de mn
Woensdag
31 Augustus
No. 101.
36e Jaargang.
1898.
bekendmaking.
BEKENDMAKING.
VLISSIIVGSCIIE COURANT
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Gemeentebestuur.
"""asS£ït»ïïi!ARMï«.
en Wethouders van
Vlissingen,
brengen ter algemeene kennis
Jat wegens de inhuldigingsfeesten de
bureaux der Geiucente-Secretarle
ea liet kantoor van den Gemeente
ontvanger zullen gesloten zijn op
Woensdag Augustus (den ge-
heelen dag,) Vrijdag 2 September
(van af 13 uur des middags,) Maandag
5 September (van af 13 uur des
middags) en Ilinsdag September
e.k. idea gelieelen dag.)
Vlissingen, 27 Augustus 1898.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
De ambtenaar van den Burgerlijken
Stand del- gemeente Vlissingen,
brengt ter algemeene kennis
dat het kantoor van den Burger
lijken Stand zal geopend zijn
op Woensdag 31 Augustus des
voormiddags van 89t/2 uren
op Vrijdag 2 Sept. des voormiddags
van 9—1172 uur
op Maandag 5 Sept. des voormiddags
van 9—lll/s uur
op Dinsdag Sept. des voormiddags
van 8—9'/j uur
tot het doen van aangifte van geboorte
en overlijden.
Vlissingen, 27 Augustus 1898.
De ambtenaar voornoemd,
Tn. VAN UIJE PIETERSE.
Verjaardag van H. M. de Koningin.
De Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend
dat bij gelegenheid der feestviering ter
herdenking van den achttienden geboorte
dag van Hare Majesteit onze geërbiedigde
Koningin bij afwisseling het klokkenspel
zal worden bespeeld, en van alle openbare
gouwen zal worden gevlagd, terwijl ook
de fontein op bet Betje Wolffsplein zal
springen.
Zij vertrouwen, dat die dag, die overal
elders in ons vaderland wordt herdacht,
ook hier feestelijk zal worden doorgebracht
en noodigen de ingezetenen uit om op
elke gepaste wijze, ook door bet uitsteken
van vlaggen als anderszins, van hunne
ingenomenheid daarmede te doen blijken.
Vlissingen, 29 Augustus 1898.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
*fri&i€AYis.
Afsteken van Vuurwerk.
burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
gelet op art. 122 der Algemeene Ver
ordening van Politie voor de gemeente
Vlissingen (Gemeenteblad no. 1 van 1893);
maken bekend dat bet op Woensdag 31
Augustus e.k. geoorloofd zal zijn vuurwerk
af te steken, uitsluitend op de Bierkade,
de Korenmarkt, de Zeilmarkt. bet de
Ruyterplein, het Betje Wolffsplein, den
Noordzeeboulevard en de Kleine Ritthem-
whe Markt, uiterlijk tot des avonds 11 uur.
F F II I L L T O V
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 29 Augustus 1898.
Burgemeester en Weth. voorn.
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
12.)
//Zeg eens, Beppo," voer de oude
Filippo voort, „heeft die Antonio wer
kelijk zooveel Pru'sen gedood Hij
verhaalde steeds wonderen van zijn
daden
fik heb hem gedurende den slag
met gezien," antwoordde Beppo, „maar
wanneer hij het zegt, zal het wel
waar zijn."
De herders zagen elkander veelbe
tekenend aan enbegeleidden Beppo's
woorden met den Italianen eigene
spotgebaren.
OPENSTELLING OUDHEIDSKAMER.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
brengen ter openbare kennis dat de
Oudheidskamer in den Gevangentoren
aan den Noordzeeboulevard op Woensdag
31 Augustus, Maandag 5, Woensdag
7 en Vrijdag 9 September a.s., telkens
van des namiddags 1 tot 5 uur, voor de
ingezetenen der gemeente zal te
bezichtigen zijn tegen betaling van een
entree van f 0.10 de persoon.
Te bezichtigen zullen zijn portretten
en brieven, betrekking hebbende op het
Huis van Oranje.
Vlissingen, 29 Augustus 1898.
Burgemeester en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris
G. J. BISSCHOP.
B DRiJFSBSUlSTING.
Afkondiging van een kohier der bedrijfs
belasting, dienst 1898/99.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat op heden bij hem ontvangen en aan
den rijksontvanger is gezonden, het door
den directeur der directe belastingen te
Middelburg, executoir verklaarde kohier
No. 1 wegens de bedrijfsbelasting, dienst
1898/99
de daarop voorkomende belastingschul
digen worden uitgenoodigd om hunne
aanslagen op den bepaalden tijd aan te
zuiveren, ook ter voorkoming van ver
volgingen
en herinnert-
dat de bezwaarschriften binnen zes
weken na heden behooren te worden inge
diend.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 29 Augustus 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
Ter image liggen van de lijst der kiesbe-
voegden voor de Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
brengen bij deze ter kennis van belang
hebbenden
dat de lijst der kiesbevoegden voor de
Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier
door hen definitief opgemaakt is
dat deze lijst gedurende acht dagen,
ingaande heden, voor een ieder ter ge
meente-secretarie ter inzage ligt
en dat bezwaren tegen die lijst, hetzij
die den klager, hetzij die andere personen
betreffen, binnen acht dagen na heden hij
den Gemeenteraad kunnen ingebracht
worden.
