ar,
'lak.
en,
DPS
Vrijda
tl
H
DE ZWAARSTE STRIJD
IDEN.
en.
4L November
No. 129.
36e Jaargang.
fJIZEN
CA
F E. li t (L, IT OIM.
iES
s
T C1', Parit,
Gemeenteb estuur.
Sta,
'tikelen
PRIJZEN.
zen.
t n ij iv.
Iizc.
ie ons geïllus-
Wintersoi-
iebben, dit ta
|tnd gratis en
s vrij van alia
hooging.
andul N. B.
ENST
DELBURS V.V
vm 4 50 5 55
Zeilmarhtvu
n 12 30 1 15
55 6 55 7 45
markt Vlissin-
p werkdagen)
5 1 20 2 05
7 7 50
«DIENST.
50 6 30 6 50
- 1020 10 40
1 30 2 220
20 5 10 5 30
- 6 40 7 20
1010 10 30
10 1 20 1 40
50 4 10 4 30
- 8 .30.
51.)
iskens lioog-
ssii.gen naar
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
iï;'
t"
1
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing dcrzelfdo
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote lettors
en cliehé's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- cn Zaterdagavond.
Telephoonnummer IO
Abonnemcnts-Advertentiën op zeer voordocligo voorwaarden
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat door den Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid eene beschikking
is genomen, waarbij aan de Spoorweg
maatschappijen verboden is om van af
heden Rundvee voor België bestemd ter
uitvoer aan te nemen, wanneer daar
nevens niet wordt overgelegd eene ver
klaring van een geëxamineerden veearts,
dat die dieren door hem bij onderzoek
bevonden zijn niet te zijn lijdende aan
of door kenteekenen verdacht van eenige
besmettelijke ziekte in den zin- der wet
of wel te zijn aangetast door eene
daarmede in verschijnselen eenige over
eenkomst vertoonende, niet besmette
lijke ziekte.
Het daarvoor vastgestelde model-
certificaat ligt voor belanghebbenden ter
inzage by den den Commissaris van
Politie.
Voor ieder te vervoeren stuk rundvee
s eene afzonderlijke verklaring noodig.
Het onderzoek geschiedt ten koste
van den belanghebbendede verklaring
geldt slechts voor den dag van het
onderzoek en twee daaropvolgende dagen.
Bij de aanneming ter vervoer zullen
de certificaten door den betrokken ambte
naar der Spoorwegmaatschappij worden
afgenomen.
Vlissingen, den 2 November 189S.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKS.
BEREIVDM AIM N G.
Afgekeurd Vleesch.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
aingen maken bekend .-
dat in de maand October j.l. door
den keurmeester van het slachtvee en
vleesch afgekeurd zijn als uadeelig
voor de gezondheid
Een Rund.
Twee Kalveren.
Drie Schapen.
Een Varken.
Zestien kilo Paarde vleesch.
Drie Worst.
Zeventien Levers, en
Zes Ingewanden.
Voorts herinneren zij belanghebbenden
voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij
artikel 207, 3e lid der Alg. Verord. van
Politie, luidende
«Wanneer het herhaaldelijk voorkomt,
dat bij eenzelfden slager of vleeschverkooper
voor de gezondheid nadeelig vleesch wordt
aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte
ia gedaan, zijn Burgemeester en Wet
houders bevoegd, zulks met vermelding
van de namen der belanghebbenden,
ter openbare kennis te brengen.
Vlissingen, 3 November 1898.
Burg. en Weth. voorn.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
FERSGfiEELÈSEtaSTmG.
A/kondiging van het kohier der
personeele belastingno. 3,
dienst 1898.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
NAAR
E. PESGHKAU.
5.)
Mijn leven was in Weenen veelzij-
diger geworden. Had ik mij tot dus
verre geheel in mijne studiën verdiept,
nu nam ik ook deel aan het gezel
schapeleven. Ik was dadelijk in de
aanzienlijke kringen opgenomen, en
deze bevielen mij daar beter dan elders.
