Twee Neven. Woensdag 16 November No. 134. 36e Jaargang. 1898. FlUDILILSTQN. I»jl, jm. 25j. Sll - W. ïheunel Jd. 22 j. Illuijsmaua, geb Loakemeijer, geb. K geb. Le Roij, geb. Mange' I ilt,geb. Steijn, [1 engel, d. jj-' d- M. Jans. F. Olsen, g,,|j lOasewaarde, geb Inks, geb. Vi-eke| yanleke, d. j' z- A. Monté, der Meijer-, z. 3 van J. C. Harte P. M. Tabak, |sehutz, z. 3 j. GEN kken de Noor» jez. Aauonaetj, Bavannal). [Zweedsche a.s. naar Grimsby Ing Willem 1» lerd&m. t e u. prober. Iper kilo. fetuks. A Itoch hoogst .0 Istf, veelbezochte T'urdt uitgegeven. Itii uien Kostuums, |ivoeiigrGe Hand> tillen dagen ook pamcs-Lcctutir één veTvau -eu Hlad/.ijd«'i( druk» |zelf-vervaardigen sjenaam en nuttig lön voor Jurkjes, lendien Verhalen, fcuklosjes, sigaien- Ite maken. - Men Ijf en Vet-rliq Cenia. 50 '104 57115 '1012 11 13 en 2e kl. 2 6 25 125 63 310 7 25 3 50 8 10 413 8 27 4 30 8 43 VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1. Franco per post f 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever: P. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1 4 regels f 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advortentio wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. VersehQnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnummer IO Abonnement»-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden Waarom Staatsexploitatie van spoorwegen I. Toen de spoorwegen omstreeks het jaar 1830 nog in hun kindschheid verkeeiden, had do grooto staatsman Thiers nog zoo weinig idee van de ontwikkeling die eenmaal het spoorweg verkeer zou nemen, dat hij ze speelgoed voor groote kinderen noemde. Wie had toen ook trouwens bij het zien van die treinen die een man hard loopende gemakkelijk kon bijhouden, durven voorspellen dat de spoorwegen algemeene verkeerswegen zouden worden en met hun net de geheele wereld bedekken. Wat toen voor speelgoed uitgekreten werd, het is geworden gemeengoed, een verkeersmiddel voor alle standen, een middel tot nauwere aaneensluiting dei- volkeren en tot snelleren aan- en uitvoer van producten. Voor dat speelgoed zijn reusachtige werken aangelegd, wateren van groote kolossale wijdte overbrugd, viaducten gebouwd die in stoutheid slechts door enkele bouwgewrochten van de ouden geëvenaard worden, en zelfs met onein dige moeite en ten koste van millioenen gulden schats bergen doorboord. Kortom, de spoorwegen hebben zulk een plaats onder de middelen van vervoer gekre gen dat wij ons een wereld zonder spoorwegen, waarin weder trekschuiten en vrachtwagens de hoofdrol zouden vervullen, onmogelijk kunnen voorstellen. De tijdgenooten van Thiers dachten al even gering over het nieuwe ver keersmiddel, en van daar dat zij het belang er niet van inziende, de spoorwegmaatschappijen ongestoord haar gang lieten gaan. Dezen regelden den loop der treinen en de tarieven naar welgevallen, natuurlijk op de voor haar voordeeligste wijze, en hadden het dus in haar macht de ontwikkeling van zekere deelen des lands te belemmeren of te bevorderen al naarmate dit in haar belang bleek te zijn. Dat kon niet zoo blijven toen het spoorwegverkeer zich meer en meer ontwikkelde, en de regeeringen begon nen er aan te denken eene macht in den Staat die gevaarlijk begon te worden voor de algemeene welvaart, aan zekere banden te liggen. Er kwam nu van Staatswege toezicht op den aanleg van spoorwegen, waarbij beter rekening gehouden werd met de behoeften der bevolking aan sneller verkeer, en ook de tarieven, treinenloop, diensttijden van het personeel, het vervoer, enz. werden aan