Nicht Eduarda.
Vrijdag
4 Februari.
Binnenland.
FEUILLET O X.
No, 15
36e Jaargang.
1898.
VLISSINCrSCHE COURANT
Prijs per drie maanden ƒ1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bg den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Teleplioonnummer ÏO
Abonneinents-Adrertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Persoonlijke dienstplicht.
Een ontwerp tot invoering van
persoonlijken dienstplicht is thans bij
de Tweede Kamer ingediend door den
minister van oorlog, den heer Eland,
die in zijne toelichting zegt deze wijzi
ging der militiewet noodzakelijk te
schteD, omdat door invoering van
persoonlijken dienstplicht het zedelijk
en verstandelijk gehalte der militie
aanzienlijk zal verbeteren en in de
gelederen meer dan tot nu toe plaats
zal zijn voor mannen van beschaving,
kennis en verstandsontwikkeling. In
de tweede plaats acht de regeering
persoonlijken dienstplicht noodig om
op die wijze de minst kostbare leger-
organisatie te verkrijgen. Voorts noemt
de regeering afschaffing van de dienst-
vervanging een eisch van sociale
rechtvaardigheid.
Voor de meerderheid bestaat feite
lijk reeds thans de persoonlijke dienst
plicht wanneer nu het beginsel van
gelijkheid voor de wet ook met
opzicht tot de militaire verplichtingen
in toepassing wordt gebracht, zal het
rechtsgevoel des volks daardoor zeker
verhoogd worden.
Ook betoogt de regeering, dat de
afschaffing leiden zal tot betere on
derlinge waardeering van de verschil
lende standen in de maatschappij,
llijken zullen wel is waar rijk en
armen arm blijven, maar beiden
zullen met elkander in aanraking
komen op een onzijdig gebied. Van
de nauwere aanraking, waarin jonge
lieden uit de verschillende standen
gedurende eenigen tijd met elkander
zullen komen, is toenadering tusschen
die standen te verwachten.
Ten slotte vestigt de regeering er
de aandacht op, dat, vermits aan som
migen toegelaten wordt, een ander
in hunne plaats te stellen, de opvatting
verlaagd wordt, welke d i dienstplich
tigen omtrent de beteekenis van de
hun opgelegde taak moeten hebben.
Dienstplicht mag geen koopwaar zijn,
geen lasthij moet in eere hersteld
worden als een edele roeping, als een
voorbereiding tot eene grootsche taak
die door inspanning van eigen kracht,
door opoffering, zoo noodig, van lijf
en leden wordt volbracht.
In geen enkel land van Europa zijn
van den persoonlijken dienstplicht,
waar hij is ingevoerd, ernstige bezwa
ren ondervonden, zelfs niet in Duitsch-
land, waar de dienstplicht van zeer
bezwarenden aard is.
Uit de toelichting van de artikelen
blijkt o.a. nog het volgende:
Volgens een voorgestelde bepaling
worden de lotelingen, die aan zekere,
bij kon. besluit vast te stellen eischen
van bekwaamheid voldoen, met be
trekking tot hunne inlijving bij een
bepaald korps en hunne plaatsing in
een garnizoen, op één lijn gesteld met
de vrijwilligers bij de militie.
Bij het ontwerp wordt crok voorge
steld, wettelijke sanctie te verleenen
6).
Hij groette mij en vervolgde zijn
weg, zoo vlug als zijn kreupele voet
hem veroorloofde. Ik bleef wel een
uur lang op de heide liggen om over
de zaak na te denken. Het was toch
eigenlijk een vervelend leven op West-
Inch, met geen ander vooruitzicht,
dan na lange jaren wachten de plaats
van mijn vader in te nemen en mijn
heele leven niets anders te zien dan
dezelfde heide, dezelfde bosschen, de
zelfde schapen en hetzelfde oude huis.
