EN, lak. tS Twee Neven. 15e! 3 ui Vrijdag- 18 November 36e Jaargang. id Han- HE. Ft, te lluurassu- tcngcvolge ng inzake t 0,78. No. 135. 1898. kelen Q. PRIJZEN. O O co O O at aanvoer IEL- en IVOOTS- 11. E N S T iDELBOaa v.v vm 4 50 5 55 fteilmarkt vm 12 30 1 15 I 55 G 55 7 45 Imarkt Vlistin- lp werkdagen) 1 20 2 05 7— 7 50 ^DIENST- I5O 6 30 6 50 1020 10 40 11 30 2 220 20 5 10 5 30 6 40 7 20 1010 10 30 10 1 20 140 I 50 4 10 4 30 8 30. H3S&3S. 25b) 55 lib) Ireskans hoog" [liaaii.gen naar It. VLISSIiSSCBE COURANT. Prijs per drie maanden ƒ1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers A.jtent. Men abonneert zich b\j alle Boek- handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. 1 te ir Py* A ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Vei-scliIJnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnummer IO Abonneinents-Advertcntiiln op zeer voordeelige voorwaarden Waarom Staatsexploitatie van spoorwegen li. Een tweede vraag luidde „Zoudt gO het bepaaldelijk met het oog op Vlissingen, niet beter geacht hebben, wanneer de Staat doortastender had gehandeld en aan de Expl. Mij. had opgedragen om met hare treinen tot de binnenhaven te rijden Hierop antwoordde de heer Smit „Ik heb daartegen het bezwaar dat in een rijk als het onze met verschil lende zeehavens het transitovervoer moeieiyker is dan in België, waar men slechts éene goede havenstad bezit. Ter wille van de billijkheid moeten al onze zeehavens gelijke rechten en tarieven hebben voor het transiloverkeer. En om dat doel te bereiken is het noodig, dat de spoorwegen door den Staat worden geëxploiteerd. Is het beheer in handen eener particuliere maatschappij, dan wordt allicht die plaats voorgetrokken, waaraan de maatschappij het grootste deel van haar kapitaal te danken heeft.» Dat hier de heer Smit den spijker juist trof wordt door den heer Treub erkend, waar hij zegt dat deze tegen stelling boekdeelen spreekt; dat Rotterdam en Amsterdam voor particuliere exploi tatie zijn omdat zij den room van het iransitoverkeer afscheppen, Vlissingen er' tegen is omdat het zich verwaarloost ziét. Bij de particuliere exploitatie onzer spoorwegen vaart eigenlijk alleen de Rotterdamsche handel wel. Amsterdam krijgt slechts den tweeden schep van den room, en de andere zeehavens verheugen zich ten hoogste in de van de baarden dezer steden afdruipende droppeltjes. Juister kan het al niet gezegd worden en het verklaart ook voldoende de jarenlange vergeefsche worsteling om Vlissingen te doen profiteeren van de groote voordeelen die zijn ligging aan biedt. „Feitelijk", wij citeeren weder een anderen getuige, „is de toestand zóó dat de Expl. Mij. hare kracht geheel concentreert op Rotterdam, de H. IJ. S. M., hoewel Rotterdam niet verwaar lozende, zoekt haar kracht in Amsterdam en tellen beide Maatschappijen alleen de lijnen, die van Rotterdam en Amsterdam uitgaan. Rotterdam en Amsterdam zijn de troetelkinderen dezer Maatschappij, niet uit voorliefde het kapitaal kent die niet maar uit voordeel. De rest van het land is bijzaak en moet voor haar bijzaak zijn. Zij kunnen niet anders, indien zij datgene wat haar hoofddoel is en zijn moet winsten te behalen voor FiyOLLITM. Bewerkt door AMO. 3.) Kurt von Eichenfels wilde niet ge- looveD, dat zijn zoon zich zoo diep kon verlagen, om zich met de dochter van een ondergeschikte te verloven. Eerder zou de wereld vergaan, dan dat hij dit meisje als zijn schoondochter erkende, verklaarde hijverlangde toen gehoorzaamheid, en reeda van dit oogenblik, wees hij op de nood zakelijkheid eener keuze tuaschen gehoorzaamheid eu ver3tooting. Egon bleef volhouden; iu het diepst zijner ziel verontwaardigd over de hare aandeelhouders willen bereiken. Het zou een ramp voor het Staatsspoor zijn indien b.v. Harlingen en Vlissingen tot bloei kwamen en zij hare krachten over deze of vier havenplaatsen moest verdeelen. Zulk een stelsel waarbij ter wille van eigen geldelijk belang, zeehavens die tot bloei zouden kunnen komen, worden achtergesteld, kan niet het ware zjjn, en ook niet dat van den Staat, die niet de belangen van enkele burgers mag op het oog hebben, maar geroepen is om het welzijn van alle burgers gelij kelijk te behartigen en aangezien dit niet de roeping van particuliere maat schappijen is, die uit den aard der zaak er slechts op uit zijn