zekere controle onderworpen. Een dertigtal jaren later was men weer een stap verder gekomen door als Bewerkt door A MO. 2.) Nauwelijks brak de morgen van den volgenden dag aau, of twee in mantels gehulde ruiters verlieten Breslau, hun weg nemende door den nevel, die over den grooten weg biDg. Egon hield in gepeins verzonken, het hoofd op de borstop korten afstand achter hem volgde zijn oppas ser, een breede, kort ineengedrongen gestalte met een vroolijk,goediggezicht. Voor het geestesoog van der. rit meester trok het verleden nog eenmaal in herhaaldelijk afwisselende beelden beginsel te stellende spoorwegen door den Staat zelf aan te leggen, maar de exploitatie er van aan bijzondere maatschappijen op te dragen, een stelsel, waaraan wij onze Maatschappij tot Ex ploitatie van Staatsspoorwegen te danken hebben. Maar ook dit stelsel heeft in meest alle landen zijn bloeitijd gehad en zoo is men van lieverlede tot de overtuiging gekomen, dat de Staat zelf de exploitatie van spoorwegen in handen moest nemen. Trouwens heeft de noodlottige ervaring o. a, in Amerika opgedaan, waar duizen den tot den bedelstaf werden gebracht door spoorwegspeculatiën van de laagste soort, de rustelooze strijd tusschen de concurreerende maatschappijen in ons land om elkander een vlieg af te vangen, waarvan het publiek dikwijls de dupe was, en de onvolkomen aaneensluiting der spoorwegon, het gevaar doen inzien de exploitatie aan particulieren over te laten. Tegen het exploiteeren van spoor wegen door den Staat zijn bezwaren ingebracht die schijnbaar recht van bsstaan hebben. Het eerste bezwaar is dat bij Staatsexploitatie de prikkel van het eigenbelang wordt gemist en het publiek niet dien waarborg bezit van goede bediening welke in de concurrentie der particuliere maatschappij is gelegen. Nog worden als bezwaren opgenoemd dat de Staatsbeambten zijn gebonden aan vaste reglementen, waarvan niet mag worden afgeweken, dat de Staat in zijn verhouding tot het publiek niet kan geven en nemen, niet kan mar- chandeeren, dus in alle omstandigheden hetzelfde tarief moet heffen, en eene particuliere maatschappij voor deze of gene plaats voorliefde mag toonen, doch de Staat niet. In 1882 werd in ons land een com missi e voor eene Spoorweg-enquête van Staatswege ingesteld om het voor en tegen van Staatsexploitatie te onderzoe ken en daarna te advisecren welk stelsel de voorkeur verdiende. Voor deze commissie verscheen ook de heer A. Smit, toen burgemeester van Vlissingen. Mr. Treub die in het tijdschrift Vragen van den Dag over deze quaestie schreef, citeerde wat de heer Smit bij die gelegenheid aanvoerde. Toen hem (den heer Smit) door den voorzitter dei- commissie werd gevraagd naar zijne meening omtrent de voordeelen van Staatsexploitatie boven den tegenwoor- digen toestand, antwoordde deze wakkere vertegenwoordiger van handel en nijver heid woordelijk het volgende „De Staat zal krijgen een enorm hoogere opbrengst van zijn belastingstelsel. Wanneer men moedwillig eene plaats terughoudthetzij voorbij, doch er waren er slechts weinigen onder, waarop zijn blik lang en met welgevallen rustte. Zoo ver hij terug kon denken, was zijn kindschheid vreugdeloos geweest. Zijn moeder had hij vroeg verloren, zijn vader liet zich weinig aan bem gelegen liggen. Dagelijks waren er gasten op het kasteel; drijfjachten en drinkgelagen wisselden elkander af. Egon bleef aan het toezicht van een bonne en later van een gouverneur overgelaten, die beiden hem geen de minste liefde betoonden, om de eenvoudige reden, dat zij die zelve in het slot