HET GEHEIM
Woensdag
29 Juni.
No. 74.
3(>e Jaargang.
1898
RECHTER.
Gemeentebestuur.
gewapende dienst.
VIISSINGSCIIE COlUtAlT
Prijs per drie maanden 1. Franco per post X.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVEKTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer 10
Abonncinents-Advcrtentiën op zeer voordeeligo voorwaarden.
oliede ten behoeve van het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning
van den gewapenden dienst.
Pe Burg. en Weth. van Vlissingen
maken bekend:
dat de gewone jaarlijksche collecte
ten behoeve van het fonds tot aanmoe
diging en ondersteuning van den gewa
penden dienst in Nederland, zal gehouden
worden Vrijdag 1 Juli e. k., en
noodigen een ieder uit om door milde
bijdragen mede te werken tot verzachting
van het ongelukkige lot van zoovele
oude en gebrekkige krijgslieden, die na
kun leven te hebben gewijd en hunne
trachten en gezondheid ten offer ge
bracht aan de verdediging des vaderlands,
in kommervolle omstandigheden nunne
overige levensdagen slijten.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 28 Juni 1898.
De Burg. en Weth. voorn.,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
SCHJETGEFENfNGEN.
Onveiligheid Vaarwater.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van Zeevarenden,
die daarbij belang kunnen hebben
dat op 6, 8, 12, 20 en 21 Juli e.k.
en zoo noodig op daaropvolgende dagen,
Schietoefeningen zullen gehouden wor
den van het Fort Pampus, Zuiderzee,
dat omtrent de regeling dier Schiet
oefeningen inlichtingen zijn te bekomen
ter Gemeente-Secretarie op eiken werk-
g van des morgens 9 tot des
namiddags 4 uur.
Vlissingen, 28 Juni 1898.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Binnenland.
Nachtarbeid.
Tu den laatsten tijd is het vraagstuk
van het al of niet schadelijke van
nachtarbeid op den voorgrond getre
den. De aBakkersgezellenboud" die
in de eerste plaats bij deze quaestie
belang heeft omdat zoovele bakkersge
zellen nog in den nachtarheid betrok
ken zijn, heeft aan verschillende
geneesheeren hun gevoelen aangaande
dit punt gevraagd en daarop in
hoofdzaak de volgende antwoorden
ontvangen.
O. a. schreef daarover dr. Piepers,
het volgende
«Gedurende den ruim 40 jarigen tijd,
dat ik de praktijk uitoefende onder de
Haagsche burgerij, waaronder natuurlijk
meerdere bakkers, heb ik nooit eenig
nadeelig gevolg geaien van nachtarbeid
voor de bakkers; altijd toch als het overi
gens gezonde personen betrof ziekelijke
menschen behooren rentenier te zijn. Het
heeft mij meermalen opgevallen, dat bij
F i; IJ I L L E T O
33.)
Rij zeide niels van zijne verdenking,
dat het touw doorgesneden was, de
kapitein moest dus zijn eisch onrecht
vaardig noemeD, slechts voortsprui-
tende uit haat jegens den rechter
hij was er verontwaardigd over, doch
Hoest eindelijk aan den eisch voldoen,
opdat ik niet langer in mijn onaangena-
H«n toestand zou blijven. Hij beloofde,
d&t Rassak de eerste plaats bij deD
bakkers groote gezinnen aanwezig waren,
zeker geen bewijs van zwakte, vooral in
de laatste jaren
Een Iioiterdamsch arts, dr. J. Rut
gers, loopt er niet zoo luchtjes over
heen. Hij zegt
«Ondergeteekende is in zijne geneeskun
dige praktijk maar al te zeer getuige
geweest vau de schadelijke gevolgen van
nachtarbeid, vooral bij bakkers, wier be
roep toch al zooveel nadeelen voor de
gezondheid meebrengt. Hij beschouwt 'taf-
schaffen van nachtarbeid als een van de
voornaamste eischen der hygiëne»
Een collega, de heer Menno Hui-
zinga, inspecteur van het Geneeskundig
Staatstoezicht, sluit zich bij dit oor
deel aan.
