irmantels, DE ïilltl. 26 September OLAK No. 112. 36e Jaargang. >H0EDEN. ÏNCES Martiniis Visser, iën op elk gebied. e Dienslbode PI, 1898. Maandag' it Moort een Bpepl. Vlissingen REN. ÏE1KRAAM, nstbode, Gemeentebestuur. Koninklijke woorden. I s [I I L L E T O V tlimimsche 8,— per stuk, van het merk GODIN te Laeken lieuwste timent idere Dranken. >rschrift. ^oyaux 19 Vanille range 20 Vespetro nour 21 Elixir de Spa 22 Frambozen Menthe 23Triple Sec Rose Bisschop. F. Meiwijn. issel is voldoende, hieden franco, te O e v en t e r." ratis, op aanvrage. "TEK.FL.EXOSr, hare geachte Begunstigers, i October blijft staan, ren van Fijne Wafelen a (ook des Zondags) worden luis bezorgd. n VERZEKERING sluit op verkrijging van Pensioen lijke Ongelukben of voor en Fabriekspersoneel, rand, Inbraak, Diefstal Inboedels, enz., Bijwie van spiegelruiten, Ver- oopmansgoederen, In te water en te land per heid. st conditiën en preniieop- ratis verstrekt worden,door H. F. VAN OIJEN. Assuradeur Vlissingen. No. 169. GEMEUBILEERDE t aparte Slaapkamer, Heeren met Kost en Billijke conditiën, ar letter K, Bureau „Vila- nt,« mogelijk gevraagd een HAARSMA. RAKEMA, Koningsweg et November eene koken vereischte. Zonder onnoodig zich aan te r 1898. JD 1 55a)b) nm 3 25 en 6 20 2 25a)b) 3 55 6 0 0 20 nm l 55b) en 4 50 0 40 2 15 b) 5 10 1 55b) 3 25 6 20c)g 115b) 3 45 6 40 g 810 8 40 6,20 naar Breskens hoog 'nuten. naar Borsaele en Ter' elegd. Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek. handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. COURANT. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnummer IO Abonncinents-Advertentiën op zeer voordeclige voorwaarden aajjg.- Zij, <Iie zich met 1 Oc- tober op «le „Vlissingsche Courant" abonueereii, ontvangen ,1e van lieden tot (lien datum verschijnende nummers gratis. Inspectie over de Waterkeeringen. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, gezien art. 349 der algemeene veror dening van politie (Gemeenteblad no. 1 van 1893) maken bekend dat op Maandag den 26 September e.k. door de daartoe be voegde ambtenaren, eene inspectie zal worden gehouden over de waterkeerin gen in deze gemeente, waarmede zal worden aangevangen des morgens te 9 uur en noodigen alle eigenaars, bewoners of gebruikers van panden, gelegen in de richting der waterkeeringen, uit, om te zorgen, dat voorhanden zijn de voorwerpen, in de artt. 337 en 338 van genoemde verordening omschieven, teneinde zich te vrijwaren van de toepassing der strafbepalingen aan het slot van art. 343 tegen de overtreders bedreigd. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 21 Sept. 1898. Burgemeester en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. Sluiting der Baden. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, brengen ter algemeene kennis dat de sluiting der Baden aan de Badplaats dezer gemeente is bepaald op 28 Sep tember e.k. Vlissingen, 23 September 1898. Burgemeester en Weth. voorn. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris G. J. BISSCHOP. Terwijl nog gestreden wordt over de vrij onpractische vraag, of bij de re- geeringsaanvnarding en de huldiging onzer geëerbiedigde Vorstin wel alle vormen naar de eischen van wet en gebruik zijn in acht genomen, dringt zich alreeds de werkelijkheid naar voren en worden de vertegenwoordigers van het volk te samen geroepen om den wetgevenden arbeid to hervatten. Min of meer vermoeid van het feestvieren, is toch alom een dergelijk streven waar te nemen. Het werk roept ons allen en dat van de wetgevende ver- 22.) De inspecteur deelde de gevangen neming en ontvluchting van Antonio mee. Met nadrukkehjken, vreeselijken omst voegde hij er aan toe: „Hem,die de daad volvoerde, kennen wij, en dood nf levend zal hij in onze macht vallen, den lastgever er toe aan de vergelding °ver te levereD, mag uw werk zijn, mijne heeren.» Hij stond op, boog en ?ing heen. Vader en zoon zagen elkander aan ut de bleeke trekken der mannen sprak "ntzetting. Eindelijk zei de diep ont- gadering is het gewichtigste, omdat het als het ware den stoot aan de geheele maatschappelijke beweging moet geven. Het is altoos een oogenblik van be- teekenis, wanneer het Hoofd van den Staat zich bevindt in het midden van het volk, dat wil zeggen van hen, die door het