ie mil
Woensdag
Advertentiën.
tién op elk gebied.
10 Aiunistus
No. 92.
36e Jaargang.
1898.
incieele Nieuws.
Rentenier
voor uitloima
V.fl'
j. g. h. dommisse.
f eiuilleto
ktberichten.
isingen 5 AugustUB.
.05 a f 1.10 per kilo.
•60 a f3.80 per 104 Btuk8
lureau van politie zijn a|
edcpoucerd een VRot)
twee BOORDJES, koralen
E met gouden sluiting.
e flnancicelc Gidsen z^n
Kleine Kapitalist
)e Jaargang 1898.)
Maandag- Woensdag-
Vrijdagavond.
soopste Beurscourant,
ig,onpartijdig, nauwkeurig,
ïaanden franco per post 6.
sche Restantenlijst 8,
en Koloniën -f- extra porto.
e Jaargang 1898.)
idkoopste Financieele
vermeldende alles wat een
ilechts een enkel stukje
weten moet, tevens onpar-
keurig.
ïaanden franco per post 3.
sche Restantenlijst p.p. 5.
en Kaioniën j extra porto.
e Jaargang 1898.)
den laatsten Zaterdag
t elke Maand.
opste Uitlotingsconrant,
tijdig, nauxukeurig.
ïaanden franco per post 1.
en Koloniën -f- extra porto,
genoemde bladen vermelden
)tingen van Gemeentelijke,
en Kerkelijke Leeningen,
ïers zijn op aanvrage gratis
en Abonnementen (welke
van elke maand kun-
worden aangenomen bij de
deze Courant en aan de
bovenomschreven bladen
lit 258 AMSTERDAM.
en VERZEKERING sluit op
verkrijging van Pensioen
ïlijke Ongelukken of voor
en Fabriekspersoneel,
Brand, Inbraak, Diefstal
n, Inboedels, enz., Rijwie-
van spiegelruiten, Ver-
loopmansgoederen, In-
te water en te land per
nheid.
irst conditiën en premieop-
gratis verstrekt worden,door
H. F VAN OIJEN
Assuradeur Vlissingen.
t No. 169.
0,50
per 7i fl.
UA OLIE 1,00
'EL OLIE - 0,75 - 0,40
EL OLIE - 0,55 - 0,30
TN AZIJN 0,10, 0,16
rer Liter, bij
Bellamykade.
VLissmescHE courant.
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
n
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Teleplioonnnmmer ÏO
Abonncments-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Binnenland.
Vlootrevue.
Onder dit opschrift schrijft de
Standaard
Ons is het gevoelen toegedicht,
slSof we de vlootrevue liever ach
terwege hadden zien blijven.
Dat is niet zoo.
Dat oDze vloot op dit oogenblik
geen schitterend figuur kan maken,
ligt daaraan, dat we in een over
gangstoestand verkeeren en pas en
kele schepen in de vaart brachten
die aan de jongste eischen van een
oorlogschip voldoen.Ook wasCervera's
eskader, dat de eer van Spanje's vloot
moest ophouden, niet sterker, dan
wat thans in het Hollandsch diep
aan de revue zal deelnemen. Het
zullen samen 15 schepen zijn, met
daaronder vijf groote schepen nieuw
tnodel.
Doch ook al zou men, met het oog
op de geringe gevechtswaarde van
dit eskader, uitstel van vlootrevue
wenschelijk hebben kunnen achten,
tegen het denkbeeld zelf, om onze
vloot meer op den voorgrond te i
brengen, verzetten we ons in 't minst
niet.
Integendeel, het komt bij de vloot
tegenwoordig schier meer nog dan
vroeger op zelfbesef aan en dat
zelfbesef moet wel ondermijnd wor
den, als onze Janmaat niet voelt dat
hij het nationale bewustzijn achter
zich heeft.
Doe aan de vloot gevoeleD, dat ge
haar op het hart draagt, en ge ver
dubbelt haar weerkracht.
Er kleeft aan onze vloot een tra
ditie.
Eu al is het nu eenvoudig ridicuul
te wanen, dat de nawerking dier
traditie ons nog in staat zou stellen,
wonderen als van ouds op zee te
doen; ja al zou het roekeloos zijn,
zoo dwaze inbeelding bij de mannen
onzer vloot te voedeü toch is het
onbetwistbaar, dat in de ure des
gevaars die traditie bezielen en sterken
zal, mits maar de depressie in het
nationaal bewustzijn de kracht dier
traditie niet breekt.