»<iat zeker geen enkel deskundige zal
aarzelen, een telkens wederkeerenden
arbeid bij nacht tot de ongunstige te
rekenen.
«De uren van slaap behooren in den
Dacht te worden genoten.»
Verder wijst hij op de ongunstige toe
standen, waaronder de bakkersgezellen
overigens, levei. «Onder omstandigheden
als heiaas zoo veelvuldig worden aange
troffen, bij onvoldoende woning, kleeding
en voeding, bij een op zicbzelven reeds te
langen arbeidstijd, zal nachtarbeid, als
toegevoegd aan deze, haar ongunstigen
invloed aanmerkelijk vergrooten«. «De
nachtarbeid, zooals hij bestaat, moet naar
mijne overtuiging op den daarmede belas
ten arbeider altijd eenigermate ongunstig
werken». Het is in strijd met elke weten
schappelijke ervaring, te beweren dat 't
onverschillig zou zijn, of men 's nachts of
des daags arbeidt. «Nachtarbeid versterkt
de ongunstige invloeden, waaraan de
arbeider in het bakkersbedrijf blijkens de
statistiek is blootgesteld.»
Ook dr. Rnysch, eveneens genees
kundig inspecteur, sluit zich bij dit
gevoelen van den heer Huizing» aan.
(lij zegt o.a,
»Het slapen bij dag kan op den duur
nimmer de ontbrekende nachtrust ver
goeden. De onrust en beweging der in
volle actie zijnde samenleving, de talrijke
geluiden en geruischen van de straat,uit
de werkplaatsen en de bewoonde huizen
opstijgende, de hitte en het zonlicht, zij
werken allen als zoovele prikkels op de
zintuigen, dia telkens opnieuw den slaap
kunnen onderbreken en de gemeenschap
met de buitenwereld herstellen.»
»In de militaire hygiëne geldt terscht
als een der eerste regels, dat het mar-
cheeren bij nacht zooveel mogelijk moet
worden vermeden, omdat het in den regel
ongunstige resultaten geeft.»
«Onder de middelen, die meerdere rust
en kalmte kunnen verzekeren, staan be
hoorlijke nachtrust en Zondagrust boven
aan. Nachtarbeid en Zondagaarbeid kunnen
niet gehoe! gemist wordenmaar men
beperke ze tot het strikt noodzakelijke
dit is in sociaal-hygiënisch opzicht niet al
leen van individueel, maar ook van alge-
meeu belang.»
»De tekortkomingen in deze zijn nog
altijd velen en velerlei, en de gevolgen
blijven niet uit.
Jammer dat weer blijkt dat onder
de geleerden over zulk een belangrijk
punt als de nachtarbeid ie, nog ver
schil van gevoelen en nog wel een
zeer groot verschil beerscht, zoodat
het de vraag blijft wie hierin gelijk
heeft. Zulke vraagstukken laten zich
immers niet met meerderheid van
rotswand zou innemen en de rechter
niet aan het touw zou komen.
Ik had, terwijl de kapitein en
Franz onderhandelden, mijn been be
tast en tot mijn vreugde bevonden,
dat het niet gebroken was, doch door
den val alleen erg gekneusd was. Het
deed mij wel erg pijn, doch ik kon
het toch bewegen en zélfs, door Franz
ondersteund, opstaan.
Eenige minuten verliepen, toen
hoorde men boven Schorn roepen.
Ben jij het, Rassak
V Ja."
„Waar is de rechter?»
De heer rechter is alleen naar den
dom teruggegaan, hij zal daar wach
ten tot wij komen."
«Laat het tweede nog niet ge
bruikte touw af, bind het aan het
eerste gebroken touw, ik wil het de
gelijk bekijken."
Na eenige oogenblikken daalde van
boven net opgerolde touw. Franz
greep het, maakte het van het andere
stemmen oplossen. Toch wil het ons
voorkomen dat dr. Piepers er zich
met eenige woorden van heeft willen
afmaken, welken iDdruk' de adviezen
van de overige geneesheeren niet op
ons maken.
