Vrijdag W Januari. 1898. No. 6 30e Jaargang. Gemeentebestuur. IS 9 7- IIRAAT Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever: F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, X. 187. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Telephoonnummer ÏO Abonnements-Advcrtcntiën op zeer voordecllge voorwaarden Hooldelijhe omslag. Beschrijvingsbiljetten voor den TToofdelijken Omslag. Burgemeester en Wethouders van Vlis- siugen herinneren de belastingplichtige ingeze tenen aan hunne verplichtingen om lo. de biljetten voor den ïïoofc?elijken Omslag behoorlijk in te vullen en daarop eene nauwkeurige opgave te doen van het getal minderjarige kinderen, die zij ten hunnen laste mochten hebben, van de per- sonenen met een eigen inkomen, die bij hen inwonen enz. 2o. die biljetten te onderteekenen 3o. de biljetten, die niet afgehaald zijn binnen den op het biljet bepaalden termijn of die, wanneer zij worden afgehaald, nog niet ingevuld zijn, binnen acht dagen daarna te doen bezorgen ten kantore van den Ge meente- Ontvanger. Tegen hen, die de biljetten niet of niet behoorlijk invullen ot de biljetten niet binnen den bepaalden termijn inleverenzal inge volge art. 3 der verordening op de invor dering proces-verbaal worden opgemaakt. Vlissingen, den 13 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. BEKEND M AKIN G. Afgekeurd Vleesch: Burgemeester en Wethouders van Vlis singen maken bekend dat in de maand December 1897 door den keurmeester van het slachtvee en vleesch afgckciirtl zijn als nadeclig voor de gezond beid twee Runderen zestig K.G. Runder worst tien K.G. Rookvleesek twee vaatjes Hutspot acht ingewanden van Runderen twee ingewanden van Varkens, en acht ingewanden van SehapeD. Voorts herinneren zij belanghebbenden voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij artikel 207, 3e lid der Alg. Verord. van Politie, luidende «Wanneer het herhaaldelijk voorkomt, dat bij eenzelfden slager of vleeschverkooper voor de gezondheid nadeelig vleesch wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn Burgemeester en Wet houders bevoegd, zulks met vermelding van de namen van den belanghebbende, ter openbaie kennis te brengen. Vlissingen, 13 Januari 1898. Burg. en Weth. voorn. VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, G. J. BISSCHOP. II. Het nieuwe jaar was nauwelijks aangebroken, of alle nieuwstijdingen werden overstemd door groote en be langrijke gebeurtenissen in het Oosten van ons werelddeel, bepaaldelijk op f til U I 11 II T O Vrij bewerkt door AMO. 31). Zij beproefde te lezen, maar zij kon haar aandacht niet bij eenig boek be palen. Toen ging zij weer naar het halkon, opende dit en keek naar bui ten. Een oogenblik bleef zij naar het prachtige maanlicht staren en toen ging zij weer naar Linnen, de balkon deur openlatende. Zij had besloten niet naar bed te gaan, voordat zij slaap kreeg. Met dat besluit viel zij op de plaats waar zij zat in slaap. Hoe lang aliep zij? Dit zou zij het groote eiland Kreta, met zijne Turksche regeeriug over eene ge mengde, grootendeels Grieksche christenbevolking. Het Turksche bestuur, een ergerlijk wanbestuur en bovendien eene regee riug van onderdrukking der christenen, was steeds een bron van ongeregeld heden, van onrust en van opstanden op het eiland. De Europeesche groote Mogendheden trachtten Turkije over te halen tot hervormingen en tot het geven van autonomie (zelfbestuur) aan het eilandmaar de Groote Heer schoof steeds alles op de lange baan. In februari beging Griekenland de onvoorzichtigheid, om de stille ver standhouding met de Kretenzers, die steeds bestaan had, voor een openlijk partij trekken te verwisselen. Het zond twee oorlogschepen naar de kust van Kreta, en van dat oogenblik af streefde men van weerskanten openlijk naar de zoo lang gehoopte