsel. Afgekeurd Vloesch. Burgemeester en Wethouders van Vlifl- nirgen maken bekend .- dat in de maand D cember j. 1. door den keurmeester van het slachtvee en vleesch afgekeurd zijn als ïiadeelig roor de gezondheid 1 Rund. 1 Varken. 2 stel Ingewanden. Voorts herinneren zij bela' ghebbenden voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij artikel 207, 3e lid der Alg. Verord. van Politie, luidende oWanneer het herhaaldelijk voorkomt, dat bij eenzelfden slager of vleesobverkooper voor de gezondheid nadeelig vleesch wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte i8 gedaan, zijn Burgemeester en Wet houders bevoegd, zulks met vermelding vao de namen der belanghebbenden, ter openbaie kennis te brengen. Vlissingen, den 6 Januari 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. III. Geen land ter wereld hooft in 1899 zulk eene ongelukkige geschiedenis gehad als Frankrijk. Bijna het gansche jaar door hield de Dreyfus-zaak het in twee vijandelijke kampen verdeeld, van welke omstandigheid op verschillende wijzen een schandelijk misbruik werd gemaakt. Hoewel er in de Dreyfus-zaak in den eigenlijken zin des woords geen recht is gedaan, werd toch het slachtoffer der monsterachtige gerechtelijke dwaling van 1894 in vrijheid gesteld. De loop dezer zaak ligt nog versch in het geheugen. Toen Félix Faure, het hoofd der Fransche republiek, door den dood werd verrast en door Emile Loubet werd opgevolgd, scheen het licht voor goed te zijn opge gaan. Ofschoon een opzettelijk daarvoor gemaakte wet, de beslissing over de gevraagde herziening van het vonnis van den Parijscher. krijgsraad opdroeg aan het geheele Hof van Cassatie, in plaats van aan de Kamer van strafzaken, van welke men wist dat zij vóór de herziening was, kon dit aan den loop der zaak niets meer veranderen. De feiten, dat op geheim gehouden stukken en, in zede- FSQlfllLfETQN. Naar F. .Tl CO It SF, V. 6.) Er is eene hand boven ons, die ook menigmaal met een hamer tegen het verstaalde hart klopt, juist dan, als wjj aan eene grens staan en in het nachte lijk duister willen overgaan wij verne men het echter niet, of wy willen het niet hooren. Braun luisterde vol spanning naar elk geruisch, en daarbij hield hij de armen krampachtig geslagen om het rotsblok, waarachter hij op de knieën lag. Op de knieën in de sneeuwDoch hy voelde geen koude meerhet bloed stroomde hem kokend heet door de aderen. Hij voelde, dat het hem slechts weinig ljjken zin althans, op bevel van hoogere machten, in 1894 recht, of liever onrecht gesproken was, deze waren niet meer te loochenen. Dus werd het vonnis vernietigd, werd Dreyfus naar Frankrijk gevoerd en voor den krijgsraad te Rennes gebracht en door deze op nieuw veroor deeld, doch tot een lichtere straf, en vervolgens door president Loubet bege nadigd en aan de zijnen teruggegeven. De ware schuldigen en die andere schul digen, die het vonnis over Dreyfus deden vellen en wisten te verhinderen dat het onrecht hersteld werd, loopen, voor zoo ver zy nog in het land der levenden verkeeren, vry rond en erzyn noggeene pogingen aangewend om vernietiging te verkrijgen van het vonnis van Rennes en daardoor openlijke eerherstelling van een onschuldig veroordeelde, die recht en geen genade had verlangd. Is in deze treurige geschiedenis opnieuw en ten duidelijkste gebleken, hoe slecht de militaire justitie in Frankrijk is inge richt, hoe groot de macht en de invloed der legerhoofden zyn, hoe weinig wezen lijke begrippen van eer en recht het Fransche volk heeft en hoe weinig rechtszekerheid in dit schoone land be staat, gelukkig werd het bewaard voor de omwenteling en konden de brutale, maar domme aanslagen der vrienden van de Napoleons en de Orleansen, die ten doel -hadden het koningschap te herstellen, geen het minste succes hebben. Het nieuwe, bekwame en ijverige ministerie, dat van Waldeck-Rousseau, wist