Mhar daar ginds ver over de blauwe
niet alleen, maar ook uit te breiden
de bepaling, tengevolge waarvan bet
aan jongelieden, die bij de loting voor
het blijvende gedeelte een laag num
mer hebben getrokken, niettemin
mogelijk is gemaakt, na afloop van
den eersten oefeningstijd huiswaarts
te keeren. Bedoelde nummerverwisse-
ling, thans alleen toegestaan aan de
manschappen, mits behoorende, wat
de infanterie betreft, tot hetzelfde
bataljon en, wat de vestingartillerie
betreft, tot dezelfde compagnie, wordt
uitgebreid in het ontwerp bij alle
korpsen tot het geheele korps. Het
beginsel van den persoonlijken dienst
plicht wordt door deze regeling niet
aangetast.
Een meer volledige voorziening is
voorgesteld betreffende de vrijstelling
van geestelijken van den krijgsdienst.
Volgens deze wijziging wordt aan den
geestelijke, den godsdienstleeraar en
den zendeling-leeraar,alsmede aan den
student in de godgeleerdheid en den
zendeling-kweekeling, die aan eene
inrichting van onderwijs tot geestelijke,
tot bedienaar van den godsdienst of
tot zendeling-leeraar wordt opgeleid,
en aan den Roomsch-katholieken orde
broeder, die tot eene binnen het rijk
gevestigde kloosterinrichting behoort,
op zijne aanvrage, telkens voor één
jaar ontheffing van den werkelijken
dienst verleend. Bij alg. maatregel van
bestuur worden de bedoelde inrich
tingen van onderwijs aangewezen en
wordt tevens bepaald, wie voor de
toepassing der bepaling voor geestelijke
bedienaar van den godsdienst, zende
ling-leeraar, student in de godgeleerd
heid, zendelmg-kweekeling of Roomsch-
katholiekordebroeder wordt gehouden.
Ten aanzien van kostwinners wordt
voorgesteld, dan ontheffing van den
dienstplicht te verleeneu, als het gezin
door het gemis van den loteling
armlastig zou worden.
Wijziging wordt voorgesteld van
de artikelen betreffende het zich niet
zonder toestemming van de ministers
van Oorlog en Marine langer dan
vier weken buitenslands begeven door
de verlofgangers der militie, welke
wijziging gegrond is op de erkenning
door de regeering, dat voor eene
koloniale en handeldrijvende mogend
heid bevordering der vestiging van
personen van den dienstplichtigen
leeftijd in de koloniën of in den vreemde
wenschelijk is, terwijl 't ook ter ver
sterking van den band tusschen
moederlaud en koloniën alleszins aan
beveling verdient, de persoonlijke
deelneming van hier te lande geves
tigde personen aan het bestuur en
den handel van Ned.-Indië aan te
moedigen. Buiten twijfel wordt in
verband hiermede gesteld, dat aan de
toestemming tot verblijf buitenlands
kan worden verbonden vrijstelling van
het jaarlijksch onderzoek, van herha
lingsoefeningen en van opkomst onder
de wapenen in geval van mobilisatie.
Overgangsbepalingen zijn voorgesteld
o.a, voor het geval, waarbij vrijstelling
van den dienst voor derden werd
verbonden aan den dienst van den
plaatsvervanger.
zee, daar zou het een ander leven zijn
En moest ik me eigenlijk niet schamen
hier te blijven, terwijl majoor Elliot,
een man die den middelbaren leeftijd
reeds gepasseerd was en in verschil
lende gevechten wonden had bekomen,
weer reikhalsde om het vaderland te
dienen Een warme gloed van schaamte
overtoog bij deze gedachte mijn gelaat,
en opgewonden keerde ik huiswaarts,
met het vaste voornemen West-Inch
te verlaten en een meer mannelijke
rol in de wereld te vervullen.
Twee dagen achtereen droomde ik
van niets anders maar op den derden
dag gebeurde er iets, dat mijn plan
geheel in rook deed opgaan.
Op den namiddag van dien dag
wandelde ik met Eduarda over de
heide, tot we den heuvel bereikten,
vanwaar we een ruim gezicht op de
zee hadden. Het was heerlijk weer.
De zon scheen warm en helder en
een frissche zuidenwind plooide de
groote watervlakte met duizende rim-
Voorgesteld wordt de wet in werking
te doen treden met 1 September 1898.