Te veel ijver
Het „Sociaal Weekblad" heeft over
de tentoonstelling van. vrouwelijken
arbeid te 's Hage, de eerste van
dien aard in ons land en onder
vrouwelijke directie, het een en
ander aan te merken. Vooreerst is de
toegangsprijs te hoog, zoodat het den
schijn heeft of men bij de congressen
en besprekingen de vrouwen der
arbeiders buiten wil sluiteu. Behalve
deze zeker niet ongegronde aanmer
king bevallen het Sociaal Weekblad
de congres-programma's niet, die z. i.
aan zulk eene overlading lijden dat de
comtnissiëu wel zouden doen met nog,
zij het ter elfder ure, deze duchtig te
doeu besnoeien, minstens ze voor de
helft vau huu tegeuwoordigeu omvang
in te krimpen.
Nu is het wel niet alles, dit te
moeten doeu nu de congressen zoo
aanstaande zijn, maar toch zullen de
dames er toe moeten overgaan, als zij
niet willen dat de congressen en
besprekingen in de war loopen.
Op het zoo uitgebreide programma
komen o.a. voor besprekingen over
vakopleiding voor vrouwen en dat
voor de driedaagsche.,.samenkomst tot
bevordering van openbare zedelijkheid.
Van deze programma's kau niets
terechtkomen, beweert In t S. W.
Of wei, de „besprekingen" bepalen
zich tot een ztvijgend aanhooren van
van eene serie voordrachten, of wel
men zal er niet slagen, meer dan een
derde van de opgenomen punten in
behandeling te brengen. In het eerste
geval is er niemand, die het uithoudt
naar seriën van 4 of 5 voordrachten
per dag, ook zelfs maar met middel
matige belangstelling te luisteren en
krijgen de congressen, reeds na het
eerste daarvan, een reputatie van ver
velendheid, die niet anders dan doodeud
wezen kan. In het tweede geval krijgt
men allerlei moeilijkheden omtrent
het, staande de vergaderingen, beslis
sen over afwijkingen van de program
ma's, allerlei onaangenaamheden met
personen, die gekomen zijn voor onder
werpen, welke moeten afvallen, en
meer met de uitgenoodigde spreeksters
en sprekers, die er begrijpelijkerwijs
niet weinig over gesticht zijn,als zij,na
zich op uitnoodiging voor een spreek
beurt te hebben voorbereid, niet aan
het woord komen.
„Indien men deze gevaren wil
vermijden en dat het zeer wezen
lijke gevaren zijn, moeten de dames
maar eens aan sommingen van hare
medewerkers, bijv. aan de heeren
Keraijk, Molengraaf, Fokker of Hu-
zinga, vragen, als zij ons niet mochten
willen gelooven indien men deze
gevaren wil vermijden, zal het noodig
zijn, het mes zoo diep in de program
ma's te zetten, dat er hoogstens éen
touw los en bekeek het bij het licht
der lantaarn met groote nauwkeu
righeid.
„Er mankeert niets aan," fluisterde
hij, »ik wa3 bang, dat de schurk het
stilletjes had gesnedeD, maar dat heeft
hij nog niet gewaagd. Wij kunnen
bet nu gerust gebruiken."
Rassak kreeg bevel het touw weer
in de hoogte te trekken en daaraan
het oude gebrokene weer af te laten.
Dit geschiedde Franz sneed met zijn
scherp mes van het gebroken touw
het stuk, waarin de breuk zat, af en
gaf het mij, om toen de voorberei
dende maatregelen tot mijne ophij-
eching te nemen. Hij ging met be
wonderenswaardige voorzichtigheid en
zorgvuldigheid te werk. Verscheidene
malen beproefde hij de stevigheid en
zekerheid van den strik, dien hij
knoopte en waarin ik plaats moest
nemeD. Ofschoon ik daartegen protes
teerde en verklaarde dat ik mij best
kon vasthouden, bond hij mij toch
onderwerp voor elke morgen- of
mddag-vergadering overblijft. Voor
onderwerpen, die stof geven tot eeue
uitgebreide gedachtenwisseliug, is
zelfs een heele dag waarlijk niet te
veel."
