pbandei) Maandag 4 April. albanden No. 40. eescL Joorant behoort een Bijvoegsel LEERPLICHT. 9. 36e Jaargang. 1898 everworst. rkster, iddelburg. F i I I L L E T O N. iGöELEN. "Vleesch- taat iederen dag het vertrouwen Valstraat. ivraagd een flinke fat" e dagen. Adres bureau ant. RAMDIENST rEN en MIDDELBUEG v.v Remise: vm 4 50 5 55 igen) Van Zeilmarkt 1145 nn. 12 30 1 15 15 5 10 5 55 6 55 7 45 naar Zeilmarkt Vlissin- 23 (alleen op werkda- 11 50 12 35 1 20 2 05 5 15 6— 7— 7 50 1 NIBUSDIENST STATION (HAVEN.) lein: 1140 3 05 5 15 12 05 3 35 6 35 10 05 E HAVENDIENST. vm. 5 50 6 30 6 20 0 9 40 10— 1020 10 40 nm 1 10 1 30 2 2 50 40 4 4 20 5 10 5 30 8 20. mavm 6 6 40 7 20 9 20 9 50 1010 10 30 nm 12 10 1 20 1 *0 10 8.80 850 410 4 80 0 7 30 8 8 80. vlissimesche es i rant. Prijs per [drie maanden ƒ1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elke» reg.l meer 10 cent. - Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzslfd. advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, ttroot# letters «n cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoon.num.mer ÏO Abonnements-AdvertentiSn op zeer voordeelige voorwaarden. IETS OVER i Een wetsontwerp is ingediend, dat I tot veel strijd in de pers aanleiding .^eft en nog tot veel strijd in het I parlement aanleiding zal geven. Het ligt minder op onzen weg ons te men gen in dien strijd, voor zoover hij met staatkundige of godsdienstige vraagstuk- I gen te zamen hangt maar het is onze meening, dat vooral het maatschappe lijk belang bij deze zaak ton nauwste betrokken is, en dat men wel zal handelen door den leerplicht (want dezen bedoelen wij) uit een sociaal oogpunt te beschouwen. Vandaar dat wij ons eenige oogen- I blikken in dit hoogst gewichtige onder werp wenschen te verdiepen, en vooral ook een blik willen slaan op het v e r 1 e d e n e, op de geschiedkundige ,e der quaestie, waarvan de kennis I tot recht verstand van het onderwerp werkelijk geheel onmisbaar is. Het behoeft nauwelijks vermelding, I dat vrij in deze opstellen alleen hande len over het lager onderwijs, het on derwijs bepaaldelijk bestemd voor kinde- m en dat alleen die kennis omvat, die voor elk mensch in zijn volgend leven I als volstrekt onmisbaar wordt beschouwd. Over die onmisbaarheid althans be- taat zeer weinig verschil van gevoelen, len is het er vrij wel over eens dat e Staat, als algemeenheid, en elk mensch in het bijzonder, aan lager onderwijs, aan kennis van lezen, schrijven, rekenen enz. behoefte heeft. Verstandige lieden, die door omstandigheden in hun jeugd I van onderwijs verstoken waren,beklagen zich daarover menigmalen, en de rede- ueering, die wij vrij onverstandig dur ven noemen, dat de Staat zich met het I onderwijs in het algemeen niet mo est bemoeien, wordt gelukkig zelden meer gehoord, omdat men zeer goed inziet, zonder behoorljjk toezicht en zon- I der onderzoek naar de bekwaamheid I ter onderwijzers, het gehalte van het I onderwijs zeer ongelijk zou zijn en 1 hier en daar veel te wenschen zou overlaten. Yóor de grondwetswijziging van 1848 I ovas het geven van onderwijs niet vrij. 1 Hen kende alleen onderwijs van over- dawege. Daarmede echter konden Het allen vrede hebben. Het beginsel i vrij onderwijs is dan ook zeer goed Amerikaansche vertelling. °en luitenant d'Oconner's't hem door en benijd commando op het fort '_°nroe ten einde liep en hij naar zijn L ament te Highlo terugkeerde, leed "J aan gekrenkten trots. Drie maan- !e voren had hij miss Costello, dochter van den rijken koperko- I ren'l r *-'oste"°) °P een bod lee- I v»i ,jDen en was hals over kop op haar ImrJ Keworden. 