Daarbij kwam dat ook mijne positie
aanmerkelijk beter was geworden.
dat op heden bij hem ontvangen en
aan den rijksontvanger is gezonden het
executoir verklaarde kohier wegens de per-
soneele belasting no. 3, dienstjaar 1897
de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd hunne
aanslagen op den bepaalden tijd aan te
zuiveren, ook ter voorkoming van ver
volgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooien te worden
ingediend, terwijl de aangiften ter be
koming van ontheffing ingeval van
verhuizing, moeten worden gedaan bij
den Directeur der directe Belastingen,
binnen zes weken na het verlaten van
het perceel
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 2 Nov. 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Binnenland.
De gezondheidsleer op school.
In eene buitengewone gecombineer
de vergadering van onderwijzers te
'sHage, die o.a. door den minister
van binn. zaken en den wethouder
van onderwijs dr. Mouton werd bij
gewoond, trad dr. W. P. Kuysch,
raad-adviseur aan het departement
van binn. zaken op met eene lezing
over het groote belang eener goede
hygiëne op school. Uit de Avondpost
ontieenen wij het volgende uit het
verslag door dat blad over deze
belangwekkende rede gegeven
Dr. Ruijsch, bet woord bekomen
hebbende, ste'dejn de alleerste plaats
hoL groote gewicht van' füï hygfëne
ojT de school in het licht en gaf, in
verband daarmede, een opsomming
van de verschillende factoren, die in
de school tot ziekteontwikkeling bij
dragen. Onder de schoolkinderen wordt,
buiten- en binnenland bewijzen bet,
een zeer groot contingent gevonden
van jeugdige lijders aau besmettelijke
en andere ziekten. Zuiverheid van
deu bodem, van de lucht en het
drinkwater, afzondering van de be
smettelijke zieken opsporen van de
oorzaken der ziekte en deze in het
hart aantasten, dit «lies vormt drie
der gewichtigste factoren om bet
kwaad tegen te gaan.
Dr. Ruijsch deed uitkomen dat op
de scholen vooral te weinig aandacht
wordt geschonken aan de tuberculose,
terwijl bijziendheid niet minder vaak
voorkomt. Wat dit laatste betreft
dient men vooral te zorgen voor
ioestrooming van flink licht overal
in het schoollokaal. Melaatschheid
wordt ook veel aangetroffen.
Langdurig stond spreker stil bij de
vele gevallen van zenuwziekten, die
maar al te vaak voortspruiten uit
overlading van de hersenen,
Dr. Ruijsch betoogde daarna het
onvoldoende van de doode strijdkrach
ten tegen het generale kwaad (gebou
wen, leerplannen eDz.) en van de
levende strijdkrachten (het toezicht op
het onderwijs, de onderwijzers, enz.)
Het is reeds een avancement, als men
in Weenen geplaatst wordt. En ik
was nog wel bij den generalen staf
ingedeeld, had een voidoend inkomen
en de beste vooruitzichten.
In de kringen, waarin ik verkeerde,
leefde Johanna ook. Ik wil niet be
proeven mij beter te maken dan ik
ben. Ik wil niets ter mijner recht
vaardiging inbrengen dan de gewone
zwakheid onzer natuurmaar van af
ons eerste wederzien leefde ik als in
roes. Ik heb er tegen gekampt, maar
Vruchteloos. Ik vergat niet, dat Johanna
eene getrouwde vrouw wasik zei
het mij zelf duizend maal, dat zij voor
mij verloren was, dat ik niet aan haar
mocht denken en toch ging ik
telkens weer daar, waar ik hopen kon
haar te zien, om mij hij haar aanblik
op nieuw te laten bedwelmen.
En zien, haar zien dat was
immers geen misdaad. Waarom zou
ik haar niet zien, terwijl honderd
andere oogen haar zagen
Scholen worden op slecüle plaatsen
gebouwdhet licht s'roorut ondoel
matig toe; schoolbad'n ontbreken
nog te veel; de ve til&tie en de
verwarming zijn gebr- kig, er is geen
centrale verwarmingde ventilatie-
buizen verkeeren in zeer slechten
toestand; ook de echo i ban ken iateu
te wenschen over de druk der
schoolboeken niet minder en de gym-
nastiektoestellen zeer veel.
