Gemengd Nieuws. personen gedood, waaronder tien militairen, en tweehonderd personen gewond zijn. Een telegram van overste Bijland, militair commandant te Amboina, luidde Officieren Ambon en familie ongedeerd, ook die van het stoomschip Arend. Naar het Vad. verneemt, is het wetsontwerp op den leerplicht gereed en zal het ontwerp eerstdaags aan den Raad van State worden aange boden. De Koninginnen en prinses Elisabeth van Waldeck namen Dinsdag deel aan een bal der sociëteit Casino in het hotel Den Ouden Doelen te 's Hage, dat door 200 dames en heeren be zocht werd. Koningin Wilhelmina droeg' een rosekleurig kleed, de Regentes een gebloemde robe en de prinses een licht toilet. H.M. de Koningin danste de eerequadrille met Jen voorzitter van het Casino, L. R. baron van Taets van Amerongen, kamerheer van wijlen Z.M. den Koning en hof maarschalk van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik. Naar men verneemt is tot minister van marine benoemd de gep. vice ad miraal jhr. Roel). Dat kan ter beantwoording dienen van den Haagschen correspondent der „P. Gr. Ct.", die onder reserve het gerucht mededeelde, dat we in 't ge heel geen minister van marine zouden krijgen, maar de departementen van Oorlog en Marine worden vereenigd onder éen hoofd, een minister voor de nationale defensie, terwijl er dan een Directeur-generaal van Marine zou worden benoemd. De „N. R. Ct." meldt de volgende bijzonderheden omtrent dennieuwbe- noemden minister Jhr. J. A. Rüell heeft den leeftijd van 50 jaar bereikt. In 1851 werd hij ter op leiding voor den zeedienst geplaatst bij de Academie te Breda en in 1856 werd hij van adelborst le kl. bevorderd tot luite nant ter zee 2e. kl. In verschillende ran gen was hij o. a. commandant van den monitor Heïligerlee, van het stoomschip Kijkduin, le Aruba, de Marnix, de Van Speyk. Voor de beleidvolle wijze waarop door hem de zending met de Aruba naar de westkust van Afrika is volbracht, ver wierf hij de goedkeuring van 's Konings regeering. Sedert 1890 schout-bij-nachl, werd hij in 1892 bevorderd tot vice-admiraal. Mid delerwijl was hij in 1891 opgetreden als commandant der zeemacht en chef van het departement van marine in Nederl. indië, ter vervanging van den vice-admiraal thans staatsraad, Ten Bosch. Hij vervulde die hooge betrekking tot 1894, in welk jaar hij met 1 Nov. op zijn verzoek werd ge- pensionneerd. De nieuwe minister was van 1876 tot 1879 adjudant van Z. K. H. prins Hen drik en ging in 1879 als adjudant in ge wonen dienst van Z. M. den Koning over. Sedert 1 Mei 1891 is hij adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Ko ningin. In 1891 vervulde hij de opdracht van H. M. de Kouingin-Regente8 omdenDuit- schen Keizer in de nabijheid der Neder- landBche grenzen te complimenteeren. De heer Röell heeft in verschillende vereenigingen voor maritieme en krijgs kundige belangen getoond veel ervaring in het debat te hebben, en heeft ook vaak in geschriften zijne meening over maritieme zaken uiteengezet. Hij is de broeder van den minister van buitenlandsche zaken in het vorige Kabinet. Officieel zijn thans als candidaten voor lid van de Tweede Kamer in het kiesdistrict Rotterdam IV gesteld de heeren jhr. mr. T. A. J. van Aseh van Wijck (a. rW. P. G. Hels- dingen (s. d.), G. van Herwaarden (chr. hist.), dr. R. P. Mees R. Azn. (lib.) Met het oog op de verdeeldheid die onder de anti-revolutionairen bij deze candidatuur