En in zoover nu de aanstaande
vlootrevue weer het besef aan de
vloot hergeeft, dat er met haar wordt
gerekend, dat ze weer meetelt, en
dat ze weer begint uit haar lethargie
op te komen, moet die revue worden
toegejuicht, en kan men er zeker van
zijn, dat ze gunstig op onze mannen
zal werken.
Coöperatie in de huishouding.
Te Philadelphia in Amerika is met
dit stelsel een proef genomen, waarbij
men op de volgende wijze te werk
ging:
Zes huisgezinnen, naast elkaar wonend,
gebruikten de keuken van een hunner,
om als centrale keuken dienst te doen.Ge
meenschappelijk huurde men een kok met
assistent, terwijl er voor het toezicht eene
dame werd aangesteld.
Voor dertig personen moest iederen dag
worden gekookt.
De benoodigdheden voor de keuken wer
den door de zes huisgezinnen verschaft.
Ieder gaf hetgeeu in zijn eigen beuken
voorhanden was, zoodat het aanschaffen
van de benoodigde ingrediënten geen groo
te kosten eischte.
Daar de huizen naast elkaar waren ge
legen, leverde het rondbrengen van het
eten geen bezwaar op. Vuur of warm wa
ter was daarvoor niet noodig, want zoodra
het diner gereed was, werden, om de
spijzen voor koudworden te bewaren, de
schotels gesehoven door een gat, dat, in
de schutting van den tuin was gemaakt.
Twee soorten van vleesch werden er el-
ken middag bereid en verder werd er een
eenvoudige doch smakelijke maaltijd ver
schaft.
Alles was dus zeer goed ingericht en
de onderneming in Philadelphia zou zeer
zeker uitmuntend hebben kunnen slagen,
als er niet een kink in den kabel was
gekomen, in den vorm van het verschil
van smaak bij de coüperators onderliog.
De een wilde deze soort van spijs hebben,
terwijl een ander weer iets geheel auders
verkoos. Gaf de een de voorkeur aan
kalfsvleesoh, dan klaagde een ander dat
er zoo weinig roastbief werd opgedischt.
Zoo stuitte ook deze onderneming weer
op onderlinge onverdraagzaamheid- Toen
er een half jaar voorbij was, besloot men
met algemeen goedvinden de centrale
keuken op te heffen. Ieder kreeg de ge
leende benoodigdheden terug en nam zijn
eigen keuken weer in gebruik.
De vrouw op het tooneel.
De «Haagsche Ct." geeft het volgen
de verslag vau wat door mev. tloltrop
van Gelder op het Congres voor vrou
wenarbeid te 's Uage omtrent dit
onderwerp, waarover nog zooveel
onkunde en bekrompenheid van inzich
ten hcerscheu, gezegd werd
„Er werd eenig debat gevoerd.
Na de pauze sprak mevrouw Holtrop-
van Gelder voor een talrijker publiek
over „de vrouw aan het tooneel".Spr.
wees er op, hoe ook hier de man lan
gen tijd de alleen'neerscher is geweest,
en herinnerde aan den tegenstand der
Kerk, nog in onzen tijd, en het voor
oordeel, 't welk b. i. oorzaak is, dat
de tooneelspeler zich langzamerhand
is gaan beschouwen als lid van een
apart wereldje.
Zij kwam voorts aan de moraliteit,
de wondeplek der tooneelwereld in
de oogen van het groote publick. 't Is
waar, zeide spr., er wordt niet altijd
even voorbeeldig geleefd, waar het
leven wordt afgebeeld, maar dikwijls
heb ik mij verbaasd, dat de toestand
nog zoo gunstig is gebleven, bij 't
vooroordeel, dat er iu de verschillende
standen heerscht. Schijnbaar leven we
nu in een tijdperk, dat blijkbaar tot
verbetering neigt. En hoe dikwijls werd
ook door de kunstenaars vergeten,
welk standpunt zij dienden in te nemeu
hoe ver zij en hunne kunst in alle op
zichten boven het publiek behooren te
staan. Voor een kunstenaar is een
sterker zedelijk bewustzijn, een hoogere
trap van beschaving noodig en voor
bet groote publiek wat meer schoon
heidsgevoel, wat meer begrip van
kunst. Daartoe zou de pers, de kritiek
kunnen meewerken.
Of werkelijk het moreele standpunt
3.)
