Gemengd N1 en ws.
terugkoeren en meer dan vroeger kaarten
aan boord van schippersvaartuigen moes
ten worden uitgereikt.
Verwaarloosde kinderen.
Het bestuur der „Vereeniging tot
opvoeding van halfverweesde, verwaar
loosde en verlaten kinderen in het huis
gezin" is voornemens den werkkring
dezer vereeniging aanmerkelijk uit te
breiden door te pogen in verschillende
plaatsen van ons land zelfstandig wer
kende afdeelingen op te richten. Een
daartoe strekkende statuten-wijziging is
door het bestuur opgemaakt en zal aan
het oordeel der algemeene vergadering
worden onderworpen. In plaatsen waar
acht leden, begunstigers of beschermers
gevestigd zyn, zal eene afdeeling kunnen
worden opgericht, wier bevoegdheid in
overleg met het hoofdbestuur zal worden
vastgesteld. Het bestuur verwacht van
dezen maatregel vooral toeneming van
het aantal leden, wat zeer noodig is om
aan de vele aanvragen tot opneming van
kinderen ter opvoeding te kunnen vol
doen.
Een statistiek.
Volgens het overzicht van den heer
De Mouchy te Rotterdam bewogen de
prijzen der granen zich in 1899 binnen
vry enge grenzen. Rogge varieerde van
f 135 tot flóO per 2100 KG.; gerst
van f 135 tot f150 en f100 tot f130
per 1950 KG., Zeeuwsche tarwe van
f175 tot f 205 Amerik. roode winter
van f 180 tot f 220 en die van de Zwarte
Zee van f165 tot f185, alles per 2400
K.G.mais van f4,75 tot f5,50 en
haver van f 5,90 tot f 6,50 per 100 KG.
De aanvoer bedroeg van tarwe 325425,
rogge 159885,mais 251357,gerst 135243,
haver 163280, boekweit 7965, boekweit-
grutten 2642 en lijnzaad 58034 last.
Tot 27 Dec. werden ingeklaard 6901
schepen met 9,754,745 registerton of
27,549,328 Ma inhoud, d. i. een toename
van 10 pet., zoowel wat de schepen als
de lonnenmaat betrelt.
De geldmarkt werd door de politiek
geregeerd. Het disconto der Ned. Bank
rees tot 5 pet., een reeds vergeten cijfer.
Het verbruik van petroleum heeft zich
de laatste jaren niet zoo belangrijk uit
gebreid. De aanvoer van 1899 wordt
getaxeerd op 1,070,000 units a 150 KG.
Waarschijnlijk heeft de niet onbelangrijk
gestegen prijs daaraan schuld, gepaard
met het gebruik van muntgasmeters.
De prijzen varieerden van Januari tot
Juni van f10 tot f9,50. Na Juli trad
een prijsverhooging in die steeg tot
f 12,35.
Haven voor Dordrecht.
De heeren N. M. Bouvy, D. Brand, C.
Gips, N. Roodenberg, J. Salomonson, M.
L. C. Staring, J' Vriesendorp en Zonen
en J. A. Wijers hebben aan den ge
meenteraad van Dordrecht een plan
aangeboden voor een zeehaven door
Dordrecht, ontworpen door de ingenieurs
Beversen en van Heurn en begroot op
985.000.
De haven is ontworpen beneden de
spoorbrug in de gemeente Dubbeldam,
aan den oostelijken oever van het Malie-
gat met den toegang op ongeveer 2 KM.
bezuiden de bestaande spoorweghaven.
Volgens een Haagschen correspondent
der ,,N. Gron. Ct." zou onlangs aan
ook, dus het was er wel om uit te houden.
Hè 1 wat huilt de wind, hot is alsof hy
de sneeuw tegen de vensterruiten op
zweept I Maar hoe nu Het oproer in
de natuur kwam zoo plotseling tot
staan, was zoo overwacht, dat Marie
zich ontsteld oprichtte en luisterde. De
storm kwam echter niet terughij was
gebroken, evenals een boom, die door
den bliksem wordt geiroffen. Thans
kon men duidelijk elk geluid waarne
men, dat uit het woud weerklonk, het
breken van een tak, het krassen van
een raaf, en ook nog wel een ander
geruisoh, dat ons in de eenzaamheid,
als wy moederziel alleen zijn, eerder
met vrees, dan met vertrouwen vervult.
