lazen: vlissmesche covrakt. ie ïbül Maandag- 12 September De Koningin le Amsterdam. 36e Jaargang. 1898. I> A l\ T S, IONS ULTE EREN. pe üienstverrichtiDE. L-Verhuizingen >opjongen Binnenla n d. ILLUMINEERGLAZEy jvraagd, Dadelijk Ipgeven, want er wordt In, It. WBur. v. d. blad. No. 106. Middelburg, aankondiging 3ouwen Ewoutstraat. jAZEfiWASSCHERIJ, pa. Conditiën voordeelig pr alle schaden. W. P. KOKELAAR. R A A G D. ItTJEWIJD, Glacisstraat. RIN) :{ÖGELEPi( ieesch. leverworst. Vleeseh- tiat iederen dag I net vertrouwen nge Walstraat fc TEESCE JSÏ.ÖE 1898. |D I 55a)b) nm 3 25 en 6 20 125ajb) 3 55 65 1 20 nm l 55b) en 4 50 40 2 15 b) 5 10 55b) 3 25 6 20c)g 115b) 3 45 6 40 g vm 8 10 8 40 >,20 naar Breskena hoog inuten. en naar Bora g le en Ter- elagd. 14)5 4 30 8 46 8 4 27 2 40 3 46 5 10 54 37 7 40 7 50 8 89 3 22 3 29 39 8 44 3 56 1 9 12 9 25 9 34 V 43 7 44, 6 5 I 6 46 6 24 67 I 7 15 7 52 84 7 30 8 5 7 39 7 31 *8 61 9 10| *9 56 V - 9 25 962 10 7 I 10 31,— 10 4) 10 57 '10 12 naar Engeland over Vlis- reiziger8 voor België en 6 58 lü 38j2 14 08 6 38 10 28 7 50 11 40 8 32,12 22 8 48 1238 9 6 112 65 1 26 4 3 10 5 40 3 50 6 25 4 1316 40 4 30Jö 57 !625 71' S2S 80' 64, Prijs per drie maanden ƒ1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek. handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den U i t g o v e r F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTEËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. VerscHJnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnummer ÏO Abonnements-Advertentlën op zeer voordeellge voorwaarden Lm Count behoort een Een staatsrechtelijke vraag Onder dit opschrift antwoordt de K'. R. Ct." het volgende op de be- waring van de „Tijd" dat er na de I,,guarding der regeering door Koniu- Wilhelmina voor het kabinet alle Jileo bestaat om al de wetsontwerpen „jder de „tusschenregeering" van Koningin Emma, bij de Tweede Kamer ingediend en niet afgedaan, in te trekken. ,Zulk een maatregel, die een be- langrijke vertraging in de werkzaam-, beden der wetgevende macht zou teweeg breugen, maakt naar ons inzien niet eens het onderwerp eener ,staatsrechtelijke vraag" uit. De voorstelling, als zou men thans ,jn bet einde eener „tusschenregee- ring" slaan, als zou da staatsmachine een oogenblik stokken om vervolgens Joor de Koningin weer in bewegiug ie worden gezet, is ten eenenmale onjuist. Koningin Wilhelmina is Kouingin der Nederlanden sedert 23 November 1890. Sedert dien dag is er in Haar wam geregeerd. Alle ontwerpen van wet, sedert dien dag bij de Tweede Kamer ingediend, zijn door de Regen tes bij koninklijke boodschap in Haar naain aangeboden ook dus de thans «anbangige. Door deze in le trekken (want het is de Koning, o Tijd, die door hem gedane voorstellen volgens art. 115 der Grondwet vermag in te trekken, en niet het kabinet)— door deze in te trekken zou Koningin Wilhelmina een handeling desavou- eereD, of wil men liever, ongedaan maken, die in Haar naam is geschied. Eu dit staat Haar volkomen vrij, als ineu maar inziet, dat het nooit op den weg vau een ministerie kan lig gen een dergelijke intrekking uit te lokken of aan te raden. Dit ware in strijd met den eerbied voor het gezag, dat in naam der Koningin, onder ver antwoordelijkheid der ministers zeiven, de ontwerpen aan de Volksvertegen woordiging aanbood. Van een staatsrechtelijke vraag is liter geen sprake. De Tijd bepleit dan ook haar wensch louter met gemoeds- argum'enten. De Koningin, schrijft het blad, kan over de ingediende ontwerpen van wet anders anders denken dan de Regentes deed. Welnu, dan zal Zij ze uitrekkenZij heeft daartoe het on betwistbaar recht. liet recht van veto, heet liet voorts, wordt