HET GEHEIM 13 Juli. Woensdag j>ïo. 80. 30e Jaargang. 1898. oiwater (e Binnenland. RECHTER. gob. Machielse, q. ■jn, geb. Veratraten, q. ■lamme, geb. Beniest, 2 Tdé geb. Debra, d. - r ïdhart, z. j. van f,go ie, d. JKei bmd KLEDEN J. w. Wannée (Lang, 68 j. - c. Homan 81 lot, louw M. J.'m. Tollenaa7'd>l Z" 19 m" - c- vaÏ2 van L. T. Ouwerk^ Jacobson, wed. van M u 6 W. Leilnse. W. Leijnse, man V.B 64 j. van i] Marktberichte n, Vlissingen 8 Juli. f 1.10 a f 1.15 per jjjjo i f 3.20 a f 3,40 per J04 10 Ju! 5.18 L. k 11 u 6 2 12 6.56 r 13 H 7.58 g 14 9. 7 15 w 10 11 16 11. 8 17 11,57 w«rtief, Bureau van Politie zijn gedeponeerdeen Meisj Onderstel van een Gouden I en Duimstok, een Zilveren 1 Paternoster, een Scheermes, wast, en een Gouden Lorgnet! 'hting te bekomen omtrent en Zilv. Broche (boerenknoop.) VLISSIIVfiSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15- Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek- handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADYERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. VersckJInt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnuminer ÏO Abonnements-Advertentiün op zeer voordeelige voorwaarden. Het godsdienstonderwijs op de openbare school Door eemge predikanten is een poos geleden een adres gericht aan de Kamer waarin gevraagd wordt in de wetten omtrent het onderwijs bepalin gen op te nemen om bij de regeling der schooltijden voor lagere, middel bare ecbolen en gymnasia voormiddag uren vrij te geven ten behoeve van jjet godsdienstonderwijs. Verschillende bladen hebben daar- orer reeds hun gevoelen gezegd, dat jn het algemeen gunstig voor wat de adressanten willen, luidde.Het „School blad" echter nam er meer of min een loopje mede door o. a. te beweren dat een muziek- of eeu dansmeester even goed het zelfde verzoek zou kuDnen doen en met hetzelfde recht.„Het „Va derland" heeft aan deze zaak eene practische beschouwing gewijd, die wel de opmerkzaamheid waard is. Vooreerst zegt het blad, dat de adres santen beter gedaaD hadden eerst met den minister de zaak te bespreken, dan zou toch al de omhaal van eene administratieve enquête, die nu op verzoek van de Kamer om inlichtin gen door den minister zal moeten ge houden worden, niet noodig geweest, liet blad begrijpt ook dat godsdienst leeraars het niet aangenaam vinden op hunne catechisatiën kinderen te krijgen, die zich als 't ware veronge lijkt achten, omdat hun een vrij uur is ontroofd en die na 't reeds genoten schoolonderricht te weinig frisch zijn om volle aandacht aan 't godsdienst onderwijs te schenken. „Maar, vraagt het „Vaderland" te recht," waarom worden deze bezwaren nu juist zoo gevoeld, terwijl de regeling toch twintigtallen van jaren is geweest zooals thans, en waarom nu voor het godsdienstonderwijs de uren van den voormiddag moeten bestemd worden, terwijl er toch ook wel geschikte uren buiten den schooltijd zijD, b.v.niet bepaald ongeschikte avondurenPOudere leerlingen die wel eens eene lezing aanhooren of een concert of comedie bezoeken,zullen niet door oververmoeid heid worden aangetast, als zij op een eükel avonduur bij den predikant ter leeriDg gaan. Voor jongere leerlingen is het immers niet noodig dat zij de gansche Woens-en Zaterdagnamid dagen vrij zijn". Het herinnert zich ook eene catechisatie in een provincie stad tot algemeen genoegen zomers ochtend van 71/. tot 81/. uur gehouden. Voor de onderwijs-autoriteiten zal het bovendien geen geriog bezwaar zijn