zich geopenbaard heeft, zegt de „Nederlander* het blad van den heer Lohman, het volgende „Wij wenschen den liberalen met deze candidatuur geluk. De verkie zing van den heer Mees i3 thans verzekerd." Er wordt voor den sociaal-democra- tischen candidaat sterk geijverd.Behalve de candidaat zelf, zullen paarsgewijze in het kiesdistrict IV optreden de heeren van Kol, Kruythof, ds. Melchers, mr. Troelstra en Vliegen. Men meldt uit Nieuwediep Hr, Ms. pantserdekschip Zeeland, met defect stuurstoel en eenige andere schade in de haven gesleept, is in het droogdok geplaatst, om te worden onderzocht. Een zevenjarig wonderkind, Bruno Steindel, heeft te Amsterdam de be wijzen van zijn groote vaardigheid in het piano-spel gegeven. Het „N. v. d. D." zegt in zijn verslag omtrent dien wonderknaap het volgende De kleine Bruuo Steindel, wien derecla- metrom reeds vooruitgeloopen was, opende zijn piano-avond met het eerste deel uit Beethoven's z.g. Waldstein-sonate. Zij, die het programma z6ó samenstelden, pleeg den hiermede een vergrijp aau de kunst. Afgescheiden nog van de physieke kracht, welke vereischt wordt voor de wedergave van zoo'n zwaar werk, kan een zoo klein knaapje onmogelijk den grooten geest van een Beethoven begrijpen, en wel in eene sonate die eertijds behoorde tot eene lie velinge van Rubinstein. Veel beloofde dit niet voor de rest van het programma gelukkig echter bleek die vrees gedeeltelijk ijdel te zijn, daar de andere, kleinere stukken, die het program ma vulden, vooral het Lied ohne Worte, van Mendelssohn, en het Impromptu, van Leschetigky, werkelijk getuigenis aftegden van het talent van het alleraardigst knaap je. Een talent, hetwelk thans nog zeer uiterlijk is, maar mettertijd «misschien» goede vruchten kan dragen. Misschien, want als dat kind verder nog geëxploi teerd wordt in de concertzalen, waar 't niet thuis behoort, dan is er meer kans op, dat 't reddeloos verloren, dan dat 't voor de toekomst nog wat belooft. Moge dat kind onder verstandige leiding komen moge 't in den eersten tijd veel spelen en ravotten met andere kinderen en dan later goed en deugdelijk onderwijs ont vangen in die jaren weinig piano stu- deeren en dan ten slotte op breeden grondslag muziekstudiën maken, dan ja, dan kan misschien het onmiskenbaar aan wezig zijnde talent van den knaap geheel tot rijpheid komen. Te Loon - op-Zand is eergisteren na eene korte ongesteldheid overleden jhr. mr. J. B. A. J. M. Verheijen, lid van de Eerste Kamer en inspecteur van het lager onderwijs in de le inspectie. VLISSINGEN, 13 Januari. Men zou zoo zeggen als men leest dat muziekwerkon,die in hun tijd een verba- zenden opgang maakten, daarna in ver getelheid geraakten, maar eeuwen later uit het stof, waarin zij langzamerhand verteerden, werden opgedolven en aan de kinderen van verre nageslachten een ongekend genot schonken, dat de productiviteit onzer tegenwoordige musici te weuschen overlaat, en de geniale werken, die in vorige eeuwen op dat gebied het licht zagen, niet meer het deel zijn van den tegen- woordigen tijd. Zou dat verschijnsel zich thans ook in de tooneelwereld voordoen, nu het levende geslacht grepen doet naar wat nog in de schatkamers van reeds lang gestorven kunstenaars in rustige rust lag en dan tot zijn verbazing be merkt dat niet alles wat op zijde ge legd werd en als onbruikbaar be schouwd, de aandacht onwaardig is, dat er nog tooneelstukken zijn die ook in