volk werden uitgekozen om aan de eigenlijke regeertaak deel te nemen, en het was een historisch oogenblik, toen koningin Wilhelmina voor de eerste maal als gekroonde Koningin in 's Lands vergaderzaal ver - scheen, om de zitting der Staten-Gene- raai te openen en de troonrede te houden. De beteekenis van deze formaliteit is ons allen bekend. De regeering, van welke in den regel de wetten uitgaan, verschijnt voor de volksvertegenwoor diging en legt haar een plan van arbeid voor, een programma van het nieuwe zittingjaar. Groote waarde mag daaraan niet worden toegekend, omdat de uit voering van het plan niet geheel van de regeering afhangt, ook omdat de toezegging slechts in algemeene be - woordingen is vervat en de vertegen woordiging altijd op de daden der regeering wachten moet. Juist omdat dit staatsstuk uitteraard eene zeer beperkte waarde heeft, is het te betreuren, wanneer door alge meenheden en niets zeggende of afge zaagde woorden, de leegte gevuld wordt, en wi) hebben ons bij eene vorige gelegenheid de vrijheid veroorloofd, daarop uitdrukkelijk te wijzen. Geene regeering is verantwoord wanneer zij aan het Hoofd van den Staat woorden in den mond legt, die niets dan zinledige klanken zjjn. Wanneer wij de troonrede van dit jaar met die van het vorige jaar ver gelijken, dan kunnen wij niet nalaten er onze voldoening over te kennen te geven, dat aan den wenk, door ons en anderen gegeven, blijkbaar aandacht is geschonken. Mot den ouden vorm dei- troonrede is nagenoeg geheel gebroken. De regeering heeft begrepen dat met liet nieuwe de vorm van het oude niet gepaard kan gaan en men geen nieuwen wijn in oude lederen zakken doet. Zeker zijn het niet de woorden dei- Koningin, die thans gesproken zijn liet zijn de woorden van Harer Majesteits regeeringmaar het schijnt ons een een goed teeken, dat terstond een aanvang wordt gemaakt met hervorming te brengen in de verouderde gebruiken en gewoonten, die sommige deelen van ons regeerstelsel aankleven. Op de noodzakelijkheid van zulk een zuive ringsproces is meermalen gewezen. roerde vader„Help mij in mijn kamer, Fernando." Fernando riep de bedienden en men droeg den grijsaard in huis. Daar bedekte hij zijn gezichl met de handen en zat zoo langen tijd. Slechts nu en dan getuigde een diepe krampachtige ademhaling van zijn innerlijke ont roering. Sprakeloos en zonder zich te bewegen, wachtte Giorgio in de kamer. Eindelijk liet de oude heer de handen zakken en zei metbevendestem:„roepJuliabij mij." TIENDE HOOFDSTUK. Toen Castrucci de gendarmen ver laten had, ijlde hij naar Ornano. Hij wist, dat het gerucht van Antonio's gevangenneming, ais den moordenaar van Cesare, zich snel door de bergen zou verbreideD, en meende het daarom raadzaam, het zelf aan Eleonora het eerst mede te deelen. Op het slot gekomen, liet hij zich bij haar bren gen. Zij zat in haar kamer in die Bekend is het b.v., dat de omgeving waarin men Hare Majesteit plaatst, de gedeeltelijk militaire inrichting van Haar huis onder anderen, met de wen- schen van velen niet strookt, en dat de wijze waarop die omgeving is ingericht meermalen van bedenkelijken invloed op de handelingen der verantwoordelijke ministers, als raadslieden der kroon, is geweest. Was de tjjd van het regentschap minder geschikt om de herstellingen aan te brengen, die het raderwerk schijnt te behoeven, wij vertrouwen dat nu een gunstiger tijdstip is aangebroken, de regeering niet aarzelen zal daarvan gebruik te maken in het belang van den ongestoorden en goregolden gang van zaken. Bepalen wij ons tot eene meer aan dachtige beschouwing der troonrede, dan treft het ons, maar niet onaangenaam, dat zij door soberheid uitmunt. Veel toezeggingen worden niet gedaan. De lijst der onafgedane werkzaamheden van her vorige zittingjaar, is ongeveer even lang als die welke nieuw zullen worden voortgezet. Dit is geon lof voor onze vertegen woordiging integendeel. De wijze waarop in ons parlement gearbeid wordt* is ver van lofwaardig. De Hollandsche lang zaamheid verloochent zich hier nimmer. Het baat niet of de regeering al wetten voorbereidt, wanneer elk nieuw zit- jaar met de nalatenschap van het oude bezwaard wordt, en het is een wanklank, wanneer de troonrede zegt dat voor stellen, tot verzekering van weiklieden tegen de