DE WRAAK.
Vrijdag
2 September
PROCLAMATIE
No. 102.
36e Jaargang.
1898.
Mm± BANKETHAM,
Imerilaaiisclie Hammetjes,
H. VAN MEERBEEK,
^betuiging voor het
heeft ondergetëekZ"
t* nnhlfoli- k
^eÖ°t6Q I
geachte publiek te bericht,
n zaak als Stukadoor 1
HEEFT OVERGEDaaÏÏ
i FEIJ en STROO alhier'
dien deze firma ten Z(Jy.6n
it zijner geachte clientèle
en aan. D 1
Hoogachtend,
A. J. "WOLTHERs
de aan bovenstaande adver I
lebben ondergeteekenden <fc i
ibliek, en inzonderheid <l6
.téle te berichten, dat zj(
den heer A. J. WOLTHPr» I
OMEN HEBBENDE 1
n op denzelfden voet zulle»
tevens met bediening Van
rsoneel, reeds tal van jate.
ik verbonden.
en tevens concurrente I
u-zekerende, verblijven zij
me aanbeveling,
UEd. dw. dr.,
FEIJ en STROO.
or de a. s. K r o n i n g g.
ten voorhand en
idem idem,
een, of
L H A. M
w en gekookt.
O O R T S
n 1 l,tJ5 at.
kost gekookt en ge.
;r ons slechts 12 cent.
er voor uitstekende, magen,
ie qualiteiten.
Aanbevelend,
inewoud, H 42.
Peter':
f
K
f
r Wereld is Java-Eijst,
len ter vervanging van aard-
e haar groot uitzettingsver-
cooper in iiet gebruik dan alle
soorten. Verkrijgbaar in alle f
n Kruideuiórswinkol-s uitslui- f
ueele, fraaie bussen van 2'h f
en S KG f 2-.? 5, proef kar- f
aarop de afbeelding van Czaar f
ite. Tevens in kartons beschik-r
e qu&liteit Prima Jav a-Rijst,
nix", a f O-iO hec ï/2 KG. Waar
ijk verkrijgbaar rechtstreeks to
Lus van 21/.-, kilo, franco thuis,
f 1.50 aan i:»Tt adres voor engros
jstpeJierij .,De Fliénix",
PHUIJÜ, ZAANDAM.
UTRAMDIENST
ilNSEN en MIDDELBUR9 v.v
gen Remise: vm 4 50 (alleen
j) 5 55 Van Zeilmarktvra
11 45 nm 12 30 2 3 30
0 10 15
lis: nm 1 15 2 45 4 15 5 55
burg naar Zeilmarkt Vlissm
(alleen op werkdagen) 6 23
50 um 1 20 2 50 4 20 6
0 11
mis nm 12 35 2 05 3 35
1CUE HAVENDIENST.
igen vm. 5 50 6 30 6 50
9 10 9 40 10— 10 20 10 40
nm 1 10 1 30 2 220
0 3 40 4 4 20 5 10 5 30
7 45 8 20.
tensluisvm 6 6 40 7 20
9 20 9 50 10 10 10 30
1 50 nm 12 10 1 20 1 40
10 3.30 3 50 410 4 30
6 40 7 30 8 8 30.
:8TS*S€BSS9S
e r 1898.
TJD
11 55a)b) nm 3 25 en 6 '2 0
12 25ajb) 3 55 6 5
10 20 nm 1 55b) en 4 50
10 40 2 15 b) 5 10
1155b)» 3 25 6 20c)g
12 15b) 3 45 6 40 g
Q-
e vm 8 10
8 40
0 3
6,20 naar Breskena hoog*
minuten.
gen naar Borssele en T0r*
ngtlegd.
VLISSIfJSStBE COURANT.
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek-
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTEËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfdo
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Abonnoments-Advertcntiën op zeer voordeellge voorwaarden.
van den 31sten Augustus 1898, betreffende
de aanvaarding der regeering door
Hare Majesteit Koningin
WILHELMINA.