Wat de inrichting der roosters van
onderwijs betreft, een onderwerp dat
spreker slechts schoo-voeteud aan
roerde, kwam dr. Ruijsch tot de
uitspraak, dat ook iu dit opzicht de
geneeskundige een woordje inoet heb
ben mede .te spreken, bewezen als
het is dat de neurasthenie in tal van
gevallen voortspruit uit overlading van
de herseceu.
Spreker zou het kiud reeds vroeg
de gevolgen van alcohol-misbruik, ja
zelfs van het misbruik van oumalig
rooken, voor oogen wh en zien houden
en bepleitte het opnemen in de leer
programma's van de beginselen der
gezondheidsleer.
Na de pauze werd gelegenheid ge
geven tot debat.
De wethouder van Onderwijs, dr.
Mouton, vreesde dat de eischen van
dr. Ruysch ten aanzien van de
hygiëDe op school wat te ver gingen,
in aanmerking geuomsn dat de taak
der onderwijzers toch reeds zoo veel
omvattend is. Intussc en achtte hij
met den inleider de instelling van
schoolartsen driDgend uoodig.
Nog verschillende a .dere personen
nameu aan het debateel. Zij werden
door dr. Ruijsch korteujk beantwoord.
De voorzitter deel ie mede, dat
waarschijnlijk aan ei der wenschen
van ót? inleider zal worden voluaan.
Er is namelijk te s u'SfBuhage 12
wording een cursus in gezondheidsleer,
tot deelneming waaraan zich reeds
verscheidene onderwijzeressen en on
derwijzers bereid verklaard hebben.
Godsdienstoefeningen op de vloot.
De minister van marine heeft ge
hoor gegeven aan den wensch van
eenige Kamerleden om de huiselijke
godsdienstoefeningen die aan boord
onzer oorlogschepen worden gehouden,
weder verplichtend te stellen voor de
schepelingen.
Meende de minister vroeger dat die
godsdienstoefeningen het gemengd
godsdienstig karakter onzer schepelin
gen in aanmerking genomen, moeilijk
zoo konden gehouden worden dat zij
geen aanstoot gaven, thans schijnt dat
bezwaar niet meer te bestaan of zoo
licht geteld te worden, dat daaraan
het beginsel om godsdienstoefeningen
op de vloot verplichtend te stellen,
niet mag opgeofferd worden.
Thans is door den minister werke
lijk een wijziging in dien geest in de
bestaande verordeningen aangebracht
en in beginsel aangenomen dat de
„kerk" door een ieder die niet door
ziekte of eenige dienstverrichting
daarin verhinderd is, zal worden be
zocht. Alleen hij die gemotiveerde
Toen wij den eersten avond plotse
ling tegenover elkander stonden, kon
zij hare vreugde over de onverwachte
ontmoeting niet verbergen. Hare oogen
fonkelden, een betooverende lach gleed
over haar gelaat, geheel haar wezen
scheen te verjongen.
Zij reikte mij de hand, en mijne
blikken hingen als beneveld aan haar
mijne polsen klopten, ik was als in
een roes.
Het was Johanna en toch was zij
het weer niet. Uit het slanke meisje
was een heerlijke vrouw gegroeid, die
ik met verrukking beschouwde. Haar
lach, het fonkelen van hare oogen,
haar warme groet was het een
wonder dat ik voor een oogenblik alles
om mij heen vergat?
Zij kwam het eerst weer tot zich-
zelve. Hare trekken werden koeler
een onverschillige vraag en ook
ik kreeg mijne bezinning weder.
