UT 1152 ISEN, Woensdag 19 October De nieuwe aanval op de accijazeii De Dochter van den Mennoniet. No. 122. 36e Jaargang. 1898. |d, mi 4, >ocle ,CI" gemeenteraad van vlissingen WOUD- fiaakt het 1 gedurende plleetie EN ÏEPAKT. fer/lam. IA", lm gekeurd in ÏOO.OOO. ERS. s, ge- geval van Izichtigheid, 1', etc. tegen Ld, IJK. I A 129. ÈSCÏÏK algen van Ikten, Ige. (waarden en iividueele In tegen alle foor allerlei Jren, zoowel (aanbevelend fdspersoneel, Fabrieks- laaf worden foofd-Agent 5IJEN, |t, N. 169. Ier bij Mej, Instr. A 129. Irkrade. TALEN! ogename llandsch, fngelscb. In 2 ko- Irland p.p. Hbs HAAN, Pilulae- Igcbruiks- Kst tegen liet Che- Iwek Dr. Iarmens Mej. de ■Bierkade, COURANT. Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfdo advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. VerschtJnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnnmmer IO Abonnemcnts-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden Gemeentebestuur. OPENBARE VERGADERING van den op Donderdag 20 October 1898 des namiddags ten 2 ure. A. Mededeelingen. B. Overlegging van stukken. C. Benoeming van le. eene onderwijzeres aan school E. (Worden voorgedragen le. Mej. H. de Groot, te Leksmond, 2e. mej. A. M. H. Contant, teWarnsveld, 8. mej. J.J. Pleune, te Woudrichem 2e. een keurmeester van het slachtvee en vleesch (worden aanbevolen) le. H. G. de Wit, te Arnhem, 2e. M. J. Lin- derman, te Rotterdam) 3e. leden en plaatsverv. leden in het siembureau voor de verkiezing van ieden Kamer van Kooph. en Fabrieken; 4e. een tijdelijken assistentleeraar aan de B. A. S. (wordt aanbevolen F. v. d. Veen.) D. Te behandelen onderwerpen le. Voorstel tot onderh. verkoop van gemeentegrond aan a. Feij en Stroo, b. J. Loois, e. J. P. Deschepper, d. J. Willemse, e. H. J. Ganderheijden. W. L. Huson, g. G. van Dijk. 2e. Idem tot afwijzende beschikking op het adres van den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente inzake afschaffing der kermis. 3e. Idem tot verlengen concessie J. Smith tot het plaatsen van een automa tisch weegtoestel. 4e. Idem tot het rooien van boomen. 5e. Idem tot het verleenen van ver gunning a. aan A. Pierens tot het uithangen van zonneschermen, b. aan W. Lampers tot het leggen voetbrug. Ge. idem inzake de pensionneering der gemeenteambtenaren. 7e. Idem lot het verleenen van toe stemming aan den 2den gemeentegeneesk. tot het waarnemen der betrekking van geneesheer Fonds Mij. Exp. S.S. 8e. Idem betreffende den datum van ingang van het eervol ontslag aan den laten boekhouder der Leenbank. 9e. Idem tot het verleenen gratificatie aan den marktmeester. 10e Idem tot 3e wijziging gerneen- tebegrooting 1898. 11e. Behandeling reclames H.O. dienst 1898. 12e. Vaststelling 2e suppletoir kohier H.O. dienst 1898. Vervolg e,n Slot. Tot dusver bepaalden wij ons tot het onderdeel der zaak, om thans het hoofd punt in beschouwing te nemen. Dat hoofdpunt is de verhooging van den wijnaccijns met een vierde der reeds bestaande belasting. Dat hoofdpunt is het, dat van vele zijden een storm heeft doen opgaan F F FILL FT O V Naar K. Beriow. 8.) Hij ontdeed baar van den grooten hoed en den zwaren doek, die zij als pleegzuster droeg, haalde een glas wijn en dwong haar bijna daarvan te drinken, noemde haar met de zoetste namen, die de liefde kan vinden, en zoo gelukte het hem eindelijk haar tot bedaren te brengen. „Zoo,nu zijt gij weer mijn Sulamith", 'tegen den minister Pierson, die den moed had dezen maatregel voor te stellen. Tot een juiste beoordeeling van zijn wetsontwerp is het in de eerste plaats noodig te weten welke de gevolgen zullen zjjn van de verzwaring der belasting. Dat gevolg bestaat hierin, dat de verbruikers, voor elke flesch wijn die zij drinken, ongeveer vier cents meer zullen hebben te betalen. Maakt men zich, vraagt deze of gene allicht, daarover zoo warm Laat ons in de eerste piaats de op merking maken, dat het niet alleen om die vier centen te doen is. Wel moet dit geringe bedrag wegen bij den een- voudigen burgerman, voor wien wijn een extra versnapering is, of voor hen, die dezen drank wegens ziekte of zwakte behooren te gebruiken. De redeneering dat zoogenaamde