HET GEHEIM tsosnl. Dienstbode •ingeniiifr». No. 79. 36e Jaargang. 1898. 0LA1Ï7 Maandag- ii Juli. teCorat Moert een Bijvoegt. Gemeentebestuur. VERZEKEREN. RECHTER. D E L V 0 IJ E. V 4. R S M. A Vlissingen. J. G. H. DOMMISSE. id.) I, II I L L e T O N. I Dadelijk J Oudenlom. J«;mgjj, r .--Ï5 «noli. lie wenschen mede te dj» iptocht van 6 September n begrooting in te zend, nliehtingen verstrekt 7 >r der Commissie, UtST geell recht een KKorvirvt^! igeeii 30 bons, ,iai beeft, en wordt ieder IWalstraat, Kleine Markt. '8,— per stuk, van liet [e merk GODIN te Lurken per Yj fl. INUA OLIE f 1,00 iFEL OLIE - 0,75 IFEL OLIE - 0,55 llJN AZIJN 0,10, |per Liter, bij Bellamykade. '/si 0,50 - 0,40 - 0,30 ƒ0,15 IET 1 AUGUSTUS |li© met de wasch kan om- AdresMej. GILLISSEN, 6. sr 1898. XTIJD 11 55a)b) nm 3 '25 en 6 20c 12 25ajb) 3 55 6 50 10 20 nm 1 55b) en 4 50 10 40 2 15 b) 5 10 11 55b) 3 25 6 20c)g) 12 15b)» 3 45 6 40 g) O tke vm 8 10 8 40 in 6,20 naar Breskens hoog* |5 minuten. Isingen naar Bor aangelegd. Ter 314 5 4 7 44 8 4 12 3C 3 4 6 5 730 1 8 4 21 6 46 86 11 42 2 4 5 24 7 39 12 20 3 46 6 7 1 28 5 10 7 .5 7 31 2 10 54 7 52 *8 51 3 10 6 37 8 36 4 IC 7 40 9 10 d+9 56 *10 12 4 20 7 50 4 30 8 9 25 4 39 89 4 52 8 22 4 59 S 29 5 9 8 39 952 5 14 8 44 5 25 8 55 5 Si 9 4 10 7 5 42 12 555 26 6 3 34 J0 31 6 12 k 43 10 40 10 57 ♦U ea naar Engelaud over Vlis— Ueea reizigers voor België ea jert. 'erpen eleu icolaas 6 58 10 38 2 6 38 10 28'! 26 7 50 11 40|3 J0 8 32 12 22 8 50 8 48112 88 4 13 9 5 112 55 4 30 4 081625 4 28 710 a 40 825 t» 23 807 4't 6 57 8H VlISSIJieSCBE COURANT. prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15' Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek. handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËN van 1—4 regels 0.40. Voor olken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzolfdo advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naai' plaatsruimte berekend. Verschuilt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnummer ÏO Abonncments-Advcrtentiiin op zeer voordceLige voorwaarden. Aangifte van nieuwe leerlingen voor de openbare lagere scholen. Burgemeester en Wethouders van Vliasingen brengen ter kennis van belangheb bende ouders of voogdeD, die hunne kinderen of pupillen met 1° September e, k. wenschen toegelaten te zien tot een der openbare lagere scholen in deze gemeente, dat van af Maandag den 11 Juli tot en met Zaterdag den 13 Augustus e. k. (uitsluitend ter ge* meente-secretarie(Bureau Bevolking) iede- ren werkdag van des voormiddags 10 tot 12 ure gelegenheid tot aangifte van nieuwe leerlingen voor die scholen gegeven wordt en dat toegelaten kunnen worden alle kinderen die in 1892 of vroeger ge boren werden, dus zij die in den loop van dit jaar zes jaren geworden zijn, nog worden, of wel reeds onder zijn. Vlissingen, den 30 Juni 1898. De Burg en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. i. Waar is de tijd heen, toen men, zich te verzekeren tegen eenig gevaar, eene overtreding achtte van de wet der hoogste zedelijkheid, dat is, van den godsdienst En waar is de tijd naar toe, toen gemoedsbezwaren den braven geldschie ter nog terughielden van het verzekeren zijner eigendommen, maar het verzeke ren der eigendommen van de aan hem verhypothekeerde panden wel dege lijk reeds door hem werd verlangd Sinds hebben de denkbeelden en instellingen van den nieuwen tijd reuzen schreden gemaakt, en, op menig gebied, is het niet verzekerd zijn reeds eene uitzondering geworden. Het