Het jonge meisje stond op en keek
op de klok. Zij wees half tien en de
wijzers gingen zoo langzaam vooruit,
als wilde het oude jaar nimmer scheiden.
„Wij mogen den tijd niet vooruit
wenschen," zeide zij zacht; „wie weet,
wat het volgende uur ons brengt. Het
was misschien het beste, het nieuwe
de Koningin op een van haar tochtjes
op schaatsen het volgende zijn over
komen.
Het gezelschap der Koningin ging
over de spoorbaan van de eene naar de
andere baande wachter, die in de
buurt op post stond, ging op de dames
en heeren toe en merkte op, dat het
streng verboden is, over den spoorweg
te loopen. „Maar 't is de koningin,"
merkte een der heeren op. „Dat weet
ik", antwoordde de wachter met den
hoed in de hand, „en ik vraag eerbiedig
excuus, maar recht is recht en mijn
instructies maken voor niemand een
uitzondering". Men stoorde zich niet
aan het verbod en reed verder, maar
de wachter maakte rapport van het
gebeurde.
Natuurlijk is er geen gevolg aan ge
geven, zegt de briefschrijver.
Het zou ons verwonderen, zegt de
Haagsche Ct., als dit de Koningin aan
genaam is geweest. Ons dunkt, zij zou
't veel beter hebben gevonden als ook
de directie had gezegd recht is recht
en H.M., in den eerbiedigsten en
wellevendsten vorm, had bekeurd.
Volgens de N. R. Ct. is mevrouw
Noordewier Reddingius verzocht te
Bayreuth te komen zingen, doch heeft
zij die uitnoodiging afgeslagen, daar zy
zich in geen geval aan de dramatische
kunst wil wijden.
Weer een bewijs dus dat onze musici
ook over de grenzen van hun land op
gang maken.
Tot dusver waren ambtenaren en
beambten der Staatsspoorwegmaatsch.
verplicht ook al behoorden zij ook niet
tot het zekerplichtig personeel, een borg
tocht te storten om mogelijke schade
te verhalen,
Thans heeft de maatschappij besloten
de aan borgtocht gestorte bedragen aan
de eigenaars of rechthebbenden terug te
geven en slechts voor eenige categorieën
van rekenplichtige ambtenaren de ver
plichting tot borgstelling te handhaven.
Vlissinffen 9 Januari
De blijken van belangstelling die den
heer G. A. Vorsterman van Oye, hoofd
der openbare school te Aardenburg bij
gelegenheid van zijn 40jarig jubilee als
zoodanig gisteren ten deel vielen, waren
vele en velerlei. De gemeente was in
feestdos, en bij monde van den burge
meester, den heer mr. P. C. J. Henne-
quin, had hij de meest hartelijke geluk-
wenschen in ontvangst te nemen.
Doeh ook van buiten de gemeente, van
tal van oudleerlingen werden den ge-
achten jubilaris in allerlei vorm bewijzen
van hoogachting toegezonden.
Aardenburg en de Aardenburgers
mogen trotsch zijn op het schoolhoofd
dat om zijn degelijke kennis door het
geheele land bekend is.
Bij Kon. besluit is de heer G. A.
Vorstermanvan Oyen, benoemd tot ridder
in de orde van Oranje Nassau,
Men schrijft ons
Dinsdagavond is een van Axel komend
rijtuig met 2mannen, 2 vrouwen en 2
kinderen, wonende in den omtrek van
Sluiskil, door het schichtig worden van
het paard, in de duisternis te water ge-
jaar maar slapende in te gaan, doch
als vader thuis komt en de deur opent,
word ik toch verschrikt wakker. En ik
wil niet bang zijn I Wel, Nimrod, wat
scheelt je nu, waarom brom je
De groote hond had den kop opge
heven en zacht gejanktthans kwis
pelde hy met den staart, „Gy zijt een
trouwe beschermer," ging het meisje
liefkoozend voort, „gij zijt sterk en
zorgt er wel voor, dat mij niets over
komt, maar een dom dier blijft gij toch."
Zij keek een oogenblik besluiteloos rond,
liep daarop naar den boekenhanger en
nam er den huisbijbel af. Deze viel
van zelf open op eene plaats, die anders
zeker weinig opgeslagen werd, en wel
allerminst bij het begin van een nieuwen
jaarkring paste. De woorden, in welker-
lezing Marie'zich geheel scheen te ver
diepen, waren Jesaja 5, vs. 30
„Als 't gebulder der zee zal in dien
dag hun bulderen zijn I Dan ziet men
om 't land, maar ziet 't is donkerheid,
't is angst, en het licht aan deszelfa
raakte met het treurig gevolg dat alleen
de mannen zich konden redden en de
overigen verdronken.
