DE LAATSTE TREIN.
No. 5
1
Zaterdag
O Januari.
1893-
eke
nagazijn
1)00.
7erz6keriD£
neid.
38e Jaargang.
FEUILLETON.
nde romans van
et Eiland.
n meer dan 50
lede raadsels,
ken, anecdo-
ibuasen, enz.,
prijs van 65
en, franco per
bij eiken Boek-
bij den Uitgever
REUS, 's-Bosch
iAUSCHI]
jevolgen van
Ziekten,
'enhage.
voorwaarden en
Individueele
ingen tegen alle
voor allerlei
drjjven, zoowel
eer aanbevelen,
Loodspersoneel
en Fabrieks
lopgaaf worden
i Hoofd-Agent,
IN OIJEN,
69
(okkade, vraagt
eene bekwame
3 Vr^-
3*
Y>
-r_
h
-c-
b-°
P
bri.-fcMncrU
vki .ven.
lfjf£
p
i
m-
ENDIENST.
50 6 30 6 50
10 20 10 40
1 30 2 2 20
4 20 5 5 20
6 6 40 7 20
50 10 10 10 30
10 1 20 1 40
3 50 4 10 4 30
- 8 30.
IE N S T
DDSLSOIIO 7.7
vm 4 50 5 55
Zeilmarkl.- vm
am 12 30 1 15
5 55 6 55 7 45
:ilmarkt Vlissriu
op werkdagen
12 35 1 20 2 5
7 7 50 8 35
Bfaldegbem.
5, 10.37, 1.18,
5,31, 6.9, 7.35,
S3, 8.24. 9.25
1.38, 4.32,
51, 6,29. 8.10
9.5, 9.45.
SMULIS.
35 b)
05
VLISSINGSCHE
courant
Prjjs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Vemhönt dagelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
II.
In ons vorig opstel, waarin wij stil
stonden bij gebeurtenissen, die meer in
het bijzonder betrekking hadden op ons
eigen vaderland, moesten wij noodzake
lijk gewag maken van de Vredesconfe-
I rende te 'sHage gehouden, op voorstel
van den keizer aller Russen.
Het althans ten deele mislukken van
die conferentie zal wel voor een groot
deel zijn toe te schrijven aan de omstan
digheid, dat van het oorspronkelijk plan,
om te beraadslagen over eene gedeeltelijke
ontwapening en eene daarmede gepaard
gaande vermindering van oorlogslasten,
geheel werd afgeweken. Het gewicht
van dat oorspronkelijk voorstel des Czaren
is vooral te zoeken in overwegingen van
economischen aard. De keizer zag in
zijne eigene omgeving, in dat groote,
maar nog zoo arme en onbeschaafde
land, de rampzalige vruchten van dat
leven op zoogenaamden voet van oorlog,
waardoor de kiem van alle stoffelijke
ontwikkeling overal wordt gesmoord.
Het bedreigt bovendien de staatkundige
ontwikkeling en de volksvrijheid, maar
zulke gedachten zullen natuurlijk by
een absoluut monarch niet hebben voor
gezeten.
Het in hoofdzaak op niets uitloopen
der conferentie die, juist wat het oor
spronkelijk doel betrof, geen resultaat
hoegenaamd had, zal ook wel daarvan
het gevolg zijn geweest, dat men niet
het beginsel van het scheidsgerecht
tusschen de volken meer beslist op den
voorgrond stelde en niet met alle macht
aanstuurde op het nemen van bepaalde
besluiten daaromtrent. De internationale
arbitrage toch zou van zelf ten gevolge
hebben wat de keizer aller Russen oor
spronkelijk heeft gewenscht, doch niet
verkregen, terwijl hij zelf voortgaat de
krijgstoerustingen van zijn onmetelijk
rijk uit te breiden.