„Het hier aangeduide huisje is ver
moedelijk dat van den tuinman Wel
eer, waarin later Castrucci woonde,
Het is zeer waarschijnlijk, dat bet
luitenant d'Ornano bekend was."
t „Castrucci heeft dus reeds voor een
Jaar de stad verlaten f"
«Op zijn minst.."
«Acht ge den man in staat tot een
misdaad, als die, welke beden morgen
w«d ontdekt
„Neen, Castrucci was een eerlijke
borst en hiDg zijn luitenant aan met
aan het tooneel lager is dan daar hui
ten, is een moeilijke en teere quaestie.
Spr. gelooft 't niet. in elk geval staat
't veel hooger dan de wereld wel be
lieft te gelooven. Men vergeet maar
al te veel, dat de artisteu in glazen
huisjes wonen. Juist daarom dient hun
handel en wandel onberispelijk te zijn.
De toestanden in ons land steken
bijzonder gunstig af bij andere. „In
Parijs kan geen actrice een fatsoenlijke
vrouw blijven, al had ze ook het groot
ste talent van de wereld."
In Scandinavië is de tooneelartist
hoog in aanzien, in Engeland veelal
in Duitscbland stijgt het peil, maar
voor de vrouw blijft de carrière een
zeer moeilijke, ook door de immorali
teit vau vele direc'euren. Iu Nederland
beeft de „tooneel-prinses" haar entree
nog niet gehouden, meende spr.,
die het tooneel gebruikt eu gebrui
ken kan als uithangbord barer bekoor
lijkheden. Goddank st-aau onze actrices
nog dikwijls met potlood en zakboek
je in de hand eu brengen b&ar naai -
stersrekeniug iu verhouding tot haar
gage-
Spr. hield een breede beschouwing
over opleiding tot het tooneel, dat ta
lent, toewijding en studie eischt.
Slechts met veel voorbehoud is de
tooueelloopbaan voor jonge meisjes aan
te bevelen. Veel is daartoe noodig,
o. a. waarachtige beschaving, d. i. hoog
zedelijkheidsbegrip, en een proeftijd
bij iemand die het wezen der kunst
begrijpt en het vak kent, al is dat
ook geen groot artist. De vrees voor
ruwheid of immoraliteit schrikke nie
mand af. Wie -edelij1: hoog staat,
gevoel van eigenwaarde bezit, zal in
haar tegenwoordigheid geen kwetsende
taal,geen onwelvoegelijk woord hooren,
maar wordt door allen gerespecteerd.
En het weergeven van velerlei karak
ters en hartstochten maakt ook het
hartstocktelijkste temperament niet
slechter.
Eene dure vergissing.
Bij het plan tot het graven van de
nieuwe Maashaven te Rotterdam, is
een vergissing van bijna 1 millioen
gulden begaan. Oorspronkelijk was
voor onteigeninggeraamd 225 hektaren
grond en een som van ƒ2.400,000. Bij
het uitwerken der plannen is echter
gebleken dat onteigend zullen moeten
worden 253 hektaren, d.i. 121/.j pet.
of bijna 1 millioen gulden meer.
Inhuldiging van H. M de
Koningin.
De Stct. (no. 184) bevat bet besluit
van deu 5den Augustus 1898, no. 4-3,
betreffende de plechtige beëediging en
iuhuldiging van Hare Majesteit Ko-
niugin Wilhelmina, binnen de stad
Amsterdam.
Dit besluit bestaat uit één enkel
artikel, houdende dat beide Kamers
van de S'aten-Generaal tot eene open
bare en vereenigde vergadering bijeen
worden geroepeu, ter zake der plech
tige beësdigiDg en inhuldiging van
H. M. de Koningin, welke in de
Nieuwe Kerk binnen de stad Amster
dam, op Dinsdag 6 September 1898,
des voormiddags te half elf ure zal
plaats hebben.
Atjeh.
De correspondent van het Han
delsblad te Batavia seinde Zaterdag:
In den nacht van den 5en dezer is
een sterke macht van Oemar die
westwaarts van Lang uit marcheerde,
bij Barah aangevallen door een co
lonne uit Segli. De vijand verloor
vijf man.
Onder Oemars persoonlijke leiding
zijn zijne manschappen weer bij
Groug-Grong verzameld. Dien avond
vertrok een bataljon daarheen.
Hieruit blijkt zegt het blad
dat vriend Oemar inderdaad weer tot
onder den rook van onze haardsteden
ia teruggekeerd. De kampong Lang
is in 't begin van den veldtocht reeds
genoemd. Het is daar weer niet
pluis geweest. Grong-Groug ligt meer
aan de andere zijde der Pedirrivier.