voor goede dividenden aan hare aandeelhouders te zorgen, is het duidelijk dat de Staat in deze handelend moet optreden, eene waarheid die gelukkig meer en meer erkend wordt, ook zelfs in toenemende mate door hen die uit beginsel gekant zijn tegen staatsinmenging. Hierboven hebben wij gezien welke bezwaren tegen een exploitatie door den Staat worden ingebracht. Laat ons eeist echter zien welke voordeelen daardoor verkregen zullen worden, en dan zal wel dit het voornaamste zijn dat de Staat niet behoeft te exploiteeren ten eigen bate. Hij kan tevreden zijn met een kleine winst, zelfs moet een klein worlios hom. üicfc afboh 1 IKÏvcncries uraav door zijn exploitatie de algemeene welvaart wordt verhoogd, als hij maar zorgt dat in alle deelen des lands handel en nijverheid, niet meer door exceptioneele spoorwegtarieven gedrukt, zich kunnen ontwikkelen. Voldoet de Staat aan zijne roeping dan vindt hij door de verkregen grooter welvaart zijn verlies in meerdere opbrengst der belastingen met rente terug, want niet alleen kan hij door matige transitotarieven tot den bloei van alle deelen des lands mede werken, maar ook den zoo gedrukten landbouw ten goede komen, een hoogere vlucht geven aan het vervoer van landbouwproducten, en wat eene par ticuliere maatschappij niet doen kan, daarzij niet op philanthropische beginselen berust, kan de Staat die voor de belangen van allen waakt, doen als hij b.v. goedkoope arbeiderstreinen laat loopen, die de werklieden in staat stellen hunne bedompte kelders en krotten in de groote steden te verwisselen tegen gezonde woningen buiten. Nog rest de vraag, zijn de bezwaren tegen Staatsexploitatie ingebracht, werkelijk zoo gewichtig dat het veriaten van het tot nog toe gevolgde stelsel voor het land nadeelig zou zijn Als een voornaam bezwaar wordt opgenoemd beleedigende schimpwoorden, waar mede de verbitterde vader hem en zijn onschuldige bruid overstelpte en dat wel zonder reden, gelukte het hem toch om ten minste uiterlijk zijn kalmte te bewaren, en uit dit zwijgen meende de oude heer de hoop te mogen putten, dat zijn zoon wel zou gehoorzamen, indien hem slechts de tijd gelaten werd om over de gevolgen van zijn ongehoorzaamheid na te denken. Zoo was de breuk voor het oogen blik nog eenmaal vermeden. Baron Kurt liet zijn zoon gaan met de ver klaring, dat hij nog eenige dagen geduld wilde hebben, van welken tijd Egon gebruik kon maken om over zijn kinderlijke plichten en over zijn toekomst na te denken. Deze dagen groeiden aan tot weken. Egon beloofde zijn bruid nog eenmaal trouw en bereidde zich op de breuk voor, toen zich plotseling het gerucht verspreidde, dat het reuzenleger van Napoleon in Rusland was vernietigd. dat de Staat bij het zelf exploiteeren den prikkel van het eigenbelang zou missen. Dat het eigenbelang een goede prikkel kan zjjn om zaken met ijver te voeren, wie zal dat ontkennen, maar dat het eigenbelang uit den aard dei- zaak geen oog heeft voor de belangen van anderen, maar die wel eens belet tot bloei te komen om er geen hinder van te hebben, is evenzeer niet te ont kennen. En juist omdat, de exploitatie door den Staat niet in 't belang van enkelen geschiedt, hetzij maatschappijen of steden, kan de Staat ongehinderd alle deelen des lands in de zegeningen van het spoorwegverkeer doen genieten. Ais de Staat exploiteert kan of mag er geen sprake van monopolie zjjn. Binnenland. Toestand der Rijks financiën. Deze is naar hetgeen de minister vau financiën in zijn anl woord op het afdeelings-onderzoek zijner begrooting van de Tweede Kamer verklaarde, vol strekt niet ongunstig te noemen, wat door hem breedvoerig wordt aange toond. De verlaging van de Personeele belasting en de verhooging van de uitkeeringen aan de gemeenten kostten aan de schatkist ongeveer 8 millioen gulden per jaar, waartegen niet vol doende opwogen de f 2.000.000 bezuiniging door conversie verkregen oti /io mcci JLctio ?rp»vi'ÖSlgSl vau b <_<o der middelen door de nieuwe bepa lingen omtrent de heffing der invoer rechten en de aanneming der Suiker- wet. Toch meent de minister, dat dit geen reden is om den staat onzer financiën met donkere kleuren af te schilderen, maar wel om de Regeering ter zijde te staan in hare pogingen, om door versterking der middelen het verbroken evenwicht te herstellen, nu het haar niet mogelijk