HET GEHEIM Advertentie». Woensdag 18 Mei. EECHTES. poning te huur. jS'o. 58. 36e Jaargang. 1898 agmeid, IHVROU^' TAATSLOTERIJ. F E UIL li T O V en plafondmakers omdat zij hooger wj meeste aannemers hebt erd het loon te verhoog!11 lewaakt de door de ■Werk. fn igde punten. het geheele land, u„, van de provincie Alava i n beleg afgekondigd.'^ lebben oproerige mijnW6t' >ote hoeveelheid dynajaj,.t' en zijn daarmede naar i ■lucht. Ze hebben nu sn de mijnwerkers gehee'| t. aftreden. In de volgende week kriJ I nieuw ministerie, dat ige beginselen niet irige zal verschillen. rust schijnt nu in bet I hersteld te zijn. Trouwenj i welen die in de zijn en die te Milaan I bereikten, waar bij een 500 tal men. nder vele schoolkinderen ,is rust meer dan noodig' I gd ktberichten. lissingen 13 Mei. 0. 85 f 0.95 per kilo. SO a f 300 per 104 stuks. Bureau van Politie zijh edeponeerd een een KINDERSCHOEN® nt „Bulgia", vraagt ter- sheele of ruime handel MESTDAGH- evraagd eene flinke ;n per week, tevens eeiw W voor Vrijdags. Adres „Du Commerce." ior het „Hotel Pension •jing te Vlissingen in persoon. II in UiSMUMHE COURANT. Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIENvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnnmmer ÏO Abonnements-Advertcntiën op zeer voordeelige voorwaarden. r Uithoofde van den Hemel vaartsdag zal a.s.Donderdag- Lond <h- Vlissingsche Cou lant NIET VERSCHIJNEN. Stand van Vlissingen 1 7 tot 14 Mei. )UWD J. P. Hest, jm, Uffelen, jd. 21 j. p. j I 23 j. en A. C. VennastJ A. W. Poerstamper, jm' Daane, jd. 25 j. - p,| 25 j. en A. van j. W.de Koning, wedr.1 van der Strate, jd. 471 Keijzer, jm. 26 j. en I j. ID E. F. Matthews, jm. C. van Outrijve,jd.2 M. Hollebrandse, f U. A. T. C. Dewitie, g.„ 1 van Opbergen geb. Poppe, rbanck, geb. Kinoo.d. - W. ren, geb. Janse, d. - E. laerebout, z. W. H. Auer,| K.Baart, geb.Westveer, Aspeslagh,geb. Callier,d. - geb Krul, z. !N J. Ova, z. 5 w. Mis m J. M.Breemer, 53 j. C. sv. J. van Noppen, ongeh, F. J.Boxtael, vrouw van P.J. ETIJDINGEN taerdekechip Friesland is lil ito Delgada (Azoriaohe eilan-r sn. serdekjchip Evertsen is Lissabon aangekomen. •8che bark «Kepha», rok den 5 dezer van Lissabon,! Rangoon met eene Vlissingen. ir ter reede liggende Duit- L lia», van Antafogasta bestemd! heeft in de Deuriooaanc zij kan op advies ,vai| eis naar Ostende irtzetten. van 100 en hooger. Mei 5e kl. 2e trefek. 162 9672 10807 14243 f 100. 30 12835 13633 15338 f 200' 127 15872 19042 f 400. No. 1 Mei 5e kl. 3e trekk. 247 2001 6071 6448 7965 10596 11224 12319 13794 f100. Nos. 8853 16519 12 Mei 5e kl. 4e trekk. 5033 8226 12042 13925 17888 19394 f100. Nos. 3362 f 200. Nos. 1737 16495 10 f 1000. Binnenland. Kleine luyden. Pe «Maasbodes vestigt er de aan lucht op, hoe weinig weerklank de Iwoorden van de Kamerleden Staalman L Verhey vonden in de Volksverte- conrdiging en bij de Regeering Itoei) zii opkwamen voor de belangen Ivan het mindere personeel der marine. []et blad vindt dit niet onverklaar baar. Immers, zegt het, de kleiDe jluyden zijn, als wij het zoo noemen j, den laatsten tijd uit de mode Vroeger hebben wij, toen de de mocratische strooming nog de sterkste scheen, zoo dikwerf er op gewezen - schrijft de „Maasbode" dat de belangen van de werklieden door al Je groote woorden, in dien tijd gebezigd, eerder geschaad dan gebaat zouden worden. Dat uuze voorspelling reeds uit komt, blijkt uit üe feiten, o.a. uit hetgeen oulangs weder voorviel bij de behandeling der marine-begrooting. Want al zal iedereen, die de „Han delingen" leest, ook moeten toestem men dat de klachteD, door de heeren Verhey en Staalman aangeheven omtrent den toestand, waarin speciaal kt mindere personeel der marine dikwijls nog verkeert, veel waars behelsden, toch vonden die klachten veelal geen weerklank, noch bij den minister, noch in de Kamer, noch in een zeer groot