weeldear tikelen nooit te duur zijn, is geen ge zonde redeneering, omdat men nooit met juistheid zeggen kan, waar de behoefte eindigt en de weelde begint terwijl een artikel, dat door de groote meerderheid der geneeskundigen, bij een matig gebruik voor zeer nuttig gehouden wordt, eigenlijk nimmer onder de weelde artikelen kan worden gerangschikt. Met het oog hierop mag men met grond zeggen, dat de wijn voor den burger stand duur genoeg is en niet duurder worden mag. Zal echter, vraagt de verbruiker, de belasting wel betalen Zal de han del die niet voor zijne rekening nemen Slechts ten deele zal dit het geval wezen. De deugdelijke handelaren, die eerlijk willen concurreeren en prijs stellen op het behoud van de goede quahteit hunner waren, zullen hoogst waarschijnlijk den prijs met het bedrag der nieuwe belasting verhoogen. En daar alle wijnsoorten aan dezelfde belasting onderworpen zijn en dus de prijzen alle in dezelfde evenredigheid zullen stijgen, stelt dit weder eene bevoorrechting daar voor hen, wien de prijs van den wijn onverschillig kan wezen. Dit bezwaar, in onzen tijd van onte vredenheid op zich zelf reeds niet te licht te stellen, wordt grooter, wanneer men bedenkt dat, naar alle waarschijn lijkheid de ervaring leert het immers? de minder nauwgezette kooplieden den verhoogden prijs schijnbaar voor hunne rekening zullen nemen. Zij zullen hunne cliéntèele niet meer laten betalen, maai zij zullen ze vervalschte, of nog meer dan thans vervalschte pro - ducten verkoopen. Nu moge de vervalschte wijn minder zeide hij, voor haar knielend en hare handen vattend, „zeg mij nu, wat gij mij hebt mee te deelen.» Zij ademde zwaar en moeilijk. Ein delijk zeide zij „George, een groot gevaar bedreigt u.« „Welk gevaar, lieve, welk dan? Toch geen ander, dan waaraan ieder soldaat is blootgesteld, die dagelijks zijn leven op het spel moet zetten.» „Neen, neen», riep zij vol angst, en haar gelaat aan zijne borst verbergend, vertelde zij hem, met vliegenden adem en door tranen en snikken afgebroken, het onderhoud, dat zij op den bewusten avond had afgeluisterd, „lin hij Andreas zal woord houden», voegde zij er vertwijfeld aan toe, „ik weet, hoe boos en wraakzuchtig hij is. Eu hij is hier, ik heb hem vandaag gezien, daarom rustte ik niet, vóór ik u bad gevonden, wat er dan ook vau komen mocht. Ik wilde u schrijven, maar was bang, dat een brief, die zulk een vreeselijke aanklacht tegen mijn vader schadelijk wezen dan het vervalschte gedistilleerd, schadelijk is hij dan toch in elk geval en bedenkelijk is het zeker te noemen, dat men als het ware ge plaatst wordt tusschen de keuze van meer te betalen of minder te genieten. De vraag is ook gedaan, wat het buitenland van den maatregel zeggen zal Z(j ziet natuurlijk in hoofdzaak op Frankrijk, dat ons van wijn voorziet, terwijl wij onze Fransche naburen onder andoren van kaas voorzien. Verminde ring van wijnverbruik is voor den Franschen handel zeer schadelijk. Zal er dus geen aanleiding bestaan, om ons wederkeerig te treffen, door b.v. inko mende rechten te heffen ofte verhoogen van uit Nederland in Frankrijk ingevoerd wordende artikelen, voor zoover dit op grond der tusschen beide landen bestaande overeenkomsten mogelijk is Die vraag meenen wij echter ont kennend te moeten beantwoorden. Voor eerst is het volstrekt niet uitgemaakt, dat de Fransche regeering tegen Neder land zulke maatregelen zou wenschen te nemen ten genoege van de wijuver- bouwers in Bordeaux en andere streken. Maar in de tweede plaats vergete men niet, dat hier volstrekt geen sprake is van het heffen van inkomende rechtenvan accijns van een belasting door de Neder- landsche verbruikers te betalen. Gaan deze tengevolge daarvan minder of mindere soorten drinken, dan is dit zeker voor onze Fransche vrienden minder aange naam maar zij hebben in elk geval geen recht om zich ernstig te beklagen over een maatregel die niet tegen hen genomen wordt. Hechten wij dus aan deze laatste bedenking weinig waarde, de andere daarentegen schijnen ons van genoeg zaam gewicht toe, om de verhooging van den wijnaccijns niet toe te juichen. Daarbij komt dat, een gewoon verschijnsel bij