blijkt, dit zonder verwaarloozing van gewichtige belangen door beperking der uitgaven te doen. Wordt het ontwerp tot verhooging der accijnzen op gedistilleerd en wijn tijdig tot wet verheven, dan slinken de ruim ll'/s millioen gulden tot 10, waaronder pen post van 1 millioen, die tot aflossing van zeer dure leenin gen strektblijft 7 millioen. De Re geering neemt aan, dat er een werke lijk tekort zal zijn van 4 millioen, waarvan besteed zal zijn ruim 3 millioen voor spoorwegen eu nagenoeg 1 millioen voor de verlegging van den Maasmond. De Regeering acht het onaanneme lijk, dat een voorstel om op de uit keeringen aan de gemeenten terug te komen, voldoenden steun zou vinden bij de Staten-Generaal. Afstand van het Personeel aan de gemeenten blijft de minister nog altjjd niet gunstig achten. De wettelijke verzekering van werk lieden heeft de RegeeriDg ia studie En nu volgde het eene gerucht op het andere. Slechts in het geheim waagde men er over te spreken en de vrees voor den wereldvero veraar en zijn tirannie was nog altijd zeer groot, doch de harten klopten hooger, in stilte bereidde een ieder er zich op voor, om aan den roep onder de vanen gehoor te geven, waarop men met wassend ongeduld wachtte. Baron Kurt bleef tamelijk onver schillig voor deze geruchten, hij geloof de niet aan een opstand, honend lachte hij, wanneer graaf Von Waldringen sprak over de mogelijkheid van een verplettering van den Gorsicaanschen reus, en hij zag het ongaarne, dat Egon nu herhaaldelijk naar Breslau reed om daar de laatste berichten te vernemen. De tijding van het sluiten van een overeenkomst door York met de Russen, wekte de verontwaardiging van den ouden heer op, hij zag in deze eigenmachtige handeling van een Pruisisch generaal een verslapping genomen maar zij is daarmede rog niet zoo ver gevorderd, dat zij hare voornemens zou kunnen mededeelen. De Armenwet is in staat van voor bereiding. Overwegend bezwaar heeft de Regeering tegen voldoening aan den wensch naar wettelijke regeling van de loonen. Voorstellen in protectionistischen geest zijn niet van de Regeering te verwachten maar zij zal niet nalaten, voorstellen te doen tot wijziging in fiscalen geest van het tarief van in voerrechten, met het oog op de sociale maatregelen, die reeds aanhangig zijn of het eerlang zullen worden. Behalve uit deze bron zal geput kannen wor den uit een herziening der successie- en overgangsrechten. Verschillende aangegeven middelen, als tabak belasting, verhooging van bieraccijns, belasting op beurstransacties, noemt de Regeering middelen, welke men, als de nood daartoe dringt, maar ook dhn alleen, kan aangrijpen. Een ontwerp tot aanvulling der wet op de Vermogensbelasting, waar van vermindering der oneerlijke aangiften te verwachten is, is in onder zoek bij den llaad van State. Reeds nu verklaart de Regeering ernstige bedenking te hebben tegen verzwaring van het progressieve tarief. Vermindering der uitgaven op het hoofdstuk Oorlog zou ook aan de Regeering weDschelijk zijn voorge komen, indien zij had kunnen geschie den door middelen, die onze weerbaar heid niet in gevaar brengen. Hoewel de Regeering den ernatigen wensch koestert om de uitgaven tot lACV UOulligL titi Ulwwtl lavn toch indachtig zijn aan de sterke ver meerdering van bevolking in de laatste jareD, waardoor de behoeften zich allerwege hebben uitgebreid. Zal die toeneming der bevolking niet gepaard gaan met verarming, zal Nederland op het gebied van landbouw, nijver heid, handel en scheepvaart een wed strijd met het buitenland kunnen vol houden, dan m.gen wij niet stilzitten. Ook van de belangen der defensie mag men de aandacht niet afwenden. In het nu loopende wetgevende tijdperk zal een technische herziening der Kieswet in den geest als bij de behandeling der Staatsbegrooting over 1898 werd aangegeven, alsnog aan hangig worden gemaakt. Een wetsontwerp tot afschaffing der Rijkstollen op land- en waterwegen is aanhangig bij den Raad van State. Geen equivalentie der vrouw. Eeo tweetal vrouwelijke tandmees ters deden onlangs het verzoek om als lid opgenomen te worden van het Ned. Tandheelkundig Genootschap te Utrecht. Haar verzoek werd beant woord met eene vijandige motie hierop neerkomende, dat het Genootschap het in 't belang van den tandentrekkenden stand beschouwde vrouwen voorloopig niet als leden