Wij, WILHELMINA, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Aan mijn Volk.
Op dezen voor U en Mij gewichtigen
dag gevoel ik Mij gedrongen eenige
woorden tot U te richten.
Allereerst een woord van warme dank
baarheid Sedert Mijn vroegste jeugd
hebt Gij mij omgeven met Uwe liefde.
Uit alle deeien van het Koninkrijk, uit
alle kringen der maatschappij, van ouden
en jongen, ontving Ik steeds de treffendste
blijken van gehechtheid. Nadat Mijn
beminde Vader Mij was ontvallen, werd
al Uwe aanhankelijkheid aan Mijn Stam
huis op Mij overgebracht. Thans, nu Ik
gereed sta de schoone, doch zware taak,
waartoe Ik geroepen ben, te aanvaarden,
gevoel Ik Mij als gedragen door Uw trouw.
Ontvang Mijnen dank. Hetgeen Ik
tot dusver mocht ondervinden liet onuit-
wiachbare indrukken bij Mij na. Het is
mij een waarborg voor de toekomst.
Mijne innig geliefde Moeder, aan Wie
Ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben,
gaf Mij het voorbeeld van een edele en
verhevene opvatting der plichten, die
nu op Mij rusten.
Ik stel Mij tot levensdoel dat voor
beeld na te volgen, te regeeren zooals
van een Vorstin uit het Huis van Oranje
wordt verwacht. Aan de Grondwet ge
trouw wensch Ik den eerbied voor den
Nederlandschen naam en de Nederland-
seiie vlag te bevestigen, Ik wensch bij
het Opperbestuur over de Bezittingen
en Koloniën in Oost en West rechtvaar
digheid te betrachten, en naar Mijn ver
mogen bij te dragen tot verhooging van
Uw geestelijk en stoffelijk welzijn.
Ik hoop en verwacht, dat U aller steun,
in weiken ambtelijken of maatscliappe-
lijken werkkring binnen of buiten hel
Koninkrijk Gij zijt geplaatst, Mij daarbij
nooit ontbreken zal.
Op God vertrouwende en met de bede,
dat Hij Mij sterke, aanvaard Ik de Re
geering.
Lasten en bevelen dat deze proclamatie
in de Staatscourant en het Staatsblad
opgenomen en ter plaatse, waar zulks
gebruikelijk is, aangeplakt zal worden.
Gedaan te 's Gravenhage, op heden
den 31 sten Augustus 1898.
WILHELMINA.
I K U I L L E T O N.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
W. H. de Beaufort.
De Minister van Justitie,
Cort. v. d. Linden.
De Minister van Binnenlandsehe Zaken,
H. Goemans Boröesius
De Minister van Marine,
Roell.
De Minister van Financiën,
plerson.
De Minister van Oorlog,
Eland.
De Minister van Waterstaat,Handel en
C. Lely. (Nijverheid,
De Minister van Koloniën,
Cremer.
Binnenland.
13.)
Daar hij weer tot adem gekomen was,
'fond hij op en daalde, het geweer in de
kand, met alle voorzichtigheid van
«en spiedend jager, de rotsen af. Hij
bemerkte niets meer van Antonio en
sloeg den terugweg in. Toen hij den
bof van Pesca betrad, ontmoette hij
den grijzen dienaar Giorgio.
«Ha, signor Beppo. Hoe gaat bet
begroette deze hem vriendelijk. „Wat
goeds breng je bet huis Pesca?"
„Voorloopig mij zelf slechts, oude,
&U een mensch, die half verhongerd
Dienstboden der toekomst.
„De Tijd" veroordeelt de theoriën
door sommige spreeksters verkondigd
op het dienstbodencongres, te 's-Hage
gehouden gedurende de tentoonstelling
van vrouwenarbeid.
