Gemengd N1 en ws. terugkoeren en meer dan vroeger kaarten aan boord van schippersvaartuigen moes ten worden uitgereikt. Verwaarloosde kinderen. Het bestuur der „Vereeniging tot opvoeding van halfverweesde, verwaar loosde en verlaten kinderen in het huis gezin" is voornemens den werkkring dezer vereeniging aanmerkelijk uit te breiden door te pogen in verschillende plaatsen van ons land zelfstandig wer kende afdeelingen op te richten. Een daartoe strekkende statuten-wijziging is door het bestuur opgemaakt en zal aan het oordeel der algemeene vergadering worden onderworpen. In plaatsen waar acht leden, begunstigers of beschermers gevestigd zyn, zal eene afdeeling kunnen worden opgericht, wier bevoegdheid in overleg met het hoofdbestuur zal worden vastgesteld. Het bestuur verwacht van dezen maatregel vooral toeneming van het aantal leden, wat zeer noodig is om aan de vele aanvragen tot opneming van kinderen ter opvoeding te kunnen vol doen. Een statistiek. Volgens het overzicht van den heer De Mouchy te Rotterdam bewogen de prijzen der granen zich in 1899 binnen vry enge grenzen. Rogge varieerde van f 135 tot flóO per 2100 KG.; gerst van f 135 tot f150 en f100 tot f130 per 1950 KG., Zeeuwsche tarwe van f175 tot f 205 Amerik. roode winter van f 180 tot f 220 en die van de Zwarte Zee van f165 tot f185, alles per 2400 K.G.mais van f4,75 tot f5,50 en haver van f 5,90 tot f 6,50 per 100 KG. De aanvoer bedroeg van tarwe 325425, rogge 159885,mais 251357,gerst 135243, haver 163280, boekweit 7965, boekweit- grutten 2642 en lijnzaad 58034 last. Tot 27 Dec. werden ingeklaard 6901 schepen met 9,754,745 registerton of 27,549,328 Ma inhoud, d. i. een toename van 10 pet., zoowel wat de schepen als de lonnenmaat betrelt. De geldmarkt werd door de politiek geregeerd. Het disconto der Ned. Bank rees tot 5 pet., een reeds vergeten cijfer. Het verbruik van petroleum heeft zich de laatste jaren niet zoo belangrijk uit gebreid. De aanvoer van 1899 wordt getaxeerd op 1,070,000 units a 150 KG. Waarschijnlijk heeft de niet onbelangrijk gestegen prijs daaraan schuld, gepaard met het gebruik van muntgasmeters. De prijzen varieerden van Januari tot Juni van f10 tot f9,50. Na Juli trad een prijsverhooging in die steeg tot f 12,35. Haven voor Dordrecht. De heeren N. M. Bouvy, D. Brand, C. Gips, N. Roodenberg, J. Salomonson, M. L. C. Staring, J' Vriesendorp en Zonen en J. A. Wijers hebben aan den ge meenteraad van Dordrecht een plan aangeboden voor een zeehaven door Dordrecht, ontworpen door de ingenieurs Beversen en van Heurn en begroot op 985.000. De haven is ontworpen beneden de spoorbrug in de gemeente Dubbeldam, aan den oostelijken oever van het Malie- gat met den toegang op ongeveer 2 KM. bezuiden de bestaande spoorweghaven. Volgens een Haagschen correspondent der ,,N. Gron. Ct." zou onlangs aan ook, dus het was er wel om uit te houden. Hè 1 wat huilt de wind, hot is alsof hy de sneeuw tegen de vensterruiten op zweept I Maar hoe nu Het oproer in de natuur kwam zoo plotseling tot staan, was zoo overwacht, dat Marie zich ontsteld oprichtte en luisterde. De storm kwam echter niet terughij was gebroken, evenals een boom, die door den bliksem wordt geiroffen. Thans kon men duidelijk elk geluid waarne men, dat uit het woud weerklonk, het breken van een tak, het krassen van een raaf, en ook nog wel een ander geruisoh, dat ons in de eenzaamheid, als wy moederziel alleen zijn, eerder met vrees, dan met vertrouwen vervult. Het jonge meisje stond op en keek op de klok. Zij wees half tien en de wijzers gingen zoo langzaam vooruit, als wilde het oude jaar nimmer scheiden. „Wij mogen den tijd niet vooruit wenschen," zeide zij zacht; „wie weet, wat het