eenigszins beperkt, doordat «waar het kabinet de wetsvoorstellen louter handhaaft, ze niet aan het eigen oordeel der Koningin onder werpt," deze zich onwillekeurig ge bonden kan achten door de daad hsrer Moeder, floe nu is het aan bet kabinet om ingediende wetsont werpen aan het eigen oordeel der F KUIL L E T O 16.) Dan kwam de dag, die haar voor eeuwig met Cesare vereenigde. Fer nando della Pesca was eenige weken vroeger afgereisd, maar zijn vader en de trotsche Julia waren bij het feest tegenwoordig en de dochter der Pesca's schitterde op dien dag in demonische schoonheid. Eleonora wist niet, dat Cesare, voor h'j haar had gezien, Julia het hof ge- Waakt en om haar wil verlaten had. p'j vermoedde niet, welk een hel er '1 de borst der verstootene brandde. Koningin te onderwerpen Zijn niet die wetsontwerpen aan Haar oordeel onderworpen van het oogenblik der machtsaanvaarding af tot het oogen blik vóórdat de Eerste Kamer erover stemt, d. w. z. gedurende al den tijd, dat de Koningin tot intrekking be voegd isP Eindelijk herinnert het blad eraan, dat het tegenwoordige kabinet bij zijn optreden alle aanhangige wetsvoor stellen van het vorige introk. Deed het thans niet desgelijks, dan zou meent De Tijd bet kabinet daar mede te kennen geven, dat het de machtsaanvaarding van Koningin Wil helmina een minder gewichtige poli tieke gebeurtenis acht dan een kabinetsverwisseüng. En dat kan bet blad van dit miui.-terie niet denken. flet ministerie zal er zich inderdaad wel voor wachten twee zooongelijksoor- tige grootheden met elkander te ver gelijken. Volkomen ten onrechte legt De Tijd tusschen de beide gevallen verband. Waarom werden terecht of niet bij het optreden van het kabinet de wetsontwerpen van het vorige ingetrokken Om de ministers in staat te stellen te onderzoeken, of zjj de aldus ingediende ontwerpen met hun verantwoordelijkheid konden dekken. Daarom alleen en geenzins wegens de meeidere of mindere be langrijkheid van hun optreden in de plaats van hun voorgaDgers.Thans ech ter zijn de ontwerpen op de verantwoor delijkheid der ministers zelf ingediend eD blijft de Koningin vrij ze te onder zoekeu en in -te trekken. In dpu aanvang van haar artikel verheugt zich De Tijd, dat de minis ters van wie het blad een zoo juiste opvatting van wat in deze jegens het koningschap paste niet had verwacht waarom niet voor de inhuldiging bun portefeuilles ter be schikking van Hare Majesteit hebben gesteld. Maar ook hier beschouwt het blad als eeu constitutioueelen eisch wat zelfs geen quaestie van staats recht is. Met de aanbieding van bun porte feuilles begingen de ministers een daad van zeer te waardeeren courtoisie. Maar hoe kan ooit als eisch gelden, dat zij, die in naam der Koningin werden benoemd, bij de machtsaan vaarding der Koningin een daad zou den doen, welke de veronderstelling zou insluiten van de mogelijkheid, dat zij wel in naam, maar niet over eenkomstig den wensch van de Konin gin in hun hoog ambt gesteld werden? Zeker, de Koningin benoemt en ontslaat de hoofden van ministerieele departementen naar welgevallen. Doch hieruit volgt alleen, dat de Koningin gerechtigd is de ministers, die niet overeenkomstig Haar wensch zijn benoemd, dadelijk na (laar machts aanvaarding te ontslaan. Nooit, dat de positie der ministers wankelend zoti worden door het zelfstandig op treden van Haar, in wier naam zij werden aangesteld. Volkomen overeenkomstig het ge voelen, door P. F. fl. in het laatste Geheel vervuld van haar geluk reisde zij met haar echtgenoot naar het schoone Genua, naar Florence, over de geweldige Alpen en eindelijk naar het verre Duitschland, waar hoogver eerde vrienden van den dankbaren Cesare woonden. En