van den ochtendschooltijd weke lijks anderhalf uur vrij te geveD, waardoor het noodig zal zijn het heele leerplan om te werken, terwijl de vraag is of er vakken zijn, waarop deze tijd kan worden verhaald. Dat de regeering in deze aange legenheid meer werkzaamheid zou moeten betoonen, begrijpt het blad niet.De regeling der schooltijden voor FlüUlLLfiTO V VAN DEN 39.) „Zwerft de rechter niet dikwijls over de rotsen?" had Franz gezegd, «zelfs al was hij gisteren in de buurt van het afgelegen huis geweest, dan kon hem niets verweten wordeD, dan zou ook ik te verdenken zijn, want de professor heeft mij in het bosch ontmoet, toen ik, in de hoop je te zullen zien, om het huis zwierf." Bij die woorden van haar minnaar was de lagere school is een gemeentelijke zaak, waar de regeering buiten staat. Alleen bij geschil tusschen B. en W. en den schoolopziener beslist de minis ter. De ondervinding leert echter dat hierover nimmer geschil rijst. Bij gevolg rijst de vraag of de predikan ten met hunne klachten over den tegenwoordigen toestand zich niet eerst tot de gemeentelijke autoriteit behooreu te wenden. Wanneer dit meermalen ware ge schied, dan zou duidelijk zijn gebleken, of bij die plaatselijke autoriteiten on wil of onmacht bestaat om een voor 't godsdienstonderwijs ge wenschte rege ling te treffen. Dan zou ook allicht hier of daar van verschil van gevoelen tusschen colleges van B. en W. en district-schoolopzieners gebleken zijn, waardoor een beroep op den minister gewettigd ware geworden. En dan eerst ware er misschien grond gevon den voor de bewering, dat de regeeriug zich het belang, waarvoor de predi kanten opkomen, minder aantrekt dan gewenscht en oorbaar is te achten. Maar van een en ander is nimmer vernomen. Wel wordt voor de rijks hoogere burgerscholen jaarlijksche goedkeu ring van het leerplan door den minis ter geëischt, maar waar de wet over godsdienstonderwijs geheel zwijgt, zou zeker een opmerking zijnerzijds dat geschikte uren daarvoor vrijge geven behooren te worden, misplaatst, zijn. Bij gemeentelijke burgerscholen kan van zoo iets natuurlijk in 't ge heel geen quaestie zijn. Ten aanzien der gymnasia moet hetzelfde oordeel gelden. Ten slotte keurt het „Vad." den schamperen toon van het Schoolblad, in deze zaak aangeslagen, scherp af. Daardoor kweekt men slechts verbit tering en bemoeilijkt men een goede oplossing''van de quaestie, verliest men de kern van de zaak uit het oog. Die juiste kern is deze, dat de re geering, voor wie bet openbaar onder wijs krachtens grondwettig voorschrift een voorwerp van aanhoudende zorg moet zijn, bij het stellen van elke vraag om het vrijgeven van uren voor eenig ander onderwijs, slechts dat standpunt van beoordeeling heeft in te Dennen, of inwilliging van den gestelden e'sch met de zorg voor goede inrichting van het onderwijs strookt. De quaestie van scheiding van kerk eD staat heeft met de zaak natuurlijk niets te maken, maar wel is het juist, dat wetgever en regee ring met godsdienstonderwijs en elk ander onderwijs slechts in zooverre be hoeven te rekenen, als zonder schade voor het aan hun zorgen toevertrouw de onderwijs geschieden kan. Tentoonstelling van Vrouwen arbeid. Van de Tentoonstelling van Vrou wenarbeid te 's-Gravenhage wordt getuigd dat zij af is en dus in dit opzicht gelukkig afwijkt van de mannelijke tentoonstellingen die in Anna zeer angstig geworden, dat werkelijk eene verdenking tegen hem zou kunneu oprijzen, en ook Franz was