toe te laten. De dames wie deze afwijzing trof, moesten het niet beschouwen als een persoonlijk buiten sluiten, maar als beginsel, als blijk van den geest, dien het genoot schap huldigt wat betreft de toelating van vrouwen. De buitengesloten taudartaen zullen het wel niet anders opgevat hebben, is te denken. Belang en Recht acht de beslissing van het Genootschap zuiver eene broodquaestie bij de heeren tandart sen die met geene goede oogen het aanzien dat hunne vrouwelijke col lega's hen onder de duiven schieten, maar geeft daarbij als zijn overtui ging te kennen dat geen houderd moties van zoo eerbiedwaardige ver- eeuigiDgeo sis het Ned. Tandh. Ge nootschap de maatschappelijke evolutie kunnen tegenhouden. „Over de on- heuschheid barer mannelijke collega's zullen onze vrouwelijke tandartsen zich weten te troosten, en flink haar positie verder zelfstandig hand - haven" besluit het blad. Klachten van een schutter. Een Haagsclie schutter P. de Gelder heeft om gemoedsbezwaren geweigerd de oefeningen der schutterij bij te wonen en de daarvoor beloopen boete te betalen. Eindelijk werd hij gestraft met 13 dagen opsluiting in de schut- ters-provoost. Het verblijf aldaar op zich zelf reeds niet aangenaam, heeft hem tot ver schillende klachten aanleiding gegeven die hij per adres aan den minister van binnenlandsche zaken heeft mede gedeeld. Die klachten zijn heel ernstig. De Gelder klaagt dat het leven van den bracht door vuile dekens, handdoeken, gemis aau gelegenheid om zich te verschoonen en het lichaam zuiver te houden en om godsdienstige plich- w&ar te nemen, en dat het hem als vegetariër onmogelijk gemaakt was eene vegetarische leefwijze te volgen. Dat zulk een schutters-provoost niet de gemakken van een hotel ie klasse aanbiedt, was reeds bekend, maar zoo erg ais de Gelder den toestand be schrijft, zal hij voor velen zeker wel iets nieuws zijn. Is het beeld naar waarheid getee- kend, dan mag men dankbaar zijn dat de Gelder er het noodige licht over laat schijnen, want nu bestaat de mogelijkheid van verbetering. Leerplicht. „In Nederland waren, zegt de Haag- sche Ct., in 1897 nog 4 van de 100 lotelingen volslagen zonder eenige kennis; zij kouden niet lezen en hun naam niet schrijven. „De Graafschapper" was, naar men zich herinneren zal, daarmee al zóó tevreden, dat het blad er een afdoend m argument tegen den leerplicht in zag. Zonder die iwettelijke verplichting was 't immers toch al gedaald tot 4 pCt.waarom dan dwang Op onze vraag, of ia die geleidelijke vermindering zonder wettelijken dwang niet het beste bewijs ligt, dat de leer plicht in overeenstemming is met den van de krijgstucht, die met degradatie, ja, met den dood gestraft moest worden. De koniDg van Pruisen kwam naar Breslau, de oproeping tot zijn volk werd uitgevaardigd, en ook toen nog spotte baron Kurt, doch zijn zoon kon hij niet verbieden aan deze roepstem gehoor te geven. Nog eenmaal eischte hij de verloving van Egon met Sabina von Waldringen, doch Egon antwoordde dat het thans geen tijd was om vreugdefeesten te vieren, men moest geduld hebben tot na afloop van den oorlog. Het afscheid was ijzig koel, geen zegenend woord begeleidde den ver- trekkenden zoon, die uit het huis van den vader naar de houtvesterswouing reed, om daar van de geliefde een teeder afscheid te nemen. Rosa Maria lag lang aan zijne borst, de handen van den opperhoutvester rustten zegenend op de hoofden der beiden. „De uwe beu ik en blijf ik ten eeuwigen dage nimmer zal mijn hart een anderen man toebehooren", had Rosa hem toegeroepen, toen hij in den zadel spronghet waren de laatste woordeD, die hij van hare lippen ver nam. De beelden, die nu volgden, trokken schielijk een voor een langs hem heen. Met open armen in Breslau ontvan gen, was hij als vaandrig in de gele deren der Bliichersche huzaren in dienst getreden en baron Eichenfels mocht alleen reeds ter wille van zijn naam op bevordering rekenen. En met dezen ouden naam ging nog gepaard een dapperheid, een doods verachting, die de hoogste bewonde ring opwekten. Reeds bij de Katzbach werd Egon tot luitenant benoemd in den slag bij Möckern klom hij op tot ritmeester nadat hij aan het hoofd van zijn escadron een vijandelijke batterij be stormd en genomen had. Waar ook de huzaren inhieuwen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1