Het verlies vau vijf mau aan
's vijands zijde is zeker, al staat het
niet er bij, vijf man aan dooden.
Volgens een officieel bericht uit den
Haag van 7 dezer is kolonel van
Heutsz opgerukt naar Glé Sibiah en
vl uebttenhonderdenge wapende Atjehers
bij de nadering ouzertroepen en werden
tot hoog in 't gebergte vervolgd.
De rijwielfabriek „Simplex" te
Amsterdam, werd voor baar rijwielen
bekroond op de hondententoonstelling
te Amsterdam en op de landbouw
tentoonstelling te Stadskanaal, .n
kreeg verschillende bestellingen. Zij
heeft weder ter aflevering gereed
staan 90 rijwielen voor bet Nederl.
leger.
Deze fabriek i3 de grootste rijwiel -
fabriek in ons land. Het is dus eeu
overwinning voor de nat. industrie.
roerende trouw.
„Raadsel op raadselDe brief is
door iemand geschreven, die nauw
keurig bekend moest zijn met de ver
houding, waarin Castrucci tot den
vermoorde stond. Ik wil binnen het
uur de namen en woonplaatsen weten
van alle hier levende vreemdelingen
en genaturaliseerde Italianen.»
„Tot uw dienst, mijnheer de in
specteur."
De commissaris vertrok.
Na eenigen tijd, waarin de inspec
teur ijverig werkte, meldde een der
dienstdoende agenten: „Vrouwe d'Or
nano verlangt mijnheer den inspecteur
te spreken."
Verrast stond Wagner op en trad
naar de deur. De agent deed open en
binnen trad de jonge weduwe, in ge
zelschap van de vrouw van den hotel
houder. Mevrouw d'Ornano had over
haar morgenkleed een langen, grijzen
regenmantel geworpen en hear haar
was slechts in zooverre opgemaakt,
Vlissinffen, 9 Augr.
Heden ochtend kwam op gewonen
tijd binnen de nachtboot „Koningin
Ragentes", met Z.K.H. den kroonprins
van Griekenland mét gevolg, die aan
boord werd gecomplimenteerd door den
consul-generaal van Griekenland, den
heer R. Lehmann, daarvoor daags te
voren opzettelijk uit Amsterdam over
gekomen, en den consulairen agent van
Griekenland bier ter stede, den heer P.
Smith, en door dezen naar den Zuid-
Duitschen trein geleid, waarin ten
zijnen behoeve een salonwagen was
geplaatst van de Staatsspoorwegen,
terwijl de consulgeueraal met zijn
kanselier, den beer J.Ruyier, en verder
dienstpersoneel, uaar Amsterdam per
gewonen trein terugkeerde.
als strikt noodzakelijk was. Het vree-
selijk bleeke gezicht droeg nog de
zelfde strakke uitdrukking, die de
ongelukstijding daarop gegrift had.
I)e inspecteur noodigde haar uit,
plaats te nemen.
Ze merkte het echter niet en zei op
zachten, verwonderlijk kalmen toon
„Breng mij bij mijn echtgenoot, mijn
heer de inspecteur."
„Ons rijtuig wacht beuedeu," voegde
haar geleidster er aan toe en haar
blik hield de bede in, de ongelukkige
niets te weigeren.
De inspecteur was dadelijk bereid,
nam zijn hoed en geleidde de dames
naar beneden.
In een kwartier bereikten zij het
huis, waar bet lijk lag. Eenige men-
scheu stonden er voor en beschouwden
het nieuwsgierig.
Toen de inspecteur uitsteeg, trad
een gendarme naar buiten. Mevrouw
d'Ornano werd naar een kamer in
het benedenhuis geleid. Daar lag op
Zekere K. vestigt in een ingezonden
stuk in de N. R. Ct. op zeer duidelijke
gronden vooral met het oog op het
enorme verkeer over de sluizen, de
aandacht op de groote behoefte die
in Vlissingen bestaat aan een tweede
vaste brug, die z. i. best kan gemaakt
worden over de hardsteenen hoofden
op het landeinde van de schutsluizen,
recht over den stationsweg, en wel
een schuifbrug van weerskanten van
het kanaal, het tusschenpenant op de
beide sluizen. Eischt de scheepvaart
de sluizen open, welnu, men rolt de
brug, de bruggen, den oever op.
