jj:.\ da tellingen, I DE IHÜl ►FEEST. merk OLIFANT. nke Dienstbode, Maandag 8 Augustus Een aMaapk onderwerp. L. F. GE ILL, OiiDS 8 DUB Gemeentebestuur. F KUIL L E T O N. o. 91. 36e Jaargang. 1898. iSSPELEN. i het terrein voor rengen, worden uitgenood in te zenden vóór of op ter der Commissie Badhuisstraat N. 25 iksspelen. l'n bij gelegenheid van het terrein voor de Sport- en n, worden uitgenoodigd daar Ua- of op 13 Augustus e!k' er der Commissie F. GEILL, Badhuisstraat N. 25, R«. ratis verloting plaats r r i e r, ter waarde van nnaar direct uit te betalen. LLENDA. ■a' .3 co O cG o n~* P P a r-t (]3 12 3 sll CS -O 1 O r? 05 .2 "S C m Ia. P P ïO O M 9 O M t3 0 H r m .2 u O w a a N M P M M d H rt, 55, 70, 90, 1.25. 0, 90, 1.00, 1.20, 1.40. EL EN GEDISTILLEERD. Aanbevelend, 0TE, St. Jacobstraat. 1 solide NEDERL. LEVENS- 3BZ. MÖ. vraagt voor en jk AGENT. lett. L.M. 120, bur. Vliss. chtenwijn. Jn,Frambozenwijn 45 cente wijn 30, "Witte 35 cents- TE, St. Jacobstraat. RAAG munt uit door sterkte i d van kleur. Elke knot an een étiquette met ge- irk „OLIFANT", rkoop te Vlissingen, hij ASTENAU, St. Jacobstraat. r een flinke NSTBODE res: Mejuffr. WOUTERS, 122. YRAA6D: den in de maand, wasch dres Bur. „Vliss. Court." vlissihisscie mmvr. Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels f 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnuminer ÏO Abonnements-Adrcrtentiiin op zeer voordeelige voorwaarden. OPENBARE VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN VLiSSIüGEN, op Dinsdag 9 Augustus 1898. des namiddags ten U/a ure. A. Mededeelingen. B. Overlegging van stukken. C. Eervol ontslag aan H. Schoonis als Soor. Rentmeester v.h. Alg. Arm best. D. Benoeming van a. een lid Comm. Toezicht M. 0. b. een eerste onderwijzeres aan School F.c. op maken voordracht voor benoeming van 3 zetters. E. Te behandelen onderwerpen. 1. Voorstel tot onderh. verkoop van grond aan a. J. Loois. b. J. Goossen, e. J. War ren. d. Kon. Mij. de Schelde. 2. Idem verleenen concessie aan de Hectrotinfabr. tot gebruik grond ten Oosten dier fabriek. 3. Stemming over het voorstel om het Burger Weesh. aan de Badhuisstr. te bouwen. 4. Idem over het voorstel der H.H. F, H. J. Wibaut c. s. in zake de in structie der Gemeente-geneeskundigen. 5. - Voorstel tot uitbreiding onderwij zend personeel aan school A. 6. Idem tot tijdelijke inrichting van schoollokalen. 7. Idem tot continueering pacht van den boezem dijk bij de Weatersluis. 8. Jdem tot het indienen van een nader adres om toepassing v. art. 49 onderwijswet. 9. Idem in zake de belasting op het gedistilleerd. 10. Idem betreffende verzekering tegen ongelukken der Gemeente werk lieden. 11. Idem tot gunning werk „Hor stellen schoeiing enz, volgens bestek no. 4 aan den laagsten inschrijver. 12. Idem betreffende de opname van J. Rondel in liet Gasthuis. 13. idem tot beschikking post on- voorz, uitgaven der begrooting voor 1898. 14. Idem tot overname afscheiding bij het stedelijk badhuis enz. 15. Idem tot stellen v. voorwaarden voor gebruik v. perc. O. 6. voor het houden v. Godsd. oefeningen. 16. Idem tot nadere regeling jaar wedden v. d. Keurmeester en assist. Keurm. van de visch. 17. Idem verleenen vergunning ma ken voetbrug aan P. Aarnoutse. 18. Idem tot goedk. besluit af cn overschrijving begrooting '97 v.d. Vliss.- Koudek. straatweg. 19. Idem tot goedkeuring rekeningen 1897 van het Gasthuis, Vliss. Koud. straatw., Burger Weeshuis en d.d.. Schutterij (voorloopig.) 