eren,
h Kinderbescherming
lijk tngeiontt
of te Huur gevraagd:
Maandag
29 Augustus
No. 100.
36e Jaargang.
1898.
v s; i l u; j o i\.
Binnenland.
:isrWEKK;
tant.
XtfJK I
Middelburg.
tond
implex-Rvjwielen
f250, f180, f125.
Gemeentebestuur.
BEKENDMAKING.
3
A 121.
JW, geschikt tot inrichting
Elï, in den omti-ek Kleine
nsche Markt, Walstraat
of Nieuwstraat Vlissingen!
ing bestaat reeds bynatwee
rechtspersoonlijkheid en telt
50 leden. Brieven ten
ingewacht onder letters
bur. Vlissingsche Courant,
issingen dhr. JOS. JERGEN.
ddelburg C. P. GILDE.
MTRAMDIENST
ISINQEN en MILDELBOSO v.»
ngen Remise.- vm 4 50
"n 5 55 Van Zeilmarkt.- vm
11 45 nm 12 30 2— 3 30
JO 10 15
uis nm 1 15 2 45 4 15 5 55
dburg naar Zeilmarkt Vlissin-
(alleen op werkdagen) 6 23
1 50 um 1 20 2 50 4 20 6-
20 11
Ibuis nm 12 35 2 05 3 35
fSCHE HAVENDIENST.
ingen vm. 5 50 0 30 6 50
0 9 10 9 40 10— 1020 1040
12— nm 1 10 1 30 2 220
20 3 40 4 4 20 5 10 5 30
0 7 45 8 20.
iitensluisvm 6 6 40 7 20
9— 9 20 9 50 10 10 10 30
1150 nm 12 10 1 20 1 40
50 3 10 3.30 3 50 410 4 30
6 40 7 30 8— 8 30.
er 1898.
ITIJD
11 55a)b) nm 3 25 en 6 20<>
12 25ajb) 3 55 6 50
10 20 nm l 55b) en 4 50
10 40 2 15 b) 5 10
1155b)» 3 25 6 20c)g
12 15b) 3 45 6 40 g
O-
ke vm 8 10
8 40
6,20 naar Breakena hoog-
minuten.
saingen naar Boraaele en Ter
angelegd,
VLISSINGSCGE COURANT
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek-
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de pry's slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Abonnement»-Advcrtentlën op zeer voordeellge voorwaarden.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
qeMEENTER A AD VAN VLISSINGEN.
op Dinsdag 30 Augustus 1898,
des namiddags ten 2 ure.
A. Mededeelingen.
B. Overlegging van stukken.
C Eervol ontslag aan D. Dronkers, als
onderwijzer aan school E.
Ontslag aan J. W. van Dijk, als keur
meester van het slachtvee en visch.
D, Benoeming van een secretaris-rent
meester van het Algemeen Armbestuur.
B, Te behandelen onderwerpen
1. Voorstel tot onderh. verkoop van
gemeentegrond aan
J, Loois, 4. W. Swenne, c. J. Spm-
„aaij, d.J. J. Krijger;
2. Idem tot goedkeuring rekening 1897
van het Algemeen Armbestuur
3. Idem tot 2de wijziging gemeentebe-
wooting voor 1898
4. Idem tot opheffing der Bank van
Leening;
5. Idem tot voorloopige vaststelling der
gemeenterekening over 1897.
Burgemeester en Wethouders van
brengen ter algemeene kennis
dat wegens de inhuldigingsfeesten de
bureaux der Gcinccntc-Secretarle
en het kantoor van den Gemeente-
Ontvanger zullen gesloten zijn op
Woensdag 31 Augustus (den ge-
heelen dag,) Vrijdag 2 September
(van af 12 uur des middags,) Maandag
5 September (van af 12 uur des
middags) en Dinsdag 6 September
e.k. (den gebeelen dag.)
Vlissingen, 27 Augustus 1898.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
De ambtenaar van den Burgerlijken
Stand der gemeente Vlissingen,
brengt ter algemeene kennis
dat het kantoor van den Burger
lijken Stand zal geopend zijn
op Woensdag 31 Augustus des
voormiddags van 89'/2 uren
op Vrijdag 2 Sept. des voormiddags
van 9ll'/j uur
op Baandag 5 Sept.. des voormiddags
van 9ll1/, uur
op Dinsdag O Sept. des voormiddags
van 8—9'/2uur
tot het doen van aa.ngifte van geboorte
en overlijden.