Voor een stampvolle zaal werd gis
teren avond in de zaal van den heer
Stofkoper door het Hollandsche too-
neelgezelschap te Amsterdam, directie
A. van Lier, „Luilekkerland", nieuwe
revue van A. ReijdiDg, opgevoerd.
Daar wij met de Amsterdamsche
toestanden niet bekend zijn en dat
dient men te zijn om van den inhoud
vau „Luilekkerland" iets weer te geven
zullen wij ons alleen bepalen tot
de opvoering zelf.
De verschillende hoofdpersonen ver
vulden hunne rollen uitstekend, en de
revue werd met entrain gespeeld.
De costumes waren prachtig en de
muziek zeer goed, bovendien werd
tusschen de bedrijven eene korte pauze
gehouden, wat bevordelijk was aan
het tijdig eindigen van het zeer groote
stuk. Dat de revue alhier succes heeft
gehad daarvan zijn we overtuigd het
publiek heeft zich uitstekend geamu
seerd en gaf dan ook daarvan her
haaldelijk blijk door luid applaus.
Tot het succes van den avond heeft
ook voor een groot deel bijgedragen
de vergrooting en de verbetering van
het tooneel. De ventilatie in de zaal
bleek ons ook zeer goed te zijn, daar
van de rookwolken, die de heeren be
zoekers omhoog deden stijgen, nie
mand eenigen hinder heeft gehad.
i§'
Aan den heer J. Hakker, vleesch-
houwer alhier, is vergunning verleend
tot het voeren van Harer Majesteits
wapen.
In 1863—1870 werd hem gelijke
vergunning verleend door de Koniogin
van Engeland en den Czaar van
Rusland, bovendien werd hij resp.
in 1865, 1875 en 1885 aangewezen
als leverancier van de alhier destijds
vertoevende Amerikaansche,Braziliaan-
sche en Deensche oorlogschepen en
resp. in 18891892 van de jachten
van de Keizerin van Oostenrijk en den
Keizer van Duitschland.
Omtrent de Zeeuwsche Oranje-ten
toonstelling, die op het eind dezer
maand tot begin September te Mid
delburg zal worden gehoudeD, meldt
men aan de Middelb. Ct. dat deze zeer
belangrijk zal worden.
Zoowel gemeentebesturen als parti
culieren stelden alles ter beschikking
der commissie, wat betrekking heeft
op het Huis van OraDje, zoodat de
zaal van de Zeelandia illustratie in het
museum van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen te klein zal
zijn om alles te kunnen bevatten.
De wanden prijken reeds met meer
dan dertig portretten van vorsten en
vorstinnen, waaronder vele levensgroot
en ten voelen uit.Op een groot aantal
penningen worden roemrijke daden of
gewichtige gebeurtenissen vereeuwigd
twee aaneengeschoven tafels het li
chaam van den vermoorde, met een
laken bedenkt.
Zij trad binnen, terwijl de hotel
houdster en Wagner jn de deur bleven
slaan, ging langzaam naar de tafel en
sloeg het Taken terug.
Een kreet klonk door de kamer,
zacht slechts, zeer zacht, maar spre
kend van de diepe smart eener men-
schenziei. Even zacht en even smart
vol klonk het in de ooren harer ge
leiders: i/O, Cesar!"
Ze zonk op de knieën, greep de
hand van den doode en drukte die
tegen het gelaat.
De inspecteur gaf de hotelhoudster
een wenk om terug te gaan en beiden
verlieten de kamer. Dan sloot de in
specteur de deur.
Zij wachtten zwijgend een geruimen
tijd. Geen geluid drong uit de kamer
tot hen door. Eindelijk opende Wag
ner de deur weer. Zij zagen de onge
lukkige, in dezelfde houding als zoo
even, bij haar dooden echtgenoot. Hij
ging op haar toe en zei „Kom, me
vrouw, kom, gun den verscheidene
zijn rust. Hoe grooter smart, des te
grooter geestkracht wordt vereischt,
haar te dragen."
Ze stond bij den klank van zijn
stem werktuigelijk op. Geen traan
had haar oogen vochtig gemaakt en
strak als voorheen, blikte zij voor
zich uit. Dan bedekte zij het aange
zicht van den doode weer en zeiIk
wil Cesar met mij nemen naar Cor
sicadaar zullen we samen rusten.
Wees zoo goed, mij te helpen om de
noodige toebereidselen te maken.
De ambtenaar zei haar zijn hulp
toe, bood haar deu arm en bracht
haar naar het rijtuig.
Ze reden zwijgend naar het politie
bureau terug.
Wordt vervolgd,)