onzen tijd de opvoering verdienen. Wij zien dit verschijnsel o.a. beves tigd uit het feit, dat onlangs in de voornaamste plaatsen onzes lands een blijspel werd opgeroerd, dat met zeld zaam genoegen werd aangehoord. „Krelis Louwen," dat gisteren avond door de artisten van den „Tivoli Schouwburg" van Rotterdam voor de vereeoiging „Oefening en Genoegen" werd opgevoerd, is zulk een stuk uit de „oude doos," dat nu nog de vat baarheid bezit om ons eenige aange name uren te schenken. Het is wèl een stuk uit de „oude doos," want zijn maker, Pietèr Langendijk, leefde van 1683 tot 1753, zoodat zijn „Krelis Louwen" met recht op een eerbied- waardigen ouderdom mag bogen. Hem werd verweten dat zijne blijspelen aan platheid lijden en dit is ook in „Krelis Louwen" merkbaar, maar dit mag hem in een tijd, toen men heel andere be grippen om trentfatsoen was toegedaan, niet kwalijk genomen worden; boven dien is het zoo erg nietdie plat heden zijn meer naïeveteiteu dan wel zonden tegen de goede zeden. Zij geven geen bepaalden aanstoot en beletten niet zich hartelijk te amuseeren met een stuk, dat den naam verdient van blijspel en van het begin tot het einde een vroolijke stemming teweegbrengt door de in grooten overvloed aanwe zige grappige tooneelen. Het is ove rigens weer in zoover van onzen tijd dat het eene ondeugd aan de kaak stelt, die in onzen tijd ook niet ontbreekt, nl. de zucht naar standverheffing. Langendijk doet dit door een boer ten tooneeie te voeren die aan grootheidswaanzin lijdt en daaraan zijn geld opgeofferd zou hebben, doch daarvan genezen wordt door eeue komedievertooning door Ferdinand den minnaar zijner pleeg dochter, en eenige zijner vrienden op touw gezet, waarin de boer tot koning wordt uitgeroepen doch ondervinden moet dat grootheid niet altijd te be nijden is. Ten slotte begrijpt boer Klaar dat bij het gelukkigste in zijn eigen stand zal zijn. De heer Fritz Bouwmeester, die deze rol vervulde, was een onbetaal bare boer. Zooder tot eenige over drijving te vervallen, was hij in hou ding, in gebaren, in uitdrukking het type van een zelfvoldanen boer, maar ook hebben de dames A. Beuskes en M. Sasbasch als Vrouw Klaar en Alida en de heer Henri Morriën als Ferdinand en alle leden van het gezelschap hunne rollen op eene wijze vervuld, du ohze bewondering op wekte. Men mag huu dankbaar zijn dat zij door hun uitstekend samenspel eenige uren van het grootste genot schonken door de opvoering van een tooneelspel dat ook in onzen tijd nog de tranen in de oogen doet komen van het lachen. Van gansch anderen aard was het tooneelspel „Gringoire" dat „Krelis Louwen" voorafging. Het behandelt eene treurige, maar blij-eindigende episode uit de regeering van Lodewijk XI, onder wiens regeering een gewezen barbier, Olivier le Daim, zulk een noodlottigen invloed in Frankrijk uit oefende en zoovelen van het leven deed berooven die hunne ontevreden heid over zijn bestuur aan den dag legden. Ook in dit stuk toonde de heer Bouwmeester als Lodewijk XI zijne groote gaven als tooneelspeler, was de heer Erfman als Pierre Gringoire meesterlijk en vertolkte de heer Henri Morriën den somberen en bloeddor- stigen Olivier le Daims natuur getrouw. Loyse, de dochter van den koopman Fouruier, door mej. M. Sasbach voor gesteld, maakte indruk, door hare lieve verschijning en de wijze waarop zij haar rol vervulde. In 't kort men zal wel niet licht een avond vergeten, waar op zoo