HET GEHEIM
Maandag
27 Juni.
No. 73.
36e Jaargang.
1898
Bjj deze Courant Moort een Bpe&sel.
4iiov\i:s:an v «i»
smovKwrnm.
F li IJ I L L IS T O V
RECHTER.
V iSKlOTïfim
Ge in een tebestu ur
UlSMVfiSf iSt: COURANT
Prijs per drie maanden ƒ1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Yoor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en clichó's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnuwmer ÏO
Abonneuients-Advertentiiin op zeer voordeeiige voorwaarden.
van de
Vlissingache Courant.
jet 1 Juli a.s.' treedt een nieuw
kwartaal in.
In dit kwartaal zal een hoogst be
langrijk feit plaats hebben in ons dierbaar
vaderland. Onze geliefde prinses Wil-
helmina zal tot Koningin worden
gekroond.
Het Geïllustreerd Zondagsblad zal
tal van platen, gravuren en teekeningen
bevatten en een serie artikelen met
betrekking tot dit feest. Een nummer-
zal in 't bijzonder daaraan worden ge
wijd en tot titel voeren: „Inhuldi-
gingsnummer.' Het belooft zeer fraai
te worden.
Maatregelen worden getroffen dat
speciale opnamen worden gemaakt van
de belangrijkste gebeurtenissen, welke
daarmede verband houden.
Wie zich dus wil verzekeren in het
bezit te komen van dit uitnemend
geiedigeerde en zeer fraaie Inhuldi
gingsnummer en de vele platen,
welke ook daarna mej, betrekking tot
de Inhuldiging zullen opgenomen worden,
abonneere zich met ingang van 1 Juli
a.s. op liet Geïllustreerd Zondags
blad van de Vlissingsche Courant,
tegen döli prijs von f 0.30 por 8
maanden.
Do van heden af tot 1 Juli verschij
nende nummers worden aan nieuwe
inteekenaars kosteloos verstrekt.
Binnenkort wordt aanvang gemaakt
I met de opname van een zeer boeienden
geïllustreerden roman met vele vervolgen.
De plaatselijke Commissie van toezicht
|\p het Lager Onderwijs maakt bekend,
dat dc openbare lessen aan de ver
schillende gemeentescholen dit jaar
zullen plaats hebben als volgt.
School A 28 Juni.
B 1 Juli.
F 5 en 6 Juli.
D 8 Juli.
CU Juli.
E 12 on 13 Juli.
Telkens aanvangende 's morgens ten
uur. Ouders, voogden of verzorgers
wn leerlingen, zoomede andere belang
stellenden, worden voor. do bijwoning
dier lessen beleefdelijk uitgönoodigd.
De Commissie voornoemd,
J. C. DE RUJJTER DE WILDT,
waarnemend Voorzitter.
A.'E. DUDOK VAN HEEL,
Secretaris.
32.)
«Dut is toch een gevaarlijk plan,"
wide de kapitein bezorgd, „wij mogen
en professor niet aan een dergelijk
j>e»aar blootstellenals het touw
reekt, vóór hij het plat bereikt heeft,
als hij duizelig wordt, zou hij in
ea onmetelijken afgrond storten.»
«"oor de stevigheid van het touw
'ik in," zeide Franz Schorn.
«fin ik, dat ik niet duizelig word",
De Burgemeester van Vlissingen,
Gezien eene missive van den hoofdofficier
van het Reservekader dd. 22 Juni jl.
Brengt ter openbare kennis de volgende
Re g e 1 i n g van het voorberei -
dend Militair Onderricht.
Onder voorbereidend militair onderricht
begrijpt, deze regeling het elementair
praetisch en theoretisch onderwijs in den
dienst der Infanterie en der Vesting-
Artillerie, dat door officieren en minder
kader van het leger wordt, gegeven aan
jongelieden, buiten don troep, die zich tot
het ontvangen van dat onderwijs vrijwillig
aanmelden.