Het is de eerste maal dat dit
ministerie voor een groot beginsel
optreedt. Het zal dan nu ook blijken
op welken steun het rekenen kan.
Het Handelsblad herinnert er aau
dat het nu 25 geleden is dat door
den toenmaligen minister van oorlog,
graaf van Limburg Stirum, eeu wets
ontwerp tot afschaffing der dienstver-
vanging ingediend werd, maar dat het
door de verdeeldheid in de liberale
partij met 43 tegen 25 stemmen ver
worpen werd.
Zooals men ziet, zal het ontwerp
van den heer Eland als de Kamers het
goedkeuren, op 1 September a. s. in
werking treden.
«Aldus 7,al», zegt «De Tijd» «le nieuwe
wet, indien de Regeering haar plan door
drijft, worden ingevoerd enkele dagen voor
de inhuldiging van de Koningin. Ten zeer-
Bte valt te betwijfelen, of men ditzelfde
tijdstip van invoering zou durven kiezen
voor eenige andere wet, geëigend om bij
eeu aanzienlijk gedeelte der bevolking on
tevredenheid te wekken Thans echter zul
len de ontevredenen ordelievende en monar-
chaal-gezinde katholieken wezen. Dat maakt
verschil».
Kiezerslijst.
Gsdureude deze maand (vóór 3
Maart) is er nu nog gelegenheid voor
hen, die verzuimden aunne aanslagen
in 's rijks directe belastingen over 1897
of 189697 geheel »f te betalen, en
daardoor van de kiezerslijst zijn ge
schrapt, zich nog weer daar op doen
brengen.
Zij moeten daartoe alsnog afbetalen
en daarna, onder overlegging van hun
kwitautie, op het stadhuis aangifte
daarvan gaan doen.
Woning-, loon-, pensioen-, spaar
bank-, grootboek-, en examenkiezers
moeten zich, voor zooveel noodig, voor
15 Februari aangeven.
De loonkiezers (d. i. zij, die kiezer
kunnen worden op grond van het
loonbedrag dat ze verdienen) hebben
zich allen daartoe weer aan te mel
den, ook als zij in 1897 op de kiezers
lijst werden gebracht.
In dit laatste geval moet de burge
meester vóór 8 Februari een aangifte
biljet ter invulliug toezenden (art. 20).
Maar als dit (door eene vergissing)
niet geschiedt, dan moet de kiezer
zich altijd weer vóór 16 Februari
tóch aan het stadhuis gaan aan
geven.
Ieder moet dus goed uit eigen oogen
zien, dat hij niets verzuimt en geen
termijn laat verloopen.
Arme tooneelschrijvers
De Koninklijke vereeniging „Het
Nederlandsch Tooneel" schreef dezer
dagen een prijsvraag uit voor een
tooneelstuk in drie bedrijven, geschikt
om bij gelegenheid der Kroningsfees
ten van H. M. de Koningin te worden
opgevoerd. Vier antwoorden kwamen
daarop in, doch die geen van alleu
door de jury de bekroning waardig
werden geacht en wel om de
pels. Ik plukte eeu arm vol droog
heidekruid, maakte er een rustbed
voor Eduarda van, en zij legde er
zich op haar gewone achtelooze wijze
op neer, gelukkig en blijde, dat zij
van dat heerlijke natuurtafereel daai
voor ons eens op haar gemak kon ge
nieten. Zoo zaten we daar in de wil
dernis, turende over de onmetelijke
watervlakte, niet vermoedende, dat de
donkere schaduw van den man, die
zijn naam in bloedige letters over de
geheele kaart van Europa schreef,
plotseling voor ons zou opdoemen.
