1 Augustus.
DE GOUDEN HAND
No. 179.
1899.
$7e Jaargang.
Dinsria"
Gemeentebestuur.
BEDRIJFSBELASTING.
laenMiMe berichten.
FSUÏLLIT@M
Eb een oogenblik scheen het mij alsof ik
door de gordijnen van onze kamer daar
buiten een paar schaduwen zich heen
en weer zag bewegen. Zou ik Avkad
°ch maar niet waarschuwen Moge-
Uk had hij niets misdaan, was hij het
slachtoffer van eene dwalingIk be-
s oot zulks te doen, zoodra ik de gelegen-
lei gunstig zag en dan dadelijk naar
ml)n hotel te gaan.
-»••■«»
VLISSINGSCIE Ut! KAM
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Book-
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij don Uitgever:
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
AD VERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - BJ) directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentio wordt de prfls slechts twee maal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO
Abonnements- Vdvertentlënop zeer voordeellge voorwaarden.
Afkondiging van een kohier der be
drijfsbelasting, dienst 1899/1900.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen en
aan den Rijksontvanger is gozonden, een
dooi' den Directeur der directe belastin
gen te Middelburg executoir verklaarde
kohier wegens de bedrijfsbelasting, dienst
1899/1900 -
de daarop voorkomende belastingschul
digen worden uitgenoodigd om hunne
aanslagen op den bepaalden tijd aan te
zuiveren, ook ter voorkoming van ver
volging
en herinnert
dat de bezwaaischriften binnen 6 we
ken na heden behooren „te worden in
gediend.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 29 Juli 1899.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKS.
Eene socialistische kolonie.
Zooals men weet tracht de dichter
dr. Fred, van Eeden de door hem voor
gestane sociale theoriên te belichamen,
en heeft hij zich daartoe persoonlijk
een kolonie gesticht. Deze bestaat uit
een aantal woningen, verspreid te mid
den van naaldhout aan weerszijden van
den 's-Graveniandschen weg, op een
goed half uur gaans van het station
Naarden-Bussum, Er wonen een veertig
tal menschen, mannen, vrouwen en
kinderen, en alle arbeidskrachten worden
aangewend tot het bebouwen van den
grond. Dat nu, na een zoo kort bestaan,
de kolonie nog niet genoeg oplevert om
haar leden te voeden, spreekt wel van
zelf.' Het kapitaal, dat noodig was voor
den aankoop van den grond, den bouw
der huizen en de inrichting van de
kolonie is uit schenking verkregen.
Wie in Walden (zoo heet de kolonie)
wordt opgenomen, behoelt niets te be
talen. Over die opneming beslist de heer
v. Eeden, daar de stichting nog auto
cratisch wordt bestuurd, al is het de
bedoeling, om er geleidelijk een kleine
republiek van te maken. Overigens
heeft iedereen vrijheid om zooveel en
zoo weinig te werken als hij wil, en
hetzij in gemeenschap, hetzij voor
zichzelf. Wie in de gemeenschap werkt
(de verdeeling van den gemeenschappe-
lijken arbeid wijst de heer Van Eeden
aan) ontvangt daarvoor een normaal
loon, overeenkomend met het hoogste
loon, dat in de omgeving van Walden
NAAR
R. STRATZ.
voor dergelijk werk wordt betaald, en
de opbrengst van zijn arbeid komt de
gemeenschappelijke kas ten goede.
„Van Eeden zelf bewoont een hutje
in het meest afgelegen gedeelte van het
bosch. Het heet „De Lelie." Het is
een houten gebouwtje met een mossig
dak en bestaande uit één verdieping en
één vertrekje. Het staat in een ingraving,
zoodat de rugwand en een deel van de
zijwanden beschut zijn tegen de winter
kou en 's zomers koel gehouden worden
door de aarde. Alleen wat vochtig
misschien. Hy woont daar geheel alleen.
Mevrouw Van Eeden bewoont met de
kinderen een veel grooter huis dat, al
is het eenigszins in den trant van een
boerderij gebouwd, inderdaad weelderig
mag worden genoemd.
Toen een rapporter van het Hbld den
heer Van Eeden vroeg, hoe zulk een
gebouw te rijmen was met de grond
denkbeelden van Walden, gaf hij ten
antwoord „Het groote huis van mijn
vrouw is alleen een bewijs dat iemand,
die door onzen maatsehappelijken toe
stand verwend is, onvrij is en meer
gebonden dan een ander. En ten tweede
is het bedoelde huis zeker niet grooter
of weelderiger dan zeer gemakkelijk
in een welgeordende samenleving voor
ieder bereikbaar zal zijn."