volgende uur ons brengt. Het was misschien het beste, het nieuwe de Koningin op een van haar tochtjes op schaatsen het volgende zijn over komen. Het gezelschap der Koningin ging over de spoorbaan van de eene naar de andere baande wachter, die in de buurt op post stond, ging op de dames en heeren toe en merkte op, dat het streng verboden is, over den spoorweg te loopen. „Maar 't is de koningin," merkte een der heeren op. „Dat weet ik", antwoordde de wachter met den hoed in de hand, „en ik vraag eerbiedig excuus, maar recht is recht en mijn instructies maken voor niemand een uitzondering". Men stoorde zich niet aan het verbod en reed verder, maar de wachter maakte rapport van het gebeurde. Natuurlijk is er geen gevolg aan ge geven, zegt de briefschrijver. Het zou ons verwonderen, zegt de Haagsche Ct., als dit de Koningin aan genaam is geweest. Ons dunkt, zij zou 't veel beter hebben gevonden als ook de directie had gezegd recht is recht en H.M., in den eerbiedigsten en wellevendsten vorm, had bekeurd. Volgens de N. R. Ct. is mevrouw Noordewier Reddingius verzocht te Bayreuth te komen zingen, doch heeft zij die uitnoodiging afgeslagen, daar zy zich in geen geval aan de dramatische kunst wil wijden. Weer een bewijs dus dat onze musici ook over de grenzen van hun land op gang maken. Tot dusver waren ambtenaren en beambten der Staatsspoorwegmaatsch. verplicht ook al behoorden zij ook niet tot het zekerplichtig personeel, een borg tocht te storten om mogelijke schade te verhalen, Thans heeft de maatschappij besloten de aan borgtocht gestorte bedragen aan de eigenaars of rechthebbenden terug te geven en slechts voor eenige categorieën van rekenplichtige ambtenaren de ver plichting tot borgstelling te handhaven. Vlissinffen 9 Januari De blijken van belangstelling die den heer G. A. Vorsterman van Oye, hoofd der openbare school te Aardenburg bij gelegenheid van zijn 40jarig jubilee als zoodanig gisteren ten deel vielen, waren vele en velerlei. De gemeente was in feestdos, en bij monde van den burge meester, den heer mr. P. C. J. Henne- quin, had hij de meest hartelijke geluk- wenschen in ontvangst te nemen. Doeh ook van buiten de gemeente, van tal van oudleerlingen werden den ge- achten jubilaris in allerlei vorm bewijzen van hoogachting toegezonden. Aardenburg en de Aardenburgers mogen trotsch zijn op het schoolhoofd dat om zijn degelijke kennis door het geheele land bekend is. Bij Kon. besluit is de heer G. A. Vorstermanvan Oyen, benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau, Men schrijft ons Dinsdagavond is een van Axel komend rijtuig met 2mannen, 2 vrouwen en 2 kinderen, wonende in den omtrek van Sluiskil, door het schichtig worden van het paard, in de duisternis te water ge- jaar maar slapende in te gaan, doch als vader thuis komt en de deur opent, word ik toch verschrikt wakker. En ik wil niet bang zijn I Wel, Nimrod, wat scheelt je nu, waarom brom je De groote hond had den kop opge heven en zacht gejanktthans kwis pelde hy met den staart, „Gy zijt een trouwe beschermer," ging het meisje liefkoozend voort, „gij zijt sterk en zorgt er wel voor, dat mij niets over komt, maar een dom dier blijft gij toch." Zij keek een oogenblik besluiteloos rond, liep daarop naar den boekenhanger en nam er den huisbijbel af. Deze viel van zelf open op eene plaats, die anders zeker weinig opgeslagen werd, en wel allerminst bij het begin van een nieuwen jaarkring paste. De woorden, in welker- lezing Marie'zich geheel scheen te ver diepen, waren Jesaja 5, vs. 30 „Als 't gebulder der zee zal in dien dag hun bulderen zijn I Dan ziet men om 't land, maar ziet 't is donkerheid, 't is angst, en het licht aan deszelfa raakte met