In de verte zagen wij een groot
koopvaardijschip rustig voor den wind
afkomen. Het was waarschijnlijk op
weg naar Leith en had alle zeilen
bijgezet. Plotseling verschenen van de
andere zijde, uit het noordoosten, twee
leelijke vaartuigen, elk van één hoo-
gen mast voorzien en een groot, vier
kant, bruin zeil. Het was een schoon
gezicht, die drie schepen daar op dien
zonnigen dag te zien heenglijden.
volgende redenen No. 1 leed aan
historische onwaarschijnlijkheid en
zielkundige tegenstrijdigheden. No. 2
was veel te somber voor eene feest
viering. No. 3 was een modern drama
dat in Neerland speelt, maar noch
aan ons vorstenhuis, noch aan ons
volksleven ontleend is. No. 4 bevatte
veel goeds, er kwamen zelfs pakkende
tooneelen in voor, maar het was te
lang en de jury wist niet of er met
besnoeiing wel veel van de dramatische
verdiensten zou overblijven. Ook was
de historische getrouwheid opgeofferd
om een gelegenheidseffect te verkrij
gen welk doel echter waarschijnlijk
met dit stuk niet bereikt zou worden.
De nieuwe directeur generaal
van landbouwzaken.
Het „N. v. d. D." dat in zijne
redactie een uitnemende landbouw-
specialiteit bezit, juicht de benoeming
van mr. O. J. Sickesz tot directeur-
generaal van landbouwzaken toe.
Het blad noemt deze benoeming
een schrede in de goede richting.
De nieuwbenoemde neemt heel wat
hooi op zijn vork. De volgende onder
werpen zijn aan zijne zorg en leiding
toevertrouwd, nl.
Subsidiën voor landbouwzaken. Ver
slagen, berichten, verordeningen enz.
betreffende den landbouw. Landbouw-
en tuinbouwonderwijs en opleiding van
landbou wieeraars. Rijkaproefstations
en proefvelden. Domeinen (gedeeltelijk).
Bebossching. Veeartsenij. Voorkoming
van hondsdolheid. Hoefbe-lag. Vee
fokkerij. Veeziekte. Boterwet. Toezicht
op wijngaarden.
Eerste Kamer.
Als men het telegrafisch verslag
leest van wat de minister van koloniën
antwoordde op de aansporing van den
heer Asch van Wijck, oud-gouverneur
van Suriname, om door bevordering
van immigratie van Javaansche ge
zinnen, het instellen van eene land-
bouwbank en eener commissie tot
onderzoek van den bodem onzer door de
natuur zoo rijk begiftigde kolonie Su
riname tot meerderen bloei te doen ko
men,heeft het al den schijn alsof dezen
minister dien bloei maar weinig ter
harte gaat. Dit kan men ten minste
afleiden uit zijne betuiging dat in de
eerste plaats moest gedacht worden
den kleinen landbouw tot ontwikke
ling te breDgen en zuinigheid in de
uitgaven te betrachten. De minister
bedoelde zooals ons thans blijkt, dat
die zuinigheid moest toegepast worden
op het bestuurspersoDeel, waarvan de
bezoldiging zeker onevenredig zal
zijn aan wat zij praesteeren. Voor
immigratie van Javaansche gezinnen
is hij ook niet, omdat zij niet
gemakkelijk uitvoerbaar en zeer
kostbaar is en nog niet is uitgemaakt
of zij wel aan de verwachting zou
beantwoorden. Bezwaren heeft hij ook
tegen eene commissie van onderzoek
naar den bodem evenals tegen eene
gouvernemeDts-landbouwbank. Beter
dan dit alles is een geleidelijke
Maar op eens zagen wij van een der
loggers een vlam en een wolk van
blauwen rook op gaan, en weldra het
zelfde van den andere. Daarop hoorden
wij luid rumoer en geknetter op het
koopvaardijschip. In een oogwenk was
de hemel in een hel veranderd en
heerschten daar voor ons op het wa
ter woestheid, vernieling en dood.
Verschrikt waren wij opgesprongen.
Eduarda legde bevende de hand op
mijn arm.
„Ze zijn aan het vechten. Johan
riep ze angstig.,Wie zouden het zijn?
Hoe zou dat afloopen
„Het zijn twee Fransche kapers,
Eduarda, die een onzer grootste koop
vaardijschepen aauvallen, en ze zullen
h -t wel winnen, want de majoor zegt,
dat die kapers altijd zwaar geschut
en veel volk aan boord hebben.