veel schoons aangeboden werd. Op 31 December 1896 bestond de langer ophouden." Rüppert glimlachte. Zulk een kamlte had hij nooit gezien. „Wanneer verlangt ge mijn gezel schap vroeg hij. „Zeer spoedig," antwoordde Stein- furt. „Ge hebt mij geslagen en ik eisch voldoening. Wij moeten vech ten.» „Dat hebt ge straks al gezegd en ik heb dat verzoek toegestaan.» „Belooft ge mij," vroeg Steinfurt, „dat ge komen zult, waar en wan neer ik u binnen de eerste drie da gen laat roepen „Ik zal komen, antwoordde Rüp pert. „Goed', hernam Steinfurt „Goeden nacht." Hij zeide dit zoo rustig alsof hij afscheid nam van een vriend. Toen vertrok hij. Rüppert oogde hem na, totdat hij uit het gezicht was ver dwenen. „Daar loopt een gemeene schurk," bevolking van Vlissingen uit8427 m., 8711 vr., totaal 17138 personen. Zij werd vermeerderd door vestiging met 803 m., 619 vr., totaal 1422 pers. door geboorte met 391 m., 327 vr., totaal 718 pers., samen 9021 m., 9657 vr., totaal 19278 personen. Zij werd verminderd door vertrek met 674 m., -479 vr., totaal 1153 pers. door overlijden met 142 m., 136 vr., totaal 278 pers., totale vermindering 816 m., 615 vr., totaal 1431 personen. Zoodat de bevolking op 31 December 1897 bestond uit 8805 m., 9042 vr. totaal 17847 personen. Van Vlissingen naar Bazel over Milnster am Stein zal volgens de „N. R. Ct." door de S.S. Mij. een direct personen en goederenvervoer worden ingesteld. Met de nachtboot „Prins Hendrik* der Maatschappij Zeeland, kwam gisteren ochtend alhier van Londen aan prins Albert van Sleeswijk Hol- stein die met den aansluitenden snel trein zijne reis naar Berlijn voortzette. De 2e luitenant J. van Dijk, van het 3e reg. inf. alhier, heeft aange vraagd om gedetacheerd te worden bij hètO.I. leger. Lijst van brieven geadresseerd aan onbekenden, ten postkautore alhier, ter verzending ontvangen gedurende de le helft der maand December jl. Wed. Turk, Breda; mevrouw de Bruijn, 's Gravenhage A. Blom, Rot terdam mej. C. v. d. Werf, briefk. Amsterdam; J. v. d. Steen, Brunswich. Men schrijft ons uit Middelburg Hier ter stede zal heden avond een vergadering worden gehouden van belangstellenden, teneinde commissie leden te benoemen die met de Kro ningsfeesten hunne diensten verleenen willen bij aau te brengen versieringen en een vast te stellen feestprogramma. De Zeeuwsche Hypotheekbank die alhier zal opgericht worden, wordt gevestigd in een der grootste heeren- htiizen in de Lange Delft, het huis dat bewoond werd door den heer J. H. C. Heijse. Naar men meldt, is het werk tot verbetering en vergrooting der haven te lerseke thans gegund aap den laagsten inschrijver, den heer Prins te Sliedrecht,voor de som van 38,100. De aannemer hoopt begin Maart het werk aan te vangen en in hoogstens vier maanden ermede gereed te zijn. m Tegen drie jeugdige dieven te ler seke, jongens van pl m. 16jarigen leeftijd, is als verdacht daar ter plaatse meerdere diefstallen te hebben gepleegd, procesverbaal opgemaakt. Men schrijft ons dat binnenkort een stoombootdienst GoesAmsterdam en tusschenliggende plaatsen geopend zal worden. Men schrijft ons uit Sluis Dinsdag vierde Riethof, gewezen po litiebeambte, zijn 90enjaardag. Hij is de eenige in deze gemeente, die gerechtigd is tot het dragen van hetMetalen-Kruis. Bovendien is zijne borst versierd met de Citadel-medaille, 's Avonds bracht het muziekgezelschap „Apollo" den grijsaard eene serenade. Dat het den