dan schaduwen van den nacht daalden op haar ziel en uit dien nacht steeg het bebloede lichaam van den geliefde. Koortsgloed doorvlamde haargeheele wezen en als een roofvogel had zij het trillende hart willen rukken uit de borst van FemaDdo della Pesca, den ellendeling, dien zij voor den moordenaar van haar gade hield. Om haar wilden hartstocht tot rust te brengen, ging zij dan naar het graf van den geliefde en bad daar lang. Zoo dwaalden haar gedachten heeu en weer, verloren geluk te voorschijn tooverend en Dameloos leed. Haar omgeving bestond nauwelijks voor haar. Met liefdevolle opmerkzaam heid werd ze verpleegd en haar vader Gidsnummer uitgesproken, meenen wij echter, dat de bescheidenheid mee brengt, «dat de hoogstgeplaatste, naar welgevallen benoemde staatsdienaars, zoodra des Konings gezag niet meer wordt waargenomen, in den regel naar bevestiging verlangen hunner schoone roeping.» De bescheidenheid, niet het staatsrecht. En wij juichen de bescheidenheid der ministers toe, al wordt zij niet door het staatsrecht geboden. Zoo ooit, dan mag mi met De Tijd gezegd worden: «Aan de volle rech ten der Kroon mag niet worden ge torud." Maar daarbij mag wel worden bedacht, dat door het opwerpen van quasi-staatsreehtelijke quaesties de Kroon rakende, ook al geschiedt het zonder partijoogmerken", de belangen der Kroon niet gediend worden. De corresponded te Batavia van het Hbld. seinde gisterochtend het volgende: „De colonne van kolonel van lleutsz heeft eeu groot succes behaald door het gevangen nemen van Toekoe Bintara Gloempang Pajong, de vrouw van Toekoe Bintara Pekan en Potjoet di Ram bong, allen zeer voorname Atjehers. „Voorts hebben de hoofden van Troesep, Aron, Moesa en Langieu zich overgegeven." De eerstvolgende oproeping van jon gelingen tot dienstneming bij het instr.-bat. te Kampen is bepaald op 28 Sept. a. s. Bij kon. besluit is benoemd bij bet wapen der infanterie, bij bet 1ste regiment, tot kapitein, de eerste luite nant N. Pucroix, van het 7e regiment. Woensdagmorgen legden de Konin ginnen een bezoek af aan de Oranje tentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam, waar slechts enkele genoodigden met hnnne dames waren toegelaten. Voor het gebouw was het keurvendel Prins Maurits opgesteld. Van deze tentoonstelling begaven zij zich naar eene andere, die van nationale kleederdrachten en van Rembrandt's schilderijen. Aan de Koningin werd voorgesteld vrouw Kaars, die de meeste Marker- kleedingstukken genaaid heeft, en de burgemeester van Marken, de heer Niland. H.M betuigde haar spijt dat zij hier slechts kort kon vertoeven. Bij het betreden van het gebouw werden door drie jonge dames, voor deze gelegenheid gekleed als meisjes van Goes, Walcheren en Marken, bloemen aangeboden. Om half drie werd een bezoek aan het concertgebouw gebracht, waar de inhuldigingscantate van Zweers voor soli, gemengd koor en orkest, op tekst bracht elk uur, dat hij vrij had, bij haar door. Met diepe smart zag hij zijn jong kind wegkwijnen, maar ge neesmiddelen bestonden er voor deze kwaal niet. Alle pogingen om haar te onderhouden, haar gedachten af te leiden, haar te verstrooien, mislukten. Zoo ging dag aan dag op Ornano voorbij en evenals in het hart der meesteres, heerschte ook in dat harer bedienden diepe droefheid. Daar verbreidde zich als een loopend vuurtje door den ganschen omtrek tot diep in de bergen het bericht, dat Fernando della Pesca was terugge keerd. Groot was de opgewondenheid der landlieden, want trots alle verzekerin gen van Beppo en de Piëtri's, was de verdenking niet weggenomen, dat Fernando della Pesca bij den moord betrokken was. Tot grenzelooze verbazing van allen, wag Fernando della Pesca