Het voorbereidend militair onderricht
heeft in het algemeen ten doel, door locale
oefening, die zooveel mogelijk aansluiting
zoekt bij het schoolonderwijs in de gym
nastiek', de bekendheid te bevorderen met
de eenvoudigste militaire exercitiën, terwijl
het tevens loert kennen de algemeene
plichten van den soldaat.
Dat onderricht strekt bovendien om hen,
die de verbintenis wenschen aan te gaan
als vrijwilliger voor het reservekader, in
de gelegenhetd te stellen zich de voor die
verbintenis gevorderde bedrevenheid in de
behandeling van het geweer eigen te maken
en voorts tot opleiding van toekomstige
militieplicktigen, die aanspraak wenschen
te verkrijgen op plaatsing bij het korps
en in het garnizoen hunner keuze, of die
zich tijdens hun verblijf onder de wapenen
wenschen toe te leggen op het erlangen
van eenen graad.
Het voorbereidend militair onderricht vormt
eene cursus, die loopt over twee achter
eenvolgende wintel-tijdperken, telkens van
ongeveer half October tot ultimo Februari
en gedurende ten minste 3 uren per week.
Het voorbereidend militair onderricht is
kosteloos voor de deelnemers en kan wor
den gevolgd door jongelieden van 16 tot
24 jarigen leeftijd. Het wordtzoo de
daarvoo benoodigde bjcalit^it beschikbaar
of tegen billijke voorwaarden te verkrijgen
is gegeven
a. in plaatsen, waar Infanterie of Ves
ting-Artillerie in garnizoen ligt, en in die,
waar ten behoeve van de oefening van het
reservekader instructeurs van het leger
beschikbaar worden gesteld, indien daar
ten minste 5 adspiranten voor het reserve
kader of in het geheel ten minste 10 deel
nemers de lessen volgen
b. in andere plaatsen, dan die sub a
bedoeld, indien daar ten minste 5 adspi
ranten voor het reservekader of in het
geheel ten minste 20 deelnemers de lessen
volgen.
De aanmelding tot deelneming aan het
voorbereidend militair onderricht geschiedt
jaarlijks vóór 1 Juli, in de zooeven be
doelde garnizoensplaatsen bij den comman
deerenden officier der Infanterie of'der
Vesting-Artillerie, in de overige plaatsen
bij den burgemeester.
De Hoofdofficier voor het Reservekader
doet jaarlijks in de maand Februari een
onderzoek instellen naar de vorderingen
der jongelieden, die aan het voorbereidend
militair onderricht deelnemen
Aan hen, die voor de militie hebben
geloot en den hoogervermelden 2 jarigen
cursus in zijn geheel en, blijkens het
onderzoek, met vrucht, liebben doovloopen,
wordt uitgereikt een getuigschrift model
W.
Lotelingen, die op hot tijdstip hunner
inlijving bij do militie in het bezit zijn
van het getuigschrift model W, komen,
behalve dat zij aanspraak kunnen maken
op plaatsing bij het korps en in het gar
nizoen hunner keuze, vóór andere lotelin
gen hunner lichting in aanmerking voor de
opleiding tot eenen graad, indien het korps,
voegde ik er bij, „ik weet niet wat
duizelig worden is."
Ik had zooveel lust ons onderzoek
voort te zetten, dat ik bijna geërgerd
was over de al te groote bezorgdheid
des kapiteins. Ook veel grooter ge
vaar zou mij niet hebben terrugge-
houden verder in het hol door te drin
gen. Tot dusverre had ik nog niet
het spoor van een holkever gevonden,
niets leveDds had ik aan de grijze
rotswanden ontdekt. Slechts als wij
verder in het hol doordrongen, kon
ik hopen mijn verzamelwoede te be
vredigen.