Het voorstel van de heeren Hovy
c s. inzake de nieuwe school
wetregeling te Amsterdam.
Wat dit voorstel behelst, deelden
wij in een onzer nummers mede. De
„Arnh. Ct." teekent er met deze
woorden protest tegen aan
Aan dit schoonschijnend voorstel ont
breekt alleen nog maar een kleinigheid,
namelijk het betoog dat die zuinigheid
kan worden toegepast zonder schaJe voor
het onderwijs. Dat 't er b.v. voor dat on
derwijs niets toe doet, of de onderwijzers
voortdurend onder geldzorgen gebukt gaan
dat het klassikaal onderwijs, zó6 dat dit
bevredigende resultaten geeft voor alle
leerlingen zonder onderscheid, geheel tot
zijn recht kan komen in klassen met ten
minste 48 leerlingen dat met den gere-
gelden gang van het onderwijs in de
school is overeen te brengen, dat het
hoofd gedurende den geheelen schooltijd
aan eene vaste klasse is gebonden dat de
voorgestelde regeling van het teekenonder-
wijs geen schade doet aan de resultaten,
eDZ. enz. Met zulk betoog echter laten de
heeren voorstellers zich niet in trouwens,
afdoende is in huu oog alleen dat het
openbaar onderwijs naar hun voorstel voor
de openbare kas zooveel goedkooper wordt,
en als de onderwijzers bij het bijzonder
kerkelijk onderwijs gebrek lijden, waarom
zouden dan ook die bij het openbaar
onderwijs het niet kunnen doen
Herstemmingen Prov. Staten.
Te Groningen werden gekozen 1
sociaaldemocraat en 3 aftr. liberalen.
Te Hoogezand gekozen 1 sociaal
democraat. Te Winschoten gekozen 1
radicaal.
Herstemmingen Prov. Staten in
Friesland.
Als resultaat hebben deze opgeleverd
dat de liberalen drie plaatsen verlo
ren, twee in Dokkum en één te
Franeker. De verhouding is thans
21 anti-liberalen en 29 liberalen. Tot
de eersten behooren 19 anti-revolu
tionairen en 2 katholieken.
De „Standaard" zegt dat de uitslag
voor de anti-liberalen nog gunstiger
zou geweest zijn als de minderheden
in Franeker elkander beter hadden
verstaan en de socialistische partij
in Heerenveen eigen candidaten had
gesteld.
Eerste Hamer.
Goedgekeurd werd in de zitting van
gisteren het wetsontwerp tot nadere
regeling nopens de vergelding van
tijdelijke diensten met pensioen. Bij
de behandeling der marine-begrooting
drong de heer Van Alphen aan oo
versterking onzer zeemacht in Indië
door het uitzenden van de „Zeeland"
en de „Holland", niettegenstaande het
uitzicht op pacificatie in Atjeh. Hij
wijdde een woord van lof aan de
wijze waarop de expeditie naar Pedir
met het afgesneden stuk van het oude
touw vasthet overige deel gebruikte
hij om, terwijl ik in de hoogte werd
getrokken, van onder vast te houden
en daardoor het slingeren bij het op-
hijschen te voorkomen. Zoo kwam ik
gelukkig boven, niet zonder dat mij
die korte luchtvaart veel pijn in het
heen had veroorzaakt, en toen Rassak
mij met zijne krachtige armen op de
rots had getild, kon ik den pijnlijken
voet nauwelijks meer bewegen.
Ik beproefde op te staan en te loo-
peD, doch dit was mij geheel onmo
gelijk. Dus moest Rassak mij op zijn
breede schouders nemen en tot den
dom dragen. De kapitein en Bela gin
gen vooraan met hun lantaarns. Franz
moest heneden op de rotsplaat nog
eenigen tijd wachten, alvorens te wor
den opgeheschen.