staat nu eenmaal vast, dat wij menschen, ook waar we ons niets te verwijten hebben, aan rampen en onge vallen en aan afneming onzer lichaams krachten blootstaan het staat vast dat de dood eenmaal aan onze aardsche loopbaan een einde zal maken. Het staat ook vast, dat, door al die weder waardigheden, wij zelf of onze nagelaten betrekkingen, in een toestand zullen ge raken, die ongunstiger is dan de vroegere. Slechts weinig menschen maken op dien regel etne uitzondering. Den een treft ziektehet loon staat stil, spoedig wordt I gebrek geleden en nog lang laten de I gevolgen zich ondervinden. Een andere ziet zich door een lichamelijk ongeval voor altijd geheel of gedeeltelijk het middel van bestaan ontnomen en wordt afhankelijk van de zwakke krachten van vrouw en kinderen. Een derde wordt op een oogenblik door het ver nielende vuur, of door de werking van een ander element, ontnomen wat de vrucht was van jarenlange vlijt en spaarzaamheid. Velen worden wegge nomen door den onverbiddelijken maaier, vóór eenig levensdoel is bereikt, zoodat geliefde betrekkingen onverzorgd na blijven. Het is een ontegenzeggelijke waar heid, dat de mensch, in het volle genot van gezondheid en krachten, veel voor de toekomst kan doen. Hij kan zorgen en sparen. Men'geen althans kan dit, en het is onverantwoordelijk dat zoovelen de richting van onzen tijd volgen en niet de tering naar de nering weten te zetten. Het is steeds zoo gewonnen, zoo geronnen. Aan de mode en het uitgaan wordt menig offer gebracht, en maar al te vaak helaas, is van eigen schuld sprake, waar wij zoo menigeen onzer medemenschen zien lijden. Zij dragen de gevolgen hunner eigen daden. De groote fout is dan ook, dat wij niet beginnen met te leeren ons zeiven te verzekeren tegen rampen on onheilen, door de toepassing van den gulden regel, dat men, een dubbeltje ontvangende, slechts kan uitgeven een dubbeltje Mis, hierin, vriend, zit juist de fout. Dat kan alleen de mensch in een vol maakte wereld, de mensch die van zich zeiven en zijn toekomst zeker is. Maar dat zijn wij nu eenmaal niet. Niemand waarborgt ons die toekomst. Wij moeten er steeds op rekenen, dat liet morgen niet zal zijn wat het heden is. Daarom moeten wij ook allen, in geldelijke zaken, tot den regel van ons leven maken, dat, wie tien cents heeft, er geen tien, maar slechts negen kan uitgeven. Wanneer iemand, die een inkomen heeft van tien gulden per week, het zoo weet aan te leggen, dat zijne uitgaven negen gulden bedragen, dan zal hij eer; groote overwinning op zieh- zelven hebben behaald, die hem in lateren tijd voor veel leed zal vrij waren. Het spreekt wel van zelf, dat iedor dit moet toepassen op zijne eigene omstandigheden. De een kan veel meer dan de ander. Een eerste vereischte evenwel is die vaste wil, die het goede voornemen ook tot uitvoering brengt. VAN DEN 38.) i/De heeren uit Laib&ch zullen zich mpt zija arrestatie bespottelijk maken, ZIJ zouden er ook zeker niet toe zijn overgegaan, als niet de districts-rechter Ifezorgd had, dat hun al die kwade Rernchteo, die hij zelf verspreid heeft, 'au andere zijden ter oore waren ge komen. Die arme kleine hier heeft een 'reeselijken dag doorleefd. Niet alleen, aai haar Franz gearresteerd is, dat is het ergste niet, want die zal spoe dig genoeg vrij gelaten worden, maar dat de geheele wereld behalve de adjunct en ik aan zijne schuld gelooft en de menschen zich niet schamen dit openlijk te zeggen, dat brengt haar tot vertwijfeling. „De professor, die zoo veel met