niet vonden. Baron Kurt von Eichenfels was een ruwe, strenge man, die geen wil naast den zijnen duldde en eeu goed gedresseerde jachthond hooger schatte, dan bet leven van een measch, die niet met hem op een gelijken maat- schappelijken trap stond. Hij zag zijn zoon maar zelden; wanneer zijue gasten zijn tegeuwoor- in handel of nijverheidbrengt zij in de belasting heel weinig op. De toe neming van de belastingopbrengst in Antwerpen is meer dan anderhalf millinen frar.es per jaar voor den Staat. Daarom heeft de Staat er belang bij het vervoer over Antwerpen-'te houden eu uit te breiden. „Daartoe kan eene, par ticuliere maatschappij natuurlijk niet medewerken, daar die direct van hare exploitatie moet leven.» Binnenland. De quaestie vau „juffrouw" of „mevrouw.» Hierover bevat de „Ooutroleur" de volgende beschouwing «Mevrouw» oi «juffrouw»? is een vraag, die ia kleinen kring reeds heel wat last en beweging hoeft veroorzaakt kransjes zijn er door ontbonden, innige vriendinnen voor eeuwig vijandinnen door geraakt. Op de tooneelaffiehes schrijft men, als 'n dame de jaren dei dartele jeugd achter den rug heelt, op 'n goeden dag «mevr." voor haar naamop de congressen der Vrouwententoonstelling bezigde men den titel „mevrouw», zonder op het al of niet gehuwd zijn te letten. In de groote steden de residentie vooraan heeft men zich er al aan ge wend, zonder lachen «mevrouw» te zeggen tegen iedere«4ame», wier man met «men eer» wordt aangesproken. Waarom ook nietWie 'n klein beetje demokratisch denkt, maakt geen vraag stuk meer van zoo'n futiliteit. Maar een spraakgebruik buiten werking te stellen, daartoe is veel noodig. -Vij vreezen dan ook, dat het bestuur der «Vrije Vrouwen- vereenigiug» weinig sue zal hebben van haar verzoek aan ministers, notarissen enz. om officieel voor het adresseeren van stukken aan vrouwe.], éen titel aan te nemen. En wie ergert zich nu nog aan de on beschofte vormen in officieele stukken? De «waarschuwingen" van de ontvangars bv. zijn gesteld in een toon, waarover men ruzie zou krijgen, zoo die in een brief werd gebrnikt. Inlussehen, er is grond in de klacht der «V. V.» Officieel bsstaat er geen enkel motief om te beslissen, of iemand «mejuf frouw" of «mevrouw" zal heeten. Toch gelooven wij, dat de dames-bestuursleden verstandig r hadden gedaan, dit adres binnen te houden op een oogenblik, nu alle negatieve geestigheid, waarover ons land en volk beschikt, onder leiding van enkele schreeuwers, wordt mobiel gemaakt tegen de vrouwenbeweging. 'n Onbeleefdheid in de vorm, officieel of particulier, treft toch slotte alleen den- gene, die ze begaat. En de Staat is in zijn wetgeving nog zoo weinig galant, dat 't op 'n «juffrouw» of «mevrouw» meer of miuder niet aankomt. En laten we toch vooral niet te veel kracht verspillen aan een strijd over vormen Nog eens de burgemeester van 's Hage. Ook bij bet onderzoek der begroo ting van binnenlandsche zaken is deze autoriteit wat zijn kras optreden gedurende de Inhuldigiugsfeesten be treft, ter sprake gekomen, waarbij op digheid niet vereisckten, dan reed hij naar Breslau om daar op zijn manier het leven te genieten. Inmiddels groeide Egon opmeer en meer ontwikkelde zich ook in bem het hartstochtelijke, opbruisende tem perament des vaders, dat ten laatste den zwaar gekrenkten gouverneur bet kasteel uitdreef. Eu nu volgde er een schoon ver rukkelijk beeld, welks kleuren als een lentezonneschijn in den troosteloozen nacht zijner jeugd straalden. Bij zijn zwerftochten door boscb en veld had hij een meisje ontmoet, dat hem terstond