De kolonisten van dr. Van Eeden zijn
over het algemeen menschen, die zich
om de theorie van hun leidsman niet
bekommeren, maar het vrije kolonisten-
.leven hfbben verkozen, omdat zij in de
gewone maatschappij ten onder zyn
gegaan. Geheelonthouding is vereischte,
en de meesten zijn bovendien vegetariërs.
De ongehuwden hebben een gemeenschap
pelijk verblijf, dat in orde wordt gehouden
door een paar Engelsche huishoudsters,
die zich bij de kolonie hebben aangesloten.
(Echo.)
Vredesconferentie,
Jl. Zaterdag was het 72 dagen gele
den dat de Vredesconferentie hare be
langrijke werkzaamheden begon. De
bijzonderheden van de laatste zitting
deelden wij onzen lezers reeds mede.
Wij kunnen er nog deze aan toevoegen
dat van de ministers behalve de min,
van buitenl. zaken, alleen de heer Pierson.
minister van financiën, tegenwoordig
was.
Het antwoord van den Paus, op den
brief van de Koningin, waarin deze Z.
H. zodelijken steun verzocht voor het
werk der Conferentie, is zeer uitvoerig
en in zeer minzame bewoordingen ge
steld. Niet alleen zeide de Paus voor
het werk der menschheid door de
Vredesconferentie ondernomen, zijn
zedelijken steun toe, maar ook zyne
Inmiddels zetten wij ons aan tafel.
Zulk een Russische tafel is niet te
versmaden, en onder andere omstandig
heden zou ik haar zeker meer eer heb
ben aangedaan. Alles was uitstekend
de sakaska, het uit caviaar, kleine
vischjes, gemarineerden steur, koude
eieren, ingemaakte paddestoelen en dui
zend andere dingen bestaande voorge
recht dan de schtschi, de beroemde
koolsoep met de heete vleeschpasteitjes
het helderwitte stuk steriet, met opstaan
de kreeftstaarten gegarneerd het onver
mijdelijke ossenvleesch a la Strognanoff,
eene welsmakende vereeniging van ge
kookt vleesch, champignons en aardap
pelen en de jonge steppenhoenders
met ingemaakte vruchten. Daarbij dron
ken wij champagne. Olga wilde geen
anderen wijn. Zij zeide, dat het de eeni-
ge wijn was, dien men in Rusland niet
vervalsehte, wijl men de flesschen niet,
kon openen. Zij dronk het eene glas na
het andere en werd opgewekt en spraak
zaam.
wezenlijke medewerking, daar vrede-
stichting bij uitnemendheid ten taak is
gesteld aan en deel uitmaakt van zijn hoog
investituur. Met eene verwijzing naar de
verschillende gevallen waarin hij als
arbiter optrad, verzekerde hij niet te
zullen ophouden zijn taak te vervullen
in 't belang der christelijke beschaving.
De heer de Staal, voorzitter der Con
ferentie en van de Russische gedele
geerden, sprak in de rede, waarmede hij
de zittingen sloot, over de resultaten
daarin verkregen, het volgende
Indien de eerste commissie, die de
militaire vraagstukken behandelde, de
beperking van de strijdmiddelen en van
de begrootingen, niet tot belangrijke uit
komsten is gekomen, dan is het omdat
zij zich aan technische moeielykheden
heeft gestooten en aan een reeks van
daaraan verwante overwegingen, waar
voor zij zich niet berekend achtte het
onderzoek aan te vangen. Maar de Con
ferentie heeft aan de verschillende re
geeringen gevraagd de studie van die
onderwerpen te hervatten. Zij heeft zich
eenstemmig vereenigd met het besluit
voorgesteld door den eerste gedelegeerde
van Frankrijk, te weten: dat de beper
king van de militaire lasten die thans
op de wereld drukken, hoogst wen-
schelijk is vooi de bevordering van de
stoffelijke en zedelijke welvaart der
menschheid.
De Conferentie heeft evenzeer aange
nomen al de humanitaire voorstellen,
die aan het onderzoek van de 2e commis
sie waren onderworpen.
In dienzelfden gedachtengang heeft zij
kunnen gevolg geven aan den sinds lang
uitgedrukten wensch, om tot den oorlog
ter zee uit te strekken de toepassing van
beginselen, gelijk aan die, welke het
onderwerp uitmaken van de conventie
van Geneve.
Wederom ter hand nemende een
arbeid, die 25 jaar geleden te Brussel is
ingeleid onder de bescherming van keizer
Alexander II, is de Conferentie er in
geslaagd, een vasten vorm te geven aan
de wetten en gebruiken van den oorlog
te land.