genotmiddelen, waarvan het gebruik ten deele aan mode onder hevig is, ook het verbruik van wijnen in de laatste jaren in ons land gedaald is. Het deftige glaasje wijn is door een aantal andero dranken ten deele vervan gen Verhooging van belasting zal dus van zelf tengevolge hebben, dat men in die richting doorgaat, en dat kan de bedoeling der zaak,het doen stijgen der ontvangsten, niet in de hand werken. Aan den Minister van financiën kan dit onmogelijk ontgaan, en daarom zijn wij van oordeel, dat ook de verzwaring van den wijnaccijns slechts als een tijdelijken maatregel door de regeering wordt beschouwd. In het begin zal een vermeerdering van opbrengst verkregen worden, maar op den duur zal die stand houden. inhield, verloren kon gaan of in andere handen komen. George vloek hem niet, vergeef hem om mijnentwille.» Onwillekeurig was George ernstig geworden bij hare woorden het is iets anders, in den slag tegenover den vijand te staan, dan zich bedreigd te weten door den kogel van een sluip moordenaar. Het lichte bloed kwam echter spoedig weer boven na eenige oogenblikken scheen bet hem niet eens meer waarschijnlijk, dat de ijver zuchtige jongeling zijn moordplan zou volvoeren. „Om mij te waarschuwen, uit vrees voor mij, zijt gij hier heen gekomen, Sulamith vroeg hij teeder, „en hebt daarvoor de verre reis door het vreemde land gemaakt?" „Ja, George ik ben heimelijk het vaderlijk buis ontvloden, om bij u te komen. Ik zou van angst gestorven zijn, als ik niet gekund had. Gelukkig vond ik overal goede menscben, die mij verder hielpen. Dikwijls was ik Met dit uitzicht voor oogen zouden wjj ons wel met wat door de regeering gewenscht wordt en volgens haar gevoelen door de omstandigheden is geboden, kunnen vereenigen. Laat de verhooging van den accijns zouden wjj zeggen een noodzakelijk kwaad zijn, en laat de nieuwe wet ons dan aansporing wezen om het drankvraag- stuk in zijn vollen omgang eerlang ernstig ter hand te nemen. Van een ernstig Staatsbestuur verwachten wij iets anders nog dan noodwetjes, zooals er thans weer een aangeboden werd. Binnenland. Onze Volksontwikkeling. Volgens den beer J. W. Gerhard, onderwijzer te Amsterdam, hebben wij, Nederlanders, geen recht ons te verhoovaardigen op het hier te lande gegeven onderwijs en allerminst ons te beroemen dat ons onderwijs op een zeer hoogeu trap zou staan en in dit opzicht gerust de vergelijking met andere landen khu doorstaan. Volgens hem staat het onderwijs integendeel op eeD zeer lagen trap. Dit zeer ongunstig en oDgewoon oordeel licht de heer Gerhard toe in eene brochure, waarin hij de volksontwikkeling in Nederland vergelijkt met die in Duitschland en Zwitserland. „Van alle beschaafde landen", zegt de schijver, „is er wellicht geen land waar alle onderwijsquaesties zóo wei nig het denken en willen van het volk doordringen als in Nederland. Alle frazen, vooral van liberale zijden voortgebracht, dat Nederland trotsch kan zijn op zijn onderwijs, op zijne volksschool, stooten deze twee feiten niet omverNederland heeft geen leerplicht, Nederland betaalt zijne volksonderwijzers bijna het slechtst van alle Europeesche Janden.» Blijkt hier indirect dat de heer Gerhard voorstander is van den leerplicht, met het thans aanhangige leerplich tont werp heeft hij bijzonder weinig op. Mocht het onveranderd worden aangenomen, dan zal aan den wezenlijken toestand van het volks - onderwijs en dus aan de volksontwik keling weinig worden veranderd. Wordt er op Regeering en Kamers nu door het volk zelf groote druk uitgeoefend, dan is er kans dat de noodzakelijke verbeteringen in het ontwerp zullen komen. In de door hem verzamelde gege vens betreffende het volksonderwijs in Duitschland en Zwitserland vindt de heer Gerhard de bewijzen van den in vele opzichten gebrekkigen toestand van het lager onderwijs hier te lande zoodat, willen wij niet te ver achterstaan bij genoemde landen, waar inzake onderwijs ook nog veel aan het ideaal ontbreekt, ernstige inspanning noodig is om het verzuimde in te halen. Rukt dus de heer Gerhard ons alleen onder soldaten, maar zij waren allen vriendelijk en behulpzaam, als ik vertelde, dat ik als