deel der pers en met name niet in de conservatief-liberale bladen. Wij willen niet ontkennen, dat de houding der werklieden bij de alge- meene verkiezingen van het vorig jaar daarvan grootendeels de schuld n, toen zij, althans de ciet-geloovige werklieden, zich door eenige niets zeggende leuzen in het eind lieten verleiden om hun eigen belangen over boord te werpen. Maar toch hadden zij, dunkt ons, beter verdiend, vooral van den kant van hen. die zij toen op het kussen hielden of hielpen, en meer nog van de zijde dergenen, die vroeger met zulk een geeedrift uiting gaven aan bun „democratische" gevoelens. Eene algemeene opmerking hierom trent kan wellicht haar nut hebben. Veel menschen hebben een natuur lijke neiging om zich aan te sluiten bij de meerderheid. Is de meerderheid liberaal, dan voelen zij vaak heel veel 'oor wetsontwerpen, door een liberale regeeriug voorgesteld heeft een anti revolutionair Kabinet de teugels in banden, dan zullen zij niet licht zoo'u Kabinet in eenig opzicht onaangenaam is daarentegen de „democra tische" strooming overheerschend, dan 'aren zij het liefst in democratische wateren. 17.) keek den rechter aan. Dezelfde 'j oking, die mij deed beven, was 1 'ij hem opgekomen, want loerend e®k hij naar de hand, waar Franz Schc— - - - - i°rn weer den doek om wond. Toen rechter opkeek en zijn blik den ^Jne ontmoette, zeide die meer dan l, ,w°nde had kunnen zeggen. Hij even, als teeken dat hij mij be- ePen h&d, de zwart gehandschoende Sommigen hunner volgen die natuurlijke neiging huns harten te goeder trouw, andereu omdat zij daardoor hun particuliere belangen het best meeuen te behartigen. Veel daarover te klagen zou in geen geval veel baten. Men moet de menschen nu eenmaal nemen zooals ze zijn. Maar dit neemt niet weg, dat een ieder steeds verplicht is om voor alles te streven naar billijkheid en recht vaardigheid, ook waar het betreft de rechten en belangen van den mmderen man eD, zulks geheel onafhankelijk van de vraag, of op een gegeven oogenblijk de kleine luyden in de mode zijn of niet. Onze minister van oorlog. De „Echo" zegt van dezen bewinds man het volgende De verwachting van allen, die aan Haagsehe vieruur-bittertafels over de toe komst van land en volk zitten te beslis sen, is, dat de minister Eland er zijn dienstplichtwet door zal krijgen. Zeker is, dat de defensie in dit Kabinet aan goede handenis toevertrouwd. De heer Roëll, de nieuwe minister van marine, maakte bij bet verdedigen van zijn budget >n de Tweede Kamer een uitstekenden indruk. En de suggestie, die van Kornelis Eland uitgaat, is nog grooter. Deze laatste heeft zoo'n leuk-kalme, bedaarde en toch krach tige manier van spreken, dat de Kamer al heel gauw onder zijn knie komt. Hij is niet overmatig en vleiend-vriendelijk, schier kruiperig, zooals generaal Schneider bon zijü niet zoo ultra- en extra-gemoede lijk en vaderlijk-zalvend als Pierson niet zoo nerveus-schreeuwerig en burgerlijk druk als Seyffard niet zoo langdradig-gemaakt en statig-hoflelijk als Roüll, de ex-minis- ter van buitenlandse Ire zaken niet zoo aarts-vervelend als Jansen of als Van der Sleijden neen, generaal Eland is dood bedaard, maar kiest zijn woorden met tact, met gloed, met smaak. Men hoort gaarne naar hem. Hij boe zemt sympathie en vertrouwen in. Hij stelt zich niet op een hoog standpunt en «gooit zich ook niet weg». Hij is juist de man, de minister vol zelfbedwang en sterke zenuwen, om dit koppig paard te bedwingen. In het kleine, schrale mannetje met zijn onoogelijk voorkomen en zijn scherpe schrandere oogen, dat nu aan het hoofd van ooriog ataat, schuilt een Napo leon in het parlementair debat. Daarom geloof ik, dat, wat Bergansius te taai bleek, door Eland zal worden verricht. Maar men kan niet weten I Evenmin of het ranke, brooze scheepje leerplicht be houden zal worden gebracht in de