vereeniging. De mensch in dit geval koning Geor- gios van Griekenland, wikt, maar be schikt niet. I)i herhaalde christenmoor- den der laatste tijden, vooral in Armenië, hadden eenejbeweging tegen de Turken tengevolge gehad en de overleggingen van de groote mogendheden wezen op krasse maatregelen. En nu de Kre- tenzer-quaestie er bij kwam, achtten velen het oogenblik gekomen, dat het Turksche rijk uiteen spatten, de Sultan uit Europa verdreven zou wor den en zijne Europeesche bezittingen verdeeld zouden worden. Hoe geheel anders is het geloopen! De vijf groote mogendheden, En geland, Frankrijk,Rusland, Duitschland en italic!, namen op zich de zaken op Kreta weer in orde te brengen. Maar zij hadden geen succes van die genomen maatregelen, omdat zij daar bij zeer onhandig te werk gingen en geen der partijen de bevrediging verlangde. De Grieken wilden dit waarschijnlijk wel het allerminst. Zij droomden van vereeniging, van eene aanhechting van het groote eiland aan de kroon van Griekenland. Zij verloren alle voorzichtigheid uit het oog. Hun on geregelde troepen, vrijscharen, die een beter georganiseerd bestuur niet dulden zou, trokken over de grenzen van Turksch-Tkessalië en. op den eersten Paaschdag der christenen, verklaarde de Sultan aan Griekenland den oorlog. Zijn voortreffelijk, door Duitsche officieren geoefend leger, maakte zich in korten tijd van Thes- salië mee-ter, en Griekenland was tegen wil en dank verplicht den vrede op tamelijk gunstige voorwaarden aan te nemen. Haddeu de mogendheden het niet verhinderd, de Turken zouden zich ongetwijfeld opnieuw hebben meester gemaakt van de provincie Thesealië,die zij in een vroegeren oorlog gedwongen waren aan Griekenland af te staan. Het einde der geschiedenis was dat de Zieke Man, ook wel den Groot- Moordenaar geheeten, maar in waar heid de Sultan der geloovigen, door alle Mohammedanen als hun Heer er moeilijk hebben kunnen bepalen. Doch plotselings schrikte zij door een zon derling geritsel buiten het venster op. Een man klom tegen het balkon op. Al de verhalen die zij ooit van dieven en moordenaars gehoord had, spookten haar opeens door het hoofd het was te laat om de balkondeur dicht te doen. De man, wie het ook wezen mocht, was reeds op het balkon. (/Schrik niet," zeide een haar maar al te welbekende stem. „Ik ben een vriend, geen vijand." Het was professor Steinfurt Jozef Braun. Louise deinsde achteruit. Hij trad de kamer binneu. Professor Steinfurt hier op dit uurHoe zijt gij hier binnenge komen? Wat doet gij hier?" //Ik ben in den boom geklommen en door het open venster hier gekomen. Dat was niet moeilijk," zeide hijter kend, vaster in den zadel zit dan ooit te voren. En het arme Kreta, eeuwen lang ten prooi aan vreemde overheersching Het is, ja, zelfstandig verklaard, onder erkenning van het oppergezag van den Sultan, maar een Gouverneur, een christen-gouverneur namelijk, is nog niet gevonden, en de troepen en schepen der mogendheden moeten nog altijd waken voor nieuwe rustversto ringen, totdat de man zal gevonden zijn, die aan het afgetobde land de rust hergeeft die het zoozeer behoeft. Nu we toch in het Oosten zijn, moet het groote land in Azië, Vóor- Indië, of ook wel Engeisch-Indië ge naamd,ons een oogenbhz bezig houden. Men kent de verhouding van En geland tot de volksstammen in Vóór- Iudie. Zij is ongeveer dezelfde als die der Nederlanden tot de volken van den Oosi-Indischen Archipel. Ook daar altoosdureud verwikkelingen, op- tanden, verraad enz., gevolgd door een ook altoosdureud verder indringen en uitbreiden van de eens verkregen machtde groote vloek van het koloniaal bezit. Het groote Hindoesche Rijk (want de bewoners behooreu grootendeels tot dien godsdienst) heeft een ramp spoedig jaar gehad. In Januari en Februari kwamen telkens berichten in omtrent de verschrikkelijke