eene samenzwering op het spoor te komen en de hoofden gevangen te doen nemen, en bij de wisseling van het jaar, terwyl Frankrijk en vooral Parijs, zich voorbereiden voor de groote wereldtentoonstelling, werd voor den Franschen senaat, als opperste gerechts hof in staatkundige zaken, het proces tegen de hoofden der bende gevoerd, die het samenzweren vooreerst aan anderen zullen moeten overlaten. Eén vrees is gelukkig niet bewaarheid, namelijk dat de Dreyfus-zaak weder een gespannen toestand zou hebben veroor zaakt tusschen Frankrijk en Duitschland. Het domme vonnis van den krijgsiaad te Rennes, gewezen na de uitdrukkelijke en herhaalde verklaring der Duitsche regeering, dat zij nooit iets met Dreyfus had uitstaande gehad, was, toegejuicht als het werd door een groot deel der Franschen, een beleediging van het hoofd van het Duitsche rijk. De genade door Loubet bewezen en door de houding van inspanning zou kosten, om het rotsblok van zyne plaats te krijgen, want de vorst had de aarde doen splijten en bovendien was aan de eene zijde een boomstam uitgegroeid, en die werkte bijna als een hefboom. Binnen korter of langer tijd zou toch eenmaal gebeu ren, wat hij thans in staat was door eene onvoorzichtige beweging te bewer ken. Wat dat zou zijn, stond hem met ontzettende helderheid voor de oogen. Het rotsblok moest, voldoende aan de wet der zwaartekracht, naar omlaag rollen en juist tusschen de rails blijven liggen dan zou de locomotief komen aansnuiven, het monster, dat niet van zyn baan kon afwijken, en dat op zijn rug een mensch meevoert. Neen, twee menschen en achter de locomotief een ganschen trein vol slapende, zorgelooze, niets kwaads ver moedende menschen. Braun rilde over al zijne ledenhet was niet de koude, die zulks veroor zaakte, maai' het geweten Gods hamer, die tegen het verstaalde hart klopt, om te onderzoeken, waar een scheur is of een breuk. En of het nu de sidde rende beweging van het lichaam was, dat tegen het rotsblok leunde, of dat Dreyfus zelf mogelijk gemaakt, heeft de zaak verzacht en de Duitsche regeering was verstandig genoeg om er verder niet op te letten. De keizer gaf zelfs her haaldelijk blijken dat hy toenadering tot Frankrijk wenscht, zoodat de hoop nog niet wordt opgegeven, dat de tentoonstel ling van 1900 Z. M. te Parijs zal brengen. Duitschland vervolgt met zekerheid de baan der ontwikkeling, en de keizer staat in alles aan de spits. Toch is zijn vasthouden aan het stelsel van persoon lijk regeeren te betreuren. Het is altyd gevaarlijk, wanneer de monarch zyn wil stelt tegenover zijn volk want een van beiden moet toegeven, maar de verhouding wordt niet beter en botsin gen kunnen op den duur niet uitblijven. Het hoofd van den Staat wordt op die wijze een partijman, in plaats van boven de partijen te staan. Daarbij komt dat Wilhelm op en top een soldaat is en aan uitbreiding van leger en vloot hem alles is gelegen. Menige onaangenaam heid kwam in 1899 voorde strijd over de kanalenwet, die over de uit breiding der vloot, 's keizers reis naar Engeland, enz. Ook 's keizers persoon lij k optreden tegen de snel aangroeiende paitij der socialisten wordt niet zonder bezorgdheid gezien. Een lievelingsdenkbeeld van Wilhelm is, Duitschland tot een groot koloniaal rijk te maken en v"",w Kii sympathie van zijn de streken der wer van koloniaal gebied verKtogoii. In Oostenrijk bleef de stryd tusschen de verschillende nationaliteiten, vooral Duitschers en Czechen, voortduren. In het parlement onthielden de Duitschers zich van deelneming aan den wetge- venden arbeid, waardoor de regeering zich genoopt zag met keizerlijke beslui ten en dus zonder medewerking der volksvertegenwoordiging te regeeren. Dit had natuurlijk weder hevige protesten ten gevolge, nieuwe onthouding van den wetgevenden arbeid en zelfs weigering om belastingen, by keizerlyk besluit op