haven der Eerste Kamer. Voor dit laatste ben ik banger dan voor het outwerp-Eland. In elk geval breken er dagen vol zorg aan voor het kabinet, dat mr. N. G. Pierson wist eaam te stellen I Actieve diplomaten. In een „brief uit de hofstad" in de „Arnh Ct." leest men Waar hebben we in vredesnaam onze diplomaten en onze consulaire ambtenaren voor, indien ze nog niet eens in staat zijn, de Regeering: in te lichten omtrent den staat der gemoederen in een vreemd land, waarheen onze vorstinnen een uitstapje wilden maken. Toen de Eransche mi nister van Buitenlandsche Zaken, met hand op. Maar juist die beweging was oorzaak, dat de verdenking, die in mij was opgewekt, even spoedig verdween. Ik had daar geen recht toe. Had de districtsrechter zich dezen dag ook niet toevallig aan de rechter hand verwond Had ik niet ook hem op den terugweg naar het afgelegen huis kunnen ontmoeten, daar hij op de rotsen in de buurt rondgezwalkt had om bloemen te zoeken Neen het was onverantwoordelijke lichtzin nigheid, op zulke toevallig samenval lende omstandigheden eenige verden king tegen Franz Schorn te koesteren. Dat de jonge man er heden nog duis terder en verstoorder uitzag dan den vorigen dag, dat hij ternauwernood een woord sprak, was ook geen reden tot verdenking jegens hem. Moest hem de vreeselijke dood van den ouden man, tot wien hij in zoo nauwe, zij het dan ook minder aangename betrekking stond, niet diep treffen 't Ik verweet het mij zelf, dat ik mij al de kleingeestigheid die aan een groote natie niet betaamt, eene,ten overvloede volkomen ongemotiveerde en tot een verkeerd adres gerichte intimidatie tot het kleine Nederland richtte, vond hij den gezant te Parijs terstond bereid om Zijne Excellentie onderdanig en gedwee ter wille te zijn, ofschoon de gezant van de gemoveerde quaestie niet op de hoogte was, maar, echt hoffelijk, de Hanototelijke onfeilbaar heid gaaf en ten volle aanvaardde' Het ware te wenschen geweest, dat onze gezant te Rome zich even actief had getoond, toen het gold, voor de veiligheid, misschien wel voor het le ven onzer Vorstinnen te wakenof zijn onze diplomaten inde-daad alleen bestemd om den buiteulandschen machthebbenden het schoeisel te kussen Timor. Aan de „N. R Ct." wordt uit Batavia geseind Een hevige orkaan heeft in Bima en Timor vele huizen vernield hon derden menschen zijn omgekomen. Bima is een rijk, dat zich over het oostelijk gedeelte van het, eiland Soembawa uitstrekt en daarenboven het westelijke gedeelte van het eiland Flores (Mauggaraai) en de tusscheDliggende eilanden omvat. Het grenst du- ten oosten aan de residentie Timor, waartos het oosielijke deel van Flores behoort, en in het telegram van onzen correspondent zal wel bedoeld worden, dat de orkaan die geheele eilandengroep, gevormd door Timor, Flores, Soembawa, enz., ge teisterd heeft. Ter hoofdplaats Bima (10,000 inwo ners) is een controleur gevestigd. Aan het N. v. d. D. wordt het vol gende bericht De kleine Soenda-eilanden zijn ge teisterd door hevige stormen. De baai van Bima (Soembawa) is bedekt met doode lichamen, stukken van huizen, huisraad, enz. Timor Koepang (het Nederlandsche gedeelte)bleef gespaard. Tocht naar Pedir. De expeditie naar Pedir zal waar schijnlijk eene maand vroeger vertrek ken danoorspronkelijk was vastgesteld, omdat volgens ingekomen berichten de Sultanspartij een grooten toevloed van hoofden,volk en wapenen verkrijgt. De juiste datum wordt echter in 's lands belang verzwegen. Rijksmiddelen. In den maand April brachten de rijksmiddelen op f 10,205,075,Ol1^ tegen f 10,453,433,50 in dezelfde maand van 1897. De opbrengst over April toont dus een kleinen achteruitgang bij het vorig jaar, toen er 21/3 ton meer inkwam.Vooral de indirecte belastingen hadden hierop invloed, daar zij f 662,000 minder gaven (het successie recht alleen f 620,000 minder). Ook de directe