Nicht Eduarda.
Woensdag
2 Februari.
Berichten.
No. 14
36e Jaargang.
1898.
Binnenlan d.
E II I L L E T O X.
geb Quist, d. S. W
geb. Jacobs, <J. A. M
geb. van den Berg, z.
ven, geb. Jansen, z.
'eier, z. C. Goovaarts,
d. N. Swennen geb.
N. J. Meiboom geb.
Clais, geb. van Soelen,
an, geb. Alewijnse, z.
geb. Perwez, z. S.
de L4Jser, d. E. J.
eeuse, z. M. Pilius,
'e, z. A. M. Easton,
D. Kannegieter, vrouw
j. P. R. Mets, man
ane, 73 j. A. E. E.
van J. M. van Obergen,
Heijblom, wed. van M.
S j H. van den
E. De.sloover, z. 9 m.
urchart, d. 5 in. C.
3d- M. J. van
9 m.
T el e g r a a f.
MER. Aangenomen de
en de hoofdstukken oor-
t. De minister van oorlog
ie verklaringen omtrent de
nadeelen welke bij inunda-
m8terdam zouden kunnen
ioister van waterstaat zeide
arle overkapping van het
ter toe. Hij noemde de op-
almtractaat ontijdig.Maan-
der discussiën.
AATSLOTERIJ.
100 en honger.
Jan. 5e kl. 12e trekk.
3574 14465 15890 18334
100. Nos. 784 1445 5104
6 8969 10257. f200, Nos,
9788 17423 18533 19087.
9123 18243. f1000.
IJ 0 I N 6 E 9.
sehe barkschip »Nijenstein((
eember met zware lekkage
is binnengaloopen, en den
elburg aangekomen,ie na de
e hebben, beden morgen ai-
gezet om de geleden schade
tberichten.
ssingen, 28 Jan.
f 1.05 per kilo.
4.80 per 104 stuks.
VLISSINGSCRE COURANT.
Prijs per drie maanden ƒ1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij allo Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADYERTENTIËNvan 1—4 regels f 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en eliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
II
Telcplioonnummer ÏO
li
Abonnements-Advertentlën op zeer voordeelige Toorwaarden.
Een leger zonder hoofd.
Volgens de Grondwet heeft de
Koning wel de beschikking (bet op
pergezag) over leger en vloot, maar
is bij niet bevoegd leger of vloot
persoonlijk aan te voeren. Nu eene
koningin aan bet hoofd der regeering
zal komen en ons, leger dus feitelijk
zonder hoofd is, acht het „Nederl.
Dagblad", hel den tijd gekomen in
die leemte te voorzien, eene leemte
die, de treurige ervaring met Grieken
land iu den oorlog inet Turkije be
wijst het, tot de treurigste gevolgen
kan leiden. Flet blad zegt hieromtrent
het volgende
Onder Koning Willem III heeft eer
bied voor de wenecben van een vorst, die
veel aan e<m persoonlijk opperbevel te
lande hechtte, menigeen weerhouden de
strenge toepassing der grondwettige be
ginselen te eiscben, maar nu eene Konin
gin regeert, is er geene enkele reden meer
zegt bet »Ned. Dagblad« een toe
stand te bestendigen, die werkelijk groote
gevai en oplevert.
Ook de bekwaamste generaal ia niet in
staat iets goeda uit te richten, wanneer
bij zich niet reeds lang te voren op zijn
taak heelt kunnen voorbereiden. Toen Mac
Mahon bij Sedan gekwetst was, kwam
het opperbevel aan den generaal Wimpfen,
die eerst den vorigen dag uit Afrika bij
bet leger waa aangekomen, en onder die
omstandigheden is het uiet te verwonde
ren, dat zijne bevelen niet alle even ver
standig waren of niet voldoende werden
gehoorzaamd.
Thans is ons leger feitelijk zonder hoofd.
Den rang van veldmaarschalk, dien
rij zelf.- onder de republiek hadd»- °n
dien onze koning Willem II nog als kroou-
prius heeft bezeten, kennen wij tbana
niet meer.
De chef van onzen staf beeft niet reeds
in vredestijd de noodige macht om als
feitelijk opperbevelhebber te kunnen wor
den beschouwd, en ouder die omstandighe
den staat het te vreezen, dat ons leger in
oorlogstijd een lichaam zijn zal zonder
hoofd
Laten wij dus waakzaam zijn en ons
aan Griekenlauds voorbeeld spiegelen.