Ik wist, dat wij ons in den salon
van barones M. bevonden, en dat de
bezwaren kan doen gelden, wordt
daarvan vrijgesteld. Waar het moge
lijk is, zullen gebed en leerrede, voor
te lezen door den officier, die door den
commandant van den bodem het
meest, geschikt geacht wordt, en
waarbij in de eerste plaats gelet moet
worden op hen „die eeue bijzondere
roepiug mochten gevoelen" van psalm
gezang vergezeld gaan. Meer speciaal
wordt de commandant met het toe
zicht op een en ander belast.
Het bezoeken van de „kerk" wordt
dus verplichtend gesteld, gevallen van
force majeure uitgezonderd, maar niet
voor heu die gemotiveerde bezwaren
kunnen doen geiden. Het is dus te deu
ken dat het bezoek aan de „kerk"
lijden zal, indien nl. zij die bezwaar
hebben tegen het bijwonen der
godsdienstoefening, de bekwaamheid
bezitten om hunue bezwaren ta
motiveeren. Kuunen zij dat niet
dan zijn ze verplicht iu de „kerk"
te komen.
De „Standaard" voegt er den
wensch bij dat nog een nadere rege
ling zal worden getroffen waarbij zoo
weinig mogelijk aan de subjectieve
opvattingen van den commandant
wordt overgelaten en zooveel mogelijk
rekeuing gehouden met het gemengd
godsdienstig karakter onzer schepe
lingen.
Het is wel opmerkelijk door de
„Standaard" op dit gebied de neu
traliteit te zien aanbevelen.
Briefkaarten.
De Haagsehe Courant vermeldt een
zeker niet algemeen bekend feitdat
men geen binnenlandsche briefkaart
voor het buitenland mag gebruiken
door e" en postzegel van 2*/., cent
ijf te pli'ékï. n.-if?9ten bepaam
blauwe kaartbrieven zijn mev€?- o
ceuts zegel.
Het «IV. v. d. D.r> verneemt nog
iets ten aanzien van briefkaarten,
stellig ook niet algemeen bekend
Stukken karton kunnen als briefkaart
dienst doen, mits zij op de voorzijde
het opschrift „Briefkaart" dragen,maar
er mag ook niets meer bij. Daardoor
is 't gebeurd dat hier te lande ver
vaardigde en verkochte briefkaarten
(met plaatsjes aan de achterzijde),
ODdanks den vereischten postzegel van
2l/i cent, met een strafport van 5
cents belast werden, want onder bet
woord «Briefkaart" stond«Carte
Postale".
Een gelijke belasting onderging een
in binnenlaudsch verkeer verzonden
briefkaart van Duitsche herkomst,
waarop dus stond „Postkarte." Ook
deze voldeed niet aan de vereischten.
De Postadministratie wil 't blijk
baar dien eigengemaakten briefkaarteu
een weinig lastig maken. Nu, ook wij
ziju niet vooi die dingen, omdat ze,
gelijk wij reeds herhaaldelijk aantoon
den, zoo licht tijdverlies en onkosten
veroorzaken, wanneer men vergeet er
een postzegel op te plakken, maar
liever zagen wij ze toch geheel en al
verboden, dan ze nu getroffen door
strafbepalingen, waarvan de afzender
vrouw tegenover mij de echtgenoot
van professor Horst was.
Dien avond spraken wij elkaar niet
meer. Maar ik ging heen met het
gevoel, dat ik haar niet onverschillig
was. En de koorts woedde weer even
hevig in mij als vóór een tieD-al jaren.
Ik was een ander geworden
evenals zij. Is men verstandiger op
zijn dertigste jaar dan op zijn twin
tigste? Zekerlijk. Maar ook het ge
moed is gerijpt, de driften worden
heviger. Welke wonden zal de strijd
nu slaan en hoe zal hij eindigen
Ik leefde in een roes, ging niet op
de vlucht, maar telkens en telkens
daar, waar ik kon hopen Johanna te
zien. Als ik haar zag, hingen mijne
oogeD aan haar. Somwijlen ontmoetten
onze blikken elkaar te midden van
eene woeleude, pratende menigte
dikwijls van uit de verte dit was
ons onderhoud. Want nooit richtte
zij het woord meer tot mij, maar ging
mij koel en trotsch voorbij als een
niets vermoedt en de ontvanger de
dupe is.