Waarom keert de koopvaarder niet
liever terug naar de monding van de
Tweed
Maar het schip week geen duim-
uitbreiding van den landbouw.
Blijkt hieruit reeds dat de minister
waar hij betuigde niet met den heer
Van Asch van Wijck mede te willen
gaan, daarvoor goede gronden wist
aan te voeren, ook uit zijne overige
verklaringen bleek dat hem de toe
komst van Suriname niet onverschillig
is, maar daarbij 's lands belaug op
den voorgrond behoort te staan. Dit
bleek duidelijk toen hij zeide niet
gezind te zijn Suriname geheel in
handen te geven van particuliere
maatschappijen, al wil hij medewerken
tot opwekking van' slapende energie
in deze kolonie. Voorstellen tot
ontwikkeling der kolonie zal hij ern
stig overwegen.
Het schijnt wel dat de minister er
in geslaagd is de bedenkingen tegen
zijn beleid te ontzenuwen, want bij
de verdere behandeling der begrooting
werden geene bezwaren meer gehoord
en werd deze daarop aangenomen.
Dat onze tegenwoordige Minister
van Biunenlandsche zaken een drank-
vrij rijkspersoneel verlangt, heeft de
ieeraar in de Duitsche taal aan de
hijks Hoogere Burgerschool te Gro
ningen kunnen bemerken, toen hij de
aanzegging kreeg, zijn onderwijs aan
die inrichting te mogen staken, omdat
hij misbruik maakte van Sterke
Drank
Wat zullen er een boel liefhebbers
van een glaasje zijn, die inwendig
't land hebben, nu ook zij evenals een
gewoon bediende of werkman drank-
vrij moeten zijn, om in 's lands dienst
te komen of te blijven 1 (F. V.)
Hé.
Mr. Van Houten stoot zich aan onze
opmerking, dat zijn polemiek op ons
geen verheffenden indruk maakte.
En wat is nu de boutadewaarmee
hij repliceert
„Dr. Kuyper maakt in de Stand.
de opmerking, dat mijne artikelen geen
verheffenden indruk maken. Zij heb
ben zeker niet ten doel hem te ver
heffen."
Nu vragen we toch, waar stuurt
onze Nederland8che polemiek heen,
als door staatslieden van naam zulke
hatelijke lafheden voor goede munt
moeten doorgaan.
Niets zou lichter zijn, dan Mr. Van
Houten, in dupliek hierop, met gelijke
munt te betalen maar we achten dit
beneden den goeden toon.
(De Stand.)
Door de Regeering is een nieuw
wetsontwerp ingediend tot regeling
van de Personeele belasting naar den
grondslag Rijwielen.
Mr. P. J. Troelstra, het Kamerlid,
zal Zaterdag in de zaak Hoogerhuis-
Haitsma door den rechtscommissaris
te Leeuwarden gehoord worden.
Men zegt dat de heer Seret als lid
der Tweede Kamer (voor Gorinchem)
zal bedanken. De „Standaard" spreekt
dit bericht echter tegen.
breed uit zijn koers en zeilde bedaard
voorwaarts. Een fcleine, zwarte bal
werd in den top van den grooten mast
geheschen, die weldra bleek de En-
gelsche vlag te zijD, welke zich in
den wind ontplooide. Onder aanhou
dend gebulder der kanonnen kwamen
de kapers nader. Een oogenblik nog
en de ontmoeting had plaats, waarbij
het koopvaardijschip zijn weg ver
volgde, als een hert tusschen twee
aan hem hangende wolven. De drie
vaartuigen waren nu niets meer dan
één donkere vlek te midden van de
kruitdamp, en uit die wolk versche
nen telkens roode vlammen en zulk
een gedonder van groote en kleine
kanonnen, dat het mij verscheidene
weken daarna nog in de ooren suisde.
Langer dan een uur was de zee in
dien nevel gehuld, en zonder een
woord te spreken, met onrustig klop
pende harten tuurden wij naar den
mast van het koopvaardijschip, om te
zien of de vlag er nog was. Plotseling