Franz op heeft, kan hem ook niet schuldig achteD," zeide zij, en daarom wilde zij tot u gaan. Ik moest aan haar ver langen voldoen en hier zijn wij. Mis schien is het zoo goed. Bij u zal het arme kind niet aan doovemans ooren kloppen en gerustgesteld wordeD, wan neer zij bemerkt, dat niet allen Franz voor een moordenaar en dief aanzieD. Ga nu zitten, mijn kind, hier op dezen stoel en stort voor den professor je hart uit, hij zal je bepaald kalm aan- hooren." Ik had Anna bij die lange inleiding aangezien, zij werd beurtelings bleek en rood; toen de oude heer over den districts-rechter sprak, flikkerden Wanneer ieder wil doen wat hij kan, dan is de zaak reeds half gered; en die eens de aangename en verrassende uitkomsten van het zuinig zijn en het sparen heeft leeren kennen, zal niet iicht tot een tegenovergesteld handelen teruggaan. Intussehen, willen wij billijk zijn, dan zullen wij moeten erkennen, dat, waar men algemeen de kunst beoefent van zijn eigen verzekering te zijn, daarmede toch niot alles gewonnen is. Er zijn omstandigheden, die nu een maal boven de macht van den mensch liggen, althans zeker van het gros der menschen. Zijn eigen last te kunnen dragen is wel heel goed, maar, blijkt dit onmo gelijk, dan moeten in een welgeordende maatschappij allen te zamen dragen, omdat, waar vele op zichzelf staande personen lijden, langs een omweg de geheele maatschappij daardoor lijdt. Die gedachte is dan ook de oorzaak geweest, dat men, reeds lang geleden, door het oprichten van vereenigingen en maatschappijen, heeft getracht de ge volgen af te wenden die voor den enkelen mensch uit de onheilen en rampen die hem treffen kunnen, voortvloeien. Al die gezelschappen en maatschappijen zijn verschillend ingericht, maar de grondgedachte van allen is dezelfde, namelijk, om ieder in do gelegenheid te steller, door een kleine .'rage, wanrioer een ongeval hem treft, het noodige to ontvangen om de gevolgen van dat ongeval te boven te komen. Wij zullen de geschiedenis van het zoogenaamde verzekeringswezen hier thans niet schetsen. Hoe de verschillende inrichtingen, ieder op zijn eigen gebied, werken, is de meesten onzer ten deele onbekend. Van andero evenwel laat de bekondheid nog veel te wenschen over- En wat vooral veel te wenschen overlaat, dat is het toezicht van de wet. Tal van minder bedeelde burgers offeren wekelijks hun penningske aan de zieken- en begrafenisbus, on zij handelen daaraan zeer verstandig. Dat is ook oon vorm van verzekering, en wel eene die het best onder het bereik van den minderen man valt. Minder gewenscht is het evenwel dat instellingen, die alleen ten doel hebben genees- en heelkundige hulp en eene uitkeering voor begrafeniskosten te verschaffen en bekend zijn onder den naam van zieken- en begrafenisfondsen, geheel wetteloos zijn. Zij kunnen en worden ook dikwijls door een enkel persoon opgericht. Er bestaat zelden voldoende zekerheid, dat de zoogenaamde haar oogen en toen zij zich tot mij wendde,keek zij mij smeekend aan. Het schoone kind was zoo aanvallig, dat mijn hart als 't ware onder haar blik samenkromp. Ik was niet vrij van alle schuld I Anna nam op aanwijzing van haar vriend, plaats aan mijn bed. Zij keek mij met haar groote oogen vorschend aan, 't was als wilde zij in mijn hart lezen, om daarin te zien, of ook ik aan Franz' schuld geloofde. „Gij kunt niet aan hem twijfelen professor," zeide zij zacht, hij houdt zooveel van u en beeft u het leven gered F,r iag weinig logica in die woor den, doch ik