Ziehier, Mijneheeren, de stelligste
resultaten, na nauwgezetten arbeid
verkregen.
Maar het voorname werk is de arbeid
die om zoo te zgggen een nieuwe aera
opent op het gebied van het volkenrecht,
namelijk de overeenkomst voor de vre
delievende regeling der internationale
geschillen.
De Vredesconferentie heeft met de kracht
die uitgaat van een vergadering waarin
de beschaafde staten vereenigd zijn, ge
poogd ook in quaesties van groot ge
wicht, de grondbeginselen van intern.
Gaandeweg week zoo de terughouding,
die aanvankelijk aan onze tafel heerschte,
Olga babbelde en lachte met de pogingen
barer vrienden, om zich in het Duitsch
uit te drukkenzij vertelde van ons
spoorwegongeluk, van Konstantinopel,
van den mist, van honderd andere din
gen, en werd bijna weemoedig by de
gedachte aan den terugkeer naar Saratow,
aan de oevers van de Wolga, in het
hart van het heilige Rusland, waar de
Westersche beschaving nog niet was
doorgedrongen.
Zoo kwamen wy met ons diner ten
einde. Olga zond den Tartaarschen kell-
ner weg en presenteerde zelf de koffie.
De onvermijdelijke cigaretten vulden de
beperkte ruimte met haar aroma. De
lichten flikkerden op de tafel. Het was
een gemoedelijk geheel. Alleen Arkad
zat er zwijgend en somber bij. Ik nam
het oogenblik waar, dat Olga op een
zijtafeltje db Nalitka, de zoete vruchten
likeur inschonk. „Ik ga thans," zei ik
zacht en duidelijk tegen Arkad, neem
recht te beveiligen. Zij heeft zich ten
taak gesteld ze te omschrijven, ze te
ontwikkelen, ze op v-ollediger wijze toe
te passen. Zij heeft op verschillende
punten een nieuw recht geschapen, be
antwoordende aan nieuwe behoeften, aan
den vooruitgang van het internationale
leven, aan de eischen van het publiek
geweten, aan de beste neigingen der
menschheid.
Met name heeft zij een werk voltooid
dat de toekomst ongetwijfeld zal noemen
het eerste internationale Vredeswetboek
en waaraan wij den nederiger naam
gegeven hebben van overeenkomst voor
de vredelievende regeling van internatio
nale gesGhillen.
Toen ik de vergaderingen der Confe
rentie inleidde, wees ik als een der
hoofdelementen van onze gemeenschap
pelijke studie en als de eigenlijke kern
van onze taak aan de verwezenlijking
van den met zooveel ongeduld verwachten
vooruitgang ter zake van bemiddeling en
arbitrage. Ik heb mij niet vergist toen ik
als mijn gevoelen uitsprak, dat onze
werzaamheden in die richting van een
buitengewoon gewichtigen aard zouden
worden.
Het werk is thans volbracht. Het ge
tuigt van groote zorg van de gouverne
menten voor al hetgeen de vreedzame
ontwikkeling raakt, van de internationale
betrekkingen en van het welzijn der
volkeren.
Deze arbeid is, zeer zeker, niet vol
maakt, maar hij is oprecht, praktisch en
verstandig. Hij tracht te concilieeren,
door ze te bevestigen,de beide beginselen,
die den grondslag uitmaken van het
volkenrecht het beginsel van de sou-
vereiuiteit der Staten en het beginsel
van een rechtvaardige internationale
solidariteit.
Bij dat werk treedt meer op den voor
grond datgene wat vereenigt, dan wat
verdeelt. De arbeid bevestigt, dat in de
nieuwe tijden die wij ingaan, overheer-
schend moeten zijn die werken, welke
ontstaan zijn uit een behoefte aan een
dracht en vruchtbaar gemaakt door de
samenwerking van de Staten, die naar
verwezenlijking van hun rechtmatige
wenschen streven een duurzamer vrede,
door het recht geregeld.
Ik zal, mijneheeren, niet in de bijzon
derheden treden van de akte welke
verscheidenen onzer zooeven hebben
onderteekend. Zij zijn uiteengezet en
toegelicht in het onvergelijkelijk rapport
dat zich in uwe handen bevindt. Op
het huidige oogenblik is het misschien
voorbarig het nauwelijks volbrachte werk
te beoordeelen.
Wij zijn nog te dicht by de wieg
geplaatst. Er ontbreekt een verschiet
u in acht I"
Hij scheen mij-niet te begrijpen. Zijn
gelaat nam een vragende uitdrukking
aan.