Het gebeurde met Finland, dikwijls
met de Vredesgedachten van den Czaar
in verband gebracht, staat in werkelijk
heid geheel daar buiten. Finland te
beschouwen als een afzonderlijken staat,
waarover de keizer van Rusland toevallig
als groothertog regeert, dit gaat niet op,
waar toch het land indertijd door Zweden
aan Rusland werd afgestaan, nadat ha
door de Russen veroverd werd. Finland
heeft niet zijne volkomene zelfstandigheid
verloren, want die bezat het nietmaar
Naar
F. JACOBSEN.
ena ten hoog-
nuten.
iaaingen naar
5.)
Dat was het station. Van tijd tot
tijd weerklonk van daar een sissend,
fluitend geluid waarschijnlijk werd er
eene locomotief opgestookt en stoom
uitgelaten. Om middernacht kwam de
sneltrein van het zuiden en moest bij
bet station stilhouden, doch hij voerde
alleen eerste en tweede klasse. Braun
tastte in zijn zakhij bezat eenige
weinige grosehen oververdienste uit de
gevangenis, doch die zouden hoogstens
toereikend geweest zijn om met de
4e klasse Hamburg te bereiken. En mis
schien dat ook nog niet eons. Het beste
kou zeker nog zijn, in het stationsge
het heeft zekere rechten en vrijheden
verloren, die het tot nog toe behouden
had en die, helaas, in strijd waren met
het begrip der absolute heerschappij,
waarvan noch de Russen in het algemeen,
noch hun keizer zich kunnen of willen
losmaken. De meening, dat het anar
chisme in de vrije bewegingen der Finnen
steun en voedsel vond, schijnt genoeg
te zijn om hun het gewicht van het
hooge gezag wat meer te doen gevoelen.
Het feit, dat het volk Luthersch is, zal
de zaak niet beter hebben gemaakt.
Van den oorlog tusschen de Engelschen
en de Zuid-Afrikaansche republieken
zullen wij thans niet veel zeggen althans
niet wat dien oorlog zelf betreft. Men
heeft beweerd, dat Engeland zich steeds
zou hebben verzet tegen de toelating
van beide Staten ter Vredes-conferentie.
Daarom werd door de Nederlandsche
regeering geen ernstige poging daartoe
gedaan.
Maar ten opzichte van den Vrijstaat,
een volkomen onafhankelijk en zelfstan
dig rijk, zou Engeland die weigering
nooit hebben kunnen rechtvaardigen.
Intusschen, het blijft de vraag of de
toelating den oorlog zou hebben kunnen
voorkomen. Het was sinds lang de
toeleg van Engelsohe staatslieden en
industrieelen, om van nog hooger ge
plaatste personen nu niet te spreken,
om zich voor de Engelsche onderdanen
van eene volkomen vrije stelling in
Transvaal te verzekeren, die hen in
staat zou stellen den inhoud der ontdekte
goudmijnen en diamantvelden te bemach
tigen. Een streven van dien aard
dagteekent van jaren her. Reeds vóór
Jamesons bekenden inval bestond dit
streven, was het in Afrika bekend en
bereidde men zich ernstig voor op ge
beurlijkheden, die eigenlijk niet kon
den uitblijven,tenzij de Engelsche regee
ring eene andere staatkunde had gevolgd.
Aan Jozef Chamberlain, zelf oud-indus-
triëel en persoonlijk belanghebbende en,
door de zegeningen van het Engelsche
parlementaire stelsel thans minister van
koloniën, komt de twijfelachtige eer toe
een der schandelijkste oorlogen te hebben
uitgelokt, die ooit werden gevoerd. Hij
heeft de vermeende grieven der Engelsche
onderdanen in Tiansvaal hemelsbreed
uitgemeten, opzettelijk misverstand doen
ontstaan bij de onderhandelingen over
het aan hen toekennen van meerdere
rechten en de inmiddels of- en defensief
verbonden republieken door de samen
trekking van een legermacht aan hare
bouw een onderkomen te zoeken men
zou hem* bij zulk een koude toch niet
buiten de deur zetten en hem wel een
plaatsje in de kolenloods gunnen.