belastingen bleven f 352,000 had laten verlokken aan onbeduidende kleinigheden een heteekenis te geven, die zij niet bezat. Behalve de rechter, wien de ambtsplicht gebood naar ver denking te zoekeD, had geen ander lid van het gezelschap er over ge dacht, dat de verwonding van Iranz Schorn in eenig verband kon staan met den moord; allen praatten gewoon voort, en ook de slimme dokter, die eeu dergelijk vermoeden had kunnen koesteren, deed dit nietgeen ver denking jegens Franz Schorn was in hem opgekomen, hij ontwikkelde in diens bijzijn rondweg als daar straks zijn vermoedens over den loop der vreeselijke daad. Prettig vond ik het dien avoud niet in dien kring de zich steeds verder uitspinnende, in alle bijzonderheden herhaalde geschiedenis over dezen de gemoederen beheerschenden moord,ver meerderde slechts mijn zenuwachtige stemming. Het was onmogelijk aan het gesprek eene andere richting te achter, omdat uit het personeel in April van dit jaar aan provinciën en gemeenten (opcenten) f 35,000 meer moet worden uitgekeerd dan inkwam. Dat nadeelige verschil van ruim 1 millioen werd echter grootendeels goedgemaakt door f 730,000 hoogere ontvangst uit de accijnzen (grooten deels uit suiker).Ook de invoerrechter, loodsgelden en domeinen gaven in April dit jaar wat minder dan in het vorige de posterijen en telegrafen wat meer. De eerste vier maanden te samen zijn die van 1897 echter reeds met bijna 4 ton vooruit. De opbrengst over de eerste vier maanden van 1898 was f 36,532,710,64, over de eerste vier maanden van 1897 f 36,135,939,65. Persoonlijke dienstplicht. De heeren De Visser en F. van Bijlandt hebben op het aanhangige militie-ontwerp een amendement voor gesteld, waarvan de bedoeling is om, nu door de Regeering vrijstelling wordt gegeven aan r.-kath. ordebroe ders, ook de mogelijkheid tot aanvrage van vrijstelling van dienst te verleenen aan de protestantsche broederdiaconen en aan hen die daartoe worden opge leid.Thans bestaat, voor zoover bekend, slechts éene dergelijke inrichting tot opleiding, en wel die te ,,Meer-en- Bosch" bij Haarlem. De broeders worden daar opgeleid niet uitsluitend voor ziekenverpleging, maar ook voor godsdienstonderwijzers en anderen arbeid der dienende liefdezij zijn levenslang verbonden aan de Inrich ting en leggen bij hunne inzegening een gelofte van trouw af. De „Bakkersbouds-Ct." bericht „Dezer dagen las men in sommige bladen, dat de minister van Oorlog in de militaire bakkerijen nachtdienst zou invoeren. Wij kunnen dit bericht beslist tegensprekende nachtarbeid wordt niet ingevoerd. De minister is zelf bezig, als beslist tegenstander van nachtarbeid, het weinige nacht werk dat bestaat weg te nemen, bovendien de werkuren te verminderen en het loon te verbeteren". Leerplicht. Uit het volgende aan het „Hdbl." ontleende maandbericht der gemeente Amsterdam kan blijken dat leerplicht in ons land geen article de luxe is Bij de huwelijksakte blijkt, of de echt- genooten kunnen schrijven. Een tabel geeft op, met hoevelen bij de 3016 huwelijken tusschen jongmans en jongedochters dat niet het geval was. Sedert 1875 is dat getal in verhouding tot het geheel bijna gestadig afgenomen, zoo bij maDnen als bij vrouwen. In 1875 konden 106 mannen, of 5.3 pCt., en van de vrouwen 248, of 12.5 pCt., niet schrijven in 1896 was de percentage gedaald tot 2.6 pCt, voor de mannen en 6.2 voor de vrouwen, na in 1895 slechts 1.7 voor de mannen geweest te zijn. De vooruitgang ie zeker groot sedert 1875 maar het feit dat thans nog van geven, het kwam altijd weer op den moord in het afgelegen huis terug. Ik kon dit niet langer uithouden zoodra ik mijn forellen en wijn op had, stond ik op om naar mijn kamer te gaan ook de rechter volgde mijn voorbeeld, nadat hij in één teug zijn vol glas geledigd had, zeggende dat hij vermoeid was en na zulk een drukken dag rust