moest er mij toch door schamen. Franz kon slechts schuldig zijn als zij zijn medeplichtige was, en ik had bijna aan zijn schuld ge loofdIk kon den blik dier reine, heldere oogen niet verduren, ik moest de mijne neerslaan en schaamde mij. „Al achten ook allen hem schul- bus altijd aan hare verplichtingen zal kunnen voldoen. Er bestaat ook vol strekt geen zekerheid dat de wekeiijksche premie of het busgeld in billijkheid is berekend naar de verzekerde som on den vermoedelijken levensduur 'van den ver zekerden persoon. In don regel zijn de premies veel te hoog en is de som die men ontvangt,onevenredig minder dan hetgeen werkelijk is gestort. Alle toezicht op inwendige regeling en administratie ontbreekt of is geheel van particulieren aard en daarom nul en van geener waaide. Binnenland. Toch bondgenooten Het schijnt dat de ervaringen bij de herstemmingen voor de Provinciale StateD opgedaan sommige katholieken zoo onaangenaam hebben gestemd dat zij zoo spoedig mogelijk het bondgenootschap met de aauhaugers der antirevolutionaire partij zouden willen verbroken zien. De „Tijd" beamende dat er van antirevolutionaire zijde wel wat hapert, wat ten hoogste voor rekening van sommige laat het zelfs zijn van velen zegt, dat men verkeerd doet ditop de debetzijde van de gemeenschap te brengen. Dit is Daar haar vaste overtuiging voor het oogenblik althans onrechtvaardig. Voorhauds is het bondgenootschap onmisbaaromdat het 't beste middel is om gevreesd kwaad te keerea om begeerd goed,te verwerkelijken. Men bedenke, besluit het blad, dat door ons zeiven fouten begaan zijn, en dus verliezen zijn geleden, die wij aan ons zeiven hebben to wijteD, en deze fouten terng te brengen zijn tot gebrek aan reorga nisatie en gebrek aan persoonlijke toewijding. Einde van den onderwijsstrijd in den Amsterdamsehen gemeenteraad. De onderwijsregeling is Dinsdag door den gemeenteraad van Amster dam ten einde gebracht. De voordracht van B. en W., die ten hate van de onderwijzers het rangexamen voor 2e-onderwijzer en het heele verschil tusschen dezen en den 3e-onderwijzer opheft, zoodat alleen een niet vergelijkend raug- examen blijft bestaan voor den rang van le-onderwijzer, en die verder voor de onderwijzeressen een deugdelijke verhooging van bezoldiging voor schrijft, werd met 26 tegen 9 stemmen aangenomen, nadat alle niet door B. en W. overgenomen amendementen, op de overgangsbepalingen waren verworpen. De Raad zou voor die voorstellen, waar ze de bepalingen nog wat ruimer en voordeeliger voor het personeel wilds maken, zeker wel wat gevoeld hebben, schrijft P. T. in de „Tel.", dig", hernam zij vol overtuiging „gij kunt dat niet doen. Gij gelooft in hem, en het is uw plicht alles te doen om zijn onschuld te doen bewijzen, want hij redde uw leven. Daarom kwam ik tot u, daarom moest ik u spreken, voor de nacht valtIk zal rustig slapen als ik weet, dat gij mij helpen wiltFranz heeft mij gis terenavond verteld, dat de rechter u het leven heeft willen berooven, dat hij uw bitterste vijand isGij zult mij den besten raad geven als ik u een geheim toevertrouw, dat ik tot dusverre bewaard heb, eene verden king mededeel, die ik zelfs tegen mijn besten vriend en bloedverwant niet waagde uit te spreken." „Spreek, lief kind," zeide ik, hare hand in de mijne nemende en harte lijk drukkende, „ik verzeker u, dat ik niets liever wensch, daD de onschuld van den redder mijns levens te kun nen bewijzen." „Ik wist dat, en ik zal u vertrou indien hij al niet bezig ware ge weest, een