Het blad komt op tegen de daar
verkondigde leer dat de naam van
„dienstboden" vervangen zou moeten
worden door dien van „huisbeambien"
dat die huisbeambten op den voet
van volkomen gelijkheid behandeld
en eigenlijk beschouwd zouden moeten
worden als „vakkundigen" en dat zij
reeds in de hoogste klasse der lagere
school, na invoering van leerplicht tot
het 14e jaar, onderwijs zouden moeten
ontvangen in gezondheids- en voedings
leer, kennis van grondstoffen, van
kleeding en voeding en boekhouden.
Vooral komt „de Tijd" op tegen de
beweriDg dat aan externe dienstboden
boven inwonende de voorkeur dient
gegeven te worden. Alsof de Haag che
straten 's avonds nog niet genoeg be
volkt zijn door fladderende» dagmeisjes"
Verder zegt het blad
„De zaak is eigenlijk te ernstig, om
er den spot mede te drijven. Niet
minder dan honderd-zestig-duizend
vrouwen moeten alleen in ons land
als dienstbode haar brood verdieneD.
Het lot van zeer velen van haar mag,
in vergelijking van dat van een groot
aanfal barer zusteren, hoogst gunstig
worden genoemddat van anderen,
van een minderheid, verdient op grond
van omstandigheden van stoffelijken
en niet minder van zcdelijken aard,ons
medelijdeo.
Vooral in groote steden, waar laatst
bedoelde omstandigheden zich het
meest voordoen, zien wij dan ook van
verschillende zijden, bijzonder ook van
katholieke zijde, instellingen in het
leven roepen, om vrouwelijke dienst
boden met raad en daad bij te staan
en haar tegen de verleiding en gevaren,
welke haar bedreigen, :u bescherming
te nemen.
Ongetwijfeld verdienen de bemoei
ingen van edelgezinde mannen en
vrouwen, die op dit bijzonder gebied
van naastenliefde werkzaam zijn, onze
is en versmacht van dorst, nog iets
waard is."
„O, mijn zood, dan kannen wij je
helpen. Kom, Beppo, rust en verkwik
je. Je bent welkom in het kasteel
Pesca."
Hij voerde hem in een kleine
kamer, die gelijkvloers met den tuin
lag, zette hem spijs en drank voor en
wachtte geduldig, tot zijn gast het
mes neerlegde. Dan vroeg hij „Breng
je wat nieuws, Beppo
„Neen, Giorgio, niets nieuws, de
wolk, die op d'Ornano ligt, is nog
niet opgestegen."
„Ook bij ons ziet het er treurig
uit; onze Julia lijdt, zij is ziek.
Zenuwen, zegt de dokter, geestelijke
opgewondenheid en wat hij meer voor
onzin uitkraamt; ik weet het beter,
de „maTocchio# heeft het kind ge
troffen."
„Het booze oog? meende Beppo
twijfelend. „Ik geloof het niet."
«Daar komt zii," zeide Giorgio zacht
volle sympathie. Doch waartegen niet
genoeg kan gewaarschuwd worden,
is het onvoorzichtig opwekken van
dwaze illueiën, die- nimmer kunnen
verwezenlijkt worden: het aankweeken
van een geest vau verzet en ontevreden
heid, welke niet anders dan onheil kan
voortbrengen, en het meer en meer
ontwrichten eu uit de voegen rukken
van alle maatschappehjkeverhoudingen
De dames, die op het dienstboden-
congres aan het woord waren, hadden
goede en edele bedoelingen Wij
willen het onvoorwaardelijk aannemeD,
doch onverstand en wanbegrip richten
dikwijls grootere schade aan dan op
zettelijke boosheid
Men wil den dienstboden-staDd op
heffen. Zeer zeker zal men, op den
ingeslagen weg voorgaande, dat doel
bereiken, mits men door opheffen
niet versta veredelen of in betere con
ditie brengen, maar doen verdwijnen.