Vlissingen, den 29 Augustus 1898.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP
Ernstig wordend hernam de oude
Filippo: „Het is een groot ongeluk,
dat Cesare d' Ornano getroffen heeft,
Beppo. Hij was een echt edelman en
wij zagen hem gaarne."
Na een kort zwijgen, vervolgde hij
«Er liep eenmaal een gerucht dat
hij onze Julia tot vrouw wilde nemen,
dat zou goed geweest zijn en ook
Fernando tot zijn vriend hebben ge
maakt."
„Ik geloof niet, dat Cesare en sig-
nora Julia ooit in dien zin aan elkan
der gedacht hebben."
„Maar bet moet toch wel waar zijn,
Beppo," zei een der jongere herders.
„Ik heb Cesare meer dan ééomaal
heimlijk een briefje van Julia over
handigd, dat zij mij voor hem ge
geven bad."
„Zij zullen elkander, als bevriende
buurkinderen, gedichten hebben toe
gezonden, zooals dat de gewoonte is.
Meer niet."
Hier nam het gesprek een wending
Binnenland.
Veelsprekendheid.
De Haagsche correspondent van de
Telegraaf is niets galant jegens de
dames die op de vrouwencongressen
te 'sHage met zooveel welsprekendheid
en .net overvloed van woorden op de
verbetering aaudringen van het lot
der vrouw. Vooral moet het bij hem
het congres ontgelden, waar onder
voorzitterschap van mejockvrouwe
Cornelia Huygeus, die volgens hem
een mooi boek kan schrijven, maar
slecht presideert,klaHgtonenwerdenaan-
geheven over het lot der dienstmeisjes
bij wie volgens liaa- de dienstbaarheid
moet worden dienstvervullingzoodat de
hooien geen hooien meer zijn, maar
volgens den schrijver als dez toestand
zal ingetreden zijn, een toestandjzal
geboren worden dat bv. de dochter
van den burgemeester als noodhulp
gaat hij een kruidenier.
„Zoo moet het komen, zegt de
schrijver. En eerst opleiding aan de
meidenacademie, na leerplicht tot het
14- jaar. Waarom niet? Ik weet nog
beter. De vakgeleerde hooi krijgt een
meisje als hulp. Of feitelijk is dat
alles overbodig, De maatschappij op
andere groudslagen, de staat ons aller
hoeder en meDschlief, dan heb je geen
hooien meer nooóig en dan klinkt het
schoone refrein
Eertijds waren er hooien
Ea namen de kellners fooien,
Nu zijn er hooien noch kellners meer.
(Uit de vert. een ex-kellner en een
ex booi.)
Oilwe kleer, oüwe kleer
'u Centje, meneer, meneer 1
Toch niet! Er ko:m een goddelijke
eeuheid in de maatschappij. Eindelijk
de blijvende gelijkheid, vrijheid en
broeder.-chap die de Fransche Repu
bliek op afgehouwen koppen wou
vestigen. Maar hoofden roüeu en toen
rolde 't mis. Nu zal ze komen, zonder
rollend materieel, net zoo lang of r.et
zoo lang totdat weer Napoleon komt,
of Julius Cesar, of Tsjingiskhan of
Alarik of Alexander, of hoe ze heeten,
maar één zal er komen, en smijten
op een hoop al de gevolgen van de
ziekelijkheid en de hysterie onzer
dagen. Ze durven op de congressen
lijfeigenschap en slavernij aanvoeren
als bewijzen dat ingekankerde institu
tion verdwenen! Hebt ge 'tgelezen?
De resultaten der evolutie die na de
afschaffing daarvan wordeu waarge
nomen, ts de uitmuntende positie onzer
dienstbodau bij de overgroote meerder
heid der booienhoodende bevolking
behoorende tot de betere klassen. In
de mindere klassen zou die positie
beter ktiuuen zijn. Maar van je stand-
geuooten moetje 't hebben, dat hebben
de Amsterdamsche timmerlieden ge
merkt die door de houding der eigen-
houwers (gewezen werklieden) hun
loon-eisch zagen mislukken".