Aan iets anders dacht de ongelukkige
nog niethij was lichamelijk te zeer
uitgeput en verlangde thans alleen naar
rust. Op het station was buiten het
sissen en fluiten der locomotief geen
ander geluid waarneembaarnatuurlijk
wie niet te bed het nieuwe jaar
insliep, die zat by de warme kachel en
deed het oude jaar vroolyk uitgeleide.
Braun was het venster der wachtka
mer Ille klasse genaderd en trachtte
naar binnen te kyken het was hem
toch niet onverschillig wie zich daar
binnen ophield. Door de felle koude had
hij geheel vergeten wat Marie Ullrich
hem had meegedeeldnu zag hij echter
plotseling op weinig schredon afstand
het gelaat voor zich van den man,
dien hij het meeste haatte, door wien
hy zich in het ongeluk geraakt en ver
raden waande. En juist dit enkele
oogenblik deed met de snelheid van den
bliksem eene gedachte bij hem opkomen,
die als een sluier over zijne ziel viel
en alles verstikte wat uit het verleden
nog in hem leefde van menschelijke
°renzen, gedwongen om de handelingen
der Engelsche regeering als eene oorlogs
verklaring te beschouwen.
Ook al wordt deze oorlog niet voort
durend door de zoogenaamde Boeren met
het tot dusver behaalde succes gestreden,
het lijdt geen twijfel dat hunne stelling
er door versterkt, die der Engelschen
in Zuid-Afrika er daarentegen aanmer
kelijk door zal worden verzwakt en dat
de oude leuze van de sterk naar vrijheid
strevende kolonisten, „Afrika voor de
Afrikaanders", thans weer met kracht
aangeheven, hare verwezenlijking er zeer
door zal bevorderd zien.
Te langzame tred.
Het schijnt dat dit ministerie het bij
de geavanceerd liberalen van het slag
als de heeren Heldt, Veegens en Fokker
verkorven heeft. In hun orgaan de
Vooruitgang maken zij aldus de balans
van het tegenwoordig kabinet op.
„De wetsontwerpen van dit ministerie,
welke schier dralend werden afgehandeld,
zijn weer evenals de vroegere hoogst-
middelmatig van karakter, en ofschoon
zelfs de vrienden van dit bewind het
niet verhelen, dat zijne wetgevende
producten verre blijven beneden de
eischen, die zij zouden willen gesteld
zien, schijnt de berusting waarmede die
wetsvoordiachten worden geslikt, met
het jaar grooter te worden.
Die verlammende werking van een
krachtelooze leiding springt niet zoo
sterk in het oog, wanneer men het
eene jaar met het andere vergelijkt,
maar wel wanneer men terug gaat tot
den tijd vóór de jongste algemeene ver
kiezingen. Dan schijnt ons de loop van
de gebeurtenissen van dat vrsegere
tijdstip tot het huidige, gelijk aan die
van een rivier die bruisende van de
rotsen schietend, inde vlakte gekomen,
haar gang heeft vertraagd, om einde
lijk dood te loopen in een modderig
moeras.
De opgewekte geest van vroeger is
reeds sedert lang gebluscht, de dreigen
de wijsvinger van de vrijzinnig demo
cratische kamerclub, bij het eerste be-
groolingsdebat opgeheven, is gezakt,
elk jaar worden de discussies met de
Regeering slapper en matter, en de
uitingen welke de club vooral in den
laatsten tijd heeft gegeven, naderen
aandoeningen en vriendelijke herinne
ringen. De beide mannen in de wacht
kamer praatten bedaard met elkaar
doorde wijzers der klok gingen ruste
loos vooruit en bij den overgang van
het oude in het nieuwe jaar stond een
dier donkere schaduwen, die onbarm
hartig in ons leven ingrijpen, zoo niet
een barmhartiger en machtiger hand ons
hoofd beschermt.
Ongeveer een half uur voorbij het
station maakte de spoorbaan eene bocht
naar het bosch en ging dan verder door
een diepe, smalle geul. Dit was de
zoogenaamde holte, waar de sneeuw
zich dikwijls ophoopte en om den wille
waarvan Sch&fer zich met zijne loco
motief op het station bevond. Aan beide
zijden der holte liepen brokkelige rots
wanden, waartusschen hier en daar Jage
pijnboomen waren ontsproten, vrij' steil
in de hoogte.