trotsch en rustig, Btapvoets door Nuova Corte van Nicolaas Beets, werd ten gehoore gebracht onder leiding van Mengelberg en De Lange. Componisten en dirigenten werden na afloop in de koninklijke loge geroepen en door H.M. hartelijk bedankt. Des avonds galadiner van 180 couverts ten hove. Door de Koningin werd aan dien maaltijd de volgende feestdronk inge steld „Mjjn hart dringt mij op dit oogenblik uiting te geven aan de wenschen, die mfj bezielen voor het heil en het welzijn van mijn dierbaar land en volk; „ik noodig u allen uit met mij een dronk te wijden aan het vaderland. „Leve het Vaderland." Deze dronk werd beantwoord door den voorzitter der Eerste Kamer, mr. A. van Naamen van Eemnes, en vond luide instemming bij de aanwezigen Men weet dat er voor het volk slechts vijftig staanplaatsen beschikbaar waren gesteld bij de inhuldigingsplech tigheid in de Nieuwe Kerk te Amster dam. De „Avondpost" zegt dat zoo angstvallig deze genadige concessie aan het gebiedend voorschrift dei- Grondwet was verborgen gehouden dat de personen zonder toegangskaart, die zich voor het poortje in de Eggerts- straat hadden geposteerd om te worden binnengelaten, van daar door de politie werden verdreven. De koster wist er niets van, de portier van liet poortjo zelf wist er niet van de politie wist er niet van Het urenlange geduldige wachten van de lieden werd ten slotte toch beloond een half uur nadat het poortje aan de genoodigden toegang had verleend, open de het zich voor „het publiek der open bare zitting." Het „Handelsblad" heeft zich de moeite gegeven de namen van 47 der 50 gelukkigen, die van de plechtigheid getuigen konden zijn mede te deelen. Heden avond te 7 uur zou de licht- stoet te Amsterdam zich in beweging stellen. Hij is ruim 300 meter lang en zal uit plus minus 1000 personen be staan. Intocht van H. M. de Koningin te 's Gravenhage. Gisteren morgen te half elf vertrokken de Koninginnen met het Hollandsche spoor naar Den Haag. Reeds vroeg in den morgen was eene talrijke menigte bijeen om de Vorstinnen bij haar vertrek een hartelijk en daverend vaarwel toe te roepen. Kort voor haar vertrek be tuigde H. M. den hoofdcommissaris, den heer Franken, dank voor de flinke maat regelen, gedurende haar bezoek aan de hoofdstad genomen. Te 's Hage wachtte reeds vroegtijdig de menigte op de komst der Koninginnen Het is 'b{jna ongelooflijk, maar reeds bi) het krieken van den dag hadden reeds velen een staanplaatsop straatingenomen. Omstreeks 10 uur bracht de trein met de leden der Koninklijke familie, do in gala gekleede, schitterend van gouden en zilveren borduurdsels, leden van het civiele en militaire Huis der Koningin gereden. De menschen waren samen- geloopen. Met duistere blikkeD, maar niet zonder zijn koelbloedige rust te bewonderen, hadden de aanhangers der d'Ornano's hem gadegeslagen, met luiden jubel echter de aanhangers zijner familie hem ontvangen. Luid riepen zij hem toe: „Verlaat je op ons, Fernando della Pesca!" Zonder op deze uitingen te letten, reed Fernando rustig door het dorp en zette eerst in de van menschen leege straat zijn paard tot draf aan. Boven Pesca trok zich van dien ijjd aan een onweerslucht samen, waaruit ieder oogenblik een bliksemstraal kon neerschieten. De lieden der Pesca's laadden hun geweren tot verdediging van den toekomstigen gebiederdie der d-Ornano's en Piëtri's deden het zelfde in blinden haat, een bloedige daad behoefde men echter nog niet te vreezen, want verward slechts waren de meeningen omtrent Pesca's schuld. Etenuora's vader en Beppo verna en de Indische vorsten in prachtgewaad reeds levendigheid bij. Precies op den vastgestelden tijd, vier minuten vóór twaalven, bracht het