't Was een klein, |j,nY3c"epseltje, dat de halve wereld nare voeten zag. Maar zij maakte te verdedigen, omdat alle onderwijs nauw samenhangt met de opvoeding in het gezin en met de godsdienstige of zedelijke begrippen waardoor die opvoe ding wordt geleid. Men kan zelfs zonder bezwaar een stap verder gaan. De Staat heeft voorzeker zeer groot belang bij het lager onderwijs. Het is de ware grondslag voor de ontwikkeling van het Staatsleven, want dat kan nooit tot zijn recht komen, waar ruwheid, geweld en onze delijkheid heerschen, waar wanorde bestaat en de welvaart kwijnt. Do plicht en de roeping van den Staat is het dus te zorgen, dat nergens voldoend lager onderwijs ontbreke, maar, daaruit behoeft strikt genomen met te volgen dat de Staat zich zelf me t het onderwijs belast. Verwondering moet het daarom baren, dat toen in 1857 de nieuwe schoolwet tot stand kwam, de Staat wél als onderwijzer optrad, zooals de grondwet van 1848 bevolen had, maar, naast de vrijheid van onderwijs eene andere vrijheid liet bestaan, deze na melijk, om van het onderwijs, geheel naar believen, al of niet gebruik te maken. En toch is het eene waarheid, dat toen, in veel sterker mate nog dan thans, het onderwijs in de verste verte niet het geheele volk omvatte en dat bij talloos velen het in zoo onbeduidende mate werd genoten, dat van wezenlijke vruchten geen sprake kon zijn. Men heeft zich, na 1857, een der tigtal jaren met de zoogenaamde schoolquaestie beziggehouden, dat wil zeggen met den strijd tusschen openbaar en bijzonder onderwijs. Hoe zou het geweest zijn, indien m end en klemtoon eens had gelegd op datgene wat de waarachtige schoolquaestie was, de ge wichtige vraag namelijk, hoe men alle kleinen de zegeningen van onderwijs en beschaving deelachtig kon doen worden Wat baat het ons toch of we scholen bouwenenonderwijzers aanstellen wanneer de school niet bevolkt is Wat baat het, of men al in de grondwet schrijft, dat het onderwijs een voorwerp is van de aanhoudende zorg der regee ring, of men qveral van overheidswege voldoend lager onderwijs doet geven en het vrije onderwjjs zich naast het openbare ontwikkelt, zooals in 1S89 is aangenomen, wanneer die treurige vrij heid blijft bestaan om zijne kinderen in onwetendheid te doen opgroeien Wij voor ons zijn overtuigd, dat het weinig moeite zou hebben gekost in de eerste helft dezer eeuw of in de jaren kort daarna den leerplicht schier onmerkbaar, met een ruim overgangstijd perk in te voeren, juist omdat destijds van den zoogenaamden schoolstrijd nog er niet veel van en liet met vriende lijkheid en voorkomenheid alles gedul dig over haar hoofd gaan. Slechts luitenant d'Oconner vond genade in hare oogen. Beiden waren het volko men met elkander eens, toen d'Ocon ner zich op een goeden dag aan zrjne schrijftafel zette en geheel naar den vorm een brief gereed maakte, waarin hij den bekenden Croesus om de hand zijner dochter vroeg. Daar hieraan bovendien toevallig nog een bruidsschat van tien milioen verbonden was, vond hij het eene nog al tamelijk koene daad, wat hij durfde ondernemen. Ongelukkigerwijze was mr. Costello het in dit opzicht geheel met hem eens, veel meer zelfs dan hij wel ver- laDgde. Hij schreef den luitenant terug dat de dochter van Peter Costello, die, behalve op zijn rijkdom, zich ook nog op zijne afstamming van de lersche ko ningen kon beroemeD, toch eigenlijk geene partij voor