GEDENKPLAAT
II IBAAL
Vrijdag-
12 Augustus
No. 93.
36e Jaargang.
1898.
InhiiPE H. 1. te Koningip.
Aaozüiveriütt Hooldele Omslag.
Gemeentebestuur
SCHIETOEFENINGEN.
Binnenland.
ÏLISSINSSCHE COT RA NT.
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek.
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verscliflnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Abonnements-Advertentiün op zeer voordeelige voorwaarden.
Zijdie op bovengenoemde
GEDENKPLAAT hebben ingetee-
kend, kunnen die thans aan ons
Bureau afhalen; voor zoover zij
Bet bedrag niet reeds gestort
hebben, tegen betaling van SO
O eats.
Het groot aantal Inteekenaren
laat niet toedat bezorging ge
schieden kan.
Stremming passage over de Tonnebrug.
De Burgemeester van Vlissingen
gezien de bekendmaking van den
Ingenieur van 's Rijks Waterstaat
brengt ter algemeene kennis
dat, tengevolge van het te water laten
van een schip, de passage over de Ton
nebrug zal gestremd zijn op Zaterdag
den 13 Augustus e. k. tusschen des
morgens 9 uur en des namiddags 5 uur.
Vlissingen, den 11 Aug. 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Ter lezing liggen der gemeente-reke
ning voor het jaar 1897.
De burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
maken bekend
dat, ter voldoening aan de voorschrif
ten van art. 219 der gemeentewet, de
rekening van de inkomsten en uitgaven
der gemeente over het dienstjaar 1897,
op heden ter secretarie der gemeente,
Yoor ieder ter lezing is nedergelegd en
tegen betaling der kosten algemeen ver
krijgbaar gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 9 Aug. 1898.
De Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
Onveiligheid Vaarwater.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van Zeevarenden die
daarbij belang kunnen hebben
dat van 22 Augustus tot 1 October
e. k. oefeningen zullen plaats hebben
met ongeladen torpedo's
lo. in den Nieuwen Rotterdamschen
Waterweg ter hoogte van het fort aan
den Hoek van Holland,
2o. in het Schulpengat, Zeegat van
Texel, buiten het betonde vaarwater
ter hoogte van Kijkduin
F li IJ I L L ET O N.
4.)
Wijl Wagner het noodig oordeelde,
Oevronw d' Ornano te ondsrvagen,
verzocht hij haar, hem naar zijn bu
reau te volgen. De hotelhoudster liet
voor haar gast den wagen achter en
fpng te voet naar huis.
Ioen de inspecteur met mevrouw
o Ornano alleen was, en zij aan zijn
tafel had plaats genomen met dezelfde
onheilspellende kalmte, zei hij. Ik
moet u om eenige bijzonderheden ver
zoeken en zou u dankbaar zijn, zoo
ge mij deze thans woudt geven."
dat omtrent de regeling dier Schiet
oefeningen inlichtingen zijn te bekomen
ter Gemeente-Secretarie, op eiken werk
dag van des morgens 9 tot des na
middags 4 uren.
Vlissingen, 11 Augustus 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEDERKE.
De Gemeente-Ontvanger van Vlissingen
herinnert belanghebbenden aan hunne
verplichting tot aanzuivering van het
verschuldigde wegens Hoofdelijken Om
slag, ter voorkoming van vervolging.
Vlissingen, den 11 Aug. 1898.
De Gemeente-Ontvanger,
T. G. DOMMISSE.
Zeil- of stoomschepen voor
de visscherij.
Sedert eenigen tijd houdt het lot
der visscherij in hooge mate de aan
dacht der belangstellenden gaande en
zeker wel niet zonder reden, daar deze
tak van nijverheid kwijnend is en voor
vele visschers het tijdstip schijnt aan
gebroken te zijn bet voorvaderlijk be.
drijf te verlaten om er een te zoeken
dat beter loonend is. Hebben de vis-
schers in vroegere tijden toen geen
uitvoer naar andere landen plaats had
en da visch prijzen opbracht, die wij
thans fabelachtig goedkoop noemen,
van ouds geen weelderige dagen be
leefd, toen door de versnelde eommu
nicaueujidüeleu het verzenden hunner
waar ook naar het buitenland verge
makkelijkt werd en de aan de markt
gebrachte visch willig betaald werd,
braken betere dagen aan, en menige
visscher geraakte tot welvaart.
Wat was natuurlijker dan dat zulke
voorbeelden ook buiten ons vaderland
aan de visscherij- vloot een enorme
uitbreiding gaven en waar zoovelen in
het net vischten, de oogst minder
werd. De tijden van welvaart zijn ver
dwenen en thans komt de vraag als
van zelve op welke weg moet inge
slagen worden om de visscherij nit
haar staat van verval op te heffen
Het geldt hier toch duizenden menschen
voor armoede te bewareo, die onver
mijdelijk is als op den ouden weg
wordt voortgegaan.