een door den hemel toegezonden engel toescheen. De vriendschap was spoedig gesloten, om de eenvoudige reden, dat beiden de behoefte gevoelden, door dit verbond aau huu eenzaam leven een bekoorlijk heid te verleeuen, die alleen aan het leven eeuige waarde schenkt. Rosa Maria was het eenige kind vau den koninklijken opperhoutvester Von het feit gewezen werd dat hij gedu rende verscheidene dagen een aan zienlijke troepenmacht requireerde, heeie detachementen troepen liet opstellen in de straten, vele uren voor dat een of ander nummer van het feestprogramma aanving. Dit laten oprukken vaneen aanzienlijke militaire macht achtte men niet ge schikt tot bevordering van een goeden geest onder het publiek en ook niet in het belang der militairen. Dezen moesten toch terwijl anderen feest vierden, zonder noodzaak een inspan- nenden dienst verrichten. Gevraagd werd of ten deze aan deD burgemeester eene onbeperkte bevoegdheid toekomt. In den Haagschen gemeenteraad heeft de burgemeester, over deze zaak geïnterpelleerd, wel wat uit de hoogte geantwoord, dat de Raad zich daarmede niet te bemoeien had, daar bij als hoofd der politie geen rekening en verantwoording van zijn optreden had te doen. Het is dus wel van be lang om zooals in de Kamer gevraagd werd, uit te maken of de burgemeester al of niet zijn boekje is te buiten gegaan, m.a.w. of het hem vrijstond waar niets hem daartoe aanleiding gaf, een toestand te doen ontstaan, die meer gelijkt op een staat vau beleg, dan eene verzekering der orde. Het is voor dezen burgemeester te hopen, maar nog meer voor de arme soldaten, dat de Hofstad zoolang hij aan het bewind is, van feesten ver schoond blijve. Vee-invoer in België Omtrent den uitvoer van vee deelt de Regeering iu antwoord op het afdeeiiugsverölag der Tweede Katoer mede dat, ofschoon de heropening der Belgische grenzen voor ons fokvee nog verre van volledig is, zij toch geenszins zonder beteekenis is. Den eersten dag der openstelling zijn ongeveer 500 melkkoeien naar dat land uitgevoerd, en den volgenden weer ruim 650. Ook de prijzen van het melkvee zijn gestegen. Over de uitbreiding van deD maatregel wordt onderhandeld en er bestaat uitzicht op verbetering. De Minister acht hel voorbarig, thans reeds in beschouwingen te treden over rétorsiemaatregelen tegen België voor het geval die mogendheid op den duur Diet aan de billijke eischen dezerzijds mocht voldoen. Juist toch met België zijn we op den goeden weg, terwijl niet uit het oog mag verloren worden, dat België zeer strenge bepalingen tot bestrijding der parelziekte heeft vastgesteld, terwijl in Nederland tot bestrijding van die ziekte tot nog toe niets is gedaan dau het nemen van den voorbereidenden maatregel van benoeming eener commissie. Geen poging wordt verzuimd om ook Duitschland er toe te brengen ons vee weder toe te lateD, doch het is te vreezeD dat de Duitsche regeering niets zal doen alvorens overeenkomstig den steeds door haar gestelden eisch gedurende eenigen tijd in het geheel Winterfeldook zij had vroeg hare moeder verloren. Een oude, in zorgen en werken oud geworden dienstbode nam het huishouden waar. Van dat oogenblik af ontmoetten beiden elkaar dagelijks in het bosch, want het huis van den opperhoutvester lag slechts een half uur vau het kas teel Eichenfels verwijderd. Winterfeld kreeg behagen in den opgeruimden, weetgierigen en voor ieder onderricht dankbaren jonge ling. Hij leerde hem ook de onder hem staande menschen achten en liefheb ben met warme overtuigende woorden trad hij op voor de rechten der armen en verdrukten de goede democratische denkbeelden plantte hij in de ziel van Egon over, waarin zij een vruchtbaren bodem vonden. Deze denkbeelden vormden den slagboom, die steeds scherper tusschen Egon en zijn vader oprees. Kurt von Eichenfels had zich einde lijk de plichten herinnerd, die hij als geen mond- en klauwzeer meer in Nederland is voorgekomen. 