jubilaris niet aan bewijzen van belangstelling ontbroken heeft, behoeft zeker geen betoog. De wet, volgens welke sommige amb- naren op 70 jarigen leeftijd hun ambt moeten nederleggen is niet in toe passing bij h -m. Riethof nl. is nog marktmeester. zeide hij in zich zelf. „Ik ben be nieuwd, waar de kerel mij opwacht. Hij weet alles." De beide dames stonden vol angst Max' terugkomst af te wachten. Louise durfde het niet wagen mevrouw Rüp pert alles te vertellen, wat zij van Steinfurt wistdit zou voor het oogen- blik toch niet baten. Maar waar bleef Rüppert Zou hem kwaad zijn over komen in gezelschap van dien man M8X keerde echter spoedig rustig en kalm terug. „Ik heb dien kerel weggekregen," zeide hij. «Hij is stapelgek.* „Gek ?tloudt gij hem wezenlijk voor krankzinnig Is hij gevaarlijk „Voor het oogenblik misschien niet maar wij zullen toch op hem laten toezien." „Hij komt hier toch niet terug?" „Neen hij komt hier niet terug daarvan kunt gij u verzekerd hou - den." Spoedig daarop nam hij afscheid Men meldt ons uit Zuiddorpe In den nacht van Maandag op Dinsdag hebben de Belgische douanen onder het gehucht Kruisstraat, ge meente Moerbeke, twee stuks hoornvee aangehouden, die van Nederland frauduleus werden binnengevoerd. De smokkelaars zelf wisten te ontsnappen. Naar men zegt, hadden de douanen Maandagavond, aan het heen en weer loopeu van erkende smokkelaars om den weg te verkennen, gemerkt, dat er dien nacht een smokkelpartij te wachten was. Men meldt ons uit Overslag. Tegenwoordig ziet men hier dage lijks verscheidene wagens ongedorsch- te haver België binnenvoeren. Dit verschijnsel vindt hierin zijne verkla ring, dat door het Belgisch gouverne ment op gedorschte haver 3 fr. per 100 Kg. invoerrecht wordt geheven, terwijl ze in het s'roo vrij is. Zoo weten de boeren hun graan toch on belast en tegen een goeden prijs van de hand te doen, doch meteen wordt onzen werkman, die het in dezen tijd toch al niet al te ruim heeft, veel werk ontnomen, wat wel te betreuren is. En zoo zijn we het ook hier weer eens met den schrijver van de „Grenskwestie" in uw blad De bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen, hetzij boer of werkman, zijn de dupen van de historie. Kerk- en Schoolnieuws. Ned. Heev. Keek. De heer J. D. van Spankeren, predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Heinkenszand, herdacht Maandag II. onder zeer vele blijken van belangstel zijner 40-jarige Evangeliebediening. Zijn gemeenteleden schonken hem een prach tige boekenkast, terwijl meerdere geschen ken deden blijken hoe deze leeraar geacht en bemind is. In de Engelsche kerk te Middelburg zijn vijf boogvensters door gekleurd papier, imitatie van gebrand glas, ingericht tot gedachtenisramen aan het jubilé van Ko ningin Victoria. Tot lid van het «Algemeen collega van toezicht, op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen bij de Hervormde ge meente in Nederland,» is, voor Zeeland, benoemd de heer A. de Roo l'zti., te Groede; tot diens secundus, de heer mr. P. J. Callenfels, te Middelburg. R. K.Kerk. Men meldt oub uitOverslag De beer S: De Geuleners, koster der R. K. Kerk alhier, is als zoodanig be noemd te Saftelare te (België), wat voor hem een belangrijke verbetering mag ge noemd worden, daar zijn inkomen op zijn nieuwe standplaats het dubbeie onge veer fr. 2000 bedraagt van zijn tegen woordig salaris. De jaarwedde van een te benoemen onderwijzer