De schrijver legt hier den vinger
op een euvel dat zich in onze maat
schappij meer en tneer uitbreidt. Het
getal van mannen en vrouwen, die
en de herders verzochten Beppo nog
iets uit den grooten strijd tegen de
Pruisen te verhalen, een verlangen,
waaraan deze gaarne voldeed. Hierna
nam hij afscheid van de gastvrije
herders en vervolgde zijn tocht.
Hij ging zonder een bepaald doel.
Het bezoek bij Matteo had hij slechts
voorgegeven, om zijn aanwezigheid
op het gebied der Pesca's te verklaren.
In gedachten verzonken drong hij
hooger in de bergwildernis door, dan
hij zich had voorgenomen. Vermoeid
van den marsch, zette hij zich in een
met struiken bezet rotsdal neder, rustte
uit en dacht dan aan terugkeeren.
Toen hij opstond, werd hij aan den
uitgang van het dal een man gewaar,
die hem tegemoet liep. Nauwelijks
had deze hem echter bemerkt, of hij
keerde terug en verdween met groote
snelheid achter een rots.
Beppo was verwonderd, want dat
bandieten, of liever vogelvrij verklaar
den, die meest ten gevolge van
Abonncmcnts-Advertentiiln op zeer voordcelige voorwaarden.
als hervormers op willen treden, is
legio, elk beeft zijn e;gen methode
die onfeilbaar onze booze wereld van
ongerechtigheden moet verlossen en
in den donkeren nacht vau allerlei
kwalen het helderste zonnelicht zal
werpen.
Als die zucht werkelijk ontstaat om
te helpen om misstanden uit de maat
schappij weg te nemen, dau zal de
gedachte dat hiervoor een grondig
onderzoek, niet in de boeken, maar
in de wereld zelve noodig is, de her
vormingsijver wel doen bekoelen en
tot een bescheiden optreden noopen,
maar als de begeerte om zich zeiven
te hooren, om zijn gehoor te boeien
en het onderwerp maatschappelijke
ongerechtigheden alleen gekozen wordt
omdat het zich zoo bijzonder tot
poëtische ontboezemingen leent, dan
is er geen stoppen aan de sluizen der
welsprekendheid, dau vloeien de prach
tigste phrases van de lippen, maar
dan komen ook de meest onbekookte
hervormingsplannen te voorschijn, dan
is de theorie aan 't woord en blijft de
praktijk van verre staan.
Wij durven het niet wagen onze
dames-spreeksters op het vrouwen
congres te verdenken dat zij alleen
om te oreeren zouden optreden,
maar toch zij a door haar reeds zoo
vele voorstellen van onpractischeu aard
gedaaD, dat als slechts de helft ervan
verwezenlijkt werd, de maatschappij
een beeld zou vertoonen, waarvan de
spreeksters misschien wel zeiven schrik
ken zouden. Hervormingen worden
niet door machtspreuken tot stand
gebracht. Evenals in den akker mnet
het uitgelezen zaad iD gunstigen bodem
worden gestrooid en behoeft het daarna
de ui'erste zorg om eenmaal de ge-
wenschte vruchteu te geven. Deze
bekends waarheid schijnt niet altijd
de vurige ijveraarsters op het Vrou
wencongres te 's Hage voor oogen te
zweven, en van daar dat hei bij velen
barer een ijveren zonder verstand raag
genoemd worden.
Toch is voor ons nog een lichtzijde
hij al dat ijveren met of zonder keonis
van zaken en dekoortsachtigebeweging,
waarin ieder meent een woord te
mogen meespreken in de gewichtige
sociale vraagstukken van den dag.
Want hoe afkeurenswaardig het ook
zij, dat velen met nevenbedoeling zich
iu dien strijd mengen, het bewijst dan
toch dat ons geslacht eerder aan over-
belangstelling lijdt dan aan de gemak
zucht oDzer voorvadereu, die zich
weinig of in 'tgeheel niet bekommerden
om maatschappelijke ongerechtigheden
en de oplossing aan hun nakomelingen
overlieten.
Uit den schok der meeniugen,
uit al dat geharrewar moet eenmaal de
waarheid te voorschijn komen, want
ook de edelsten vanonsgeslacht worden
daardoor opgewekt om te trachten de
middelen op te sporen die tot. verbete
ring leiden van veel wat. in de maat
schappij op hervorming wacht.
Kerk van Voorburg heeft tot H. M.
de Koningin Regentes het verzoek ge
richt, om voor het bezoek van H. M.
de Koningin der Nederlanden aan die
gemeente, dat op 11 September, een
Zondag, is vastgesteld, een anderen
dag der week te kiezen, wijl als het
bezoek op den dag des Heeren plaats
heeft, de lidmaten der Ger, Kerk ter
wille van de heilighouding van dien
dag zich met een bedroefd hart aan
het bezoeken van hunne edele en ge-
eerbiedigde vorstin zullen moeten ont
trekken.