20. Idem goedkeuring der begrooting voor 1898 van den Vliss. Koud. straatw. en voor 1899 van de d.d. Schutterij (voorloopig.) 21. Idem in zake subsidie aan de Comm. regeling Feestviering 5 en 6 September. 22. Behandeling le Suppletoir Kohier van den H. O. dienst 1898. 2.) Op deze medadeeling werd de in ferieur Wagner gewekt, die zich 'eeds om vijf uur, vergezeld van een Politieagent, op de aangeduide plaats bevond. ^°°r de Fraukforter poort bevonden ®ch slechts weinige huizen, en de andweg voerde daar door een kleine aa?te, een boschage, voor de bewo ners der s;a(j een geliefkoosde wandel- Plaats. lijk&n ^eD ral"^ ^6r k°sc'ia8'e laK het «KSYI9B. Nadere oproeping van Verlofgangers tot den werkelijken dienst. De Burgemeester van Vlissingen. Gezien de circulaire van den Commis saris der Koningin in dit gewest van den 25 Juli 1898, A No. 165b, 3e afdeeling; (Prov. blad no. 87) houdende mededeeling dat door den Minister van Oorlog wijziging is gebracht in den tijd van opkomst onder de wapenen van verlofgangers bij enkele korpsen Roept bij deze op den lot -werke lijken dienst de ondervolgende in deze gemeente wonende Verlofgangers van de lichtingen 1894, 1895 en 1896 Vau het korps Genietroepen: Van Moppen, Johannes Jacobus, loteling der gemeente Vlissingen, lichting 1869. Dag en plaats van opkomst 26 Augustus 1898 Utrecht. Van het 3e Reg. Infanterie Meurs, Ilenri Hendrikus, Lako, Samuel Franyois, Sinke, Christiaan, Hnibrcgtscu, Pieter, Van «leu Bos, Louis Anthony, Van Dijk, Abraham, De Jonge,Adriaan Kornelis, Versluis, Adriaan, lotelingen der gemeente Vlis singen. Cooue, Hendrikus, Dominions, plaatsv. der gemeente Sas van Gent.Adriaause, Jan, loteling der gemeente Meliskerke, Aarnoutse, Adriaan Willem, loteling der gemeente Koudekerke, Bruggcnian, Izaak, plaatsverv. der gem. Middelburg, K.oppéjan, Andries, loteling der gem. Zoutelande, allen van de lichting 1894. Fcij, Jacobus Johannes, Mutb, Jaco bus, KorfT, Willem, Hendrik Jacob, li rug, Nicolaas Simon, Steenaard, Jan, lotelingen der gemeente Vlissingen. Van laere, Bernardus Johannes, loteling der gem. Groede, Hosselaar. Izaak, loteling der gem. Vlissingen, ï*ois- sonnier, Izaak, loteling der gem. Schoondijke, Stroo. Willem Jz., loteling der gem. Vlissingen, allen van de lichting 1895. Dag en plaats van opkomst 1 September 1898 Vlissingen. Van Wijk, Pieter, Antoni Pieterse, Kreukniet, Cornells, Smit, Johannes, lotelingen der gem.Middelburg,liehtingl894. De Schrijver, Marinus, loteling der gem. Middelburg, lichting 1895. Boedbloed, Jasper, loteling der geul. Veere, Van den Bout, Hendrikus To- nis, loteling der gem. Dreischor, IIoo- gesteger, Jacobus Anthonie, loteling der gem. Goes, allen van de lichting 1895. Dag en plaats van opkomst 1 September 1898 Middelburg. Van Fgeraat, Arnoldus, loteling dei- gemeente Bergen op Zoom, lichting 1894. Dag en plaats van opkomst 1 September 1898, Bergen op Zoom. GELAST: de voormelde verlofgangers zich te dien einde voorzien van hunne kleedir.g en voorwerpen van uitrusting, alsmede van hun voor vertrek afgeteekenden Verlofpas, elk op den voor hem bepaalden datum, vóór des namiddags te 4 uur, in bovengemelde plaatsen van opkomst, rechtstreedis bij hun korps aan te melden De inspecteur vond daar reeds de in het naaste dorp gestationeerde gen darmen en eenige landlieden, welke om het lijk stonden. De doode lag op zijn gezicht, de handen in de aarde gedrukt. Toen men