En nu zijn er die beweren dat van
de oude paden moet afgeweken worden,
dat de zeilvaart moet vervangen worden
door stoomvaart, en dan wijzen ze op
de financieele resultaten met stoom
schepen verkregen.Als voorbeeld wordt
aangehaald de opbrengst der visscherij
in België in één jaar, waarbij door
131 zeilvaartuigen eene som van
ruim 1.380.000 en door 14 stoomvaar-
tuigen 1,237,000 francs werd besomd.
Een vaartuig met stoom brengt dus
tienmaal zooveel op als een met zeilen.
Geen wonder dat bij zoo schoone resul
taten de stoom bij deBelgische visscliers-
vaartuigen meer en meer overwinnin
gen behaalt en binnen enkele jaren
„Vraag slechts."
„Heeft uw echtgenoot zich in 't
geheel niet uitgelaten met welk doel
hij gisteravond het huis verliet
„Hij wilde door de stad dwalen."
Kent ge den naam Castrucci
Bij het noemen van dezen naam
kwam er eenig leven in de strakke
trekken.
„Ja, mijnheer."
„Wie is Castrucci, Jozef Castrucci
„Hij is de zoogbroeder van Cesar
en diende met hem in 't zelfde regi
ment."
„Alzoo een vriend van uw echtge
noot
„Ja. Hij zou ten allen tijde het
leven voor hem gelaten hebben."
„Waar is deze Castrucci thans
„Hij leeft, als ik mij niet vergis,
in de nabijheid van Marseille."
„Was het u bekend, dat hij een
tijdlang in ODze stad woonde
„Ja, Cesar hield veel van Beppo
en sprak zeer dikwijls van hem. Ce-
de zeilvaart geheel zal verdrougen
zijn. Duitschland, dat vóór 1870
geen enkele stoomvischsloep bezat,
telt er nu80.Daarentegen telt Frankrijk
met zijn uitgestrekt kustgebied en zijn
beschermende rechten er slechts een
30 tal.
Maar hoeschoon dit argument ten gun
ste van de vischvangst met stoom moge
klinken, schijnt het dat zij ook hare
schaduwzijden heeft, die te oordeelen
uaar het volgende, volstrekt niet ge -
ring te achten zijn
De ondervinding leert dat de visch
uit onze zeeëu de wijk neemt naar
andere. Die ontvolking is niettegen
staande de fabelachtige vruchtbaarheid
van zekere vischsoorteu, een feit en
vooral merkbaar in de Noordzee. Een
oud visscher zeide dat de schuiten
tegenwoordig tienmaal minder visch
aanbrachten dan in den tijd van zijn
vader en dat geheele vischsoorten uit
de Noordzee verdwenen zijn. Er zijn
zeker voor die ontvolking der zee
onbekende en geheimzinnige oorzaken,
maar zeker ook wel andere, die kunnen
aangewezen wordeD. De te dicht aan
eengesloten mazen van het net halen
een groot aantal kleine visschen in de
schuiten, vischjes van eenige maaDden,
op zijn hoogst één jaar oud, die men
moest laten groot worden, want de
meesten hebben nog geene eieren ge
legd en hebben bijna geen waarde.
En nu is de vischvangst met stoom
een der moorddadigste vernielingsmid
delen. De kleine stoomboot sleept met
verbazende snelheid een enorm groot
net achter zich dat over den bodem
der zee gesleept wordt en alles op zijn
weg medeueemt, de Gbren vernielende
en aanbrengende een menigte geheel
jonge visschen van geringe waarde en
verstikt of tegen elkander verpletterd.
Daarenboven belet de beroering van
het water de eieren zich te ontwikke
len en doen ze in groot aantal ontijdig
mislukken. Aldus heeft in de geheele
Noordzee een vernieling op groote
schaal plaats.
In België heeft men getracht aan
dit kwaad een einde te maken door
een minimum - grootte van de te verkoo
pen visch vast te stellen. Maar ook
dit middel bleek onvoldoende tegen de
kwaal. De visch, eenmaal op het
scheepsdek gebracht, sterft, al wordt
zij dadelijk in de zee teruggeworpen.
Daarom heeft ook met dit middel de
verarming der zee niet opgehouden.
Sedert de ontwikkeling van de stoom-
vischvaart is de rijkdom der zee on -
rustbarend verminderd en wel in die
mate dat de groote visschers meer
en meer andere vischwaters kiezen, en
kan men voorzien dat in enkele hon
derdenjaren versche visch een voorwerp
van weelde zal geworden zijn, tenzij
de snelheid van vervoer ons dan ver-
gunne ons te voorzien van voorraad
uit andere zeeën.