„Als de kapitein het te gevaarlijk
vindt, kan hij hier bij de dragers
blijven, ik zal zoo vrij zijn de beide
heeren te volgen en den professor te
vergezellen," zeide de rechter. De ka
pitein keek hem woedend aan eu ver
klaarde, dat hij voor zichzelf niet
bang was, maar voor den ouden heer,
die als gast te Luttach was. Als de
rechter ging, zou hij ook gaan.
waarbij zij zijn ingelijfd, .'en onderdeel is
van het wapen, voor welks dienst zij
voorbereidend onderricht 'genoten en zij
ook in andere opzichten.? voor die oplei
ding de noodige geschiktheid bezitten.
Overgangsbepaling.
Aan de ingeschrevenen voor de lich
ting 1899 dor militie wordt het getuigschrift
model W uitgereikt, indien zij bij het
onderzoek naar hunne geoefendheid in
Februari 1899 blijk geven het onderricht
gedurende het oefeningstijdperk 1898/99
met vrucht te hebben gevolgd.
Vlissingen. den 24 Juni 1898.
De Burg. voorn.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Tweede zitting der Commissie voor de
Schutterij,
Do Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen maken bekend
dat de commissie ingevolge art. 15 der wet,
belast met het onderzoek nojmns de al of
niet gegrondheid der redenen, die tot
vrijstelling of uitsluiting van den dienst der
schutterij zijn ingebracht, hare ge
wone jaarlijksche zitting zal beginnen op
Maandag 11 Juli a.s. van des voormiddags te
9 ure tot onderzoek van alle ingebrachte
reclames
wijders worden de daarbij betrokken
personen geïnformeerd, dat zij die hun
34e jaar hebben volbracht, zulks verkie
zende, finaal kunnen worden ontslagen
Wordende de belanghebbenden ten
overvloede uitgenoodigd schriftelijke
bewijzen tot staving hunner redenen van
vrijstelling bij de wet gevorderd, alsnog,
voor zooverre dit niet i^eds is ge
schied, drie dagen te voreimer secretarie
over te leggen;
kunnende de bij hunne inschrijving on-
gehuwden, voor zooverre zi' nog niet op
eeno der bijzondere- rollen Vj'n gebracht
geworden, ingeval zij sedert dien tijd
mochten zijn gehuwd, de bewijzen van hun
huwelijk alsnog uiterlijk vóór den 1
Augustus e.k., aan de commissie, volgens
art.14 der wet met het opmaken dei-
rollen belast, ter hand te stellen
en zij eindelijk aan de belanghebbenden
bekend gemaakt dat zij zich stiptelijk op de
door de gedachte commissie van onderzoek
daartoe bepaalde tijdstippen voor kaar
zullen hebben te vervoegen, daar zij, die
dit mochten verzuimen, gehouden worden
geen redenen tot vrijstelling te hebben, en
voor zooverre zij dienstplichtige nummers
getrokken hebben, niet vallen in de ter
men van art. 3 a, b, c, l en m, en art.
4 der wet bij de schutterij worden inge
lijfd, tot zij in een volgend jaar hunne
reclames op voorschreven voet zullen doen
gelden
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 25 Juni 1898.
De Burg. en Weth. voornoemd
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
BRANDWEER.
Verwisseling piket.
De Opperbrandmeester te Vlissingen
gelet op art. 444, laatste gedeelte van
de algemeene verordening van politie in
deze gemeente
brengt ter kennis van de manschappen
van spuit B, dat die spuit van af 1 Juli
tot ultimo December 1898 met het piket,
belast is.
Vlissingen, 25 Juni 1898.
De Opperbrandmeester voorn.
J. G. GEIJSEN.
Dus was tot verder doordringen be
sloten Franz Schorn gaf ons de noo
dige aanwijzingen hij toonde ons hoe
het touw om ons te binden, hoe het
bij het afdalen vast te houden. Bij
mij waren deze aanwijzingen niet
noodig geweest. Ik heb bij gletscher-
wandelingen het touw zoo dikwerf
met flinke gidsen gebruikt, heb mij
zoo dikwerf van de rotsen afgelaten
om zeldzame planten machtig te wor
den. dat ik volkomen met het gebruik
van het touw bekeDd ben. Gevaar
scheen inderdaad aan het afdalen
nauwelijks verbonden te zijn, zelfs
niet voor Franz Schorn, want met
ons vieren konden wij het touw laten
vierendoor de kleine hoogte kon
het touw niet erg gaan slingeren, on
getwijfeld was de kracht der beide
sterke dragers voldoende, om ook den
kapitein, als de laatste onzer, te doen
afdalen.