hem omwendde, zag men in het bleeke gelaat van een schoonen, jongen man. Een nader onderzoek bracht aan het licht, dat de dood veroorzaakt was door een stoot in het strottenhoofd met een spits, dun wapen. De verbloeding had naar binnen plaats gevonden. Het lijk was beroofd, want horloge, beurs en ringen ontbrakenook een zakdoek, welke, naar de uithangende voering verried, uit den broekzak moest geno men zijn. Blijkbaar waren alle zakken door- woeld. De inspecteur echter onderzocht desniettegenstaande met de grootste opmerkzaamheid de kleederen en vond in een klein kaarteDzakje, dat nauwe lijks merkbaar aan de buitenzijde van de donkere jas was aangebracht, een en geeft kennis dat voor het geval zij door ziekte of andere redenen buiten staat mochten zijn om op te komen, zij daarvan kunnen doen blijken, door op den dag voor de op komst bepaald, een op gezegeld papier geschreven en gelegaliseerd geneeskundig getuigschrift van den behandelenden ge neesheer of een ander bewijs of verklaring ter gemeentesecretarie over te leggen, zullende de zieken die niet op den bepaal- den tijd onder de wapenen komen, te dezer zake niet voor diligent wordeii ge houden, maar verplicht zijn zich 11a hunne herstelling bij hun korps te vervoegen ten einde daarbij in den wapenhandel te worden geoefend,wordende zij voor zooveel noodig, er op gewezen, dat zoo zij in gebreke blijven aan deze oproeping te voldoen, zij volgens art.145 der Militie- wet als deserteur zullen worden behandeld. Vlissingen, 6 Augustus 1898. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Aangifte van nieuwe leerlingen voor de openbare lagere scholen. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen brengen ter kennis van belangheb bende ouders of voogden, die hunne kinderen of pupillen met 1° September e. k. wenschen toegelaten te zien tot een der openbare lagere scholen in deze gemeente, dat van af Maandag den 11 Juli tot en met Zaterdag den 13 Augustus e. k. (uitsluitend ter ge meente-secretarie Bureau Bevolking) iede- ren werkdag van des voormiddags 10 tot 12 ure golegenheid tot aangifte van nieuwe leerlingen voor die scholen gegeven wordt en dat toegelaten kuui.eii worden alle kinderen die in 1892 of vroeger ge boren werden, dus zij die in den loop van dit jaar zes jaren geworden zijn, nog worden, of wel reeds ouder zijn. Vlissingen, den 30 Juni 1898. De Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. „Hoe is 't, amice," had oom Jan aan neef dito geschreven", „nog geen plan,— ik hoor daar zoo heelemaal niets van? Oom Jan was maar een tiental jaartjes ouder dan neef dito en had 't hem geleverd zooals men wel eens zegt, en dat nog niet zoo heel lang geleden, op een manier, die neef dito niet erg bevallen was. Neef dito had geantwoord, dat hij 't bepaald niet aandurfdedat alles zoo heel anders was dan vroegerdat er zoo hoel veel noodig was dat hij stellig „min of meer gefortuneerd" zou verlangen, en dat hij met die voor waarde minder gelegenheid had om te vinden wat hij zocht enz. enz. Lezers en vooral lezeressen, begrijpen natuurlijk dadelijk over welk „onder werp" we 't nu hebben. Mochten we uit de schooi klappen, we zouden gaarne wat meedeelen uit den zeer vermakelijken, maar «geduch. teil" brief, dien 00111 Jan aan neef dito in antwoord op den zijnen schreef. Maar dat mogen wij niet. Oom en neef konden het over die zaak nooit eens worden en zullen dat waarschijnlijk in het vervolg evenmin. Oom is