En toch is de stoomvaart voor de
visscherij de toekomst waaraan men
zich kan niet onttrekken; de stoom moet
het zeil verdringen, dit ligt in den
aard der dingen, de sierlijke vissehers-
vaartuigen die als eene meeuw langs
sar was van plan hem op te zoeken."
„De inspecteur nam het noodlottige
briefje uit de brieventasch en legde
het voor mevrouw d'Ornano.
„Dit vond ik in den zak van uw
echtgenoothet geeft opheldering
over het doel, dat hem uit huis en
naar die omgeving voerde."
Zij staarde op het papier, las en
herlas het. Dan mompelde zij„Cas
trucci Is Castrucci hier
„Naar alle waarschijnlijkheid niet.
Maar verandert dit papier uw meening
niet omtrent dien man
Zij dacht een oogenblik na en zei
beslist: »Neen, Beppo zou zich voor
Cesar hebben laten doodeD."
„Hij heeft vroeger in het aange
duide huis gewoond."
«Zijn betrekking tot Cesar is mis
bruikt door iemand die deze kende.
Cesar moest wel gelocen, dat dit
briefje van Beppo kwam."
Zij was terwijl zij de vragen van
den ambtenaar afgemeten beantwoord-
het water' schieten en hoog voor den
boeg het schuim doen opgaan, de
poezie der zee, moeten plaats maken
voor de kleine en leelijke stoomschepen.
In ieder geval is de tijd te ernstig
en staan te groote belangen voor de
visscherij op het spel om bij de pak
ken neer te zitten en te mokken over
een toestand, waaraan niets kan ver
anderd worden. Wil onze visscherij
stand houden, wil zij niet door anderen,
wie weet hoe spoedig reeds, verdrongen
worden, wil zij nog haar voordeel trek
ken van wat nog uit de zee te halen
is, zij verzette dan de bakens nog bij
tijds en spiegele zich aan andere
industrieën die ook te gronde zouden
gegaan zijn, als zij niet in tijds nog
gebruik gemaakt hadden van het licht
dat overvloediger dan ooit vroeger door
ervaring en wetenschap wordt ont
stoken.
Als men zich hardnekkig vastklampt
aan het idee dat onze vaderen het
wél wisten en wij dus niets meer te
leeren hebben, kon het wel eens zijn
dat wij met die leer, die niet enkel voor
visschers trouwens nadeelig is geweest,
te gronde gingen.
Trouwens ook in ons land begint
men dit in te zien en begint men zich
van stoomschepen ter uitoefening der
visscherij te bedienen; wel een bewijs
zeker dat daar ook iDgezien wordt hoe
noodig het is een anderen weg in te
slaan dan dien, welke op ondergang
uitloopt.
Zal het helpen
Sedert vele jaren wordt door dieren
vrienden een warme strijd gevoerd
tegen de mode die gebiedt de hoeden
der dames met vogellijken te ver
sieren, en aanzienlijke vrouwen, waar
onder eenige vorstinnen, verbonden
zich zelfs aan hare dwaze zusteren
het voorbeeld te geven dat een hoed
ook zonder vogellijken het hoofd
sieren kan. Die strijd heeft geene
resultaten opgeleverd, alle vertoogeD,
alle beroepen op het menschelijk ge
voel der dames bleven vruchteloos
de voorname vrouwen die zulk een
navolgenswaardig voorbeeld gaven,
stonden alleen, en al moge nu schijn
baar eene overwinning behaald zijn
omdat de dames voor haar hoofdtooi
thans een andere afdeeling van het
rijk der natuur hebben uitgekozen, die
overwinning is alleen te danken
daaraan dat de mode telkens wat
nieuws moetende geven, voor zekeren
tijd een onschuldiger gebied uitkoos.
Natuurlijk mogen wij de dames
niet al te hard vallen over het
volgen van een modegril, die den
dood aan zoovele en meestal de
schoonste vogels kost, omdat de
meesten dit gedachtenloos doen, maar
voor dezulken die het beter moesten
weten, is het zeker geene geldende
verontschuldiging, dat zij zich beroe
pen op de mode die het aldus wil
en dat ze zich belachelijk zouden
maken als ze de mode niet in allen
deele, hoe wanstaltig en wreed ook,
volgden.
Eene vingerwijzing naar die hoog
de, even bleek als vroeger en dezelfde
strakke rust lag op de kinderlijke,
schoone trekken.
Nog immer het papier beschouwend,
zei zij „Laat Castrucci hier komen,
het zal u als politie-beambte niet
moeilijk vallen, in Marseille met zijn
verblijf bekend te worden. Ik stel een
aanzienlijke som ter uwer beschikking.