De vereeuiging van leeraren bij
het M. O.
liet joagste nummer van Het School
blad bevat een open brief van het
hoofdbestuur der Vereeniging van
Leeraren aan Inrichtingen van Mid
delbaar Onderwijs van den heer G. J.
Buy?, directeur der H.B.S. te Amers
foort.
De aanleiding tot dit schrijven is
een boekje, door het hoofdbestuur aan
alle leeraren en leeraressen aan mid
delbare scholen gezonden, bevattende
eene uituoodigiug om als lid toe te
treden en eene korte uiteenzetting van
het streven der Vereeniging.
De heer Buys oüderwerpt de Ver
eeniging en haar werken aan eene
strenge critiek. Hij wijst er op, hoe
groot het contrast is met dergelijke
corporaties bij het lager onderwijs,
waar werkkracht en solidariteitsgevoel
aanwezig zijn, waar men een goed
5).
Mijn moeder had niet alleen boter,
maar zelfs een schoteltje kruisbessen-
gelei klaar gezet, dat er bij het licht
der kaars smakelijk uitzag.
Ik merkte terstond op dat mijn ou
ders even verbaasd waren als ik over
de groote verandering, die met nicht
Eduarda had plaats gevonden, hoewel
die verwondering op verschillende
wijze werd geuit. Mijn moeder kon
haar oogen niet afwenden van Edn-
arda's mooie kleeren, en dat diDg met
veeren om haar hals wekte zoodanig
inzicht heeft in de bestaande leemten
en gebreken en alle kracht aanwendt
om daarin verbetering te brengen.
Daar springt meu voor met ontslag
bedreigde collega's in de bres, en
waar liet gevaar niet meer te keeren
is, worden ze geldelijk gesteund. De
Vereeniging van leeraren bij het M.
O. laat tientallen van leeraren wegens
zoogenaamd „gebrek aan orde" op
straat zetten en doet uiets. Nooit gaat
van haar protest uit, nooit onderzocht
zij da verschilleude gevallen en nooit
is door haar eene poging aangewend
om deze voor het onderwijs zoo ver
derfelijke manier om leeraren te ont
slaan te keeren.
Een enkele maal, dat de Vereeni
ging blijk van leven gaf, was het
juist eene tamelijk ongelukkige poging
om de bevoegdheid van ingenieurs en
officieren tot het geven van M. te
bestrijden.
De slecht bezochte algemeene ver
gaderingen, de vreemde bepaling, dat
het hoofdbestuur periodiek, in zijn ge
heel, aftreedt, maken, dat soms op
twee opeenvolgende bijeeukomsten de
meest tegenstrijdige besluiten worden
genomen. En al kwam men enkele
malen tot eene conclusie, kracht ging
er van de Vereeniging nooit uit.
Pogingen tot reorganisatie, door
sommigen aangewend, werden over
het algemeen met weinig ingenomen
heid ontvangen.
De heer Buys hoopt later uiteen
te zetten wat z. i. de Vereeniging bij
eene meer ernstige opvatting van haar
werkkring zon kunueu bijdragen ter
bevordering van de belangen en ter
bestrijding van de misstanden bij het
roiddelb; »r onderwijs.
Uit den koers.
In de „Avoudpost" heeft mr. S. van
Houten in een artikel met bovenge
noemd opschrift het volgende gezegd
Dr. Xuyper maakt in de »Staudaard«
de opmerking, dat mijne artikelen geen
verheffenden indruk maken. Zij hebben
zeker niet ten doel hem te verheffen wel
om in bet licht te stellen, welke vreem
de leiding de vrijzinnig-democraten aan
onze staatkunde willen geven en hoe zij
daarbij in zijne kaart spelen. In bet vrij
zinnig-democratisch orgaan «De Vooruit
gang» wordt de tactiek, ook door mij
gevolgd, slimme tactiek genoemd ik kan
zijne partij helaas geen gelijksoortig
compliment maken. Tegenover de kiezers
missen de vrijzinnig-democraten de
oprechtheid der duiftegenover dr. K«iy-
per de listigheid der slang. Tegen
over de kiezers is slimheid zeker
misplaatst, maar in tactische operatiën,
waarin dr. Kuyper medewerkt, kan men
baar niet missen. Duidelijk ia althans
reeds nu, dat de vrijzinnig-democraten
onder den invloed van dr. Kuyper ten
eenenmaie suit den koers» geraken.