het treurig gevolg dat alleen de mannen zich konden redden en de overigen verdronken. Men schrjjft ons uit IJzendijke Op 28 Dec, genoten wij alhier van eene soiree amusante, gegeven door den heer Lucien Hol, karakter-humorist te Breda. Wij genoten zeg ik, en dat is de goede uitdrukking. Mijnheer Lucien! wij zijn verheugd met u kennis gemaakt te hebben, alsook met uw on verbeterlij ken pianist, die de kleine pauzen gezellig aanvulde, en hopen u weer spoedig in ons midden te zien. IJzendijke zal niet spoedig uwe aangename voordrachten vergeten en wij wenschen u in Sluis evenveel succes toe als hier. Kcchtszake n. Mr. Troelstra in hooger beroep, Gister diende voor den Hoogen Raad het cassatie-beroep van mr. P. J. Troel stra tegen het arrest van het gerechtshof te 's Gravenhage, dat hem wegens smaad jegens den officier van justitie te Leeu warden tot 1 maand gevangenisstraf veroordeeld had. Mr. J. Limburg, requirants raadsman, wees er op dat zijn cliënt vóór het plegen van, den hier bedoelden smaad reeds pogingen tot invrijheidsstelling van de gebroeders Hogerhuis had aan gewend en betoogde in verband hier mede, dat requirant toen hij het onder havige feit pleegde, alle middelen ter bereiking van het door hem beoogde doel (invrijheidsstelling van de gebr. Hogerhuis had uitgeput) zooals de rechtbank overwoog, die den beklaagde van alle rechtsvervolging ontsloeg. Voorts constateerde pleiter, dat het Hof niet ontkend heeft dat bekl. in het algemeen belang heeft gehandeld. Het Hof was alleen van oordeel dat art. 261, alinea 3 van het Strafwetboek niet ten doel heeft de wijze van optreden van bekl. te beschermen. Het betoog van bekl. kwam hierop neder, dat het Hof meergenoemd artikel zou hebben geschonden, door pleiter dan ook als cassatiemiddel gesteld. De geschiedenis van art. 261 al. 3 geeft volgens pleiter niet veel licht, maar er is z. i. niets in te vinden, dat wyst op eene beperking van de betee- kenis „algemeen belang" als door het Hof wordt geleerd. Men heeft zich vol gens pleiter ten deze alleen aan de duidelijke woorden van de wet te houden. En wanneer de Hooge Raad dit doet, dan verwacht pleiter niet anders dan eene bevestiging van het voor bekl. gunstige vonnis van de Haagsche recht bank. Behalve het principieele stelde pleiter ook nog een vormmiddel van cassatie voor. Advocaat-generaal mr. Patyn, zal 15 Januari conclusie nemen. Bijna overal is door den aanhou den dooi het ijs geheel of grootendeels opgeruimd. De Maas voor Rotterdam is geheel vrij. By Gouda is gisterenavond om streeks half zeven een zwaar beladen goederentrein gedeeltelijk ontspoord, echter zonder persoonlijke ongelukken te veroorzaken. De materieels schade is zeer groot. De oorzaak der ontsporing is nog onbekend. De wisselwachter Drees te Olden- zaal is door een trein overreden en gedood. Te Veendam is een kind van den schipper v. d. W., tengevolge van het hemel is duisternis geworden." Het was zonderling, dat juist deze woorden Marie zoozeer aantrokken Bij het lezen er van had zij als het ware i een voorgevoel, dat deze voorspelling, die op een geheel volk betrekking had, in haar eigen leven zou ingrijpen. „Stil, Nimrod, koest I Wat scheelt dien hond dan toch Zij keek van den bijbel op naar den hond. Het dier was opgestaan van zijn warm plaatsje naast dq kachel en liep langzaam, al snuffe- .lend, naar het venster. Het meisje volg- j de hem en wierp een blik naar buiten, i Er was niets bijzonders te zien de I toppen der omstaande boomen staken donker af tegen de lucht, en in de verte waren de lichten van het station j zichtbaar. Dat was een geruststellend gezicht, al was ook het gebouw veel te I ver af, om het te kunnen beroepen. Maar men