het duidelijk geworden dat een dergelijk gevaar hem dreigdehij wist dat bij over het algemeen niet geacht was, hoeveel vijanden hij had, die zeker elke gelegenheid om eene verdenking op hem te werpeD, zouden aangrijpen. Franz was gebleven hij zijne be wering dat de rechter niet schuldig was aan den moord en had Anna verboden hare ongegronde verdenking te uiten. „Juist omdat de rechter mijn vijand is," had hij gezegd, „juist om dat hij mij achter mijn rug verdacht maakt, mogen wij ons niet aan een dergelijke laagheid schuldig maken!" Zoo had hij gesproken tot den vori- gen dag, doch toen hij na terugkeer van den tocht in de grot Anna be- z icht had en haar zijn avontuur had medegedeeld, had een ommekeer in zijn beschouwingen omtrent hare ver den regel niet af zijn, en dat over alles het waas ligt van „de vrouw" dat alles den aangenamen indruk geeft van bevalligheid en smaak, die toch eigenlijk alleen de vrouwenhand weet aan te brengen. Voor mevrouw Goekoop, (schrijfster van „Hilda van Suylenburch",) de ziel van de onder neming, die er zich oneindig veel moeite voor gegeven heeft, was het een gelukkig oogenblik toen zij gevolgd door een Kamerheer des Konings en door tal van autoriteiten van hoogeren en lageren raQg, hare gasten kon aantoonen wat hier door de Neder landsche vrouwen is bijeengebrr cht. Het dertienjarig meisje die het „openingswoord" uitsprak, had er alle eer van. Haar stem klonk flink en helder d or tot in alle hoeken van de groote congreszaal. De cantate bij deze gelegenheid gezongen, was zooals men weet, ge toonzet door mej Coruelie van Ooster zee op tekst van mevrouw Snijder van Wissekerke. Zij werd uitgevoerd door leden van de zaDgvereenigiüg „Euphonia", versterkt door Jedeu van „Toonkunst" en begeleid door het stedelijk orkest uit Utrecht. De cantate en de uitvoering worden zeer geroemd. Zij maalt den toestand der vrouwen in vroegere tijden toen het licht van vrije ontwikkeling, van wetenschap en kunst, van zelfstandigheid haar onthouden werd en de vrouwen mach teloos het hoofd moesten buigen, maar hoe dat alles veranderd is en voor de vrouw eindelijk de tijd meer en meerrijp is geworden om haar den rang toe te kennen die haar in de maat schappij toekomt. Voor deze tentoonstelling is het te hopen dat ook het weuer zal mede werken om bezoekers derwaarts te lokken, en dus 't ontbreken van allen zonnegloed bij de opening niet eene sombere profetie zij vour de volgende dagen. Men mag dit onze tentoon stelling van Vrouwenarbeid, die zoo flink aangevat is, van harte toe- wenschen. Gisteren zijn de vierdaagsche besprekingen aangevangen over vak opleiding voor vrouwen. Atjeh. De ,N. R. Ct." heeft uit Batavia vernomen dat Panglima Polim zich in de bergen bij Padang Tedji bevindt. Luitenant-kolonel Willems gaat er met twee bataljons been. Een andere troepenmacht gaat er heeu van Reung- Reung. Ons nieuw geweer. Zooals te verwachten was, schrijft het „Bat. Nieuwsblad", komen bij het gebruik van het nieuwe geweer al lerlei kleine gebreken aan den dag, waarvan men het bestaan niet ver moedde en die in hoofdzaak zijn toe te schrijven aan de ruwe behandeling van den man. Zoo bijv. gebeurt het meermalen, dat de patronen door verbuiging van de metalen houders denking plaats gehad. „Het is buiten twijfel dat de rech ter het touw afgesneden heeft,» had hij gezegd, „welke reden kon hij voor die laagheid hebben Hij heeft gewild dat de professor in den afgrond zou storten Ik ben thans