Een nieuwe vijand van den
landbouw.
De briefschrijver uit de Residentie
van het „N. v. d. D." schrijft het
volgende
Het bericht dat, er uit Amerika een
nieuwe vijand van onzen landbouw dreigt,
haar verwondering op, dat zij „miss
Calders" zei in plaats van „Eduarda".
Telkens als ze dat deed, hief mijn
nicht op haar eigenaardige manier,
lachend en dreigend tegelijk, den vin
ger op. Toen het avondmaal afgeloo-
peu en zij naar bed was gegaan, ble
ven we nog een oogenblik over haar
praten en moest mijn moeder nog
eens haar verbazing luchten over
Eduarda's kleeding en manieren.
„Maar," zei mijn vader, „het schijnt
mij toe, dat ze zich den dood van
mijn broeder niet erg aantrekt."
Eu toen viel het mij voor het eerst
in, dat zij daarover ook tegen mij nog
met geen enkel woord had gespro
ken.
Het duurde niet lang of nicht Edu
arda was de koningin van ons huis,
en wij allen, met mijn vader te be
ginnen, waren haar zeer gewillige
dienaren. Hoeveel geld zij bezat, wis
ten wij niet; maar dat zij meer dan
genoeg had, bleek uit al haar hande-
doet mij denken aan wat er ten tijde van
den minister Heemskerk geschiedde met
den aardappelkever.
Men herinnert zich de waarschuwingen,
met manifesten en gekleurde prentjes,
het«doodt hem oogenblikkelijk
Welnu, eenige jaren daarna vernam 'k
eens, toevallig, dat om al dia departemen
tale drukte waa gelachen door de »Ned.
Entomologische Vereeniging», die, ala ik
't wel heb, zelfs door bet Rijk wordt ge-
subaidilierd, maar in die entomologische
quaestie heelendal niet wan geraadpleegd,
daar zij anders aan den minister bad
kunnen antwoorden, dat zii alles van den
coloradokever wist, o.a. ook dat
bij in ons klimaat niet kan overwinteren
en dus niet ernstig te vreezen was.
Zou men nu ook wellicht verstandiger
hebben gedaan en thans wèl aan die zeer
deskundige vereeniging gevraagd hebben
wat zij aangaande dien nieuwen vijand
weet
Clandestiene drankverkoop.
De heer A. v. d. E. te Dordrecht
deelt het volgende in het „Sociaal
Weekblad" mede
Begin October 1896 opende hier
iemand een bierhuis zonder vergun
ning. In hetzelfde panel dat gunstig
gelegen is en veel aanloop heeft,
hadden zijne voorgangers wel ver
gunning, zoodnt, zou men zeggen, er
voor de politie alle aanleiding wa-
om den bierhuishouder in 't oog te
houden.
Dertien maanden later ging deze
al failliet. Zijn curator vond nu
onder de papieren van den boedel
zooveel kwitanties en rekeningen van
geleverde sterke drank, dat hij 't
wel de moeite waard vond eens uit
te rekenen, hoeveel 1 iervan in een
zoo kort tijdsverloop' was getapt.
Ziehier het lijstje dat nagenoeg volledig
is. Behalve 239 flesschen madera en
portwijn en 2S liter punch is in
bedoeld bierhuis in het klein verkocht
494 liter jenever, 2l/3 flesschen Catz-
elixer, i44, liter cognac, 31 liter
brandewijn en 10 liter spiritus.
De bierhuishouder verklaarde aan
den curator, dat de politie nooit een
onderzoek bij hem heeft ingesteld naar
eene eventneele overtreding der drank
wet. De man is dan ook nooit bekeurd
en dat nog wel, terwijl hij de met
drank gevulde en aangebroken fles
schen steeds op en bij zijn toonbank
had staan.
De „Haagsche Ct." heeft uit Batavia
de tijding ontvangen dat Ambon op
nieuw getroffen is door eene aardbe
ving, gepaard met zeebeving.
Aangaande den heer J. Stoffel, van
wien bericht werd dat hij tot herstel
van gezondheid iu het buitenland
vertoeft, wordt thans medegedeeld
dat hij reeds een week geleden zoo
goed als hersteld te Deventer is
teruggekeerd.
En toch moet de heer Stoffel juist
om gezondheidsredenen zijn ontslag
uit de Kamer genomen hebben.