gelegd, te betalen. Op deze wijze dobbert men voort, ook in Hongarije, waar onge veer dezelfde toestand bestaat en men steeds met de Oostenryksche regeering overhoop ligt. Tijdelijk is men thans eenigszins tot rust gekomen en weer tot samenwerking bereid, maar toch komt steeds de onwil boven om te leven als deel van een groot geheel, waar de vol komen zelfstandigheid der verschillende nationaliteiten de droom der volken blijft. buiten de natuurwet nog een verant woordelijke wil meewerkte, dat staat boven de sterren geschreven, en zal opgeslagen liggen, als het laatste jaar zonder opvolger in de eeuwigheid weg gezonken zal zijnmaar dit is zeker, dat in het volgend oogenblik Jozef Braun zich aan den stam van een boom vastklemde en met een vaalbleek, afge wend gelaat den zwaren steenklomp naar beneden hoorde rollen. Midden op de rails lag hét blok onbewegelijk, en op hetzelfde oogenblik klonk van verre door 'de heldere, koude lucht een schel klinkend sein. Dat kwam van het station en beduidde, dat de sneltrein van de voorlaatste halte vertrokken was, en dat binnen weinig minuten een nieuwe jaarkring zou aanbreken. Jozef Braun echter vluchtte als een gejaagd wild bij de helling langs, zonder te weten in welke richting zijne beenen hem droegen. Marie Ullrich had intusschen hare woning verlaten en liep, zoo hard als zij kon, over de heide. Ook zij keek na eenigen tijd achterom, doch zi) zag goen stil, vredig licht, en het was haar, alsof zij moederziel alleen, duizenden mijlen ver van alle menschelijke hulp en elk menschelijk geluid was verwy- Emigratie naar Zuid Afrika. In een onzer tijdschriften is dit vraagstuk behandeld door den bekenden dr. H. Blink. Hij zegt o.a. dat het doel der emigratie slechts bereikt wordt door een duurzame vestigingwie naar Zuid- Afrika komen om weer heen te gaan, vormen z.i. niet het wenschelijke emi gratie-materieel. Klimaat noch natuur van Zuid Afrika leggen aan een verhuizing van Nederl. boeren bezwaren in den weg. Het kli maat is voor den landbouwer in het algemeen zeer gunstig, bovenal op het Hoogeveld, welks gematigd klimaat aan de blanken elke soort van landbouwar- beid veroorlooft. Op het Boschveld voornamelijk in het noorden is de werkzaamheid der blanke bevolking door de hooge temperatuur meer beperkt hier neemt de landbouw meer het ka rakter van planlagebouw aan. Niet alleen de theorie, maar ook de pruktyk leert, dat het Germaansche ras in deze gewesten good kan aarden en gedyen dat het klimaat zelfs in vele opzichten gunstig is voor de bewoners, al zyn er eigenaardigheden en sprongen by te ontdekken, welker nadeelige in vloed de emigant dooi' ervaring moet Volgens de laatste opgaven, onj liquid, die vau 1888 dagteekenen, bestonden er op grond van een bericht van den registrateur der akten 20.000 farms of boerenplaatsen, van welke ongeveer 16.000 in privaat bezit waren overgegaan, terwyl de Staat bezitter was van de overige 4000 plaatsen en van het on beheerde land. De grootte van elke plaats is nominaal 8750 morgen, maar dit cyfer is op verre na niet nauwkeurig, als een gevolg van de ongeregelde wy ze, waarop vroeger de plaatsen in bezit werden genomen. In 't geheel zouden ongeveer 50.000 acres land in cultuur zyn. De Staat is eigenaar van alle niet in de handen van particulieren zich be vindende landstreken. Volgens Schmeis- ser beloopt de oppervlakte van dat kroonland in totaal 36.500 K. M3., en daaronder in de lagere gedeelten zeer vruchtbare streken, die uitstekend voor den landbouw geschikt zijn. De gewoonte dat elke Transvaalsche burgerzoon bij derd. Wel zag zij in de verte de lichten van het station, maar bij het werk, dat zij vóór had, kon haar niemand helpen dan Hij alleen, wiens sterren boven haar hoofd flikkerden. Zy wilde een ongelukkige zoeken, een verloren ziel, dien zij in den eersten schrik van zich gestooten had het was niet