een armen luitenant was. Toen deze brief d'Oconnor be- geen sprake was. Thans wordt, na veertig jaren, eindelijk met ernst gestreefd naar de verwezenlijking van het groote en schoone doelalgemeen en voldoend lager onderwijs, door de verplichting aan ouders en verzorgers opgelegd, om de kinderen op den daarvoor het meest vatbaren leeftijd, het onderwijs te doen genieten dat een voldoenden grondslag voor het maatschappelijk leven kan zijn. Wij spreken in den laatsten tijd veel over kinderbescherming. Deze kan op verschillende wijzen plaats hebben. Het kind te beschermen tegen verwaarloozing van zijne opvoeding door onthouding van onderwijs, is even noodig als het te beveiligen tegen andere verwaarloozing. Maar er is éen groot verschil de be scherming van het kind tegen verwaarloozing van den zedelijken on derhoudsplicht is veel gemakkelijker te bereiken. Het verzuim is met minder moeite na te gaan en de ouders kunnen door strafbepalingen tot hun plicht worden gebracht. En nu is het een misverstand, waarop niet genoeg kan worden gewezen, dat men door leerplicht alleen zou willen verkrijgen, het ter school gaan van die zestigduizend kinderen, die volgens de statistiek thans nog in het geheel geen onderwijs ontvangen. Zeker dat getal is eerbiedwaardig genoeg, maar er bevinden zich daaronder duizenden, 'aarvan het verzuim in meerdere of mindere mate als gewettigd kan worden beschouwd. Maar, wat is het geval? Door leerplicht voor te schrijven, maakt men tevens voor een groot deel een einde aan het vreeselijk schoolverzuim, dat in zijne treurige gevolgen duizenden bij duizenden treft, die heeten van het onderwijs gebruik te maken. Het is ons allen, meestal uit de ervaring in onmiddellijke omgeving bekend, hoe vele kleinen te laat van het onderwijs beginnen te genieten, of veel te vroeg, op het tiende of elfde jaar, de school weer verlaten hoe het onderwijs telkens en onophou delijk, dikwijls voor vele maanden wordt afgebrokenhoe die achterblijvers den geregelden gang van het onderwijs in de school verstoren, omdat zij telkens moeten trachten de schade in te balen, of anders eenvoudig aan hun lot overge laten worden. Vestigt men hierop de aandacht, dan is het een betrekkelijk onbeteekenend feit, dat vele duizenden van alle onder wijs verstoken zijn, waar zoovele tien duizenden, die wél onderwijs genieten, daarvan geene of onvoldoende vruchten plukken en beletten dat de taak van den onderwijzer tot zijn volle recht kome. En daar de ouders van die tien- reikte, was miss Costello reeds onder de hoede eener bejaarde vriendin af gereisd, daartoe aangespoord door een niet mis te verstaan dringend tele- legram van haren vertoornden vader. Vooraf had zij nog een onderhoud met d'Oconner gehad en hem onder tranen en kussen verzekerd, dat zij nimmer een anderen man wilde hebben dan hem en dat zij daartoe alles wel in het reine zou brengen, en d' Ocon- ner had daarop volkomen vertrouwd tot hij den bewusten brief van haren vader ontviDg. Toen had hij weken lang tevergeefs naar eenig teeken van leven van miss Costello uitgezien, eD, vernederd en gekienkt als hij zich gevoelde, was hij blij geweest toen het commando ten einde liep en hij weer naar zijn regiment kon terug- keeren. Het toeval wilde, dat Kitty Basil, de dochter van deu kolonel, garni zoenscommandant te Riley, juist in dien tijd door de echtgenoote van kapitein duizenden tegen het onderwijs, tegen het ter school gaan hunner kinderen geen bezwaar hebben, alleen maar te onver