zag toch, dat zich op de eindelooze heide nog meer menschen bevonden, al lag de houtvesterswoning dan ook ver van den weg. Dit laatste drinken uit een ketel, gevuld met koken de koffie, onder een smartelijk lijden overleden. Te 's Ilage is op oudejaarsavond in een huis aan den Schenkweg by af wezigheid der bewoners voor eene som van ongeveer f 4000 gestolen. Er is dien avond in de hofstad geducht ge vochten enkele goed toegetakelde slacht offers liggen in het hospitaal of het Gemeente-ziekenhuis. Bij het ontruimen van herbergen op sommige plaatsen moest de politie geweld gebruiken en kregen zoowei politie-agenten als bur gers gevoelige klappen. Een 58jarige vrouw, die te veel aan Bacchus had geofferd, sprong te water, werd er uit gehaald, doch overleed spoedig daarna. Influenza. Er heerscht op het oogenblik te 's Gravendeel, volgens de „Dordt. Ct.," een ware influenza-epide- mie. waaraan velen bezwyken, meestal menschen op gevorderden leeftijd en zij wier ademhalingswerktuigen al niet in orde waren. Ook van elders komen dergelijke berichten. In het Algemeen Politieblad zijn gedurende het afgeloopen jaar 1899 ge signaleerd in afdeeling I 1149 en in afdeeling II 6306, totaal 7455 personen. Verleden week is door de Nationale Bank van België aan de Banque de France verzonden drie millioen francs in stukken van 20 sous, die bevat waren in 260 zakken, die elk eene waarde van 11,500 francs vertegenwoor-„ digden en een totaal gewicht hadden van ongeveer 15,000 kilogram. Op den wagen die den schat bevatte, stond geschreven „Oesters." Sedert het begin van den Trans- vaalschen oorlog heeft het Mililarwochen- blatt eene reeks van artikelen geleverd, waarin de Engelsche generaals en offi cieren alsmede hunne in Zuid-Afrika ge volgde methode aan eene strenge critiek worden onderworpen. Goed ingelichte personen zeggen dat de schrijver van die artikelen niemand anders is dan Wilhelm II. De keizer zou namelijk het voorbeeld volgen van zijn grootvader Wilhelm I, die ook gaarne militaire quaesties in de Kreuzzeitung behandelde. Te Saint-Jean-Ligoure, in Frank rijk, heeft zich het volgende onwaar schijnlijke geval voorgedaan. Een 20 jarig jongman vroeg om bief stuk aan zijne grootmoeder. Toen deze het hem weigerde, zeide hij eenvoudig „Goed, ik zal het toch wel krijgen 1" Met een bijl kapte hij zich toen vier vingers van de linkerhand af, hakte ze fijn en legde ze in een schotel op de kachel om ze te bakken. Hij wilde ze eten. Wachtende dat ze gaar zouden zijn, ging hij zingende de straat op. Op het gezicht van zijn afschuwelijk verminkte hand, vielen eenige personen flauw, zoo hevig was de wond. Men verhaalt verder dat de ongeluk kige niet krankzinnig was, maar een voudig dronken. Hij is nu naar een hospitaal gebracht. Te Parijs is f 1700 door de daar wonende Nederlanders voor de Boeren bijeengebracht, bovendien is bij den consulgeneraal van Transvaal aldaar ruim 14000 ontvangen- D e „z w a r t e" K r u g e r. Tee kenend voor den volksgeest te Londen is de weinige kennis, die het groote publiek er nog altijd van Z.-Afrika heeft, is het verslag van een zaakje, dat er eergister voor de politie-rechtbank werd behandeld. Een groote, zwaargebouwde neger stond terecht wegens wangedrag en gebruik van dubbelzinnige taal. „Ik hoop," zei de neger, zich verde- was op dit oogenblik eigenlijk eene geruststelling voor het eenzame meisje als er in dezen bitter kouden nacht werkelijk slecht volk op den landweg rondliep, tot hier zou men zeker niet doordringen. En toch daar knarste de sneeuwDe houtvester kon het niet zijn, want Nimrod begon plotseling luid te huilen en krabde verwoed aan de deur, Marie voelde, dat hare beenen begonnen te knikkendoch