HET GEHEIM
Vrijdag
15 Juli.
HECHTER.
No. 81.
36e Jaargang.
1898.
tenlandsehe
11L
ESTDAGH.
Lsvleesch.
ijd-)
G emeentebest uur.
100 Attesten van tevrea
|zage van door ons in Zeelui
Orgels.
In voorraad en ter bespeiin„
a twintigtal instrumenten i!
i 80 tot 400. 111
Orgel koopt zonder bij 0D|
kijken, heeft de schoonst-
[t gezien.
ngd wordt op afbetali^
cte Orgels of Piano's w0t
Iuild en zijn altyd te koo»
en instrumenten verhuur
areerd.
iring van nieuwe
jf jaren deskundige
gratis. Hen vrage inlichtingen
S. J. DEKKER,
GOE S_
Zeeuwsche Orgelhandel
(ten enz. voor alle inrich
asium enz.
W ABIN
:en.
SMiööELEN,
Leverworst.
li en Vleesch-
lik in staat iederen dag
(rijzen.
loop ik het vertrouwen
Lange Walstraat
Iber 1898-
ORTIJD
rm 11 55a)b) ma 3 25 en 6 20l
r'im 12 25ajb) 3 55 6 5f
rm 10 20 nm V 55b) en 4 50
10 40 2 15 b)» 510
1155b)» 3 25 6 20c)|
nm 12 15b)» 3 45 6 40 f
O-
kerke vm
8 10
8 40
Ioerd
van 6,20 naar Breakens hooj
L5 minuten.
tisaiugen naar Boraaele en T«l
'kt aangelegd.
19
3 14
5 4
7 44
2
12 30
3 46
6 5
14
1 8
4 27
6 46
56
11 42
2 40
6 24
10
12 20
3 46
67
19
1 28
5 10
7 15
22
2 10
j 54
7 52
26
8 10
6 37
8 36
10
4 10
7 40
9 10
20
4 20
7 50
30
4 30
8
9 25
b9
4 39
89
52
4 52
8 22
59
4 59
8 29
5 9
59
8 39
952
5 j
5 14
8 44
126
5 25
8 56
5 84
5 34
9 4
10 7
5 42
9 12
57
5 51
9 25
5
6 3
9 34
1031
14
6 12
9 43
10 40
8 4
1 7 30
8 5
7 39
7 31
*8 51
d*9 56|
ten en na»r Engeland 0*et. .g ett
t alleen reizigers voor Delg
aaijert.
ntwerpen
ecbelen
U. Nico laas
[juist
X.1
ïrneuzea
6 58 l'/SS i-
S 38 10 28
7 50 11 40
8 32112 22
8 48 12 38
9 5 112 55
VLISSIAGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15-
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek.
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groot» letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnninmer ÏO
Abonncinents-Advertcntifin op zeer voordcelige voorwaarden.
Bepaling sluitingsuur der tapperijen
gedurende dt kermisweek.
De Burgemeester van Vlissingen
gezien art. 150 der Algemeene Ver
ordening van plaatselijke politie, vast
gesteld den 30 December 1892
brengt ter algemeene kennis
dat het sluitingsuur der tapperijen,
gedurende de kermisweek, door hem is
bepaald, als volgt
Maandag, Dinsdag en Woensdag op
1 uur, Donderdag en Vrijdag op 2 uur,
en Zaterdag op 3 uur na middernacht,
terwijl telkens een half uur te voren
reeds moet zijn opgehouden met het
maken van muziek.
Vlissingen, den 14 Juli 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE
Binnenland.
Natuurlijke kinderen.
lie minister van justitie heeft het
wetsontwerp ingediend tot wijziging
nu aanvulliug van het Burg. Wet-
biek betreffeude de erkenning en
wettiging van natuurlijke kinderen en
ib&rmede sameuhaugende artikelen,
alsmede van eenige bepalingen be
treffende het vaderschap en de af
stamming van wettige kinderen.
De memorie van toelichting begint
met er op te wijzen, dat in de laatste
jaren de openbare meening krachtig
is opgekomen tegen het bestaaude ver
bod van het onderzoek naar het vader
schap, en het 'volksgeweten verzet
heeft aangeteekend tegen een wette
lijke regeling, die het onschuldige
kind verongelijkt Uit naam der ge
rechtigheid en uit naam der zedelijk
heid heeft men gevraagd recht ook
voor het onechte kind.