schillig of te zorgeloos zijn, kan niemand er uit een godsdienstig of staatkundig oogpunt iets tegen hebben deze ouders of verzorgers tot hun plicht te brengen. Do onafwijsbare eisch om het ver schrikkelijk schoolverzuim te keeren, is de beste aanbeveling van den leerplicht zei ven. Binnenland. De nieuwe postverbinding tusschen Engeland en Amsterdam. De Londensche correspondent der „N. R. Ct." heeft met deu heer C. Rozenraad, lid van de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen, een onderhoud gehad over de quaestie van net vervoer der Engelsche brieven malen naar Rotterdam eu Amsterdam via Hoek van Holland. De heer Rozenraad erkende dat het verleggen n*ar Harwich een klap is voor Vlissingen, doch ook dat Am sterdam en Rotterdam ingenomen moeten zijn met de nieuwe regeling, daar zij nu de Engelsche correspon dentie nog vroeger ontvangen dan tegenwoordig over Vlissingen. Men moet echter afwachten of de regelmaat der aankomst van brieven over Hoek van Holland even groot zal zijn als over Vlissingen. De Great Eastern-lijn heeft toch veel meer met het bezwaar van mist te kampen dau üe Queen- boro-lijn. Tegen mist, zegt de heer R., is eerstgenoemde lijn machteloos, men lijdt daaraan gemiddeld meer aan de mondiDg der Maas dan aan die der Schelde. Voor Vlissingen echter dat met dezen verbeterden postdienst op Nederland is voorgegaan, is het geen démérite door een concurrent te worden overvleugeld. Dat deze idealen gedurig wisselen, kan VlissiDgen niet helpen. Weeklagen helpt hier niet, wanneer het getij verloopt, moet men de bakens verzetten. Z. i. heeft de „Zeeland' nog eenige goede troeven in handen, en komt het er nu op aan of zij die wil uitslaan, eD welke. De heer R. heeft nu een plan in ruwe trekken uitgewerkt waarmede zij eene schitterende revanche zou kunnen behalen, dat hierop neerkomt: De heer R. zon willen ingericht heb ben een middagtrein, ter vervanging van den Vlissingschen dagdienst, die, op het punt van rendement, niet heeft beantwoord aan de gekoesterde ver wachtingen, hoofdzakelijk omdat de trein ervoor te vroeg uit Londen moet vertrekken. Die middagtrein zou, uit sluitend van Holbom, moeten afrijden, zegge om half drie, en de correspon- deerende boot der ZeelaDd omstreeks 3.45 uit Queenboro'. De overtocht zou in zes uur moeten volbracht worden, zoodat de trein te Vlissingen (ingericht met al de gemakkeD, welke de luxe- treinen te Ostende naar verschillende Lacy te logeeren werd gevraagd. Mis schien was het ook geen toeval, even min als de omstandigheid, dat mrs. Lacy den jongen luitenant, toen hij op den morgen na de aankomst van miss Basil haar huis voorbijkwam, binnenriep en hem zoo lang aan de praat wist te houden, tot miss Basil van haren morgenrit terugkeerde. Toen de groote, slanke, donkere ver schijning op des kapiteins volbloed kwam aangaloppeeren en met eene prachtige manoeuvre haar ros eens klaps voor de stoep deed stilstaan, keek d'Oconnor haar met bewonde rende blikken aan. 't Scheen hem als waren zij en haar ros voor elkander geschapen en als was het jammer dat men de mooie groep verstoorde door ze te scheiden. Maar toen zij uit het zadel sprong nog voor hij of de kapi tein hadden kunnen toesnellen om haar daarbij behulpzaam te zijn, waarby zij haar rijkleid eenigszins ophief en een mooi buitengewoon klein rijlaarsje liet richtingen bieden) omtrent tien uur zou kunnen afrijden. Waarheen zal men vragen Wel, dat zou in de on derdeden moeten worden bestudeerd en uitgewerkt. Maar, om slechts