Door de Volkspartij aldaar is tot
candidaat van de Tweede Kamer ge-
lingen. Toen mijn moeder haar kost
geld op vier shillings in de week
wilde stellen, bepaalde zij zelf het be
drag op zeven. De mooiste kamer in
het huis was de hare. Het venster lag
op het zuiden en was geheel met
kamperfoelie hegioeid.Allerlei kostbare
diugen ter versiering van het vertrek
bracht zij uit Berwick mede. Twee
maal in de week ging zij daarheen,
en onze wagen was haar lang niet
mooi genoegdaarom huurde zij een
sjees van den pachter August White
head, die kort bij ons woonde. Zelden
kwam ze thuis, zonder iets voor ons
mede te brengen. Nu eens was het
een fraaie pijp voor vader, dan een
Schotsche deken voor moeder, een
boek voor mij of een halsband voor Rob,
onzen hond.Geen vrouw, die zoo royaal
was als zij.
Maar het beste wat zij ons kon ge
ven, was en bleef haar tegenwoordig
heid. Voor mij was zij de zon, die
alles verhelderde. In haar gezelschap
steld dr. J. van Loenen Martinet, te
Amsterdam. Men zegt dat de liberalen
den heer A. van Deventer candidaat
willen stellen.
Eerste Kamer.
Bij de behandeling der vestiugbe-
grootiug werd door den heer Bultman
de vrees uitgedrukt dat het noodige
water tot inundatie van de stelling
Amsterdam, met name in de Haar
lemmermeer door den grooten spoed
waarmee het zal moeten worden
ingelaten, oorzaak zal zijn dat de
dijken bezwijken en het niet voor
inundatie bestemde land eveneens
ouder water wordt gezet.
De minister van oorlog weerlegde dit
bezwaar hiermede dat men zich eene
onder waterzetting dient voor te stellen
van een 20 b 30 c.M. en het daarvoor
benoodigde water zonder veel bezwa
ren kau worden ingelaten. Dit peil
is zelfs verkieselijker boven een dieper,
waardoor het water bevaarbaar zou
zijn. Veel zullen de dijken dus niet
lijden, men zorge slechts voor een
goed onderhoud er van.
Nog had de heer Bultman eene
klacht over de onjuistheid der door
het ministerie van oorlog aan de
leden der Kamer verstrekte kaarten
van de stelling met de forten en
ïnundatiewerken. De heer Bultman
kon daarvan spreken omdat hij dit
wist als bezitter van eenige landerijen,
waar de sluizen en zandhoopen op de
kaart anders waren aangegeven dan
zij in werkelijkheid waren. De minis
ter van oorlog antwoordde dat deze
kaarten werkelijk en opzettelijk zoo
onjuist mogelijk waren en hij er zich
wel voor wachtte aan honderd en
vijftig parlementsleden, hoe betrouw
baar ongetwijfeld ook, de ernstigste
geheimen van ons laatste reduit in
handen te geven. De kaart is bestemd
om U een beeld te gevende stelling
voor U in kaart te brengen, kunt gij
van geen minister verwachten.
Dit antwoord wekte de hilariteit
van de vergadering op.
Op de interpellatie van den heer
Fransen van de Putte, omtrent den
toestand van het boezemwater van
Delfland verklaarden de ministers van
Biuneniandsche Zaken en van Wa
terstaat, dat, hangende het onderzoek
der staatscommissie, geen ingrijpen
hunnerzijds mogelijk was. De heer
Fransen van de Putte achtte dit zeer
verkeerd en verweet der regeering
stilzitten, terwijl de ministers hunner
zijds volhielden gedaan te hebben wat
zij vermochten. Aangenomen zijn de
ontwerpen tot afschaffing der ge
dwongen koffiecultuur in de Minahassa
en tot uitvoerrecht van Javasuiker.
Een adres.
Aan den minister van Marine is
het volgende adres verzouden
„Geven met verschuldigden eerbied
te kennen ondergeteekenden, allen
schepelingen dienende a. b. Hr. Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis,,
„dat zij hooggekapte schoenen van
scheen mij de heide groener, de lucht
geuriger, de gansche schepping schoo
ner toe. Ons leven was niet meer zoo
eentonig als vroeger, nu zij zich in
ons midden bevondzelfs het oude,
sombere huis scheen een geheel ander
aanzien te hebben gekregen. En dat
kwam niet zoozeer door haar fraai ge
zichtje en haar mooie gestalte, maar
meer door haar vriendelijkheid en le
vendigheid van geest, haar aardige
grappige manier van zeggen en het
bevallige in haar kleeding en manie
ren. Dat alles te zamen maakte, dat
men den grond, waarop zij haar voet
zette, te koud voor haar vond en men
in alles haar meerderheid erkende.