Jozef Braun kende in deze streek
eiken voet gronds zoo goed als zichzelf
zy had tot zijn vroeger district behoord,
en hij zou ook zonder behulp van het
maanlicht elk pad, eiken boom hebben
gevonden. Hij ging, nadat hij het station,
zonder gezien te worden, had verlaten,
een eind den landweg op, sloeg toen de
meer en meer het onvoorwaardelijk
ministerieel
Ook ten opzichte van andere niet
geestverwante groepen in de kamer
schijnt deze Regeering met succes de
kunst toe te passen van vriendjes
houden en zijn er nog slechts een paar
groepjes, die de prikken levend houden.»
Over den Oorlog.
Een zich „Jan de Wasscher" titulee-
rende schrijver zegt in een 's Graven-
haagsch blad zijn gevoelen over den
teger,woordigen oorlog in Zuid-Afrika.
Aan het slot zijner beschouwingen die
echter weinig nieuws voor ons bevatten,
noemt hy de mogendheden die officieren
zenden naar de Engelschen, dwazen.
Onze minister van oorlog is echter
volgens „Jan de Wasscher" niet zoo dom.
„Met zijn Russischen collega is hij de
eenige, die het gewicht inziet van
de door de Boeren gevolgde taktiek en die
durft. Daartoe hoort verstand, daar
toe hoort moed, van zijn kant nog
duizendmaal meer dan van den Russi
schen Minister. „Maar zou dat zenden
van die officieren by Minister Eland
alleen ten doel hebben een studie te
maken van de krijgskunst der Boeren
Ik kan dat niet gelooven een man met
zulk een scherpen blik en vasten wil
gaat, naar zijn meening, verder. De
legerorganisatie komt aan de beurt.
Met de aanneming daarvan zou de
minister Eland het einddoel van zyn
wenschen bereikt hebben, zeggen velen.
Ik geloof dat niet, zegt de schrijver.
Zal de langere diensttijd dan reeds
plaats hebben voor een 8-maandelijk-
schen, in de toekomst en altijd als
hem tijd en gelegenheid gegeven wordt,
zal een man als minister Eland verder
willen gaan. Hij beschouwt zijn leger-
organi-atie als een overgangsvorm en
zal als eindvorm een volkswapening tot
stand willen brengen, op Tranvaalsche
leest geschoeid. Zie, dat zou nu eerst
het ideaal zyn van elk rechtgeaard
Hollanderniet het gedril in de kazer
nes, maar vroom en frank, uit vryen
wil, voor Koningin en vaderland I
Zoo stel ik mij de opdracht voor,
die de uitgezonden officieren van hun
Minister hebhen megekregen. Maar ook
zonder die opdracht in den vollen om
vang, alleen door het overmoedig
Engeland te toonen, dat de Nederland
sche Leeuw ook al zijn er heel wat
kiezen van geplombeerd, toch nog een
paar flinke tanden tot zijn dispositie
heeft om onder angst en vreezen van
richting van het bosch in en ijlde met
groote sprongen over de heide. Voor
hem vloog krassend een raaf op en
raakte met de vleugels bijna zijn voor
hoofd hij lette er echter niet op en
verwaardigde haar nauwelijks met een
blikeen door een vos opgejaagde haas
liep over zyn pad, doch zijn jagersoog
zag het niet hij snelde maar voort,
alsof hij zelf achtervolgd werd. Eindelijk
namen do eeiste boomen hem in hunne
schaduw op. Thans keek hy voor de
eerste maal achterom, als wilde hij zich
vergewissen, dat geen menschelijk oog
hem gezien had, en liep daarop lang
zamer langs den rand van de gleuf, uit
welker diepte de door de maan besche
nen rails hem tegen glinsterden. Een
maal steeg hij omlaag en legde zjjne
hand als onderzoekend op het koude,
met eene ijslaag bedekte metaal, en
daarbij ging eene zonderlinge rilling door
zijn lichaam. In de holte had zich geen
sneeuw opgehoopt, zy werd door het
maanlicht vrij beschenen, en zoo kon
Braun den loop der glinsterende rails
vry volgen. Echter niet ver, want onge
veer vijftig schreden verder maakten
zij eene bocht. Tot hiertoe liep hij door
en keek toen om. Het was juistals
van zich af te hijten als het moet,
toont Minister Eland zich de waardeering
van het Nederlandsehe volk ten volle
waardig, omdat hij de door Beaufort
vertrapte eer van Nederland redt."