geldelijke gevolgen van onge vallen, en in het belang van het onderwijs en de bescherming der jeugd, de Staten reeds hebben bereikt. Meer dan ooit geldt het hier: de hand aan den ploeg. En wanneer straks de zoo hoogst gewich tige ontwerpen, om in den treurigen woningtoestand te voorzien, om de drankwet te verscherpen, om de tollen af te schaffen en zoovele andere zullen zijn ingekomen, dan zal het schuitje weer overladen zijn. En het volk wacht mtusschen op daden Laat het woord der Koningin dan geen ijdel woord zijn geweest, waar zij in de troonrede liet vertrouwen uitspreekt, dat veel zal tot stand komen, door den Ijver en de toewijding der Staten, ten nutte van het vaderland. Binnenland. Herstellingsoord voor onder wijzers. In de laatste algemeene vergadering van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, te Arnhem gehouden, ernstige, droevige stemming, welke haar sinds Fernando's bezoek be- heerschte. «Wat breng je, Beppo?" „Bericht van Cesare's moordenaar I» Zij rees snei uit haar stoel, en de oogeu strak op Beppo gericht, vroeg zij moeilijk: „Wie?" Antonio Crespi, de herder der Pesca's Zij zag hem aan, al-of ze hem niet had verstaan, en herhaalde zacht „De herder der Pesca's?" Beppo verhaalde in vliegenden haast, hoe zijn lang bestaand vermoeden zekerheid geworden was. Stom hoorde zij hem aan. Als hij geëindigd had, vroeg zij„Hij is dood „Hij zal door mijn hand sterven", antwoordde Beppo somber en sloeg de hand aan bet wapen, dat hij op den rug droeg. Eleonora zag voor zich neer, de kleine handen balden zich krampacli- werd, zegt „de Avondpost", aan het hoofdbestuur, ook door bet daarop gevolgde referendum, opgedragen een onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid, een herstellingsoord op te richten in eigen beheer, ten einde aan zieke ouderwijzers, en zoo mogelijk ook aan hun vrouwen en kinderen, gelegenheid te verschaffen voor herstel van geschokte gezondheid of verloren krachten. Aan die opdracht heeft het hoofd bestuur reeds gedeeltelijk voldaan, door een onderzoek naar de gevallen, waarin een dergelijke inrichting dienst zou hebben kunnen doen, door samen- spreking met doctoren over de meest gewenschte inrichting van een herstel lingsoord, en de meest geschikte streken in ons land voor de vestiging er van, en door een onderzoek ter plaatse naar de mogelijkheid geschikt terrein te erlangen en naar de waar schijnlijke kosten van aankoop. Blijft nog voor het hoofdbestuur te onderzoeken, of de geldmiddelen, noo- dig om zulk een inrichting te vestigen en te beheeren, te verkrijgen zuilen zijn. Het benoodigd kapitaal voor het een en ander wordt geschat op 50 h f 60,000. Alvorens zich te weDden om hulp tot vermogende, welwillende personen in den lande, heeft het hoofdbestuur gemeend eerst te moeten trachten een door de onder wijzers toegezegd kapitaal te verkrij gen, dat als bewijsgrond kan worden aangevoerd voor de werkelijke behoefte aan zulk een stichting. Dat een herstellingsoord voor onder wijzers meer en meer noodzakelijk wordt, toont het hoofdbestuur aan met opgaven, door 75 afdeelingen verstrekt, loopende over de jaren 1895, '96 en '97. Het aantal longlijders, mannelijke en vrouwelijke, bedroeg in die jaren 68, het aantal zenuwlijders 60, en het aantal rustbehoevenden (herstellenden van andere ziekten) 58, in het geheel 186 personen, aan welke het herstel lingsoord belangrijke diensten had kunnen bewijzen. Waarschijnlijk is dit getal nog vrij wat beneden de wer kelijkheid gebleven, doordat men zich de gevallen van voor twee en drie jaar niet nauwkeurig meer herinnerde. Hieruit toch meent het hoofdbestuur de stijging in de achtereenvolgende jaren te moeten verklaren. Het hoofdbestuur wendt zich dus allereerst om fioancieelen steun lot de onderwijzers. Sedert het evenwel bekend geworden is, dat de Koningin-Moeder haar land goed Oranje-Nassau oord bestemmen zal voor een herstellingsoord voor long lijders, werd van verschillende zijden de opmerking gemaakt, dat de Bond nu zijn pogingen voor hst verkrijgeu van een sanatorium wel kon staken. De commissie voor het sanatorium is in het geheel niet van deze meening Oranje-Naussau-oord zal bestemd wor den voor longlijders onbekend is het nog, of dit herstellingsoord uitsluitend bestemd zal zijn voor on- en