De rechter zat op een rotsblok bijna
onmiddellijk bij den uitgang van den
rotsweg in den dom. Hij sprong op
toen wij hem naderden. „Goddank,
hare taak volbrengt. Den lust tot
dienstuemen bij de marine wilde hij
aangewakkerd zieu o. a. door hooger
soldij en pensioen. Ook vraagt hij
naast verslerking vau deveriichting aan
den Nieuwen Waterweg, een toren met
mistsignaal op het Noo derhoofJ.
De heer van Asch van Wijck noemt
het besluit des ministers dat tot toe
lating aan het examen van aspirant-
administrateurs het bezitten van een
einddiploma H. B. 8. 5 j. curcus wordt
vereischt, auti-clericale politiek. Waar
om alle andere opleidingssc
gesloten
De minister van mariu
ook de marine in Indië
versterken met de 2 genoei
serdekschepen. Hij verzeker
toeloop van jongelieden vc
neming grooter is. Hij acht
loopig niet wenschelijk den limusuiensi
bij Dungeness met stoomvaartuigen
te doen uitoefenen. Omtrent herziening
der loodstarieven zal hij in overleg
treden met den minister van financiën.
De behoefte aan een mistsignaal bij
den ingang van den Nieuwen Rot-
terdamschen Waterweg, kau hij niet
beamen. Hij vreest er zelfs gevaar
van voor het meerendeel der schepen
die niet met het binuenloopen zijn
bekend.
Hij verzekert den maatregel ten op
zichte van het verplichtend stellen van
het einddiploma H. B.S. voor toelating
aan het examen voor aspirantadmini
strateurs, eerst na ernstig beraad te
hebben genomen het diende om de
zaak zoo goed mogelijk en zoo min
kostbaar mogelijk te regelen. Daarin
vi randeriog te brengen ligt niet in
zijn voornemen.
Naar aanleiding van deze weigering
stelt de heer van Asch van Wijck de
volgende motie voor:
„De Ka uer, de wenschelijkheid
uitsprekende dat voor de toelating tot
het examen voor aspirantadministrateur
niet gevorderd worde het diploma van
voldoend afgele d eindexamen Sjarige
cursus H. B. S., gaat over tot de
orde van den dag."
Deze motie zal gedrukt en nader
behandeld worden.
De Marinebegrootiug werd aange
nomen. Morgen vergadering.
Atjeh.
In een Atjeh-brief van de Beli Ct.
leest men het volgende
„In een vorig opstel konden wij
vermelden dat de Pedirsche hoofden
nu niet zoo geheel en al koek en ei
met Oemar waren, en deze toestand
neemt hoe laDger hoe meer een vasten
vorm aan, naarmate onze voorberei
dingen voor de expedite vorderen.
Langzamerhand beginnen vele oeleë-
balangs kleur te bekenneu en maak
ten hunne opwachting bij 't bestuur.
Ook Polim moet veel van zijn ver
trouwen in Oemar verloren hebben
en is de pretendent-sultan, het werk
tuig van den „Held" om aan geld en
menschen te komeD,er niet in geslaagd,
om dat voor Oemar zoo gewichtige
vraagstuk naar wensch op te lossen.
dat ik u behouden terug zie, mijn
beste profesor!» riep hij, mij zacht in
de armen sluitende om mij te steunen
toen ik mij van Rassak's rug liet
glijden. Hij ruimde eenige steenen op
zijde om mij eene goede plaats te
geven, ja hij trok zelfs zijn jas uit
en legde die op de steenen, opdat ik
zachter zou zitten.
Hij was vol vriendschappelijke,
liefderijke opmerkzaamheid, meer dan
de kapitein,die op zijn korte wijze in en
kele eenvoudige woorden zijn vreugde
geuit had, dat ik gelukkig aan het
gevaar waa ontkomen, maar toch kreeg
ik een gevoel van vrees over mij,
toen de kapitein, Rassak en Bela
naar de gang terugkeerden om Franz
naar boven te halen en ik met den
rechter alleen in den dom moest
blijven.
Onwillekeurig greep ik naar mijn
borstzak, waarin ik mijn trouwen be
geleider op alle tochten, mijn revolver,
droeg. Ik moest denken aan de woor-