pleegzuster naar het oorlogsveld ging, en ik heb nooit eenige vreeze gehad, ik dacht slechts aan u. Vóór den slag bij Wörth ontmoette ik in een dorp aan de grenzen tante Benigna, die mij eerst weer terug wilde zendeD, later echter, toen zij zag, dat het mij ernst was om te helpen, mij bij zich hield. Zoo ben ik nu zes weken het leger gevolgd, altijd door verlangend u te vinden, wat bij de veelvuldige ver wisseling der troepen zoo moeilijk was. Gisteren zijn wij hier gekomen, maar gaan morgen weer verder, als het waar is, dat binnenkort weer een slag te wachten is. Het trof mij zeer, toen ik vandaag hoorde, dat uw regi ment hier was, toen tante met de andere diaconessen in het hospitaal was, vond ik gelegenheid naar u te vragen. Ik heb den weg naar hier vliegend afgelegd maar nu is alles onderwijs van bet hooge voetstuk af, waarop wij geleerd hadden het] te beschouwen, dan kuDnen zijne met bewijzen gestaafde mededeelingen er misschien toe bijbrengen om ons lager onderwijs toch weder die hoogte te doen bereikeD, welke in onzen tijd een gebiedende eisch is geworden. Nawerking plan-CooIen. Te Westwond (N. H is eene ver gadering gehouden naar aanleiding van een oproeping vau dr. Nuyens aldaar, die als doel der vergadering uiteenzettehet oprichten vau eene militievereeuiging volgens het plan Gooien, met het doel vervanging van het jaarlijksch contingent miliciens door vrijwilligers, die daarvoor van de Vereenigiug van militiemaatschap pijen bezoldigingen ontvangen. Ofschoon het doel op deze eerste vergadering niet werd bereikt, ver wierf het plan van dr. Nuyens toch de volle instemming der vergadering, zoodat verwacht kan worden, dat de oprichting van militievereenigingen in dit deal van Noord-Holland niet verre meer af is. Te Gilze (N.B.) heeft zich een voldoend getal vrijwilligers aangege ven, zoodat zij, die een dienstplichtig nummer hebben getrokken overeen komstig hun verlangeD, niet in werkelijken dienst behoeven te treden. De lotelingen hadden van te voren ieder naar zijn draagkracht, de daartoe benoodigde gelden bijgedragen. Scheiding. Te Amsterdam, Leiden en Utrecht en Groningen bestaan tegenwoordig Katholieke studenten-vereenigingen, die in het academische studen tenleven, dus een van de andere studenten geheel geïsoleerd standpunt innemen. Te Groningen zijn vele geestelijken uit de stad en omstreken, benevens alle wetenschappelijke Groningsche katholieke leeken als buitengewone leden toegelaten. Zeer geschikt om de wereld door een eenzijdigen bril te leeren bezien. Begrooting Waterstaat- Bij aanvullingsbegrooting voor 1897 heeft de Minister van Waterstaat verschillende posten verhoogd wegens overschrijdingen der ramingen, waar tegenover andere verminderingen staan. Zoo hebben de kosten van herstel van stormschade, vooral aan den mond van den Rotterdamschen waterweg en aan de zeeweringen in Noord-Holland, 50,000 meer bedragen dan was uitgetrokken. Een zeer uitgebreid onderzoek, door den wetenschappelijke!) adviseur in visscherij-zaken ingesteld naar den gezondheidstoestand van den Zeeuw- scben oester, heeft geleid tot uitgaven, welke niet geheel uit den post „onder zoek en navorschingen ten behoeve van de visscherijen" konden worden gekweten. weer goed. Ik ben bij u, ik kon u nog tijdig waarschuwen." „Mijn lieve, beste Sulamith. Zooveel zorg en moeite hadt gij voor mij. Dacht gij niet aan gevaar voor uzelve, toen gij zoo alleen en onbeschermd in de wereld ronddooldet „Wat ligt er mij aan gelegen?' riep zij, hem hartstochtelijk omarmend, „mijn leven, alles wil ik offeren, als gij maar behouden blijft." George was diep bewogen, hij ge voelde de macht dier opofferende, onwankelbare liefde, die zichzelve geeft om der wille van den geliefde, hij erkende den rijkdom van het jeugdig reine gemoed, dat zich zoo geheel aan hem gaf. Met teederheid t-achtte hij den angst van het geliefde meisje te doen bedaren, haar te overtuigen, dat hare vrees ongegrond was. Om haar geheel gerust te stellen, beloofde hij reeds den volgenden dag bij den rit meester op de verplaatsing van Andreas aan te dringeD, hij beloofde alles, wat

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1