behoefde. De adjunct, de dokter en nog an dere heeren vroegen mij nog een half uurtje te toeven; het was nog vroeg en ik moest, wilde ik niet onbeleefd zijn, aan hun verzoek voldoen en nog een maat wijn bestellen ook de rech ter bleef, ofschoon niemand hem ge vraagd had dit te doen. In den kor ten tijd van nauwelijks een half uur dronk hij nog twee maten wijn, de laatste bijna met een enkele teug, toen ik wederom opstond en mij niet langer weerhouden liet. Wij gingen samen de trap op, voor gelicht door Mizka. Toen wij in de elk 40-tal mannen die in 1896 in het hu welijk traden één en van elk 16-tal vrou wen één moest verklaren, niet te kunnen schrijven, ia toch wel een bewijs, dat leer plicht in ons land nog ver van overbodig is te achteD. Hondententoonstelling. Op de internationale bondenten- toon8lel)ing der kynologenvereeniging „Nederland" te 's Hage waren 581 honden bijeen. Toen de jury haar keuringswerk verrichtte en dit wat laDg duurde, moeteu de honden met een oorverdoovend lawaai hunne tegeniDgenomenheid met dezen arbeid van het keuringscollege hebbeu te kennen gegeven. Toch hebben deze alles behalve muzikale geluiden die bij honden die opgesloten zitten en zich vervelen, niet onnatuurlijk zijn, niet voor een bezoek doen terugschrikken, want er waren tal van fraaie exemplaren, waarvan de meeste uit Nederland, te bewonderen. Uit België en Duitsch- land waren ook veel inzendingen. Frankrijk ontbrak. Engeland kon niet inzenden wegens de daar te lande genomen quarantaine-maatre gelen ten gevolge der heerschende hondsdolheid. Zestienstemmige koren. Het klein a-cappella-koor van Anton Averkamp te Amsterdam zal Zaterdag in de groote zaal van het Concert gebouw aldaar een uitvoering geven, die zeer belangrijk belooft te zijn. Daaraan zullen Messchaert en Men gelberg medewerken, en op het programma staat „opus 34" van Richard Strauss twee zestienstemmige koren, Der Abend en Hymne. De heer Averkamp heeft zelf in het „Weekblad voor Muziek" van 20 November vorig jaar over deze composities mededeelingen gedaan wat hij aan 't slot daarvan schreef, volge hier. Strauss heeft willen beproeven of er met menschelijke stemmen een toonwerk samen te stellen is waarin klankeffecten voor komen van buitengewonen aard. Bijv. de vermenging van het timbre der lage alten met hooge bassen, van sopranen en alten met hooge tenoren, van het mannenkoor met lage allen enz. enz. Strauss heeft voor koor willen bereiken wat hij voor orkest in zoo gelukkige mate heeft verkre gen, namelijk verrassende en nieuwe klankcombinaties. Natuurlijk is de stijl hoogst moderner komen zelfs gangen in voor, die ik thans, zonder het werk nog gehoord te hebben, wel wat aprocrief vind, maar toch gaat er van het geheel een zeer groote charme uit, en waarom Omdat iedere stem op zich zelf zoo melodisch gevoerd wordt 1 „Will es schön sein, dann sollte man zu jeder Stimme eine Klavierbegleitung schrei- ben köunen". En dat kan men, en daarom zijn Strauss' werken belang rijke en merkwaardige koren." („N. R. Ct.„) voorzaal op de eerste verdieping wa ren, stak de rechter mij de linker hand toe. „Goeden nacht, professor," zeide hij luide, doch voegde er fluisterend bij, „ik vrees dat ik u morgen reeds zal moeten verzoeken my officieel mede- deeling te doen van uwe ontmoeting met Franz Schorn in de buurt van het afgelegen huis." Hij keek om naar Mizka, die juist de deur mijner kamer opende, en toen zij die was binnen gekomen, ver volgde hij„Een verdenking, als die bloedige, gesneden hand, weegt zoo zwaar, dat ik thans wel verplicht ben alle persoonlijke overwegingen ter zjjde te stellen.' Ontsteld zeide ik „Dat is een toeval, mijnheer de rechterHebt u ook niet toevallig van daag de rechterhand ver wond Hij wankelde bij die onschuldige woorden zoo achteruit, als had ik hen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1