Vlissingen, 27 Augustus 1898.
De ambtenaar voornoemd,
Th. VAN UIJE PIETERSE.
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders v
Vlissingen,
maken bekend dat de marktdag van
Dinsdag 6 September verzet is op
Woensdag 7 September e.k.
Vlissingen, 27 Augustus 1898.
Burgemeester en Weth. voorn.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE,
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
n mu
ii.)
Ofschoon hij nog Corsicaan genoeg
was, om een goed schot op den doods
vijand niet te schuwen, waren zijn
beschouwingen en begrippen door zijn
yerblijf in Frankrijk en Duitschland
in zooverre gewijzigd, dat hij den arm
der rechters niet uoodeloos voor wilde
zijn eu den moordenaar het liefst aan
hot schavot zou overleveren. Daar
hij zich voorhield, dat de aanslag op
Oesare slechts van Tavignano uit
beraamd kon zijn, dat slechts hier de
oplossing te vinden was van liet bloe
0P ANDER GEBIED.
I.
Eenigen tijd geleden vestigden wij
de aandacht onzer lezers op een wets
voorstel, door de regeering ingediend,
dat de strekking heeft om de voorschrif
ten van het burgeriyk Wetboek, die
betrekking hebben op de vaderlijke
macht en de voogdij, op betere grond
slagen te vestigen.
Kinderbescherming kan op verschil
lende wijzen plaats hebben. In de eerste
plaats zeker door in liet algemeen de
zorg van den Staat zich over verwaar
loosde en verlaten kleinen te doen
uitstrekken, en het wordt algemeen
beleden, dat onze wetgeving in dit
opzicht zeer gebrekkig is.
Die achterlijkheid der wet wordt
echter nog ver overtroffen door hare
bepalingen, die betrekking hebben op
buiten huweljjk geboren kinderen. In
die bepalingen is iets barbaarsch, iets
dat nog geheel te huis behoort bij de
begrippen van vroeger eeuwen en dat
zich aansluit bij een verouderd volks
vooroordeel.
De wet beschouwt het buiten huwe
lijk geboren kind, tegen alle recht en
reden in, als te behooren tot een afzon
derlijke menschengroep. De wet en de
samenleving wreken op dat kind wat
de ouders verkeerds hebben gedaan,
door zich aan zekere vormen en ge
bruiken te onttrekken.
Zeker zijn die vormen en gebruiken
zeer eerbiedwaaraig en bovendien noou-
zakelijk. Het huwelijk is eene instelling,
die de maatschappij niet straffeloos kan
veronachtzamen. Toch is het zeker,
dat deze instelling in onzen tyd minder
in eere wordt gehouden dan voorheen
en dat het aantal vormlooze of vrije
verbintenissen in latere tijden zich vrij
sterk heeft vermenigvuldigd, waarvan
de gevolgen niet zijn uitgebleven.
Ook hier heeft de wet een groot deel
der schuld aan hare zijde. In plaats van
zich bij veranderde begrippen en
inzichten aan te sluiten, is de wet
stokstijf op haar verouderd standpunt
blijven staan. De lastige en omslachtige
vormen van het huwelijk zijn steeds
onveranderd dezelfde gebleven de ont
binding van liet gesloten huwelijk blijft
even moeilijk en veelal onmogelijk,
terwijl toch de maatschappelijke toestan
den geheel zijn gewijzigd. Dit maakt
dat velen er de voorkeur aan geven,
om verbintenissen te sluiten buiten de
wet om, en het lijdt geen twijfel dat,
wanneer liet huwelijksrecht aan eene
herziening in den geest van den tijd
onderworpen werd, die vrije verbintenis
sen in mindere mate dan tegenwoordig
zouden voorkomen.
Echter spreekt dat wel van zelf dat
er altijd menschen zullen worden ge
vonden, te weinig ontwikkeld of zedelijk
niet hoog genoeg staande om het be
denkelijke in te zien van persoonlijke
verbintenissen buiten de wet om. Is
dit zoo, dan volgt daaruit van zelf,
dige raadsel, rustien al zijn maatregelen
op deze beschouwing.