Men schrjjft ons uit IJzendijke
Op 28 Dec, genoten wij alhier van
eene soiree amusante, gegeven door den
heer Lucien Hol, karakter-humorist te
Breda. Wij genoten zeg ik, en dat is de
goede uitdrukking. Mijnheer Lucien! wij
zijn verheugd met u kennis gemaakt te
hebben, alsook met uw on verbeterlij ken
pianist, die de kleine pauzen gezellig
aanvulde, en hopen u weer spoedig in
ons midden te zien. IJzendijke zal niet
spoedig uwe aangename voordrachten
vergeten en wij wenschen u in Sluis
evenveel succes toe als hier.
Kcchtszake n.
Mr. Troelstra in hooger beroep,
Gister diende voor den Hoogen Raad
het cassatie-beroep van mr. P. J. Troel
stra tegen het arrest van het gerechtshof
te 's Gravenhage, dat hem wegens smaad
jegens den officier van justitie te Leeu
warden tot 1 maand gevangenisstraf
veroordeeld had.
Mr. J. Limburg, requirants raadsman,
wees er op dat zijn cliënt vóór het
plegen van, den hier bedoelden smaad
reeds pogingen tot invrijheidsstelling
van de gebroeders Hogerhuis had aan
gewend en betoogde in verband hier
mede, dat requirant toen hij het onder
havige feit pleegde, alle middelen ter
bereiking van het door hem beoogde
doel (invrijheidsstelling van de gebr.
Hogerhuis had uitgeput) zooals de
rechtbank overwoog, die den beklaagde
van alle rechtsvervolging ontsloeg.
Voorts constateerde pleiter, dat het
Hof niet ontkend heeft dat bekl. in het
algemeen belang heeft gehandeld. Het
Hof was alleen van oordeel dat art.
261, alinea 3 van het Strafwetboek niet
ten doel heeft de wijze van optreden
van bekl. te beschermen. Het betoog
van bekl. kwam hierop neder, dat het
Hof meergenoemd artikel zou hebben
geschonden, door pleiter dan ook als
cassatiemiddel gesteld.
De geschiedenis van art. 261 al. 3
geeft volgens pleiter niet veel licht,
maar er is z. i. niets in te vinden, dat
wyst op eene beperking van de betee-
kenis „algemeen belang" als door het
Hof wordt geleerd. Men heeft zich vol
gens pleiter ten deze alleen aan de
duidelijke woorden van de wet te houden.
En wanneer de Hooge Raad dit doet,
dan verwacht pleiter niet anders dan
eene bevestiging van het voor bekl.
gunstige vonnis van de Haagsche recht
bank. Behalve het principieele stelde
pleiter ook nog een vormmiddel van
cassatie voor.
Advocaat-generaal mr. Patyn, zal 15
Januari conclusie nemen.
Bijna overal is door den aanhou
den dooi het ijs geheel of grootendeels
opgeruimd. De Maas voor Rotterdam is
geheel vrij.
By Gouda is gisterenavond om
streeks half zeven een zwaar beladen
goederentrein gedeeltelijk ontspoord,
echter zonder persoonlijke ongelukken
te veroorzaken. De materieels schade
is zeer groot. De oorzaak der ontsporing
is nog onbekend.
De wisselwachter Drees te Olden-
zaal is door een trein overreden en
gedood.
Te Veendam is een kind van den
schipper v. d. W., tengevolge van het
hemel is duisternis geworden."
Het was zonderling, dat juist deze
woorden Marie zoozeer aantrokken Bij
het lezen er van had zij als het ware
i een voorgevoel, dat deze voorspelling,
die op een geheel volk betrekking had,
in haar eigen leven zou ingrijpen.
„Stil, Nimrod, koest I Wat scheelt
dien hond dan toch Zij keek van den
bijbel op naar den hond. Het dier was
opgestaan van zijn warm plaatsje naast
dq kachel en liep langzaam, al snuffe-
.lend, naar het venster. Het meisje volg-
j de hem en wierp een blik naar buiten,
i Er was niets bijzonders te zien de
I toppen der omstaande boomen staken
donker af tegen de lucht, en in de
verte waren de lichten van het station
j zichtbaar. Dat was een geruststellend
gezicht, al was ook het gebouw veel te
I ver af, om het te kunnen beroepen.