Aati die vraag naar het recht te
voldoen, is het doel van het wetsont
werp. Het strekt uitsluitend om aan
het onwettige bind de rechtspositie te
verschaffen, die in overeenstemming
is met ons zedelijk bewijstzijn, dat
eenerzijds de ouders als de natuurlijke
verzorgers hunner kindereu aanwijst
en anderzijds verlangt, dat ieder ver
antwoordelijk zij voor zijne daden en
hare gevolgen.
Om het recht van het kind is het
te doen, niet om aau de vrouw aan
spraken te geven tegen hem, die de
oorzaak is van haar moederschap.
Het ontwerp staat geheel op den
grondslag van het geldende familie
recht, waarin geen verandering wordt
gebracht. De iuvloed, dien het huwe
lijk der ouders heeft op hun verhouding
lot hunne kinderen, is onaangeroerd
gelaten. Volgens het ontwerp dragen
alleen de door den vader erkende kin
deren diens naam de door den vader
niet erkende kiudereu voeren den ge
slachtsnaam der moeder.
Met betrekkiug tot het erfrecht der
onwettige kinderen worden geen prin-
1 L L E T O
van den
40.)
Zoo scheidden wij in de beste
v'iendschap. De dokter had reeds de
knop der deur in de hand, toen hij
ticu nog eens omkeerde.
„Weet ge wat mij bij die geheele
geschiedenis nog verheugt, professor
teide hij.
'Welnu
»Dat de rechter geen Slaaf, doch
een ttuliaau isGeloof mij, een Slaaf
cipieele wijzigingen voorgesteld. Alleen
bij erkenning kunnen aan het kind
familierechten worden toegekend.
Grondslag der nieuwe regeling be-
huort te wezen, dat de afstamming
zelfde rechtsbetrekkingen tusschen de
ouders en het kind in het leven roept,
en omdat zij is de natuurlijke bron
dier betrekkingen. Gelijkstelling van
het onechte kind met het wettige in
zijne betrekking tot de moeder ligt
echter geenszins in de bedoeling, liet
stelsel van het ontwerp is, dat door
het feit der onechte geboorte rechten
en verplichtingen ontstaan, zoowel
voor den vader en de moeder als
voor het kind dat het niet erkende
onechte kind niet meer zal zijn een
rechteloos wezen, doch dat het in
tegendeel aan de afstamming zelve
rechten ontleent. Deze rechten wor
den meer uitgebreid, naarmate bet
kind nader tot het familieverband
wordt gebrachtdoor de erkenning
worden de hoogere rechten geschon
ken, die het ontwerp in zijn verschil
lende bepalingen om.schrijft.
Mot het geheele begrip „onderzoek
naar het vaderschap" moet worden
gebroken. De wet heeft slechts te om
schrijven, welke verplichtingen uit de
afstamming voortvloeien en hoe deze
desnoodig kan worden bewezen.
De minister betoogt dat de bezwa
ren ernstiger schijnen dan zij inder
daad zijn, en in geen enkel geval
kiiDuen zij rechtvaardigen, dat aan
het onechte kind nog langer onrecht
worde gedaan dat de onechte vader
nog langer van alle plichten jegens
zijn kind worde vrijgesteld.
De Tweede Kamer over Leerplicht.
liet wetsoutwerp tot regeliDg van
den leerplicht heeft, het blijkt, uit
het verslag, niet weinig bezwaren in
de afdeelingen der Tweede Kamer bij
„vele" en „onderscheidene" leden ge
vonden.
De meeste dier bezwaren zijn niet
nieuw, o. a. dat het wetsontwerp
geen leerplicht maar eigenlijk school
dwang beoogt, dat de opvoeding der
kindereu niet aau den Staat behoort,
maar aan de ouders is toevertrouwd,
dat aan invoering van leerplicht niet
mag gedacht worden zonder vooraf
gaande of gelijktijdige verbetering in
de regeling van het lager onderwijs,
en werkelijk het schoolverzuim in
Nederland niet van dien omvang is
oin het invoeren van leer- en school
plicht te rechtvaardigen. In het
absolute schoolverzuim is in de laatste
jaren zelfs eene belangrijke verminde
ring te bespeuren.
Nog werden als bezwaren aange
voerd dat een groot deel der werkheden
tegen leerplicht gestemd is en een
niet onaanzienlijk deel der openbare
onderwijzers blijkt gekant te zijn
zoowel tegen onze Staatsinstellingen,
als tegen de bestaande inrichting der
Maatschappij.
De aanzienlijke uitgaven voor het
onderwijs als gevolg van de invoering
van leerplicht en de onmogelijkheid
zou tot dergelijke schurkerij niet in
staat zijn. Goeden nacht, professor."
XIII.