Immers wie zal zich iu de gedroomde
toekomst „huisbeambten" willen, wie
bij de eischeu van die heeren en dame--,
zoowel op financieel als ander gebied
te stellen, nog kunnen aanschaffen?
En wat zullen de duizenden vrouwen
aanvangen, met een diploma van de
opleidingsschool in deu zak, die geen
gastvrij huis viudeu, dat van haar
geleerdheid en haar preteusies gediend
belieft
Wat de zooveel duizenden anderen,
wier hersenen nu eenmaal ongeschikt
zijn, om zooveel geleerdheid op te
nemen als voor de positie van «huis
beambte" gevorderd wordt, terwijl zij
in de tegenwoordige maatschappij als
eerzame, doch ongeletterde keuken
prinses of tweede iueiu' eeu onbezorgd
eu genoeglijk leven leiden
Eindelijk wat zal de toekomst
zijn van al die geleerde huisbeambten,
die, krachtens haar recht, in tie aan
zienlijkste gezinnen op den voet van
volkomen gelijkheid behandeld wor
den Moeten zij allen oude vrijsters
worden, of verwacht men, dat de
gelijkheid zich zóó ver zal uitstrekken,
dat zij zullen huwen in de familiën,
bij welke zij haar ambtelijke functien
uitoefenen
Zoo niet, welke zal dan de toestand
zijn van het werkmans- of klein-amb-
tenaarsgezin, waarin onder betrekkelijk
bekrompen levensomstandigheden zulk
een ex-beambte als toiiw en moeder
zal hebben op te treden na een vrij
en gemakkelijk leven op den voet
van volkomen gelijkheid in een aan
zienlijke woning
Federatie tusschen socialisten.
Het plan door Samson in R v. A. ont
wikkeld om ul. een federatief verbond
vanwerklieden van allerlei schakeering
tot stand te brengen, vindt ook bestrij
ding bij Dommela Nieuwenhuis, van
wien men trouwens als eeu man die
nooit getransigeerd heeft met zijne
beginselen, wel niet anders kon ver
wachten.
In de „Vrije Socialist" zegt hij tot
zijn geestverwant
„Wij roepen Samson toe: Wees u
zelf of leer althans u zelf zijn. Maar
en wees het venster uit. „Zie zelf."
Beppo richtte den blik over den
schouder des ouden naar buiten door
een der lanen tfad Julia Pesca, een
wandelend standbeeld gelijk. Lang
zaam ging zü voort, het hoofd een
weinig gebogen en menigmaal bleef
zij staan en streek het donkere,
weelderige haar, dat over haar wan
gen viel, met de hand terug. Haar
gezicht was bleek en sprak van lijden.
„Zoo is ze nu sinds dagen,» zei de
oude treurig, „en ze zal wegkwijnen,
als niet haar schutsvrouw een wonder
doet of ik den „Gettatore"mijn
dolk in het hart stoot.»
Julia was achter struiken verdwenen,
«Zij ziet er krauk uit, Giorgio,
maar dat zal wel overgaan," troostte
Beppo. „Zou het hart niet in 't spel
zijn en een ongelukkige liefde de oor-
Gettatore uoerat de Italiaan een mensch die
naar het volksgeloof „het booze oog* heeft, waarmee
hij ook buiten ziju wil, ieder, met wien hij ver
keert, oigeluk aanbrengt.
kom toch niet met die liefdepraatjes
aandragen. Die soort van voorstellen
hebben we eenmaal gehoord van A.
S. de Levita, later van J. W. Gerhard,
nu van I. I. Samson In Euerm Bunde
sei ich der Dritte. Wij willen aan
nemen dat Samson het niet deed om
in dien Bond de derde te zijn, maar
al is het wel zoo, niemand moet zich
laten tegenhouden om daarheen te
gaan, waarheen zijn zin hem 't meest
trekt."
Een stem tegen Pastoor Thissen.