Maar men zag toch, dat zich op de
eindelooze heide nog meer menschen
bevonden, al lag de houtvesterswoning
dan ook ver van den weg. Dit laatste
drinken uit een ketel, gevuld met koken
de koffie, onder een smartelijk lijden
overleden.
Te 's Ilage is op oudejaarsavond
in een huis aan den Schenkweg by af
wezigheid der bewoners voor eene som
van ongeveer f 4000 gestolen. Er is
dien avond in de hofstad geducht ge
vochten enkele goed toegetakelde slacht
offers liggen in het hospitaal of het
Gemeente-ziekenhuis. Bij het ontruimen
van herbergen op sommige plaatsen
moest de politie geweld gebruiken en
kregen zoowei politie-agenten als bur
gers gevoelige klappen. Een 58jarige
vrouw, die te veel aan Bacchus had
geofferd, sprong te water, werd er uit
gehaald, doch overleed spoedig daarna.
Influenza. Er heerscht op het
oogenblik te 's Gravendeel, volgens de
„Dordt. Ct.," een ware influenza-epide-
mie. waaraan velen bezwyken, meestal
menschen op gevorderden leeftijd en zij
wier ademhalingswerktuigen al niet in
orde waren. Ook van elders komen
dergelijke berichten.
In het Algemeen Politieblad zijn
gedurende het afgeloopen jaar 1899 ge
signaleerd in afdeeling I 1149 en in
afdeeling II 6306, totaal 7455 personen.
Verleden week is door de Nationale
Bank van België aan de Banque de
France verzonden drie millioen francs
in stukken van 20 sous, die bevat
waren in 260 zakken, die elk eene
waarde van 11,500 francs vertegenwoor-„
digden en een totaal gewicht hadden
van ongeveer 15,000 kilogram.
Op den wagen die den schat bevatte,
stond geschreven „Oesters."
Sedert het begin van den Trans-
vaalschen oorlog heeft het Mililarwochen-
blatt eene reeks van artikelen geleverd,
waarin de Engelsche generaals en offi
cieren alsmede hunne in Zuid-Afrika ge
volgde methode aan eene strenge critiek
worden onderworpen.
Goed ingelichte personen zeggen dat de
schrijver van die artikelen niemand
anders is dan Wilhelm II.
De keizer zou namelijk het voorbeeld
volgen van zijn grootvader Wilhelm I,
die ook gaarne militaire quaesties in de
Kreuzzeitung behandelde.
Te Saint-Jean-Ligoure, in Frank
rijk, heeft zich het volgende onwaar
schijnlijke geval voorgedaan.
Een 20 jarig jongman vroeg om bief
stuk aan zijne grootmoeder. Toen deze
het hem weigerde, zeide hij eenvoudig
„Goed, ik zal het toch wel krijgen 1"
Met een bijl kapte hij zich toen vier
vingers van de linkerhand af, hakte ze
fijn en legde ze in een schotel op de
kachel om ze te bakken. Hij wilde ze
eten. Wachtende dat ze gaar zouden
zijn, ging hij zingende de straat op.
Op het gezicht van zijn afschuwelijk
verminkte hand, vielen eenige personen
flauw, zoo hevig was de wond.
Men verhaalt verder dat de ongeluk
kige niet krankzinnig was, maar een
voudig dronken. Hij is nu naar een
hospitaal gebracht.
Te Parijs is f 1700 door de daar
wonende Nederlanders voor de Boeren
bijeengebracht, bovendien is bij den
consulgeneraal van Transvaal aldaar
ruim 14000 ontvangen-
D e „z w a r t e" K r u g e r. Tee
kenend voor den volksgeest te Londen
is de weinige kennis, die het groote
publiek er nog altijd van Z.-Afrika heeft,
is het verslag van een zaakje, dat er
eergister voor de politie-rechtbank werd
behandeld.
Een groote, zwaargebouwde neger
stond terecht wegens wangedrag en
gebruik van dubbelzinnige taal.