er altijd trotsch op geweest dat hy 't bekende „zelf moet ge 't zoeken en zelf moet go 't vinden, 0 rnensch," op zijn huwelijk met zijn lief, maar in geen enkel opzicht volmaakt vrouwtje had toegepast, en dat hij eigenlijk in 't geheel niet had «gezocht» allerminst naar fortuin dat hij, de mau van gevestigden leeftyd en vau rype ervaring, zijn jong, levenslustig vrouwtje zoo goed had kunnen door dringen van zyn eigen beginselen en levensrichting dat hij zoo gemakkelijk had kunnen breken met zijn nooit terug gewenscht verleden, zoo heerlijk zyn geest- en werkkrachten had zien toenemen en verdubbelen toen hij ze noodig had. De waarheid is, dat er bij oom Jan een beetje geluk bij gekomen is en dat het dus niet alleen wijsheid was; maar toch is het even waar, dat het geluk zonder wijsheid niet verkregen wordt. Oom Jan heeft de wijsheid gehad van getrouwd te willen zijn, toen hij overtuigd was geworden van de hooge waarde van het huwelijk als maat schappelijke en zedelijke instelling toen hij in alle opzichten meende geschikt voor het huwelijk te zijn geworden, in staat om in hoofdzaak te leven voor een ander en voor het geluk van een ander. Vóór dien tijd wilde hij beslist niet. Het willen sloot echter bij oom Jan volstrekt niet in zich, het zoeken naar een gelegenheid om den wil ten uitvoer te leggen. Hij meent dat, waar de vrouw zich geen levensgezel kan zoeken, de man het niet mag ten opzichte eener levensgezellin en het is hem juist ge gaan, zooals hij zich voorgesteld had. Het ding dat wij toeval noemen, om- dat liet tocli een naam hebben moet, bracht hem eens in kennis met een meisje, dat zich door geen enkele uit wendigheid aanbeval, maar dat op hem, waarom heeft hij nooit geweten, een zonderlingen indruk maakte, een zekere aantrekkelijkheid uitoefende, waarvan hij zich geen rekenschap wist te geven. Welk een zonderling die oom is, blijkt wel daaruit, dat hij zich onmiddellijk inbeeldde, dit meisje wel eens voor hem bestemd kon zijn. En werkelijk het was zoo. Met de briefje, waarop in 'tFransch eenige woorden stonden. De inspecteur las het en stak het zorgvuldig in zijn brie- ventasch. Een onderzoek in de naaste omgeving leidde tot geenerlei gevolg. Door takken, welke in de aarde gestoken werden, duidde men de nauwkeurige ligging van het lijk aan. Daarop liet de inspecteur het naar een bij de stad gelegen, niet ver verwijderd tuinmanshuis brengen. Tusschen acht en negen uur vervulde de ambtenaar den zwaren plicht, de jeugdige gade van den vermoorde met haar ongeluk in kennis te stelen. Toen hij van dit bezoek naar het politie-bureau terug- keerde, trof hij er den eigenaar eener steengroeve aan, dien hij reeds in de vroegte bij zich ontboden had. De inspecteur, een zeer ervaren beambte, had n.l. uit den aard der verwonding het besluit getrokken, dat zij met een driehoekigen dolk of dergelijk wapen moest zijn toegebracht en de heer Hoberg had in den zomer dikwijls meer dan twintig Italiaansche arbeiders in zijn steengroeve. „Ha, mijnheer Hoberg," begroette hem de inspecteur, „ik dank u, dat gij zoo op tijd ter plaatse zijt. Hebt ge de passen uwer lieden meege bracht „Ja, mijnheer de inspecteurheeft een der knapen iets verkeerds uit gevoerd „Ik wil het niet hopen." Hij nam de hem toegereikte papie ren, bladerde ze door en overtuigde zich, dat de bezitters ervan zeven tien in getal allen uit Noord-ltalië afkomstig waren, terwijl hij eraan denkende, dat de vermoorde