Ik bracht een paar vervelende da
gen door. Ik mocht het bed wel is
waar verlaten, daar ik geen natte
omslagen meer om mijn been be
hoefde te doeD, maar nu was ik ge
dwongen op die lastige sofa te liggen
en mijn been steeds gestrekt te hou
den. Dus was ik tot akelig nietsdoen
veroordeeld. Ik kon zelfs niet de ver
zamelde schatten van kevers en ka
pellen prepareeren voor mijne verzame
ling, want ik mocht mij ternauwernood
beweger. Mijn fraaie Cacigena-rupsen
moest ik door Mizka laten voederen
en reeds tevreden zijn, dat zij bereid
willig en nauwkeurig dat vervelende
werk voor mij deed.
Nog minstens drie dagen, had de
dokter gezegd, moest ik daar doelloos
liggen, eerst daarna zou ik op de
voor het bijzonder onderwijs om die
uitgaven te bestrijden, waren voor
vele leden een bezwaar om de wet
aau te nemen.
Aan de regeering werd onkieschheid
en gebrek aan stautkuudig beleid
verweten dat zij haar ontwerp zoo
kort voor de aanvaarding der regeering
door de Koningin, indiende.
Met dit gevoelen stemden de
voorstanders van het wetsoutwerp
volstrekt niet in. Kwdijk kon, meen
den dezen, als een der belangrijkste
daden der Koningin, een waardiger
maatregel voorbereid wordeu dan de
goedkeuring van een wetsontwerp, dat
bestemd is de volksontwikkeling op
krachtige wijze te bevorderen, liet
wetsontwerp heeft geeu andere strek
king dan de wet te handhaven die
aan de ouders de verplichting oplegt
hunDe kinderen op te voeden. Dit
outwerp verzekert de raleving van
dien plicht. De voorgestelde dwang
middelen zullen beter doel treffen dan
andere maatregelen die genomen
kunnen worden.
De bepaling in de wet dat de
kinderen tot hun 13 jarigen leeftijd
eene school bezoeken moeten, vond
algemeen weerstand. De 12 jarige
leeftijd moet behouden wordeu in
het belang van het kind, in het
belang van het gezin en in het belang
van de maatschappij.
De bepalingen van het wetsontwerp
om behoorlijke naleving vati den
leerplicht te verzekeren, vielen ook
niet algemeen in den smaak en
verschillende verbeteringen veerden
daarop voorgesteld, o.a. om de naleving
der wet aan plaat'el 'ke commissies
op te dragen, die voor een deel zouden
saamgesteld zijn uit de ouders van
de schoolgaande kinderen.
In eene der afdeelingen achtte men
invoering van leerplicht onnoodig en
meende men het schoolverzuim met
vrucht te kunnen bestrijden door te
trachten het schoolbezoek door midde
len van zedelijken aard te bevorderen.
Dit zon kunnen geschieden door het
benoemen van commissiën,sameDgesteld
gedeeltelijk door de ouders der
schoolgaande kinderen, waarvan van
rechtswege leden zouden zijn een of
meer geestelijken van elke kerk of
kerkgenootschap. Anderen meenden
dit middel te vinden in eene betere
aansluiting van de schooluren aan
het leven, of door de belangstelling
der scholieren en die der onderwijzers
op te wekken, waardoor meer resul
taten zonden verkregen worden dan
door de bedreiging met straf, gelijk
in dit wetsontwerp wordt voorgesteld.
Eene commissie die niets uitvoerde.
Men weet dat de Staatscommissie
voor de pensionneering van werklieden
hare taak heeft nedergelegd en aan
het einde van hare menigvuldige
zittingeD gekomen, moest getuigen,
dat zijhet eens was over de aanbeveling
van het beginsel, maar in eigen
boezem zulk eene verdeeldhe'd om
trent de toepassing van dit beginsel
sofa mogen zitten en mij door de kamer
bewegen dien tijd wachtte ik met
ongeduld, want dit gedwongen niets
doen was voor een gezond mensch
bijna niet te verduren.
Aan bezoek ontbrak het mij die
vervelende dagen niet de Luttacher
heeren deden alles om mij te onder
houden, doch hun bezoeken waren
mij eerder een kwelliDg dan een ge
noegen, want het onderwerp vau hun
gesprek was altijd hetzelfdede on
twijfelbare veroordeeling van Franz
Schorn, den uietswaardigen moorde
naar. Geen der heeren twijfelde ook
maar in 't minst aan zijn schuld, zij
hadden van den districts rechter zoo
veel bewijzen tegen hem gehoord, dat
zij bijna norsch tegen mij werden,
toen ik met dat algemeen oordeel
niet instemde, doch zeide dat het
plicht was zoo lang aan de mogelijk
heid te gelooven, dat hij onschuldig
was, tot de rechters het schuldig zou
den hebben uitgesproken.
bestond, dat zij zich moest onthouden
van het geven van advies.