Schorn deed eerst het touw om,
zoodanig dat hij zich in den zelfge -
Iets over het ontstaan en de
gevolgen van den tegen-
woordigen oorlog.
I.
't Is een zeer gewoon verschijnsel,
dat men bij het uitbreken van oen
huitenlandschen oorlog het publiek in
twee kampen verdeeld ziet. Ieder kiest
partij ieder geeft een der oorlogvoerenden
ongelijk en meent er zijn reden voor te
hebben of laat zich, wel zoo gemakkelijk,
floor een gevoel van sympathie of
antipathie leiden.
Bjj het uitbreken van den oorlog
tusschen Spanje en de Vereenigde Staten
is ook hier te lande dit verschijnsel in
sterke mate waargenomen. Voor velen,
die een oogenblik schik hadden in wat
ze als een groot standje beschouwden,
is de aardigheid er nu al lang af.
Anderen hebben eene merkwaardige
zwenking gedaan en hebben met het
verloop van den oorlog hun gevoelen
verlegd. Voor hen die wat verder zien
dan hun neus lang is en dan ook in
den aanvang op minder luidruchtige
wijze van hun gevoelen deden blijken,
wordt de zaak eerst thans belangrijk
thans, nu het blijkt, dat de tegenwoor
dige krijg een vrij langdurig en geregeld
verloop heeft en dat in ieder geval zijne
gevolgen voor de wereldgeschiedenis
niet onbetoekeneud zullen zijn. Voor
hen heeft eene onpartijdige beschouwing
over het ontstaan en de vermoedelijke
gevolgen van den oorlog eerst nu hare
waarde, ook omdat men eerst nu
kan rekenen op een minder bevooroor
deelde lezing door het groote publiek.
Hoe men ook aanvankelijk over de
gebeurtenissen moge gedacht hebben,
zeker zullen er weinigen geweest zijn,
die iets gevoelden voor de wijze waarop
Spanje zijne koloniën bestuurde. Alleen
Spanje's armoede is eene verontschul
diging voor de langdurige voortzetting
van het oude stelsel, om de bezittingen
alleen aan te wenden ten bate van het
moederland en ze overigens te ver-
waarloozen. Dat Nederland zich aan de
zelfde fout schuldig maakte, is nog geen
halve eeuw geleden. Toch neemt men
vrij algemeen aan, dat een land het
recht heeft met zijne koloniën en
bezittingen te handelen naar welgevallen.
Dit komt, omdat wij er nog niet aan
gewend zijn het in eiken beschaafden
Staat geldende recht ook toe te passen
in het vorkeer met het buitenland en
daaromtrent, helaas, ook geen vaste
regelen tusschen de verschillende vol kon
zijn aangenomen. Toch is, ook hier, het
gebruik van zijn eigendom op zoodanige
wijze, dat daardoor hinder wordt toe-
knoopten strik kon zetten.De lantaarn
bevestigde hij aan het touw en ging
toen op den uitersten rand van de
rots staan. Hij ging daar zitten en
liet zich toen, zich aan de rots vast
houdende, langzaam en voorzichtig af,
terwijl wij, het touw vasthoudende,
langzaam vierden. Ik volgde hem tot
den rand van den afgrondnaar be
neden kijken durfde ik niet daar ik
al mijn kracht en opmerkzaamheid hij
het vasthouden en vieren van het
touw bepaalde.