van éen richting te gewagen, een dergelijke trein zou te 8 uur 's morgens te Ham burg moeien wezen en zooveel vroeger natuurlijk te Bremen. De correspondent der „N. R Ct." h eft ook met den heer William Forbes, directeur van deu London Chatham and Dnverlijn overdeze.quaes tie vangen achten gewisseld enheeft toen, na overdacht te hebben wat door de hb. Rozenraad en Forbes is aaugevoerd, voor zich zelveu een plau uitgewerkt, dat hij gelooft zeer goed uitvoerbaar te zijn. Dit plan luidt als volgt Twee sneltreineu zouden m. i. 's avonds van Vlissingen moeten loopen in aansluiting met de middagboot uit Queenboro een kleine trein met de brieven en bladen naar Rotterdam en Amsterdam, en een groote trein inde richting van Venlo. De kleine trein zou,mits flink doorloopende, te midder nacht te Rotterdam eu een groot uur later te Amsterdam kannen aankomen. De Eogelsche correspondentie, met dien trein aangebracht, zou in de beide plaatsen natuurlijk pas den volgenden morgen kunnen worden uitgedeeld, maar de vraag if, of de redactiën der Rotterdamsche en Amsterdamsche bla den geen schikkingen zouden kunnen treffen, waardoor zij in het bezit van hun brieven en kranten konden komen, met den namiddagtrein van hier ver zonden. Vermoedelijk wel en, in dat geval, zouden de ochtendedities reeds het eeu en auder kunuen behelzen van hetgeen de middagedities der Londen sche bladen van den vorigen dag me dedeelden. Voor reizigers zou het na tuurlijk van niet gering belang wezen om 's middags hier vertrekkende, den zelfden nacht nog te Rotterdam en Am sterdam te kunnen zijn. De groote,internationale trein met de slaapwagens zou te Venio of te Ober- hausen gesplitst kunnen worden in twee of drie afdeelingen, de eene voor HamburgBazel (hetgeen te combi neeren ware), de aDdere voor Keulen MainzBazel. Met de afstanden rekening houdende, zouden zulke trei nen, mits loopende met de snelheid der Duitsche harmonicatreinen, te Berlijn, Hambnrg en Bazel (via Keu lenMainz) kunnen aankomen, res pectievelijk om 10 uur, 8 uur en 12 uur (M. E. T.) 's morgens. De Zuid-Duitsche sneltrein zou zelfs verder kunnen loopen dan Bazel en om 10 's avonds te Milaan, twee uren later te Genua kunnen zijn. In 22 uren zou men derhalve van Vlissingen (Amsterdam Rotterdam over Keulen) Genua kunneu bereiken. In verband met oDzen Indischen maildienst uit die haven is deze verbinding derhalve ook van enorm belang, ja ik durf zeggen, een groot staatsbelang. Natuurlijk zijn er ernstige hinder palen. Welke nuttige eu gewichtige onderneming kwam ooit tot stand zon der tegenkanting en hinderpalen Ik zien toen zij met vluggen, trotschen gang,het hoofd achterovergeworpen, de stoep der veranda beklom, was het d'Oconnor, die was opgestaan om aan haar te worden voorgesteld, alsof de poorten van het paradijs zich voor hem openden. Luitenant d'Oconnor verkeerde se dert dien tijd heel veel in gezelschap van het schoone meisje, dat hem als het ware betooverd had. Zij reden te zamen uit en maakten wandelritten, alleen of met andere heeren of dames uit het garnizoen, en miss Castello was spoedig geheel vergeten. In het begin van het jaar had d'O connor om een verlof gedurende de maand Augustus verzochthet was hem verleend, doch hij maakte er geen gebruik van. Hij hoopte dien tijd beter te kunnen gebruiken, als Kitty naar Riley terugkeerde. Op zekeren avond zou een dozijn heeren en dames uit hunne kringen gezamenlijk bij maneschijn een wan-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1