Door de afdeeling Gulpen van den
R-K. Onderwijzersbond is de volgende
motie aangenomen
„De afd. Gulpen van den R.-K.
Onderwijzersbond, overwegende dat
de artikelen van den heerTh., redacteur
van den Limburger Koerier, naar
aanleiding van de zaak Jan Truyen
en onderwijzerstraktementen, van eene
grievende miuachting getuigen jegens
den onderwijzersstand
„verder overwegende, dat de heer
Th. iu zijne polemiok steeds tot per
sonaliteiten en scheldwoorden zijn toe
vlucht ueemt
„spreekt hare afkeuring uit over
dergelijke polemiek en besluit allen
onderwijzera te verzoeken
„Voortaan eiken steun aan de Lim
burger Koerier te ontzeggen, zoowel
door het opzeggen van het abonne
ment als van het eventueele correspon
dentschap.
„Als katholieken willen de leden
der afd. Gulpen met Gods genade pal
staan voor de rechten der Kerk
als katholieken betuigen zij hun diepeu
eerbied voor den priesterstand als
katholieken betreuren zij echter ook
de wijze, waarop de Th. polemiseert,
daar zijn scherpe toon, zijne hatelijke
personaliteiten, zijne scheldwoorden
allerminst doen denkenken aan den
vredestichtenden verkondiger van Gods
Woord".
De eet en drinkquaestie in de
hoofdstad gedurende de feest week.
Waar krijgen wij ons eten vandaan
in de InhuldigiDgsweek Deze vraag
zegt het Hbi, schijnt van be
lang, omdat vage geruchten gesuisd
hebben door de stad, van slagers die
niet garandeerden dat zij leveren
konden, van bakkers, die vreesden voor
broodsgebrek, van groentenboeren en
melkslijters die aanzegging deden, dat
ze niet konden instaan voor geregeld
bezorgen, dat ze in sommige gevallen
geheel niet door zouden kunnen drin
gen tot de woningen hunner klanleu.
„Welnu, wij gelooven niet dat het
zoo erg is, al raden wij iedereen aftu
om, ten einde zich te vrijwaren voor
teleurstellingen, te zorgen voor de
keuken. Bovendien, men wil zelf da
handen wat meer vrij hebben,
men wil de dienstboden ook
in staat stellen het zeldzame
feest mee te viereD, zoodat ook
uit dien hoofde een voorraad koude
gerechten in de provisiekamer welkom
is. Een ham, wat brood, wat blikjes,
zaak wezen van haar lijden
«Je praat of je het weet, mijn jon
gen Julia della Pesca zou ongeluk
kig zijn in de liefde? Julia della
Pesca, die allen te voet vallen Dwaas
heid 1 De eenige, die zich in haar
gunst een weinig mocht verheugen,
was Cesare."
„Wellicht heeft zijn verschrikkelijk
einde haar zoo diep getroffen?"
„Ja, dat is waar, dat heeft haar
zeer aangegrepen maar dat was toch
slechts oogenblikkeüjk. Hier moet
een diepere oorzaak zijn, Beppo. Ge
loof mij, het oog van den Gettatore
heeft haar getroffen.»
Zij dronken en Castrucci bracht het
gesprek op onverschillige zaken. In
den loop ervan vroeg hij „Hoe gaat
het toch eigenlijk mijn krijgsmakker
Antonio Crespi Ik maak er mij een
verwijt van, dat ik hem niet reeds heb
opgezocht."
„Voor mijn part," bromde Giorgio,
„kan Antonio Crespi naar den duivel
en men komt een heel eind op weg.
„Doe voor een paar dagen aard
appelen op die bederven nietzet
uw boter op een koele plaats, dan
kunt ge wat voorraad nemen, en zeg
den bakker dat hij maar eenmaal
per dag versch brood behoeft te bren-
geD, dan zijt ge zeker dat ge 't krijgt.