minver mogenden, en verder of dan de onder- tig. Dan hief ze haar hoofd op en zei met een blik, vol onheilspellende dreiging: „Wie zond den moordenaar uit Beppo haalde de schouders op en keek treurig terzijde. Lang zag zij hem zwijgend aan, doch het was merkbaar, hoe heftig het in haar bruischte. De doodelijke steek was door een vasal der Pesca's toegebracht noch de vader, noch FernaDdo leidden zijn arm. Wie dan Voor haar rees de trotsche gestalte van Julia omhoog, en thans begreep zij den blik van het trotsche oog, die haar bij de bruiloft verschrikte. Als een blinkende dolkspits had hij haar toen geschenen, en op Cesare was hij gericht geweest. Eindelijk kwam het toonloos van haar lippen „Zij, Beppo zij „Ja, signoral" Op zachten, maar verschrikkelijken toon klonk het dan „Zij zal sterven." „Laat wat tijd voorbij gaan, signora, wijzers onder deze rubriek zullen gebracht wordeD. Maar al wordt Oranje Nassau-oord voor de kranke onderwijzers geopend, dan nog blijft het geraden, de pogingen niet te staken. Uit de ingewonnen inlichtingen blijkt, dat voor drie groepen van per sonen eeD sanatorium hoogst ge wenscht isle. longlijders, 2e zenuwzwakken en 3e. herstellende zieken. Valt de beschikking van de Konin gin-Moeder ten gunste der eerste categorie uit, dan nog blijft de zorg voor de beide laatsten over. De commissie hoopt met de aan staande algemeene vergadering de bescbikkiug over een voldoend fonds te hebben Fransche fantazie. Evenals de Franschen vroeger door spiounenvrees zenuwachtig werden, worden ze nu gekweld door het denkbeeld dat het buitenland sedert de geschiedenis met het Dreyfus-proces hun vijandig is geworden. Nu zou het wel niet te verwonde ren zijn dat in de laatste dagen niet met liefde en achting aan Frankrijk gedacht werd, maar dat het zoover zou gaan dat men zelfs gasten, wat de Fransche journalisten gedurende de feesten waren, zou beleedigen, is zeker de fantazie wel wat ver gedreven. De Parijsche „Patrie" weet echter zulk een staaltje van onheusche ont vangst te vermeiden. Z\j doet het in deze woorden «Twee Parijsche journalisten, die de Inhuldigingsfeesten kwamen bijwonen, acht ten het hun plicht bij aankomst hunne hulde te komen brengen aan hune Neder landsche persbroeders. Zij gaven hunne kaartjes af, en men liet hen binnen. De hoofdredacteur, omringd van zijne medewerkers, sprak, voordat de Fransche journalisten hun groet konden brengen, met het flegma van den Noorderling «Pardon, mijneheeren, zijt gij voor of tegen Dreyfus Onze persbroeders waren er, bij toeval, voor ten minste voor de herziening van het proces, en zoo zeiden zij. „Ha, dan is het goed", hernam de Hollander «Zoo niet, dan hadden we u verzocht heen te gaan». Eerst toen werden handdrukken ge wisseld. Overal, in Engeland, in Oostenrijk, in Amerika, in Bslgië, in Zwitserland, overal is het zoo. Alle vreemdelingen zijn tegen ons. «Et il y a des Franjais, qui eont avec eux Dat dit alles uit den duim gezogen is, blijkt hieruit dat niets zoo zorg vuldig vermeden is dan door de zaak- Dreyfus ter sprake te brengen, een twistappel op te werpen. Het doel was immers niet om zich vijanden te maken, maar wel om den vreemden journalisten een gunstig denkbeeld van ons land te geven. Dit doel zou zeker niet bereikt zijn door dezen vao ons afkeerig te maken. Staatsbegrooting voor 1899. Hoofdstuk I. Hui3 der Koningin 800.000. en houd tweespraak met uw ziel", waarschuwde Beppo. „Van mij zult ge hooren. Nog eer het dag is wandel ik op het spoor van den moordenaar." Hij wendde zich om en ging. Zij ging zitten en staarde voor zich heen. De nacht daaldezij merkte het niet. Donker was het in de kamer als in haar ziel. Zij stond op en liep haastig op en neer, als een tijgerin in haar kooi. Plotseling bleef zij staan, sloeg de mezzaro om het hoofd, greep den lan gen dolk, die op de tafel lag, borg hem in haar mouw en giDg met snellen tred het huis uit, achter in den tuin. Haastig ijlde zij door de lanen, tot den muur, die hem omriDgdeeen kleine deur weak bij haren druk en ze was buiten. De nachtwind woei om haar en van ver drong bet bruisen van de Tavi- gnano tot haar door. Zij zag om zich heen, daarboven schenen de lichten I van het kasteel Pesca door den nacht.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1