Beppo bezit groote schranderheid hij
zal ons op het spoor van den moorde
naar brengen en zij richtte zich
op met oogen, bliksemend van haat
„ik wil diens bloed hebben."
Het laatste sprak zij, naar 't scheen
onbewust, weder in 't Italiaansch.
De ambtenaar schrok van de uit
drukking van woeste wilskracht, die
uit de zachte trekken spraker lag
iets demonisch in.
„Ik zal, zoo het mogelijk is, Cas
trucci hier laten komen. Ook ik ge
loof, dat hij ons van dienst kan zijn,
te meer, wijl ik 't maar niet uit mijn
hoofd kan zetten, dat een Italiaansche
geplaatste vrouwen die geene mode
slavinnen willen zijn, die dus niet
door dik en dun met deze gebiedster
van millioenen met rede en verstand
begaafde, maar door haar willoos
gemaakte menschen, willen medeloo-
pen, moet haar dunkt ons, reeds vol
doende zijn.
Voor haar die gedachteloos zich
aan de grillen der mode onderwerpen,
zal het zeker niet ondienstig zijn
even te wijzen welke schade direct
en indirect door den vogelmoord
wordt teweeggebracht. Uit eene pas
verschenen brochure liet vogelvraag-
stuk" door Pkilornithes geschreven,
eene uitgave van den „Bond ter
bestrijding van den vogelmoord" en
opgedragen aan de leden van de
Eerste en Tweede Kamer en de Neder-
landsche vrouwen, kunnen zij daar
omtrent de n odige wijsheid putten.
In die brochure wordt er op ge
wezen dat de vogelmoord tot gevolgen
heeft: ontvolking van onze bosschen,
onze tuinen en boomgaarden overge
leverd aan schadelijke insecten, en
dat ons land denzelfden weg opgaat
als bijv. Frankrijk waar de schade
door het dooden van vogels veroor
zaakt, geschat wordt op 500 A 600
millioen francs per jaardat weldra
de nu reeds zeldzame soorten slechts
in de herinnering zullen bestaan, die
men natuurlijk voor al het goud ter
wereld niet kan terugkoopen. In
iDdië met zijn rijkgekleurde vogels is
het al even treurig gesteld. En, luidt
het in de brochure dat alles ter
voldoening aan eene ellendige, domme
modegril
Men kan zich de bitterheid van
den schrijver begrijpen waar hij toont
de vreeselijke gevolgen van den
vogelmoord op groote schaal, enkel
terwille van tooi. Hij wijst er ook op
dat hij de tijd gekomen acht om het
zoo groote kwaad met krachtige
middelen te bestrijden. Dat kan z. i.
alleen de regeering, die wel is waar
b.v. strafbaar stelde het uithalen van
nestjes van nuttige vogelen eene
wet die in 't voorbijgaan gezegd,
zeer slecht of uiet wordt toegepast
maar het daarbij liet. De schrijver
wil het echter niet daarbij laten,
maar de wet in dier voege verscherpt
zien, dat het den eigenaar van den
grond alleen mag vrijstaan daarop in
het wild levende vogels te vangen of
te dooden, in strikt noodzakelijke
gevallenwelke nader zullen moeten
worden aangetoond. Verder zware
belastingen en hooge invoerrechten
waarom geen verbod op
geprepareerde vogelhuiden.
Ten slotte richt de schrijver ook
een beroep op de Nederlandsche
vrouwen met de volgende woorden
„Gij vrouwen, wier fijner en teer
der gevoel door alle eeuwen heen
opgemerkt is geworden, gij kunt zoo
oneindig veel tot de bescherming
der vogels bijdragen, wanneer gij
slechts de mode wilt trotseeren en
geen vogellijkjes op uwe hoeden
neemt. Wanneer gij wist, welk een
wereld vol ellende, jammer en pijnen
dolk hier zijn gruwelijk werk heeft
verricht."
Zij knikte,«en de moorde
naar onder uw landslieden te zoeken
is," voegde Wagner er bij.
Weer knikte zij met een verschrik
kelijke gelaatsuitdrukking.
„Had uw echtgenoot misschien een
vijand, die hem naar het leven kon
staan
Zij zag strak voor zich uit en mom
pelde zacht
„Hij was het, hij zal het hoeten."
Zij had in 't Italiaansch gesproken.
De ambtenaar ging voort«Het zal
onze nasporingen misschien verge
makkelijken, wanneer gij ons wilt aan
geven, naar welke zijde zich uw ver
denking richt."
Zij antwoordde niet en keek voor
zich, de wenkbrauwen donker teza
men getrokken.
Daar de inspecteur door verdere
vragen haar hartstocht vreesde ts
versterken, hield hij op en vervolgde