toen viel haar oog op den muur, waar een ge laden geweer hing. Zij greep het schielijk, maar tegelijk bedacht zij ook dat de huisdeur immers gesloten was en dat haar van die zijde dan ook geen gevaar- bedreigde. De vensters waren echter niet afgesloten, en zijzelve stond in het volle schijnsel der lamp. Haar eerste gedachte was, het licht uit te doen, of in eene donkere kamer te vluchten, doch toen hoorde zij iets anders, wat haven angst vermeerderde. Eene onzekere hand betastte de klink der huisdeur, en groote God de deur ging open. Wordt vervolgd.) digend, tot den politie-rechter, „dat u elk woord, dat ik spreek, zal gelooven, want het zal als 22 karaats goud zijn. (Gelach). Zaterdagavond ging ik naar een café-concert toen enkele lieden mij „Old Kruger" noemden, wat ik als een beleediging opvatte. Toen ik de zaal weder verliet, noem den dezelfde menschen mij weder „Old Kruger" en lachten mij uit. Ik beklaagde mij bij een agent, doch deze zeide mij, dat ik dan maar in mijn eigen land had moeten blijven. Maar ik kom niet uit Transvaal, ik kom uit Philadelphia. Als men mij met rust laat, ben ik als Johannes, maal ais mer mij beleedigt ben ik als Petrus. „Wat is uw beroep," vroeg de rechter. „Ik aarzel om het te zeggen, maar ik ben koopman, ik verkoop lucifers, zakdoeken en horlogekettingen." >Het is dwaas van 't volk om u uit te lachen wegens uw kleur. Doch gij moet daarboven verheven zijn. Johannes en Petius zouden het eveneens ge weest zijn." „Neen, Petrus zou ze de ooren hebben afgehakt. (Gelach). De rechter veroordeelde den geplaag- den man tot tien shilling boete. (Tel.) Aanschouwelijk onderwijs. De militaire attachés hebben in ge- zeischap van generaal Bulier een bezoek gebracht aan het slagveld van den 15n December. In een Engelsch blad vertelt een rijke Engelsche boer in den omtrek van Highlands, in N-atal, van de bezetting van zijn hoeve door de Boeren voor zij voor Buller's nadering, op Colenso teruggetrokken waren. Hij getuigt, dat de Boeren behalve weeigaloozo krijgslieden, uiterst beleefde en fatsoenlijke menschen waren. Hij had zich over de duizenl en meer Boeren, die op zijn plaats ge weest waren, niet te beklagen, alleen over twee Engelschen in hun midden. Tegenover zijn vrouw gedroegen de Boeren zich met groote hoffelijkheid. Eens bij het voorbijtrekken van een talrijk kommando, namen zij man voor man den hoed voor zijn vrouw af. Voor de ossen, die hem afgenomen werden, kreeg hij een kwitantie op Pretoria. Toch leed hij schade, o. m, werd zijn draadheining over een 65 IC. M. meege nomen. Gelijk men weet, gebruiken de Boeren die voor het versperren van hun schansen. Bij den zesdaagschen wedstrijd te New-York ging een student in de medi cijnen met een vriend een weddenschap aan over de kansen van eenigen rijder. De heeren kregen daarna ruzie, en de een schoot onmidellijk den ander een revolverkogel in 't lichaam. Toen wier pen zich vierhonderd toeschouwers, die daar bij stonden, op den student, en twintig politieagenten waren noodig hem te ontzetten, 't Voorval gaf overi gens volstrekt geen oponthoud in den krankzinnigenwals om de baan heen. De menschen dachten dat 't een uur schot was, was, en het „go on klonk maar door. De Amerikaansche bladen vinden zoo'n enkel moordje uit sport-overspan- ning blijkbaar de moeite van 't moe deelen niet waard. N. R. Ct. Men weet dat in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika de sympathie voor de Boeren zich steeds luider uit. O.a. werd te St. Louis in eene meeting het besluit genomen een fonds te ver zamelen van 1 millioen dollars om schepen uit te rusten en te zenden naar Zuid-Afrisa om de Boeren dei- republieken te helpen in hun strijd