Doch zag men te hoog tegen haar op,
dan kwam een vriendelijk woord of
een ondeugende blik uit haar donkere
oogen de gelijkheid weer herstellen.
Maar geheel haars gelijke gevoelde
ik mij toch nooit. Steeds beschouwde
ik haar als een wezen, dat ver boven
mij stond. Hoezeer ik ook mijn best
zwart leder, „gewijzigd model", hier
ter stede solieder kunnen bekomen,
dan het van 's Rijkswege verstrekt
model
„dat zij genoemd model hebben
gedragen, doch deze nu worden ver
boden
„dat de mutsen, verstrekt van
Rijkswege a.b. van genoemden bodem,
niet worden erkend als zijude model,
doch na ontvangst van deze elk
schepeling wordt bevolen een rottin
gen hoepel en een stuk cartou iu de
muts te zetten, teneinde het model te
misvormen, en hij, deze niet hebbende,
disciplinair wordt gestraft
„dat op verschillende vaartuigen
van oorlog ook tevens verschil vau
model bestaat, waardoor wij schepe
lingen niet zijn gehouden een vast
model, van 's Rijkswege verstrekt, te
kunnen erkennen
„redenen, waarom adressanten zich
UExc. beleefd doch nederig verzoe
ken, de schoeneu gewijzigd model en
de mutsen model verstrekt van
's Rijkswege, door Uwe geëerde tus-
schenkomst te mogen dragen.®
Volgen 38 handteekeningeu.
Tot directeur bij het departement
van binnenlandsche zaken is benoemd
tot directeur-generaal mr. C. J. Sickeez.
Examens voor telephoniste.
Ia April aanstaande zal een verge
lijkend onderzoek worden gehouden
voor de betrekking van telephonist,
waarvoor zes plaatsen, uitsluitend
voor vrouwelijke candidaten, worden
opengesteld.
Zij die voor plaatsing in aanmerking
komen, worden aanvankelijk als leer-
ling-telephoniste in dienst genomen
tegen eene vergoeding van 15 of
30 per maand, al naar gelang zij in
of buiten hunne woonplaats worden
werkzaam gesteld.
Na voldoende geoefendheid in den
telephoondienst verkregen te hebben,
worden zij, naar mate van de behoefte,
als thelephoniste aangesteld op eene
jaarwedde van 400, welk bedrag,
bij voortdurende geschiktheid na drie
maanden tot f 500 wordt verhoogd.
Dit jaarlijksche tractement kan met
vijfjaarhjksche verhoogingen van 100
klimmen tot 800, met dien verstande
dat verhoogiug boven 500 eerst
dan kan volgen, als de telephoniste
inmiddels blijk zal hebben gegeven
van ook in de Engelsche taal de
bedrevenheid te bezitten, welke in sub
c van het programma voor de Fransche
en Duitsche talen is omschreven.
Zij die aan het examen wenschen
deel te nemen, moeten zich vóór 19
Maart a. s. aanmelden bij den di
recteur-generaal der posterijen en
telegraphie, door een op zegel ge
schreven verzoek, met nauwkeurige
opgaaf van naam, voornamen en
woonplaats.
De vereischten vindt men vermeld
in de „Staatscourant".
deed om er anders over te denken,
het hielp mij nietik kon haar maar
niet als een lid onzer familie en als
onze gelijke in stand beschouwen. Hoe
meer ik haar lief kreeg, hoe verlege-
ner en gedwongener ik werd, en daar
zij alles scheen op te merken wat er
in mij omging, vreesde ik, dat mijn
zonderlinge houding haar zou belee-
digen of vervelen. Had ik den aard
van die vrouw beter gekend, ik had
mij heel wat moeite en hartzeer kun
nen besparen.
„Je bent lang niet meer zooals vroe
ger, Johan," zei Eduarda op zekeren
keer tegen mij, terwijl ze mij met
haar donkere oogen van terzijde aan
keek.
„Eu eerst heb je gezegd, dat ik
bijna niets veranderd was," antwoord
de ik.
„O, toen sprak ik van je uiterlijk.
Nu bedoel ik nKor uw manier van
doen. Vroeger was je zoo ruw en
speelde je altijd den baas over mij.