Hij had, zooals hij dat in zijn jengd
gewoon was geweest, de kleeding der
landlieden aangenomen en doorkruiste
de bergen, zocht de landlieden in hun
gehuchten, de herders in hun eenzame
weiden op, overal zoekend en bespie
dend, om een spoor te vinden, dat hij
verder volgen kon. Zijn krachtig op
treden voor de onschuld van Fernando
della Pesca had het wantrouwen van de
aanhangers dezer familie tegen hem
verdreven, zoodat hij ongehinderd op
hun gebied verschijnen kon. Tegeno
ver den ouden heer Pesca, die hem
ontboden had om van alle omstandig
heden van Cesare's dood onderricht
te worden, had hij nadrukkelijk ver
klaard, dat het geraden was Fernando
voorloopig buiten het eiland te houden.
In een kleine hut op de bergen,
waar de Pesca's hun kudden lieten
weiden, zaten drie herders om een
dat er steeds kinderen zulln gevonden
worden, wier ouders niet zijn gehuwd
en die dus voor de schuld van dezen
moeten boeten.
Wy zeggen duswant wy zijn
overtuigd dat het vooroordeel tegen deze
kinderen, die toch volkom- n onschuldig
zyn aan het gebeurde m die van
anderen in geen enkel opzi< ht verschil
len, nimmer geheel zal verdwynen. Zij
zullen er altijd het slechtst aan toe
wezen want menschelijke kortzichtig
heid en kleinzieligheid zulien nimmer
ophouden.
Maar het is treurig dat de wet en
de maatschappelijke instellingen zich
daarbij hebben aangesloten on aan het
volksvooroordeel voedsel Uebbon gegeven.
De wet moet dan ook hoe eer hoe
liever hare harde bepalingen omtrent
buiten huweiyk geboren k nderen ver
zachten en hare bescherming tot deze
misdeelden uitstrekken. Dit :s een eisch
van den tijd, een eisch der rechtvaar
digheid, die te lang verwaarloosd is en
waaraan wy ons in geen g jval mogen
ontrekken.
Zooals onze wet tegenwoordig luidt,
bestaan er in het geheel gtene betrek
kingen tusschen de ouders a het kind,
wanneer de eersten niot g.huwd zijn
Die betrekkingen ontstaan oerst dan,
wanneer de ouders het kind uitdrukkelijk
als het hunne hebben eikend. Het
kind heeft dus voor de wet.toch vader,
noch moeder, en vooral t- n opzichte
van de moeder is dit een grievend
onrecht, daar het toch vati staat, dat
door haar aan het kind het levenslicht
is geschonken. De ouders van een
onwettig kind, dat niet do r hen is
eikund, Lubben ulls legeuovbi' Uat kind
geen de minste verplichtingenzij be
hoeven er niet voor te zorgen en er
desnoods in het geheel niet naar om te
zien. Ook dan, wanneer zij die zorg
op zich hebben genomen en dus openlyk
voor de zaak zijn uitgekomen, kunnen
zij er zich later altijd weer aan ont
trekken. Het kind kan nooit worden
toegelaten om te bewijzen wie zijn
vader is. Het kan noch van zijn vader
noch van zijn moeder erven. Alleen
door uitdrukkelijke erkenning voor den
ambtenaar van den burgerlijken stand
of voor een notaris, worden zekere
banden tusschen de ouders en het kind
aangeknoopt, maar het is er ver van
verwijderd, dat het kind dan met wet
tige kinderen zou gelijk staan. Het
draagt nu wel den naam van den
vader en het erft wel van den vader of
de moeder, of van beiden, wanneer
beiden het erkenden, maar de erfportie
is geheel verschillend van die van andere
kinderen. Ook in andere omstandigheden
komt het verschil uit en in alle opzich
ten blijft de smet der onregelmatige
vereeniging van de ouders op het kind
kleven.
Het ergste van alles is wel, dat op
die wijze de wet aan het kind zijne
natuurlijke verzorgers ontneemt en zoo
wel vader als moeder van alle plichten
tegenover het kind vrijstelt.
Wat de moeder betreft is dit bezwaar
betrekkelijk minder grootten minste is
het geen alledaagsch geval, dat de
klein vuur en verkwikten zich aan
kaas, zwart brood en wijn, dien de
dalen voortbrachten.
De mannen hadden hun paarden in
de nabijheid vastgebonden en gebruik
ten zwijgend hun maal. Een snelle
voetstap deed hen opkijken het was
Beppo Castrucci, die naar hen toe
kwam. Bij hen gekomen, groette hij
met de hand en vroeg «Is ook
Beppo Castrucci welkom, mannen?»