Die zonderlinge feit geeft aan den
schrijver van de Brieven uit de
Hofstad in de «Arnb. Courant" het
volgende geestige artikel in de pen
«Een bericht van de laatete dagen
schrijft hij heeft mij het oude rijmpje
uit den tijd der Republiek iD herinnering
gebracht van de heeren regenten, die een
glas dronken, nog iets moer deden en dan
«de zaak lieten zooals ze was.» Ik bedoel
de Staatscommissie voor de pensionneering
van werklieden, van wie het heette dat
ze met haar onderzoek gereed was, dat
de leden met elkander een lekker diner
hadden gehad en dat het rapport eerlang
zou worden ingezonden, houdende dat de
commissie eenstemmig was in aanbeveling
van het beginsel, maar het zóo oneeus was
over de aau te bevelen regeling, dat ze
zich onthield van net doen van voorstel
len en geven van adviezen daaromtrent,
hetgeen nu juist het eeuige punt was,
waarom de Staatscommissie was benoemd.
Dat het heel mooi eu wenschelijk zou zijn,
dat alle oude werklieden een onbezorgden
ouden dag hadden, dat weet de Neder»
landsohe Regeering, naar ik zeggen zou,
ook wel, daar is iedereen het met iedereen
over eens. Het was echter juist betrekke
lijk de mogelijkheid der verwezenlijking
van dat denkbeeld en den besten vorm
daarvan, dat de voorlichting der commissie
werd gevraagd, en nu ze zich daar met
een Jantje van Leiden afmaakt en thuia
komt als vader Cats uit Engeland, ban
zij naar waarheid gezegd worden, na
zeer vele maanden van onderzoek en over
leg, de zaak te laten zooals ze was, na in
Restaurant Royal het spreekwoordelijk
glas wijn gedronken en daarbij vermoe
delijk, zooals het in de taal der oude be
stuurscolleges heette, „een schotel eten»
gebruikt te hebben. Hebben dan de kwade
tongen werkelijk gelijk met. hunne be
wering, dat Staatscommissies alleen dienen
om hangende, brandende quaesties eerst
op den achtergrond eu later geheel uit
het gezicht te schuiven Men moet er
kennen, dat het wel eens anders is ge
weest, maar van dit wegschuivend ver
mogen van Staatscommissies vinden we in
de geschiedenis van het Staatsbestuur wel
meer voorbeelden dan dit allerlaatste.»
Atjeh.
Aan het „N. v. d. D." werd uit
Indië geseind dat kolonel Van Heutsz
met het 14e bataljon, het korps
marechaussee en de landingsdivisie
naar Edi is vertrokken om daar 14
dagen te blijven en ook van Kota
Radja derwaarts 300 man zijn gezon
den. Maandag avoüd ziju de troepen
van Edi uitgerukt.
De N. R. Ct. ontving gisteren het
volgende bericht uit Batavia
Den 1 Iden dreef de troep van Van Heutsz
den vijand van Edi naar Edi Tjoet over
Plawa Pontong en de heuvels van Blang
Sekodji.
De vijand had 80 dooden. Aan onze
zijde werden 3 militairen beneden den
rang van officier gedood en licht gewond
de le luitenant der infanterie L. E. F.
Weijergaug en de 2de luitenant der infan
terie H. A. Gsrth van Wijk, en 18 mili
tairen beneden den rang van officier.
Vandaag gaat een troep naar Perlak
om den vijand nit Pedawa Pontong te
verdrijven en te voorkomen dat Teungkoe
Tapa naar Perlak verder oostwaars gaat.
De „Deli Ct." schrijft
Menigeen zal met een gevoel van
onvoldaanheid het telegram uit Atjeh.
gelezen hebben. Is dat nu het ge
duchte Pedir, is dat nu dat gevreesde
land, waar de hartader van het verzet
zetelde, waar de meest invloedrijke
onzer tegenstanders zich genesteld
hadden Was dit veldtochtje nu het
doel der zoo breed opgezette expeditie
Van hen die alleen naar het uiter
lijk oordeelen, is deze vraag zeer
begrijpelijk. Maar hij die van den
strijd in Atjeh geruimen tijd getuige
was, zal zich rekenschap weten te
geven van den voorzeker gunstigen
loop van de Pedir-expeditie.