„Ziedaar eenige gemoedelijke raad
gevingen, die ieder zich zelf wel ge-
vea kon. Wij hebben ons intusschen
gewend, om meer licht, tot iemand
die een groot huishouden te eten zal
hebben te geven, en deze was een en
al optimisme dat alle monden wel ge-
spijzigd zouden worden.
„Wij bedoelen den heer Krasna-
polsky, die aanstalten maakt om in
z(]n groote inrichting 2000 menschen
te gelijk van eten en drinken te voor
zien, ze dan hoffelijk te ontslaan, en
door tourniquets nieuwe gasten binnen
te laten zoolang de voorraad plaatsen
strekt. De heer Krasnapolsky rekent
ook al op een koude keuken. Hij zal
zijn biljarts bandeloos laten maken
en inrichten voor tafels. In de biljart
zaal kunnen op die wijze naar schat
ting 350 personen geborgen worden
en bediend uit een speciale snij-,
smeer- en tapinrichting daar naast,
waar „belegde broodjes" bij duizenden
zullen bereid worden en koppen koffie
bij honderden getapt.
„De verdere localiteiten, wintertuin,
zomertuin, eetzaal, zelfs de overloopen,
zullen bezet worden met tafels en
stoelen, en de ervaring heeft geleerd,
dat ook die stoelen en tafels weer
niet onbezet blijven. Langs de muren
worden groote plakkaten opgehangen,
uittreksels uit de spijskaart, lijsten
van plats du jour, tarieven van drink
baarheden. Het is natuurlijk niet te
voorkomen, dat wie zich op de spijs
kaart een kalfscötelet verkoren had,
per slot van rekening blij moet zijn
dat hij een biefstuk krijgt, en dat van
de plats du jour wel eens eenige uit
geput rakeD. Maar geeu nood er zal,
bedriegen alle teekenen niet, eten zijn,
en drinken, en de bongerigen en dor-
stigen zullen gelaafd worden."
ATJEH.
Een telegram aan het Hdbl. te
Batavia van 30 Aug. luidt
Van Heutsz bereikte Tangseh na
een bewonderenawaardigen marsch.
Er werd haast geen tegenstand ont
moet en de colonne kwam gisteren te
Segli terug.
Oemar is naar de Westkust ontsnapt.
„Tangseb, teekent het blad bij dit
bericht aan, is reeds uit vorige berich
ten bekend. Het leek toen niet ge
makkelijk bereikbaar, en blijkbaar is
dan ook ditmaal bijzonder veel overleg
noodig geweest om er te komen.
Dat Oemar naar de Westkust is
ontsnapt, zal betreurd worden door
degenen, die er veel aan hechten dat
Oemar gepakt zal worden. Ons lijkt
het in de eerste plaats iets dat wel
te verwachten was en in de tweede
plaats een ondubbelzinnig teeken van
ons succes op de Oostkust. Oemar
loopen. Ik had hem reeds lang weg
gejaagd, als ik zijn heer was, en het
zou ook gebeurd zijn, want de signor
kan hem niet uitstaan, indien Fer
nando en Julia hem niet in bescher
ming hadden genomen. Hij is een—,"
Giorgio slikte het woord in en ver
volgde„Buitendien is de knaap niet
hier. Onze Julia kreeg het idee, Sar-
dinische schapen te bezitten natuur
lijk moesten ze terstond gekocht wor
den en Antonio, die nog al kennis
daarvan heeft, werd uitgezonden ze
te koopen. Hij kon reeds lang terug
zijn. De weer bleef hem een
harde uitdrukking in de keel steken.
„Wie weet, waar hij omzwerft."
Een klein voorval buiten leidde de
aandacht van heide weer naar den
tuin. Julia keerde, op dezelfde wijze,
als ze zoo straks was voorbijgegaan,
terug. Uit een boschje trad plotseling
een klein, armoedig gekleed meisje,
dat haar een briefje toereikte. De
dochter der Pesca's kromp van schrik