Vriendelijk riepen ze hem toe„Je
bent ons welkom, Beppo, zet je bij
het vuur."
Hij schudde de gebruinde mannen
de hand en nam plaats.
„Tast toe," zei de oudste der her
ders, op spijs en drank wijzend, „het
is je van harte gegund."
Beppo greep de buikige veldflesch
en nam een flinken teug van den
landwijn, dien zij bevatte; spijs sloeg
hij echter af.
„Waarheen gaat de tocht, Beppo
vroeg een der herders.
moeder zich aan de zorg voor haar
kind onttrekt. Doch, wat den vader
betreft, is het anders, en toch staat het
vast dat deze in den regel het best in
staat is om, althans op geldeiyk gebied,
de gevolgen der onwettige verbintenis te
dragen. Doet hij dit niet vrijwillig,
dan is hy tot niets te noodzaken. Alleen
der moeder treft de smaad der wereld,
en maar al te dikwyis worden moeder
en kind beiden aan kommer en ellende
prijsgegeven.
Verschillende gevolgen, het eene al
treuriger dan het andere, zy'n dus aan
het tegenwoordig wettelijk stelsel ver
bonden. Vooreerst werkt het verlagend
op hen die toch reeds in zedelijken zin
niet zeer hoog staan, omdat zij te voren
weten dat de gevolgen hunnor hande
lingen niet op hun hoofd neder komen.
In de tweede plaats kweekt het armoede,
leidt tot vroegtijdigen dood, in andere
gevallen weer tot een verwaarloosde
jeugd en al wat er uit voort komt; om
nu maar niet te spreken van de uiter
sten waaartoe het somtijds aanleiding
geeft, wanneer toestanden ontstaan, die
niet langer te dragen zijn.
Menige moord, ook menige zelfmoord,
is het gevolg van dat stelsel, zooals
het het maatschappelijk vooroordeel en
het dwaalbegrip der menigte in de
hand werkt.
Hoe aan dien treurigen toestand door
verbeterde bepalingen zoo good mogelijk
een einde te maken?
Protectie
Men weet dat de Belgische Regee
ring zich bij haar weigering om den
invoer van Nederlandsch vee in België
toe te laten hoofdzakelijk beroepen
heeft op het feit, dat het Hollandsche
vee door kwaadaardig mondzeer was
aangetast. Doch nu blijkt uit inlichtin
gen uit officieele bron, dat van Januari
tot Mei 1898 Nederland slechts 121
brandpunten van besmetting gehad
heeft ea België 382. Van Mei tot 15
Juli heeft men in België 52 besmet-
tingspunten en in Holland slechts 2
geconstateerd.
„En ondanks dien gunstigen toestand
van h ff Hollandsche vee" aldus
schrijft de Brussehche correspondent
der ,)N. R. Ct." „volhardt de minis
ter van Landbouw hij zijn maatregel
tot sluiting der grenzen voor het melk-
veer, tot groot nadeel, ja algeheelen
oudergang van vele onzer kleiner
boeren, voor wie de Minister eeo ver
dediger en be-chermer zijn moest.
Indien onze volksvertegenwoordigers
waarlijk hart voor de belangen van
den minderen inan hebben, zullen ze
bij de opening der Kamers den Minister
zeker rekenschap vragen van zijn
stijfhoofdigheid, die volst'ekt geen
reden van bestaan heeft".
Een vakblad, „La Boucherie beige",
kondigt aan, dat de agrariërs een
nieuwe listigheid gevonden hebben om
den invoer van het Hollandsche vee
in België tegen te werken.
„De Minister", zegt het blad, „heeft
hij zijn laatste besluit, dat den invoer
van vreemd vee in België verbiedt,
voor het slachtvee een uitzondering
gemaakt. Dit zou met verzegelde wag
gons binnen kunnen komen, en on
middellijk naar de vijf grootste
slachthuizen des lands (Brussei, Cure-
ghem, Antwerpen, Gent eu Luik)
verzonden worden, om daar ter plaatse
bmnen acht-en veertig uren na
aankomst te worden geslacht.
„Deze maatregel gaf alle gewenschte
waarborgen tegen besmetting, dat
groote schrikbeeld der agrariërs, die
slechts éen ding in hei oog houden
de voortdurende sluiting der grenzen,
waardoor hun vee, gelijk in 1895,
goud waard zal zijn.