Door den particulieren secretaris
vau H. M. de Koningin-Regentes is
geantwoord dat II. M. de Koningin
tot haar leedwezen niet in de gelegen
heid is aan dit verzoek van den Kerke-
raad toe te geven.
Een Kerkeraadsverzoek geweigerd.
De kerkeraad der Gereformeerde
uitgeoefende bloedwraak aan het
gerecht vervallen waren, zich in deze
streken ophielden, scheen hem niet
waarschijnlijk. Dan moest hij er reeds
lang een ontmoet, hebben en boven
dien zou zoo een nauwelijks voor hem
uit den weg zijn gegaan. De vlucht
van den man maakte hem daarom
achterdochtig en hij besloot, zich te
overtuigen, wie de onbekende was.
Van zijn jeugd af keDde hij de bergen
nauwkeurig en wist, dat de weg, op
eeuigen afstand van zijn standpunt
een bocht naar het zuiden maakte.
Wanneer hij de rotsen aan zijn rech
terhand besteeg, moest hij derhalve
den vluchteling ontmoeten. Met kracht
en behendigheid liep hij tegen de met
struiken begroeide rots op en ging,
zoo snel hij kon, op zijn weg naar
links. Ademloos en nat van zweet
kwam hij aan de') rand van den weg,
waar de vluchteling langs moest. Hij
wierp zich op den grond en wachtte.
Na een korten tijd trad beneden uit
De Kroonsieraden.
Omtrent de kroonsieraden, die bij
de a.s. inhuldigingsplechtigheid dienst
zullen doen, kan het volgende worden
medegedeeld
De Schepter, met palmettes h l'an-
tique versierd, is eene Nederlandsche
el lang, tot aan den zich daarop be
vindenden kleinen Rijks-Appel, waar
boven een Kruis 'let kapiteel waarop
zich de Rijks Appel bevindt, is van
de Korinthische orde.
De Rijksappel is in den aDtieken
smaak, met gekleurde steenen om
ringd beide deze stukken zijn voor
koning Willem II in 1840 vervaardigd
door den heer Meyer te 's Hage.
De Grondwet is in royaal kwarto
formaat, rijk gebonden in rood fluweel,
verguld op snee. Aan weerzijden
prijkt het vergulde Nederlandsche
wapen, welk verguldsel op fluweel
bijzondere opmerking verdient. Onder
aan hangen twee fraaie, vergulde
kwasten. De Grondwet werd door den
heer Carbentus gebonden.
Het Rijkszwaard is mede geheel
antiek. De greep is omzet met rood
fluweel, en geïnernsteerd.
De Standaard, prijkende met 'sRijks-
wapen, werd geschilderd door den
Heer van Hove. In de koppen der
leeuwen zit eene uitdrukking en
kracht, welke de fierheid van dat
dier ten volle doen uitkomen. Het
fond, waarop het wapen is geschilderd,
is van wit moiré zijde, omzet met
franje.? van goud en Nassauech blauw
aan weerzijden hangen gouden kwas
ten van dezelfde stof. liet vaandel
hangt aan een vergulde speer, waar
van de grepen met blauw fluweel
overtrokken zijn.
De Kroon bestaat uit eenen gouden
hoofdhand, in welken vier groote,
ovaalvormige robijnen, vier langwerpig
vierkant gezette saffieren, en acht
meer kleine, in ronden vorm gevatte
siuaragdeu elkander afwisselen. Op
dien band bevinden zich acht gouden
bladen, tusschen ieder van welke op
een gouden sierlijke boogpunt eene
groote parel prijkt, en uit welke acht
smaakvol gefatsoeneerde, uitgebogen
en weder naar binnen gebogen gouden
bandeau's oprijzen. Elk dier bandeau's
draagt eene rij van acht paarlen van
een boschje een man, in herdersdracht,
met het geweer op den rug, die schuw
om zich heen zag. Als hij het gelaat
in zijn richting wendde, herkende
Beppo, niet zonder verbazing, Antonio
Crespi, die in Sardinië zou zijn. Hij
hield zich rustig en liet den man
voorbij sluipen. «Wat beteekent dat
vroeg hij zich dan af.
Antonio Crespi, dien men naar
Sardinië gezonden heeft, sluipt hier als
een wolf rond en verbergt zich voor
zijn makkers De man, dien hij van
jongs af kende, had steeds zijn afkeer
opgewekt, en zelfs de gemeenschap
pelijke krijgsgevangenschap had geen
toenadering tusschen hen gebracht.
Ook hield hij hem voor een schurk
achtig, slecht gezel. Maar wat kon
hem noodzaken, zich voor iets te ver
bergen, terwijl toch de herders van
meening waren, dat hij van het
eiland afwezig was Zulke gedachten
doorkruisten Beppo's brein.
Wordt vervolgd.)