overtuigd dat de professor hem ook in de buurt van het verlaten huis heeft gezien. „Hij vreest, dat de professor hem zal verraden, hij heeft dien gevaarlijken getuige uit den weg willen rui men, een andere reden tot pogiDg tot moord op dien goeden ouden man, wiens vriend hij beweert te zijD, is niet denkbaar. „Hij heeft een moord willen begaan en thans geloof ik ook, dat hij de moordenaar van je vader is 1 Laat hij oppassen Ik zal met den professor spreken en hem mijn verdenking mededeelenHij zal mij zeggen of hij den rechter dien dag heeft ge zien." Voor Franz aan dit voornemen ge weigeren, om de plaats in te nemen, die zij in den bak moeten krijgen, tengevolge waarvan natuurlijk slag natie in het vuren ontstaat. Komen dergelijke onvoorziene omstandigheden reeds in garnizoenen voor, hoeveel grooter zal dan de kans ziju, dat men er te velde mede sukkelt. Trouwens de Pedirexpeditie zal uitwijzen, of het fraaie repeteerwapen ook een oorlogswapen ie. De Sultan van Siak is, vergezeld van den heer Schouten, oud-assistent resident, Zaterdagmiddag le 12 uur ongeveer te Rotterdam aangekomen en scheepte zich dienzelfden middag in aan boord van het Nederlandsche stoomschip „Batavier III", naar Londen. In Juni is in het geheele rijk geen enkel geval van mond- en klauwzeer onder het vee geconstateerd. De afdee'.ingsverslagen der Tweede Kamer betreffende de wetsontwerpen op den Leerplicht en het Vaderschap zijn verschenen. Vlissinffen, 13 Juli. Naar wij vernemen, stelt mejuffrouw Jac. W. Pisu'sse zich voor op 31 Aug. a.s. met hare leerlingen een dames- en kinderkoor, ongeveer 80 personen, de Oranje Nassau-Cantate van Cath. van Rennes uit te voereD. Deze cautate wordt bij terugkeer uit Amster dam en den Haag hare Majesteit als aubade toegezongen, onder persoonlijke leiding der componiste. Hier zal de eantate eveneens in den middag worden uitgevoerd in de zaal van het Grand-Hotel, uitsluitend voor genoodigden. Omtrent de cantate schrijft de heer Hugo Nolthenius in 't Weeklad voor Muziek „Zondagmiddag 11. woonde ik,daartoe zeer gracieus door de gelukkige moe der uitgenoodigd, in het gezelschap o a. mijner hooggeschatte ambtge- nooten de Lange, Mann, van Milligen, Sibmacher Zijnen den doop bij van de Oranje-Nassau-Cantate van Catha- rina van Rennes. Door een 20tal uitgezochte leerlingen werd met piano begeleiding het nieuwe werk Op. 33 uitgevoerd het voldeed goed, en van harte konden we èn dichter, den heer J. D. C. van Dokkum, èu componiste geluk wenschen met de geboorte van den nieuwen wereldburger. Over de compositie elders in dit nummer. Dat ik voor eene bespreking deze cantate laat voorgaan aan andere composities voor de inhuldigingsfeesten, zullen de heereu componisten mij met hun be kend gevoel van hoffelijkheid ten goede houden". Met ingang van 16 Augustus a. s. wordt de hoofdmachinist le kl. der Koninklijke Nederlandsche Marine, A. den Hamer, aan de fabriek der Ko- volg had kunnen geven, was hij ge arresteerd. Anna achtte het thans echter haar plicht te doen, wat hij thans niet doen kon. „Daarom ben ik tot u gekomen, professor," aldus besloot zij haar me- dedeeling, „gij moet mij raden, gij moet mij helpen den waren misdadi ger te vinden en den onschuldige te bevrijden." De dokter was, terwijl Anna ver telde, nu van den stoel, dien hij naast mijn bed had getrokken, opgesprongen, dan weder had hij plaats genomen, dan was hij weer opgesprongen hij scheen door groote onrust aangegre pen, doch zwijgend