voor hunne onafhankelijkheid. Dit besluit werd met algemeene stemmen genomen „De Star" schrijft over Rhodes en Kimberley „De „Daily News" en andere voor standers van de oorlogspolitiek beginnen onrustig te vragen ol het ontzet van Kimberley den prijs, dien het kost, waard is. De verklaring, die er van gegeven wordt, is, dat „politieke over wegingen de verdediging van die stad geboden", en men beweert, dat „de ge vangenneming van Rhodes grooten in vloed zou hebben". Met anderewoorden, kostbare levens worden bij honderden opgeofferd en geld wordt haast onbe perkt verkwist, ten einde Rhodes ge noegen te doen en zijn ondernemingen te stutten. Hij ging naar Kimberley, naar het schijnt, om de regeering te dwingen, daar troepen heen te zenden en zoo zijn diamanten te beschermen. Zijn huurlingen hieven het gebruikelijke koor van aanbidding voor zijn „moed" aan. Sedert heeft hij zich aldaar aange steld, medaljes uitgeloofd alsof hij een vorst was en gezorgd, dat zijn doen en laten ter kennisse van de menschheid werd gebracht. Het schijnt niet voldoende dat hy en zijn bende geldavonturiers Engeland in een verderfelijken en onteerenden oorlog hebben gebracht. Zij hebben door Rhodes in Kimberley te zetten het legerbestuur ook tot een veldtochtpl; waaraan het anders ni gedacht. Deze medeplichti misdaad hééft het rijk al b poetsen gebakken, maai de ergste van allen, - rechtstreeks aansprakelijk en het lijden van hom Verels. voor de vernedei onze nederlagen geleden t verlenging van den oorloi deling van kosten. En ni vragen, gelijk de Standar jvan de uitlanders: „is hij AFRIKA. In den laats Engelsche bladen maai de gelegenheid geweest overwinningen te melder het hun dus niet ten kw zjj met groote ingenome maken van eene overw raai French bij Rensbui heid van Colesberg op de Generaal French heeft volgende naar Kaapstad geseind Te Rensburg de helft sche regiment en een schut achterlatende om het front in bedwang te ik Zondagmiddag omóui met een half regiment eskadrons cavalerie, 80 risten en 10 vuurmondt hoeve rustte ik 4 uur, morgen om half vier be! dat Colesberg van het we: De voorposten van den verrast. Bij het aanbrek bombardeerde ik het la de rechterstelling van de geschut krachtig antwo de kanonnen op den ree den vijand tot zwijgen e monstratie met cavalerie noorden van Colesberg r punt van den spoorweg, lager van den vijand op en een stelling bezet vai Colesberg tot aan het Onze stelling sneed den vi tocht af naar de rijbrug. Boeren trokken met twe Norvalspont terug. Onze 3 gesneuveld en eenigen Volgens de Times French den rechtervleu om en heeft ook nu een i hun terugtocht over Colesberg afsnijdt. Spo volgons het blad de bez stad door de Engelschen Boerenmacht die den aar had, schat het blad duizend man. Behalve van deze ove nog melding gemaakt bij Belmont, waar kolon 8en dezer een Boerencc versloeg, hun kamp nam krijgsgevangenen, de do< den niet medegeteld. verloren 1 officier gewor daten. Daarop bezette Pi Douglas zonder tegensta geestdrift toegejuicht doo land getrouw gebleven De krijgskans schijnt de Boeren gekeerd te minste de Engelsche trouwen zijn, Desniettem den van versterkingstroej ongestoord zijn gang. We bataljons militie naar de Hjk een bij elkander ge: geoefende hoop. Uit Ladysmith kome aangename berichten, heliographeerde dat t aan dysenterie en koor ziet natuurlijk zeer ontzet uit; het blijkt generaal Bulier daar ha: en niet zonder reden Boeren aan te vallen. D hi) na het gedwonget laatste gevecht te ov zijn oneindig grooter gew< heeft hy eene reeks ven die langs de Toegela e 15 K.M. beslaan, en krioelthet van vijanden,g< gen van groote sterkte e tal

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 2