„Daar de haudelstractaten geen
doorloopeude sluiting der grenzen ge-
duogen, zouden ouze slimme agrariërs
aan de grens slachthuizen willen laten
oprichteD, bestemd om dkar ter plaatse,
voor den invoer iu België, de Neder-
laudsche koeien te slachten, zoodat ze
als cadaver binnenkwamen.
„Aan een dergelijke sluwe bedriege
rij, die een doorloopeude belemmering
voor den handel in die vleeschsoorten
zou wezen, vermits deze niet bewaard
zouden kuunen blijven, weigeren wij
geloof te hechten.
«Wij zullen wachten totdat het
nieuws bevestigd wordt, alvorens er
meer van te zeggen, want we kunnen
niet gelooven, dat de minister zich in
dit net zal laten vangen, tenminste
indien hij geen medeplichtige van de
voorstanders van dien dwazen maatre
gel is."
Verbond van artoidersvereeni-
gingen.
In „Recht voor Allen» heeft I.
Samson het wenschelijke aangetoond
om in zekere gevallen, wanneer dit
noodig of mogelijk is, de veeten
tusschen de verschillende socialistische
fractiën niet te gedenken, maar de
krachten te vereenigeu om gemeen
schappelijk met kracht te kunnen
optreden.
Op dit beroep antwoordt mr. P. J.
Troelstra in de Sociaal-Democraat het
volgende
Onze eerste opmerking is, dat de tijd
voor een vasten band tusschen, de ver-
scbil'ende fractiën iD de klasse bewuste
arbeiderebeweging waarschijnlijk nog
□iet gekomen is.
Een dergelijke organisatie, waarbij elke
richting in eigen kring vrij blijft, doch
die optreedt in die zaken, waaiin samen
werking van alle aangesloten bonden
noodig en mogelijk is, is zeer zeker ge-
wenscht, zoowel met het oog op den
strijd voor allerlei directe zaken, dien wij
allen hebben te voeren, als om bet ge
leidelijk groeien der zelfstandige arbeiders
partij bet ideaal van ieder sociaal
democraat te bevorderen.
Zij kan de moeder zijn dier massale
arbeidersbeweging, op het standpunt van
den klassenstrijd staande, zonder welke
al onze eischen slechts vrome wenschen
zullen blijven.
Zij kan den stoot geven tot een her-
„Ik wil langs hier naar Bocognano,
om den ouden Matteo op te zoeken
ik heb nog hem niet gezien, sinds ik op
het eiland ben.»
«Dat zal hem pleizier doen. Hij is
zoo gezond als nimmer tevoreD."
«Blijf je thans hij ons, Beppo
vroeg de oudste der herders ander
maal.
„Neen, Filippo, ik blijf slechts op
Ornano, tot mijn meesteres minder
lijdtdan keer ik terug, ik heb mijn
nest ergers anders gebouwd."
„Is het waar, Beppo, dat je een
Pruisische vrouw getrouwd hebt Dat
vertellen ze hier."
„Zoo is het, Filippo, mijn vrouw is
een Pruisische, die ik tijdens mijn
gevangenschap leerde kennen."
„Maar de Pruisen zijn baarlijke
duivels heeft zij iets van die natuur f»
En listig knipte de oude met zijne
ocgen, terwijl de anderen lachten.
„Zij is een goede, trouwe vrouwen
wat die duivelsnatuur der Pruisen
aangaat, ik wensch allen krijgsge
vangenen toe, dat het hun niet slech
ter gaat dan ons. De Pruisen hebben
ons behandeld alsof we hun broeders
waren."
„En jij hebt hun, tot dank daarvoor,
in je vrouw nog een buit afgenomen,
hé
De herders lachten en Beppo zei
vergenoegd «Dat is zoo en ik ben
trotsch daarop."
„En Fernando en Cesare waren ook
gelijktijdig in die stad vroeg Filippo.
Den geheelen tijd diende ik Cesare
en Antonio Crespi was oppasser bij
ha 1" viel hij zich zelf in de
rede, „ik heb Antonio nog niet ge
zien, zoolang ik hier ben. Waar is hij
„Hij is niet hier, onze heer heeft
hem naar Sardinië gestuurd om
schapen te koopen."
Antonio Crespi, die met Beppo
onder de jagers had gediend en met
hem bij Wörth gevangen genomen
was, was aan Pesca toegewezen, ge
lijk de laatste aan Cesare.
(Wordt vervolgd.)