pest en den hongersnood, die de arme bevolking teisterden. Dergelijke rampen zijn daar zeker niet vreemd, maar treurig is het, dat de Britsche regeering zoo weinig doet om gezo. dheid en wel vaart in hare uitgestrekte beztttingen te bevorderen, en daardoor voor een groot deel schuld heeft aan de rampen die het groote gebied troffeu. Eenige maanden later zou Engeland opnieuw ondervinden, hoe het kolo niaal bezit in het Oosten voor de Westervolken een eeuwigdurende bron van moeielijkheden is. De tegen hun wil in afhankelijkheid gehouden in- landsche stammen zijn natuurlijk haters van hen die op hun gebied de baas zijn, en boven alles zijn zij haters van den godsdienst der christenen. Dit moet men nimmer uit het oog ver liezen. In het midden van den zomer kwa men telkens berichten omtrent oproeri ge bewegingen aan de noordwestelijke grenzen, aan den kant van Afghanistan ouder den zeer vijaudigen stam der Afridi's. Deze vielen een post in Beloetsjistan aan en doodden de be zetting, die ook uit Indiërs bestond. Maar de inlandsche koloniale troepen bleken ook niet zeer te vertrouwen, en in den Khaiber-pas, een zeer gevaarlijke bergpas, stonden welhaast vier duizend vijanden gereed om de oprukkende Engelschen te ontvangen. Ons voornemen is niet, den loop te schetsen van den gedurende het najaar in deze streken door de Engelschen gehouden veldtocht. Deze eindigde natuurlijk met een betrekken der winterkwartieren, waarbij de terug trekkende troepen als het ware door wijl hij tusschen haar en de deur ging staan. j,Maak u niet ongerust, juffrouw Rahder. Ik zal u niet verder storen, als ge slechts een oogenblik naar mij wilt luisteren," zeide hij de deur ach ter zich diebtdoende. „Ik maak mij niet ongerust. Doch ik verzoek u de deur open te laten." ,/lk heb mij vergist; wat zou dat?" ,;Dat ik zal bellen om hulp om uwentwil zoowel als om mij zelf. Want ik geloof, dat ik een zinnelooze voor mij heb." „Gij behoeft u voor mij niet te ver ontrusten. Ik ben niet zinneloos. Ik ben volkomen goed bij het hoofd. Ik dacht, dat Rüppert, alias Wilhelm Brust, hier logeerde ik heb iets met hem af te rekenen bij heeft tnij be- leeuigd". Zijn oogen vlamden van drift en hij scheen naar een wapen te zoeken. Doch er werd reeds aan de deur ge klopt. onzichtbare vijanden werden bestookt. Wat het voorjaar zal opleveren kun nen wij niet voorspellen ;maar wellicht zal het aanstaande seizoen den En gelschen nog handen vol werk geven. Merkwaardig genoeg is deze opstand er een vau de Mohammedaansche bevolking en brak hij uit na de overwinning der Turken in Thesaalië. Men beweerde daarom dat de Sultan de hand in het spel had. Direct waar schijnlijk niet, maar indirect was dit vermoedelijk wel het geval, want de zegepraalvan de halve maan is voor da dweepzieke Mohammedaansche Indiërs althans eene aansporing, om zich te verzetten tegen het gehate juk der Europeesche christenen- Binnenland. Eene herinnering aan belasting- betalenden. Misschien is het voor sommige be lastingschuldigen nu de tijd aange broken is voor de invulling van de aangift-biljetten van het Personeel, nuttig hun de volgeude bepalingen omtrent de haardsteden in herinne ring te brengen Voor elk vertrek, dat verwarmd wordt, wordt één haardstede gerekend. Een keuken is een vertrekde zich daarin bevindende haardstede is niet vrij. Een vertrek, waarin een kaehel of an der kooktoestel is geplaatst en waarin zich een rookuitgang bevindt, wordt als ver warmd beschouwd, ook al wordt er nim mer gestookt. Daarentegen worden een vertrek met een roofci'-tgaog, maar zonder kachel of stooktoestel, en een kamer met een kachel, maar met een dicht gemeteelden of be pleisterden rookuitgang, niet als verwarmd beschouwd. Het eenvoudig wegnemen van de kachel pijp is daartoe niet voldoende. De kamer of alkoof, verwarmd