stoom- ros de Koninginnen met gevolg in de Hofstad. Beiden waren gekleed in parel grijs van onderscheidene schakeerir.g. De burgemeester der residentie, mr. baron van Harinxma thoe Slooten,heette H. M, welkom in naam van den gemeen teraad. H. M. met de beide handen geleund op de parasol, beantwoordde deze toespraak als volgt„Ik ben u zeer dankbaar, burgemeester, voor uwe woor den. Ik behoef u niet te zeggen met hoeveel verlangen ik dit oogenblik heb tegemoet gezien. Het is mij aangenaam u en den anderen heeren mijn dank te betuigen voor uwe tegenwoordigheid bij mijne aankomst." Daarop sprak de commissaris dei- Koningin in Zuid-Holland, mr. C. Fock, II. M. toe en bracht haar in naam van de provincie Zuid-Holland hulde en een hartelijken welkomstgroet. Daarop traden de Koninginnen den wachtsalon binnen, waar de Koningin eenige oogenblikken met de presiden ten der Kamers en mot elk der ministers sprak.Tot minister Eland zeide H.M.o.a. „Het is goed afgeloopcn" waaruit mag worden opgemaakt dat de minister zijn leedwezen betuigde over hetgeen te Am sterdam op de brug tusschen de Hoog straat en de oude Molenstraat met het verschrikt steigerend? paard vafi een huzaar is voorgevallen en waarbij H. M. een oogenblik in gevaar verkeerde. Tot den burgemeester zeide zij „U wachten drukke tijden, burgemeester, en ook in de stad zal het wel druk geweest zijn met hetin orde maken. Wij hebben in Amsterdam eene heerlijke ontvangst gehad in de prachtig versierde stad." Daarop begon de „Blijde incomste" van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina der Nederlanden in de plaats, die haar zag geboren worden. Bij het vertrek van den stoet hieven de bij het station geschaarde dames en meisjes het Wil helmus en later het Wien Neerlandsch Bloed aan, waarna de lucht daverde van het gejuich „Leve de Koningin!" In den hoofdzakelijk militairen stoet maakten de leden van het eeregeleide een goed figuur met hun statierok van lichtblauw laken met zilver borduursel, lange witte rijbroek met breed zilveren galon en degen met verzilverd gevest en witte seheede. Hare Majesteiten waren gezeten in het fraaie, ivoorkleurige statierijtuig. Overal weder als in Amsterdam een onbeschrijfelijk gejubel en in menig oog een traan. Het volk was als 't ware geëlectriseerd. Minzaam buigend en wuivend met haar zakdoek, beantwoordde de Koningin deze huldebetuigingen. Op de tribune der journalisten werd bij het passeeren van den stoet het Volkslied aangeheven. Door de weezen werd gezongen «Looft den Heer, mijne ziel met alle krachten" en als bij tooverslag werd het stil en luisterden allen naar het gezang. De vorstinnen hielden stil, luisterden aandachtig en de Koningin nam met een vriendelijk „dankje, lieve" een bouquet aan van een weesmeisje,he men met schrik Fernando's terugkeer, en de oude heer zei tot den laatsten „Thans geldt het wakker te zijn, om onheil te voorkomen." Een uiting, welke de zoogbroeder van Cesare slechts met somber zwijgen beantwoordde. Een geweldigen indruk maakte de aankomst van Fernando op Eleonora, zij zag thans den dag der vreeselijke afrekening gekomen. Er vloeide echt, oud Corsicaansch bloed in haar aderen, dat naar wraak dorstte. Van alle zijden snelden herders en boereD zoowel naar het kaBteel Pesca, als naar Ornano, aanbiedend het huis te verdedigen, zoo het door tegenstan ders mocht worden overvallen. Met strenge woorden werden zij door Pesca afgewezen, en zoo deed ook Piëtri op Ornano. Toch heerschte in den ge- heelen omtrek een merkbare onrust. Den tweeden dag na Fernando's komst meldde zich de oude Tomaso bij Eleonora aan, en deze liet hem in haar kamer komen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1