Reeds na een minuut hoorde men
van beneden roepen: „Halt! Ik ben
er! Trek het touw weer op I»
Ik legde mij plat op den grond en
hoog mij, zoover ik zonder gevaar
kon doen, over de rots. De plek be
neden mij was thans door de lantaarn,
die Franz Schorn van het touw had
losgemaakt en naast zich liad neer
gezet, voldoende verlichtik kon den
jongen man duidelijk zien, die zeker
niet diep onder mij stond. Ook de
gebracht aan de belangen van anderen,
met goede beginselen van volkenrecht
in strijd. Het wanbeheer der Spanjaarden
heeft op Cuba geleid tot een zeer
langdurigen oorlog, die de Amerikaansche
belangen van den handel op schromelijke
wijze benadeelde en daardoor aanleiding
gaf tot eene beroering, die van lieverlede
een ernstig karakter aannam. De plicht
van Spauje om aan zulk een toestand
een einde te maken, wordt niet betwij
feld en was ook door Spanje zelf erkend;
maar tevens was vrij duidelijk gebleken,
dat het zoogenaamde moederland niet
meer bij machte was om de zaken in
haren vorigen toestand te herstellen.
Ware het anders geweest, Spanje zou
het uiterste redmiddel, waarvan het zoo
innig afkeerig is,de instelling van een soort
van zelfbestuur, niet hebben aangewend.
Maar ook dit redmiddel was niet be
trouwbaar. Om dat zelfbestuur was het
den Cubanen niet te doen, en, door de
wijze waarop het was georganiseerd en
door de eigenaardige samenstelling dei-
bevolking op het eiland, was twijfel, of
men van dezen maatregel in de toe
komst wezenlijke verbetering kon ver
wachten, alleszins gerechtvaardigd.
Dat, na al de voorafgaande vertoogon
en onderhandelingen, de eisch van
Amerika, dat Spanje aan Cuba de
begeerde onafhankelijkheid zou geven,
opdat aau den onhoudbaron toestand in
Amerika zelf en in de Antillen een einde
kwam, is daarom ten onrechte als een
daad van onrechtmatige inmenging in
eens andermans zaken voorgesteld, wijl
door niets is bewezen, dat slechts een
voorwendsel gezocht is om zich het
bezit van een begeerden buit te ver
zekeren.
Wanneer Spanje, in plaats van Amerika,
in den persoon van zijn gezant te be-
leedigen, zich tot nadere besprekingen
bereid had verklaard, dan- zou het den
vrede gered hebben, omdat het aan
Amerika daardoor alle wapenen uit de
handen zou hebben genomen en met
het volste recht een beroep zou hebben
kunnen doen op de groote Europeesche
mogendheden. Door eenvoudig het ul
timatum niet aan te nemen en te
verklaren dat er, door het besluit
om dat ultimatum te stellen, een
toestand van oorlog was ontstaan,
heeft het dien toestand zelf gewild en
alle recht en aanspraak op de tusschen-
komst der mogendheden verloren.
Nu zegt men, dat het ultimatum van
Amerika zulk een scherp contrast vormt
met het streven der Unie, om de
scheidsrechterlijke uitspraak in de ge
schillen tusschen de volken als regel
aan te nemen Waar is het, dat een
jaar geleden, de regeering der Unie aau
zwarte plek rechts, de voortzetting van
het hol kon ik zien.
„Volg u thans, professor," riep
Franz Schorn naar boven,»doe precies
als ik, er is niets geen gevaar. Gij
zet u in den strik en zoodra ge hier
aankomt, trek ik u tot mij. Voor ons
en nog wel twaalf man meer is hier
op het plat plaats."
Ik trok het touw op en deed het
zoo om mij, dat ik in den strik kon
zitten. Toen ik echter op den uitersten
rand van de rots ging zitten om
Schorn's voorbeeld te';volgen, sloeg
mij op eens het hart stormachtig. Een
rilling ging mij door de leden, toen
ik in den afgrond keek. Ik aarzelde
mij af te laten.
„Is u bang, professor
De rechter stond bijna vlak bij mij.
Hij keek mij met een afschuwelijk,
spottend lachje aan. Zijn oogen had
den een eigenaardigen, nnheilspellen-
den glans, toen hij zich tegen mij
aandrong.