stevige vermeerdering van uitgaven tot staDd te brengen, en indieu de berekening der gevolgen van nieuwe voorstellen niet zoo uiterst onzeker ware geweest. Het becijferen van deze voordracht schijnt niet ge makkelijk geweest te zijn wij hebben in den loop der behandeling heel wat verschillende bedragen liooren noemen, en gister nog kwam de heer den Hertog met de mededeehng, dat het geen geraamd was op f55.000 bleek niet meer te zullen kosten dun f20.000. Uit al do cijfers is nu overgebleven dat de regeling, als hare bepalin gen geleidelijk worden ia toepissing gebracht, zal kosten in 1898 f 11 000, in 1899 f52 000 en in 1900 en de volgende jaren f70.000. Eenige weken geleden achtte men de aanneming van deze voordracht nog zeer onzeker, en meende men dat van grooten invloed zouden zijn de argumenten nopens de relatief mindere levensbehoeften van de onderwijzeres sen. Er waren werkelijk voor de be zuinigers veel kansen, om met de tegenstanders van de openbare school samen deze nieuwe uitgaaf te voor komen. Maar te-rechter-tijd kwam het voorstel-Hovy c, f., dat het gansche debat op een ander terrein bracht en feitelijk aan de voordracht stemmen bezorgde, die zij anders moeilijk had kunuen verwerven. De aanval dier heeren maakte leden warm voor de voordracht, die er anders maar koel tjes voor zouden gevoeld hebben. En zookwam er een duchtige meerderheid, waarbij, als ik onder het rumoer goed verstaan heb, alleen de beer Pijnappel uit de liberale gelederen zich hij den overkaut voegde, een stem waarschijn lijk bepaald door zijne inzichten om trent het salarieeren vau vrouwen. Laat ons hopen eindigt T. dat bij de begrooting blijken za), hoe de beer van Hall nu eens een ander belang van bet onderwijs ter harte neemt, en wat scholen in voor raad zullen worden gebouwd, opdat eindelijk eens gebroken worde met het stelsel van de candidaat kiuders, die voor de gesloten deur blijven staan, omdat er op de scholen geen plaats voor hen is. De roem van onzen wethouder zal niet volmaakt zijn, eer hij dat resultaat heeft bereikt Atjeh. Gisteren werd aan de „N. R. Cl." geseind dat de troep die naar Lohong ging, te Kota-Radjft is teruggekeerd zonder den vijand ontmoet te hebben. (iet „llbld." heeft, uit Medan om trent den aanval op Edi het bericht ontvaDgen dat deze aanval gedaan werd door 115 Moslemin, vrouwenen kinderen, die allen door het, garnizoen werden doodgeschoten. ilet blad zelf teekent er bij aan dat dit bericht raadselachtig is, daar de wijze van oorlogvoeren der inlander* het niet waarschijnlijk maakt, dat „vrouwen en kinderen" aau don aan val op onze troepen hebben deelgeno- wen," zeide Anna trouwhartig, „u en mijn goeden vriend, den dokter. Gij beiden zult mij raden," vervolgde zij, met de eene hand de mijne vasthou dende, met de ander die des dokters grijpende. „Wat heb je dan te vertellen, dwaas kind," zeide de dokter, „als je een geheim hebt, had je mij dit reeds lang 'moeten mededeelen, als je raad noodig hebt, had je dien reeds lang kunnen krijgen „Ik mocht niet! Franz had het mij verboden. Franz zelf heeft mij tot gisterenavond niet geloofd. Hij is on schuldig!" zeide hij, „je vrees voor hem, de afschuw jegens hem, voert je op dwaalwegen „Wat praat je toch, kind Over wien heb je het vroeg de dokter. In plaats hem te antwoorden, wendde Anna zich tot mij. „Toen ge op dien vreeselijken dag het verlaten huis hereiktet, professor, hebt ge toen in de buurt van dat huia

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1