met hoofdacte aan de open bare lagere school te St. Maartensdijk ia vastgesteld op f 600, met opklimming. De heer J. Berrevoets te lerseke staat no. 1 op de voordracht ter benoe ming van een onderwijzer aan een der- openbare scholen te Haarlemmermeer. RECHTSZAKE N Naar de openbare terechtzitting der rechtbank te Middelburg is verwezen J. O. 28 jaar, geboren te Zaamslag. wonende te Ter Neuzen, ter zake dat hij ter terecht zitting der rechtbank te Middelburg den 9 Nov. 11. als getuige gehoord in eene strafzaak, opzettelijk, valschelijk en in strijd met de waarheid, onder eede, eene verklaring ten gunste van een beklaagde heeft afgelegd. Door het O. M. bij de rechtbank te Maastricht is tegen den vader, die zijn zoon in eene kist had opgesloten, waaruit hij door de politie werd verlost, eene ge vangenisstraf van 5 maanden geëischt. Het Handelsblad geeft van het drama in de Westerstraat te Amsterdam de volgende lezing en werd al de ellende in den slaap vergeten. In den loop van den volgenden dag ontving Rüppert geen tijding van Steinfurt. Hij hield zich echter over tuigd, dat Steinfurt hem zou laten komen, en hij was benieuwd, waar en hoe het zou zijn. Iu den morgen ging hij zijn zuster bezoeken en vernam tot zijn vreugde dat de dames weer gedeeltelijk van den schrik bekomen waren. „Louise is heel wel," zeide de ba ronnes. „Zij is zoo flink en moedig. Doch die man moet zinneloos zijn." „Ja dat is hij", zeide Max. „Zeide hij niet iets," vroeg de ba ronnes. „van uw naam en den zijne, of heb ik dat in mijn angst verkeerd verstaan?» „Ja, hij zeide wel zoo iets," ant- woorde Rüppert, en dit versterkt mij in mijn overtuiging dat hij krankzin nig moet wezen. Doch dit is van geen gewicht. Ik denk niet, dat wij ooit meer van den kerel zullen hooren.» Wordt vervolgd.) Steinfurt glimlachte. „Misschien is het voor het oogen blik ook beter alles voor ons te hou den." zeide Steinfurt. „Later zullen de dames er misschien wel belang in stellen.» «Mag ik buiten een woordje met u spreken ?"fluisterde Steinfurt tot Rüp pert, doch niet zoo zacht,of Louise had het gehoord. „Ga niet met hem mee" zeide zij smeekend. „Maak u niet ongerust", zeide Stein furt. „Ik zal Rüppert geen kwaad doen. Maar als mijnheer bang voor mij is. „Ik ben niet bang voor u,« ant woordde Rüppert koel. „Kom mee naar buiten, dan zal ik u zeggen, wat ik te zeggen heb." De beide mannen verlieten de ka mer en gingen de trap af naar bene den. Toen stiet Rüppert de deur open en ging met Steinfurt naar buiten. „Welnu," zeide Rüppert, „wat hebt ge mij te zeggen? Zeg het gauw en maak dan dat je wegkomt." „Ik heb u te zeggen, dat wij sa men zullen vechten, totdat één van ons beiden een man des doods is." „Goed" zeide Rüppert. „Kunt ge vechten ook zonder floret waarvan de dop afgebroken is «Dat zult ge zien.Het litteeken van den slag dien ge mij hebt toegebracht, zal niet zoo heel spoedig verdwijnen. Ik zal pijn voelen, totdat wij met el kander hebben afgedaan." „Ik werd verwoed op u," zeide Rüppert. "Gij zijt een schurk, als gij misschien niet zelf de man met den rooden baard zijt." „Zijt gij dan geen schurk vroeg Steinfurt. «Wat bedoelt ge „Ik bedoel, of gij ook niet een an deren naam hebt, den naam dien ge droegt, toen gij den vader van juf frouw Rhader dooddet. Maar ge zult wel verlangend zijn naar de sociëteit terug te keeren. Daarom zal ik u niet

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 2