Nationaal.
Men verzocht ons het volgende op
te uetnen
Vele vreemdelingen die ons vaderland
bezoeken twijfel u er aan of bet onaf
hankelijke Neueriand eene eigen taal
bezit, rijk genoeg aan woorden om
geene behoefte te hebben aan de hulp
van reemde talen. De aanleiding tot
deze dwaling ligt in het veelvuldig
gebr.nk maken, vooral van Frausche
uitdrukkingen op Uithangborden,
Winkelramen, Aanbiedingen, Aanbe
velingen, Briefadressen, Naamkaartjes
enz., wat getuigt van geringe nationale
trots en van een nog steeds gebukt
gaan onder het sinds lange jaren
afgeschudde gehate Fransche juk.
Zoude het nu, terwijl onze geéer-
biedigde Koningin getoond heeft eene
Nederiaudsche Vorstin te willen zijn,
niet de juiste tijd zijn, paal en perk
te stoiien aan het te hulp roepen van
vreemde uitdrukkingen in bovenge
noemde zaken?
Daartoe zoude het meest afdoend
middel zeker ziin een Bond te stich
ten, waarvan de Leden de verplichting
op zich nemen noch op Adressen voor
Binnenlandsche BrieveD, noch op
Naamkaartjes vreemde woorden te ge
bruiken en zich verbinden zich niet te
voorzien bij hen die hunne diensten
en waren in Onnederlandsche woorden
aanbieden.
Allen, die genegen zijn tot het op
richten van zoodanigen Bond mede
tewerken, worden uitgeneodiffd J*uU
Naamkaartjes onder lette- w.ii. toete-
zendeu aan de Firma Ten Iloet te
Nijmegen, zullende bij ruime dcelne-
gjater eene oproeping ter verga-
denrj-: ir»
Een nieuw distinctief.
Tijdens de Inhuldig gsfeesten te
's Hage was aan geueesheeren ver
zocht een distinctief te dragen (wit
strikje met rood kruis op wit veld).
Dr. Broes van Heeckeren wijst nu iu
het Medisch Weekblad op de wensche-
lijkheid, dat geneesheeren ook in ge
wone tijden zulk een onderscheidings-
teeken dragen, opdat ;er, die hun
hulp onmiddellijk noodig heeft, hen
kan herkennen.
Dr. Broes zou als teekeu voorstellen
in het knoopsgat een matzil veren
knoop met een rood kruis er op.
Iedereen zou dan dadelijk weten wat
zulks te beduiden heeft.
Oost-Indië
In militaire kringen loopt het ge
rucht, dat de commandant van het
leger zich bij den Gouverneur-gene
raal beklaagd heeft over het gerii:g
aantal decoratiën dat den 31 Aug.
aau officieren en minderen is ten deel
gevallen, vooral omdat in Nederland
het leger zoo ongemeen rijk bedeeld
is geworden.
Atjeh.
Van een zijde, die het „Bat. Nbl."
vreemde.
Eens echter, toen ik eenzaam in een
vensternis stond, kwam zij op mij toe,
alsof zij mij spreken wilde. Haar
gelaat was strak, hare wangen zagen
bleek, zij snakte naar adem.
„Men vindt het opvallend, luitenant",
zeide zij, «zoo als gij naar mij kijkt.
Waarom doet gij dit? Waarom treedt
gij mij telkens in den weg? Denkt
gij er niet aan, dat gij daardoor bet
wantrouwen van mijn man opwekt
Het klonk zoo uit de hoogte, zoo
streng, zoo als zij dit zeide, dat het
mijn trots opwekte.
„Is de professor jaloersch?" ant
woordde ik. „Nu, als hij lust heeft,
ben ik bereid hem voldoening te
geven."
Nu werd de uitdrukking van haar
gelaat zachter en keek zij mij zoo
droevig aan, dat het mij berouwde op
dien toon gesproken te hebben. En
met bevende stem, waaruit geheel het
wee sprak van een mislukt leven