's Rijksmiddelen. Deze brachten in October dezes jaars f12,540,572 op legen 13,753,542 in 1897. Over dit jaar is Jde opbrengst tot dusver 99 840,941, dus nog 2.242.637 meer dan in 1897. Dat October 1898 zoo ver achter bleef bij die rnaand van 1897 was vooral te wijten aan het successierecht, dat f 657,OUO ten achter is, en aan den suikeraccijns, waarvan nu slechts f 1.689.360 werd ontvangen, tegen 2.624.077 in het vorige jaar. (In 't geheel echter is deze accijns thans nog 18 ton voor.) De Directe belastingen gaven iD dit jaar 209,000 meer, waaronder het Personeel 3000 en de Bedrijfsbe lasting f 138,000. Alleen de Ver mogensbelasting gaf minder, en wel 61.000. De invoerrechten gaven in October 45,000 en in 1898 87,000 meer. De accijns op 'tgedistilieeid hoewel in de afgeloopen maand f 63.000 hooger, is over 't geheele jaar toch 119,000 lager dau 1897. Post en telegraaf gaven 394 500 en 180 000 meer dan 't vorig jaar. Laat men het altijd wisselvallige successierecht buiten rekening, dan is er dus per saldo in dit jaar eene avans van 2.899-131. Lichting militie. De lichtiDg d r militie van 1899 bedraagt, volgens een kon. besluit 11,000 msn, waarvan 510 voor den fceodiooaf De lotelingen voor den dienst ter zee worden gekozen uit degenen, die zich aangemeld hebben om bij de zeemilitie te dienen. Tweede Kamer. Iu zijne Memorie van Antwoord op het begrootingsverslag der Kamer heeft de minister van koloniën de verklaring afgelegd, dat het noodig is den Atjeher van de overtuiging te doordringen dat in de thans gevolgd wordende richting zal worden vol hard totdat het doel bereikt is, tn. a. w. den oorlog voortzetten tot de Atjeher zich geheel onderworpen heeft. De minister vond aanleiding tot deze verklaring omdat de Atjehsche hoofden van meening zijn dat volgens de regelen der Compagnie telkens aan een eouvernenr een bepaalde termijn gesteld wordt om naar zijne methode de pacificatie tot stand te brengen, om dan na afloop dier periode iets anders tot stand te brengen. Op de bewering van den heer Van Kol dat onze financiën uitgeput en ons leger verzwakt geraken, antwoord de de minister dat daarmede in strijd is de voortvarendheid, waarmede in den laatsten tijd de vijand wordt vervolgd, en de hoogst belangrijke resultaten die in Pedir zijn verkregen. Voorts kan de minister getuigen vader vervullen moest. Dit geschiedde namelijk op den dag, waarop de jicht hem voor de eerste maal op de gevol gen van zijn uitspattende levenswijze opmerkzaam maakte. Graaf Von Waldringen had van dit Memento mori gebruik gemaakt, om zijn vriend eens ernstig op het gemoed te werken, en het gevolg was dat Kurt von Eichenfels slechts onderwijzers in dienst nam, die zijn zoon in alle ridderlijke kunsten moesten onder richten. Weldra was Egon een voortreffelijk ruiter eu vechter, maar ondanks al dat onderricht vond hij toch dagelijks den tijd om den opperhoutvester een bezoek te brengen, en de oude baron, wien deze bezoeken niet onbekend bleven, had daar geen aanmerkingen op te maken. Mijnheer Von Winterfeld was, wel is waar, slechts een koninklijk ambte naar en een verarmde edelman, zijn stamboom kon ook niet de belft dar

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1