,Ik waarschuw u," herhaalde ik lang
zaam, „gij zyt door vijanden omringd."
„Als 't u blieft Olga reikte
over mijn schouder met het blaadje,
waarop een glas likeur voor mij stond.
Ik nam het mot dank aan. Het smaakte
uitstekend. Half verstrooid en met den
ouden heer babbelend, schonk Olga mij
een tweede glas in. Toen ik het uitge
dronken had, wilde ik Arkad nogmaals
waarschuwen. Ik wendde mij tot hem
en zag zeer verwonderd, dat hij mij
met een ernstigen, vovschenden blik
aankeek. Het werd stil aan tafel. En de
anderen zagen mij ook met spanning
aan
Ik weet niet, of gij wel ooit een goe
den kater hebt gehad ik bedoel dien
vreeselijken toestand van hoofdpijn, mis
selijkheid, duizeligheid, algeheele ver
voor ons gezichtspunt. Maar vast staat
dat onze arbeid ondernomen op het
initiatief van den keizer, mijn doorluch-
tigen meester en onder de auspiciën van
H. M. de koningin der Nederlanden,
zich in de toekomst zal ontwikkelen.
Gelijk de voorzitter in onze derde com
missie bij eene gedenkwaardige gelegen
heid gezegd heefthoe verder wij op
den weg der tijden voortschrijden, des
te duidelijker zal zijne beteekenis aan
licht treden.»
Welnu, mijne heeren, de stap is ge
daan. Laten wij ons in onzen wil aan
eensluiten en trachten vrij partij te
trekken van de ervaring. Het goede
zaad is gestrooid, laten wij nu den
oogst laten ontkiemen.
„Wat mij betreft, die aan het einde
mijner loopbaan ben gekomen en aan
den avond van mijn leven, ik beschouw
het als een verheven troost, een nieuw
verschiet zich te zien openen voor het
weizijn der menschhoid, een blik te
kunnen werpen in de lichtstralen der
toekomst.
Het „Huis ten Bosch" kan van j.I.
Zondag af, weder door het publiek wor
den bezichtigd met de gewone toegangs
kaarten.
De zalen, welke by de Vredescon
ferentie in gebruik zijn geweest, zullen
waarschijnlijk nog eenige dagen onver
anderd blijven.
De politie tegenover de Armeniërs.
Ook de Politiegids heeft een afkeurend
oordeel geveld over de wijze waarop de
Haagsche politie tegenover de Jong-
Turken in de residentie opgetreden is.
O.a. zegt het blad het volgende
„Geeft de latere onthouding der politie
een groote tegenstelling te aanschouwen
met haar eerste optreden, deze voor haar
gezag en reputatie zoo smadelijke ver
andering van houding tegenover eene
zelfde zaak worde voortaan voorkomen
door elk optreden te toetsen niet aan de
letter alleen, maar ook aan den geest
der wet.
Daarby zal zij goed doen te bedenken:
dat op het gebied der politieke politie,
hoe aantrekkelijk ook, voor haar geen
lauweren zijn te plukken, omdat blijkbaar
noch de regeering, noch de minister van
Justitie bereid zullen worden gevonden
hare handelingen te dekken.
„Bon entendeur. Salut(Een
goede verstaander heeft maar een half
woord noodig.)
Een nieuwe minister van marine.
Naar men zegt zou de minister van
marine jhr. Roell wegens gezondheids-
slapping, walging van het leven in
één woord, het gevoel van een mensch,
die bij ongeluk vergif heeft ingenomen.
In dien toestand ontwaakte ik den
volgenden dag in mijne kamer in het
hotel. Zooals ik later vernam, waren
tegen middernacht twee bedienden uit
den restaurant in het hotel verschenen,
met de vraag of een vreemde heer, die
reeds den geheelen avond stomdronken
in een afzonderlijke kamer bij hen lag,
hier te huis behoorde. Ziju gezelschap
had hem in den vooravond verlaten,
zonder zich veel om hem te bekomme
ren, en was van meening, dat hij zijn
roes wel zou uitslapen.
De portier van het hotel was van
eene achterdochtige natuur. Hij liet niet
alleen den vreemdeling halen, maar zoo-
dra hij hem zag, ook een geneesheer.
„Wees blij,'' zei de arts, een flinke,
jonge Pool, tot mij, onderwijl hij mijn
pols voelde, „gij zult van het bedwel
mende goed, dat gij met de likeur ge
dronken hebt, geen blijvend nadeel