meer liefde, nauwelijks nog medelyden, het was een bang voorgevoel voor ontzet tende dingen, dat haar dreef. „Wat kan hem het leven nog waard zijn zeide zij zacht, en dan dacht zij aan de alles verpletterende raderen van den trein en aan de meermalen in de couranten vermeld wordende gevallen van zelfmoord, waarbij de ongelukkige zich levensmoede op de rails werpt. Dit, en niets anders had zij in zijne ver duisterde oogen gelezen. Vol angst spoedde zij zich voort, tot zij eindelijk de spoorbaan in het oog kreeg, en toen ging zij maar steeds by de rails langs, zonder ook maar een oogenblik op te houden. Daar hoorde zij op het station het sein klinken, en kort daarop meende zy by de holte, die zy vrij dicht genaderd was, eene donkere schaduw door de boomen te zien glijden, ja, zy hoorde zelfs het kraken der dorre zijn meerderjarigheid van het gouverne ment een boerenplaats kon krijgen, is afgeschaft. Toch werden de niet in par ticulier bezit gekomen gronden aanvan kelijk bewaard voor de burgers der republiek. Volgens de occupatiewet van 1886 heeft de regeering der Transvaalsche republiek ook de macht, staatslanderijen aan Europeanen in bezit af te staan. Toch gaan bij de verdeeling der geoccu peerde plaatsen de Transvaalsche burgers en Afrikaanders voor. Veel van den Transvaalschen grond is echter in het bezit van buitenlanders en een groot deel in handen van land maatschappijen die uitgestrekte be zittingen hebben weten te verkrijgen om die weder van de hand te doen in kleinere gedeelten. De grootste dier maatschappyen, de Transvaal Consolida ted Land and Exploration Company, heeft ten doel een reeks plaatsen, die zy in bezit heeft langs aangelegde of ontworpen spoorwegen, beschikbaar te stellen voor emigratie. Het voorstel is aan elk emigrant 200 Eng. acres be bouwbaar land en weideland voor 5jaar kosteloos af te staan onder verplichting boomen te planten. Na vijf jaar zullen de emigranten het land voor 5 jaar tegen f 60 pacht kunnen behouden en na afloop van dien tjjd de keus hebben het land tegen een schattingsprys in P.l>P,ndom tft vprk-nicron nf waav om te beginnen, reeds een betrekkelijk niet gering kapitaal moeten bezitten, en vele der te bewerken voordeelen zullen aan de maatschappij komen. Echter heb ben wy op dit oogenblik alleen een uit treksel van de voorwaarden voor ons, zoodat wy ze niet in alle opzichten kunnen beoordeelen, zégt dr. Blink. Een Nederlandsche landverhuizingmaat- schappy welke niet naar hooge dividen den ziet, kan echter in de toekomst op goede opbrengsten rekenen als zjj den praktischen blik heeft om de juiste gronden te kiezen. Bovenal zal een dergelijke maatsch. met vrucht kunnen werkzaam zjjn, als zij veehouderij, landbouw en tuinbouw tot ontwikkeling weet te brengen, tech nisch en economisch te verbeteren. Nederlanders opgepast Terwijl men in ons land nog praat hoe we zullen voordeel trekken van den toestand, die in de Zuid-Afrikaansche takken. Het was wellicht een opgejaagd stuk wild. Maar wat was dat? Beneden op de rails, juist voorbij de kromming van den weg, lag een donker voorwerp. Het kon wel een ineengehurkt mensch zijn, die hier het einde van het jaar en dat van zijn leven afwachtte, het kon ook Marie had zich bij de helling laten neerglljden, zij riep half zinneloos een naam, greep met de handen naar het donkere wezen en voelde een ijskoud, onbewegelijk rotsblok. „En het licht aan deszelfs hemel is duisternis geworden Of het eenzame meisje ook aan deze woorden dacht, toen zy vruchteloos den steenklomp trachtte te verwijderen, terwyl van het station een langgerekt gefluit en een dof gerommel tot haar oor doordrong Het zal wel zoo geweest zyn, want terwyl hare beenen haar den dienst weigerden, en zy zich eene on macht nabij gevoelde, strekte zy, luid om hulp roepend de handen ten hemel. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1