luisterde hij naar elk woord van het jonge meisje, Toen Anna uitgesproken had riep hij „Wil je ons, oude mannen, gek maken met die duivelsche geschiede nis Dat heeft ze weken lang in het hoofd gehad en zeide geen woord Wat had niet in die weken kunnen gebeureD, hoe geheel anders hadden niuklijke Maatschappij de Schelde alhier gedetacheerd en belast met het dagelijksch toezicht op de vervaardi ging der werktuigen voor de recherche- vaartuigen „Dog" en „Brak". De kapt. P. P. C. Collette, van het 3e reg. inf. te Vlissingen, gedetacheerd bij de kon. mil. academie, is over geplaatst bij het 6e reg. inf. te Breda. Aan J. J. Versluijs, sluisknecht aan de zeesluis te Vlissingen, is als blijk van goedkeuring en tevredenheid, toegekend de bronzen eerepenning voor menschlievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift wegens de met gevaar voor eigen leven verrichte redding van een kind uit het kanaal door Walcheren, nabij de schutsluis aldaar, op 15 Juni 1898. Men schrijft ons uit Middelburg: Binnenkort zal een verkiezing voor een lid van den gemeenteraad moeten plaats hebben in het lie district, voor welk district de onlangs overleden lieer F. G. Sprenger zitting had. Zondag-avond is in een tapperij in het Schuiffelstraatje een vechtpartij ontstaan tusschen burgers en militai ren. De toegeschoten politie-agenten ondervonden veel verzet bij de arres tatie van de belhamels, maar toch gelukte het hun 4 dezer naar het bureau te brengen. Met den laatsten aankomenden tram van Vlissingen werd een vechtersbaas door eenige burgers aan de politie overgeleverd, die ook dit heer tot kalmeeriug eeni- gen tijd achter slot en grendel plaatsten. De 2e luit. Schoonhoven, van het 2e bat. 3e reg. inf. te Middelburg, wordt van 15 Juli a. s. tot 1 Nov. gedetacheerd bij de normaal schiet school te 's Gravenhage. Door de vereenigingen tot bevor dering van het Vreemdelingenverkeer op Walcheren is eene nieuwe uitgave van de reclame-kaart „Visitez I'ïle de Walcheren» in den handel gebracht. Voot de vreemdelingen die ze in handen krijgen, zijn de fraai uitge voerde illustraties eeue goede aanbeve ling om met ons schoon en belang wekkend eilaDd kennis te maken, terwijl eene opgaaf van de reisgele- genheden dit doel in de hand kan werkeD. Verder wordt gewezen op de feesten die te Middelburg zullen plaats hebben bij de inhuldiging onzer Koningin en in korte trekken weergegeven wat de historische optocht bij die gelegen heid aldaar zal te aanschouwen geven. Zondagmorgen i3 een persoon uit Middelburg die met de pleizierboot naar Ostende zou gaan, in 't water geraakt. Het kostte groote moeite hem te redden. de onderzoekingen gegaan Professor, weet ge zeker dat ge den rechter niet daar boven op den rotsweg hebt gezien „Dat weet ik zeker." „Maar hij kan er toch geweest zijn, zonder dat ge hem gezien hebt, of hebt ge goede redenen te meenen, dat hij er niet was „Ik geloof, dat hij daar was «En waarop steunt die meening Spreek op, professor. Mij vallen de schillen van de oogen, ik begin dui delijk te zien, dat kind heeft mij de domme oogen geopend, doch wat geeft het, of ik al zie U voor allen heeft Franz, heeft het kind vertrou wen geschonken, gij moet dat ver trouwen niet beschamen Spreek op dus Hij had gelijk ik mocht niet zwij gen die halve belofte, die ik eens den rechter gegeven had. niet van diens gevonden zakdoek te spreken om hem spotternij te sparen, mocht

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1