„Ik hoop," zei de neger, zich verde-
was op dit oogenblik eigenlijk eene
geruststelling voor het eenzame meisje
als er in dezen bitter kouden nacht
werkelijk slecht volk op den landweg
rondliep, tot hier zou men zeker niet
doordringen. En toch daar knarste de
sneeuwDe houtvester kon het niet
zijn, want Nimrod begon plotseling luid
te huilen en krabde verwoed aan de
deur, Marie voelde, dat hare beenen
begonnen te knikkendoch toen viel
haar oog op den muur, waar een ge
laden geweer hing. Zij greep het schielijk,
maar tegelijk bedacht zij ook dat de
huisdeur immers gesloten was en dat
haar van die zijde dan ook geen gevaar-
bedreigde. De vensters waren echter
niet afgesloten, en zijzelve stond in het
volle schijnsel der lamp.
Haar eerste gedachte was, het licht
uit te doen, of in eene donkere kamer
te vluchten, doch toen hoorde zij iets
anders, wat haven angst vermeerderde.
Eene onzekere hand betastte de klink
der huisdeur, en groote God de
deur ging open.
Wordt vervolgd.)
digend, tot den politie-rechter, „dat u
elk woord, dat ik spreek, zal gelooven,
want het zal als 22 karaats goud zijn.
(Gelach). Zaterdagavond ging ik naar
een café-concert toen enkele lieden mij
„Old Kruger" noemden, wat ik als een
beleediging opvatte.
Toen ik de zaal weder verliet, noem
den dezelfde menschen mij weder „Old
Kruger" en lachten mij uit. Ik beklaagde
mij bij een agent, doch deze zeide mij,
dat ik dan maar in mijn eigen land had
moeten blijven.
Maar ik kom niet uit Transvaal, ik
kom uit Philadelphia. Als men mij met
rust laat, ben ik als Johannes, maal
ais mer mij beleedigt ben ik als Petrus.
„Wat is uw beroep," vroeg de rechter.
„Ik aarzel om het te zeggen, maar
ik ben koopman, ik verkoop lucifers,
zakdoeken en horlogekettingen."
>Het is dwaas van 't volk om u uit
te lachen wegens uw kleur. Doch gij
moet daarboven verheven zijn. Johannes
en Petius zouden het eveneens ge
weest zijn."
„Neen, Petrus zou ze de ooren hebben
afgehakt. (Gelach).
De rechter veroordeelde den geplaag-
den man tot tien shilling boete. (Tel.)
Aanschouwelijk onderwijs.
De militaire attachés hebben in ge-
zeischap van generaal Bulier een bezoek
gebracht aan het slagveld van den 15n
December.
In een Engelsch blad vertelt een
rijke Engelsche boer in den omtrek van
Highlands, in N-atal, van de bezetting
van zijn hoeve door de Boeren voor zij
voor Buller's nadering, op Colenso
teruggetrokken waren. Hij getuigt, dat de
Boeren behalve weeigaloozo krijgslieden,
uiterst beleefde en fatsoenlijke menschen
waren. Hij had zich over de duizenl
en meer Boeren, die op zijn plaats ge
weest waren, niet te beklagen, alleen
over twee Engelschen in hun midden.
Tegenover zijn vrouw gedroegen de
Boeren zich met groote hoffelijkheid.
Eens bij het voorbijtrekken van een
talrijk kommando, namen zij man voor
man den hoed voor zijn vrouw af. Voor
de ossen, die hem afgenomen werden,
kreeg hij een kwitantie op Pretoria.
Toch leed hij schade, o. m, werd zijn
draadheining over een 65 IC. M. meege
nomen. Gelijk men weet, gebruiken de
Boeren die voor het versperren van
hun schansen.
Bij den zesdaagschen wedstrijd te
New-York ging een student in de medi
cijnen met een vriend een weddenschap
aan over de kansen van eenigen rijder.
De heeren kregen daarna ruzie, en de
een schoot onmidellijk den ander een
revolverkogel in 't lichaam. Toen wier
pen zich vierhonderd toeschouwers, die
daar bij stonden, op den student, en
twintig politieagenten waren noodig
hem te ontzetten, 't Voorval gaf overi
gens volstrekt geen oponthoud in den
krankzinnigenwals om de baan heen.
De menschen dachten dat 't een uur
schot was, was, en het „go on klonk
maar door.
De Amerikaansche bladen vinden
zoo'n enkel moordje uit sport-overspan-
ning blijkbaar de moeite van 't moe
deelen niet waard. N. R. Ct.
Men weet dat in de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika de sympathie
voor de Boeren zich steeds luider uit.