Eene zaak staat nu reeds vast: zoo
lang in dat landje op dergelijke wijze
geageerd wordt ais nu ouder kolonel
van Heutsz plaats vond, zal daar geen
sprake meer zijn van algemeen krach
tig verzet. Het blijkt nu welk een
schrik er iu het land gekomen is door
de jongste schoonmaak roDdom Segli.
Het is duidelijk dat de Atjehers
zich niet meer veilig achten, nu we
hunne versterkte punten niet meer
ten koste van veel bloed bestormen
en nemen, maar, door het aantal onzer
troepen daartoe in staat gesteld, die
punten omtrekken en de bezettingen
er van trachten in te sluiten, dat ze
bij ods als muizen in de val loopen.
Die wijze van manoeuvreeren had
den ze bij ons te voren te weinig
waargenomen zoodra de blandas maar
een-gszins hun hoofd voor eene benting
gestooten hadden, bracht de eer en
soms ook te toekomst van den aan
voerder mede om er cóute qui cóute
op in te dringen en de verstel king te
i nemen, ten koste van offers, die dik-
werf veel te duur gekocht werden.
Waar we met weinig troepen op
traden daar waren ze dapper, die At
jehers, maar thans nu we met flinke
macht en goed voorbereid hun land
intrekken, ontvluchten ze den strijd
in de hoop op betere tijden, d. w. z.,
in de hoop dat we weer spoedig van
tactiek zullen veranderen.
Maar daarin zullen ze het nu mis
hebben.
Er zullen nu militaire wegen in het
land aangelegd en eenige punten be
zet worden.
Uitgekozen officiereu zullen zich
toeleggen op meerdere kennis van
toestanden in het Pedirsche en eerlang
zal aan de maréchaussees, dat uitge
zochte keurkorps, de taak worden
toevertrouwd de nesten der kwalijk-
gezinden op te sporen en uit te roeien.
Te verwachten is't niet dat onze tegen
standers al dadelijk het hoofd in den
schoot zullen leggeu, doch met het
heerschende regime zal het slechts
een quaestie van tijd zijn.
Eerste Kamer.
Aangaande het wetsontwerp tot
goedkeuring van het Post-mailcontract
met de Maatschij. Zeeland",dat zonder
hoofdelijke stemming door de Kamer
werd goedgekeurd,verklaarde de minis
ter van Waterstaat dat het onvermijde
lijk was een deel der Engelsche post
over Harwich te vervoeren, al had
hij dat ook liever niet gezien.
Het verschil tusschen den duur der
Meer mocht ik volgens afspraak
met den dokter niet zeggen ik moest
het dus kalm aanhooren, hoe zij
nieuwe bewijzen voor de schuld van
Franz Schorn mededeelden en als
onomstootelijk aanmerkten.
Met zekeren angst zag ik het bezoek
des district-rechters tegemoet. Het
zou mij moeilijk zijn geweest, kalm
tegenover hem te blijven, maar de
plicht, vriendelijkheid tegenover den
rechter te huichelen, werd mij ge
lukkig niet opgelegd. Hij bezocht mij
niet, doch liet zich door Mizka ver
ontschuldigen. Hij was genoodzaakt
over enkele dagen naar Görz te gaan
en had voor dien tijd zooveel te wer
ken, dat hij geen kwartier vrij had
na zijn terugkeer hoopte hij mij terug
te zien.
De dokter was zeer uit ziju humeur
over die reis, daar zij zijn plannen
dwarsboomde. Hij had gaarne den
rechter nauwkeurig nagegaan, en te
Görz zijnde, was hij aan die nasporing
onttrokken. De goede dokter werd
daardoor slecht geluimd en zijn be
zoeken zouden mij weinig afleiding
hebben gegeven, als hij niet de kleine
Anna dikwerf had medegebracht. Bij
elk bezoek veroverde het lieftallige
jonge meisje meer plaats in mijn hart.
Terwijl wij, twee oude manneD, on
geduldig waren, eindelijk iets te kun-
neD doen, bleef zij met engelengeduld
en bewonderenswaardige kalmte af
wachten. Zij was in haar edel geloof
aan de goddelijke gerechtigheid vast
overtuigd, dat het ons zou gelukken
den onschuldige te redden en den
schuldige tot zijn straf te brengen.
Die overtuiging maakte het haar mo
gelijk in kalmte af te wacbteD.
Eindelijk waren de drie vervelende
dagen om. De dokter gaf mij den
ochtend van den vierden dag toestem
ming, zoolang mijn voet mij geen pijn
deed, op de sofa te zitten eu ook in
mijn kamer een weiDig te loopen. Ik
slaakte een zucht van verlichting,