van het eiland Corsica geboortig was en daar onder de bergbewoners nog steeds de gebruikelijke bloedwraak bestond ijverig onderzocht of er zich onder de arbeiders ook een Corsicaan bevond. In weerwil toch van het feit, dat het lijk beroofd was, wilde de inspecteur niet aan een gewonen roofmoord ge - bijzonderheden, die aan den dag kwamen, zag het er allertreurigst uitgeen geld, geen klinkende naam, geen niets nie mendal. Er was heel wat te overwinnen aan wereldsch vooroordeel, en toch,toen de eerste indruk stand hield, was er binnen drie weken een engagement en binnen een jaar een huwelijk, zoo gelukkig als er een kan uitvallen voor wie nies meent dat er volmaakte toestanden zijn en zich zelf houdt voor het allervolmaakste van alles. En toch zag hot er met dat huwelijk voor en na allertreurigst uit, als men het zoo noemen wil. Die lui deden precies andersom als andere menschen, jonge menschen doen, die beginnen zooals de ouden eindigden. By hen begon alles van meet af', zachtjes aan, dood eenvoudig, bescheiden en bedaard. Zóó begonnen ze en zóó leefden ze voort. Er waren heel wat oude vrienden van oom Jan of ze jaloersch waren is ons niet bekend— die meenden dat 't toch altijd een heel waagstuk is voor iemand die van zijn werkkrachten, dat wil eigenlijk zeggen van een matig inkomen, leven moet, een vrouw te nemen. Het huishouden van oom be wees dat zijn stelling waarheid bevatte, dat-een huishouden niet meer kost dan men zelf wil dat het kosten zal, en, dat zelfs in onzen tijd van grootheid en chique, een mensch, die niet de hoogto in wil, bij de laagte blijft. Bij oom Jan cn zijn vrouw was eenvoud regel en werd de behoefte niet bepaald naai de mode en genotzucht van anderen. Zij waren in den regel thuis; uitgaan was uitzondering, een uitzondering trouwens, die het genot grooter maakte en de beurs in stand hield. Er kwam verandering genoeg in dat huishouden, maar het ging langzaam. Er werd nooit iets uit de kas genomen als er niets te nemen was en er werd nooit iets gekocht, wanneer het noch nuttig was, noch noodigmaar onder de reine en bedrijvige zorgen der jonge huisvrouw was ook het geringste aantrekkelijk, en ze wisten waarvoor ze leefden en werktendie twee zonderlingen, met hun ouderwetsche begrippen en leefregels. Al enkele jaren zijn nu heengegaan over den grooten dag, die telken jare met eenvoudige innigheid tot feestdag wordt verheven in het gezin van oom Jan, en zijn vrouwtje, dat nu sinds lang een paar kleine „getuigen» telt, die den schrik van neef dito nog hebben doen toenemen. Men ziet dus dat er betrek kelijk veel veranderd is Alleen het begrip van leven en gelukkig zijn van het echtpaar is niet veranderd. De eenvoudige bescheiden woning, die de looven. „Zijt ge met deze arbeiders tevre den, mijnheer Hoberg „Ja, mijnheer de inspecteur, zij zijn vlijtig, nuchter en spaarzaam." „Spreken zij lluitsch „Slechts de meesterknecht, die reeds vele jaren 's zomers tot mij komt en de arbeiders aanwerft." „Wonen deze lieden in de nabijheid der steengroeve Deze bevond zich aan de tegenover de Frankforterpoort gelegen zijde der stad. «Dicht daarbij. Ik heb daar voor hen een huis laten bouwen, waarin zij kost en inwoning vinden." „Is hun leider een verlrouwbaar persoon „Ik houd hem tenminste voor ver trouwbaar en eerlijk." «Kan hij schrijven „Italiaansch, ja." „Eu de anderen „Ja, mijnheer de inspecteur, dat

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1