Adres aan koningin Victoria.
Op dit adres is door vijfentwintig
vrouwenvereenigingen in ons land en
verschillende andere in het buitenland
geteekend.
Van eene beweging der vrouwen blijkt
echter nog niets.
Spoorwegconducteurs.
Men weet dat een aantal conducteurs
van het staatsspoor in verband met de
vele vertragingen in den treinenloop in
hun loon gekort zijn.
Het volgende wordt in het tijdschrift
„Hou en Trouw" omtrent den werk
kring dezer ambtenaren medegedeeld
In zeer ongunstige condities werken
ook de conducteurs. Zij moeten aan
de tusschenstations in zenuwachtige
haast een groot aantal deuren openen
en dichtslaan (de sluitting der Neder
landsche waggons moge uiterst zeker
zijn, zy werkt stellig niet vlug boven
dien is de medewerking van het publiek
hier te lande zeer gering)zijn belast
met eene omvangrijke administratie, die
onderweg moet worden bijgehouden, en
eindelijk, en dit is niet zoo algemeen
bekend, is hun eene voortdurende con
trole van den machinist van den trein
in verband met de ^einen opgedragen.
Eene nauwgezette vervulling van hunnen
plicht behoort voor vele conducteurs
dan ook tot de onmogelijkheid. Hunne
loonen varieeren van een minimum
voor conducteurs 2e klasse van flAO
tot een maximum van f2.20 voor
hoofdconducteurs. Het is bijna onnoodig
opnieuw te zeggen, dat ook hier lage
loonen en de gevolgen daarvan, en t8
veel werkzaamheden van verschillende
aard gedurende te langen diensttijd
samenwerken om het gevaar op onzen
spoorwegen te vermeerderen.
Opleiding veldtelegrafist.
De minister van oorlog brengt ter
kennis van militieplichtigen der lichting
1900, die als telegrafist werkzaam zijn
en in aanmerking wenschen te komen
voor opleiding tot vestingtelegrafist, dat
zij daarvan hebben te doen blijken,door
zich vóór 20 Februari schriftelijk tot het
departement van Oorlog te wenden,met
opgaaf van naam en voornaam, woon-
van gindschen kant een trein naderde,
kon de machinist nauwelijks tien pas
vooruit op den weg zien.
Wat was dat Braun hoorde eensklaps
een schsrp klinkend geluid, dat met
regelmatige tusschenpoozen steeds nader
kwam. Met een paar sprongen was hij
weer boven op de hoogte en school hij
weg achter een met mos begroeid rots
blok, dat half over den rand uitstak.
Beneden tusschen de rails naderde lang
zaam een donkere gestalte, die zich van
tijd tot tijd bukte en met een hamei-
op de rails sloeg. Zonder op te zien,
alleen lettend op zijn werk, ging de
man voorbij en verdween al spoedig in
de duisternis. „De baanwachter," zeide
Braun zacht, „nu is de weg nagezien."
Hij kende den man van vroegerhet
was een oppassend beambte en vader
van verscheidene kinderen. Braun had
een zeker gevoel van bevrediging, dat
de ander hem niet gezien had, dat bij
hem zonder argwaan gepasseerd was.
Het had ook anders kunnen zyn, en
dan het zou hem gespeten hebben
om den man. Kling klang zoo
klonk het nog eenmaal tot hem door.
(TPorcZf vervolgd.)