O.a. werd te St. Louis in eene meeting
het besluit genomen een fonds te ver
zamelen van 1 millioen dollars om
schepen uit te rusten en te zenden
naar Zuid-Afrisa om de Boeren dei-
republieken te helpen in hun strijd voor
hunne onafhankelijkheid. Dit besluit
werd met algemeene stemmen genomen
„De Star" schrijft over Rhodes
en Kimberley
„De „Daily News" en andere voor
standers van de oorlogspolitiek beginnen
onrustig te vragen ol het ontzet van
Kimberley den prijs, dien het kost,
waard is. De verklaring, die er van
gegeven wordt, is, dat „politieke over
wegingen de verdediging van die stad
geboden", en men beweert, dat „de ge
vangenneming van Rhodes grooten in
vloed zou hebben". Met anderewoorden,
kostbare levens worden bij honderden
opgeofferd en geld wordt haast onbe
perkt verkwist, ten einde Rhodes ge
noegen te doen en zijn ondernemingen
te stutten. Hij ging naar Kimberley,
naar het schijnt, om de regeering te
dwingen, daar troepen heen te zenden
en zoo zijn diamanten te beschermen.
Zijn huurlingen hieven het gebruikelijke
koor van aanbidding voor zijn „moed"
aan. Sedert heeft hij zich aldaar aange
steld, medaljes uitgeloofd alsof hij een
vorst was en gezorgd, dat zijn doen en
laten ter kennisse van de menschheid
werd gebracht.
Het schijnt niet voldoende dat hy en
zijn bende geldavonturiers Engeland in
een verderfelijken en onteerenden oorlog
hebben gebracht. Zij hebben door Rhodes
in Kimberley te zetten het legerbestuur
ook tot een veldtochtpl;
waaraan het anders ni
gedacht. Deze medeplichti
misdaad hééft het rijk al b
poetsen gebakken, maai
de ergste van allen, -
rechtstreeks aansprakelijk
en het lijden van hom
Verels. voor de vernedei
onze nederlagen geleden t
verlenging van den oorloi
deling van kosten. En ni
vragen, gelijk de Standar
jvan de uitlanders: „is hij
AFRIKA. In den laats
Engelsche bladen maai
de gelegenheid geweest
overwinningen te melder
het hun dus niet ten kw
zjj met groote ingenome
maken van eene overw
raai French bij Rensbui
heid van Colesberg op de
Generaal French heeft
volgende naar Kaapstad
geseind
Te Rensburg de helft
sche regiment en een
schut achterlatende om
het front in bedwang te
ik Zondagmiddag omóui
met een half regiment
eskadrons cavalerie, 80
risten en 10 vuurmondt
hoeve rustte ik 4 uur,
morgen om half vier be!
dat Colesberg van het we:
De voorposten van den
verrast. Bij het aanbrek
bombardeerde ik het la
de rechterstelling van de
geschut krachtig antwo
de kanonnen op den ree
den vijand tot zwijgen e
monstratie met cavalerie
noorden van Colesberg r
punt van den spoorweg,
lager van den vijand op
en een stelling bezet vai
Colesberg tot aan het
Onze stelling sneed den vi
tocht af naar de rijbrug.
Boeren trokken met twe
Norvalspont terug. Onze
3 gesneuveld en eenigen
Volgens de Times
French den rechtervleu
om en heeft ook nu een i
hun terugtocht over
Colesberg afsnijdt. Spo
volgons het blad de bez
stad door de Engelschen
Boerenmacht die den aar
had, schat het blad
duizend man.
Behalve van deze ove
nog melding gemaakt
bij Belmont, waar kolon
8en dezer een Boerencc
versloeg, hun kamp nam
krijgsgevangenen, de do<
den niet medegeteld.
verloren 1 officier gewor
daten. Daarop bezette Pi
Douglas zonder tegensta
geestdrift toegejuicht doo
land getrouw gebleven
De krijgskans schijnt
de Boeren gekeerd te
minste de Engelsche
trouwen zijn, Desniettem
den van versterkingstroej
ongestoord zijn gang. We
bataljons militie naar de
Hjk een bij elkander ge:
geoefende hoop.
Uit Ladysmith kome
aangename berichten,
heliographeerde dat t
aan dysenterie en koor
ziet natuurlijk zeer
ontzet uit; het blijkt
generaal Bulier daar ha:
en niet zonder reden
Boeren aan te vallen. D
hi) na het gedwonget
laatste gevecht te ov
zijn oneindig grooter gew<
heeft hy eene reeks ven
die langs de Toegela e
15 K.M. beslaan, en
krioelthet van vijanden,g<
gen van groote sterkte e
tal