worden de door een Btookgelegenheid in een aan grenzend vertrek, is geen verwarmd ver trek. Buizen of andere toestellen, door stoom water of heete lucht verwarmd, worden als haardsteden aangemerkt. Gat- en petroleumkachels, wier ver brandingsproducten buiten het vertrek worden geleid door een schoorsteen, pijp of andere daarvoor opzettelijk gemaakte opening, zijn haardsteden. Badkaohele moeten in dien zin ook ais haardsteden worden aangegeven. Wordt een kachel geplaatst in de af scheiding tusschen twee Vertrekken, dan wordt elk dier vertrekken als verwarmd beschouwd. Plaatst men in den loop van het jaar een kachel of kooktoestel in eenig oor spronkelijk niet verwarmd lokaal, dan moet daarvan onmiddellijk véór de plaatsing zelfs aangifte worden gedaan ten kantore van den ontvanger. Niet-aan- geven van alle aanwezige haardsteden of4 stookgelegenheden, of van het bijplaatsen van dusdanige inrichtingen in den loop van het jaar, is strafbaar. De boete kan tot f 100 gaan en beloopt, als er meer dan f 20 wordt ontdoken, tot het vijf voud daarvan. Vrij zijn in deze de woningen met slechts één haardstede. Toen vloog zij naar de deur, deed die open en mevrouw Rüppert en Max ijlden de kamer in. „Red mij van dien man!" zeide zij, alle zelfbedwang verliezende. Max sprong op den man toe en gaf hem een slag, die hem op den grond deed neerzakken. „Pas op 1 Pas op riep Louise uit. „Hij zal u vermoorden Max bleef onbeweeglijk staan en wachtte den aanval af. Doch professor Steinfurt stond op en zeide „Ik vecht niet in tegenwoordigheid van vrouwen." „Max", zeide baronnes Rüppert, „houd u bedaard. Vertel ons alles, Louise. Blijf hier, mijnheer Steinfurt." „Neen, ik wil liever gaan," zeide Braun, zijn oude, ijzige koelheid weer hernemende. „Ik weet niet, wat ik hier verder doen zou." „Hoe zijt gij zoo spoedig gekomen vroeg Louise. „Ik hoorde u reeds, voordat ik om hulp riep." Een medewerker der „Arnh. Ct.» deelt het volgende mede, waaruit men zien kan hoe men een halve eeuw geleden over het nemen van een bad dacht «Mijr.e moeder,zoo verhaalt hij, w»b eene brave, godsdienstige vroaw. Zij ging trouw des Zondagsmorgens naar de kerk. Om de vijf of zee weken echter ging ze niet dan stond zij aan de oudste meid hare «vaste plaats« af, wachtte tot de tweede aan haar werk was en ging dan met eeu kuip warm water naar hare slaapkamer om zich eens te wasechen op uitgebreider schaal dan gewoonlijk. Vóór de oude meid terug was en de andere haar «in den weg liepee, braoht zij haar kuipje weder zelve beneden en niemand wist wat er ge beurd was! Dit is historisch waarde menschen schaamden zich, dat men ontdekken mocht, dat zij zich aan zoo iets als eene reiniging van het geheele lichaam schuldig maakten. Met die naïeve opvatting van betamelijk heid komt overeen het antwoord van eene bejaarde vrouw aan haar geneesheer, die den raad gaf, dat haar dochter zich eene baden zou wat denkt u, dokter mijn dochters zijn fatsoenlijke meisjes.® Een der berichtgevers van het „N. v. d. D," in het buitenland seinde gisteren aan dat blad Ik verneem uit de beste bron, dat alle gezanten een schrijven vanwege H.M. de Koningin ODtvingen, waarin hun verzocht werd aan de Hoven kennis te geven, dat H.M. geene vreemde vorsten wenscht te ontvangen. De kroningsplechtigheid zal even een voudig zijn als die van wijlen koning Willem III. De Java Ct. deelt de volgende bij- zonderbeden omtrent onzen vriend Toekoe Oemar mede «Toekoe Oemar bleef zich beurtelings te Sapik en te Pantei Tjermin aan den boven loop van de rivier Lambesoi ophouden,waar hij aanvankelijk zijne stijders bijeenhield, en trachtte groote voorraden rijst te ver zamelen. Latere berichten melden, dat hij zijne panglima's tot actie zou hebben aan gespoord en dat hij het aan hen, die wer keloos te Daja bleven,overliet zelf in hunne voeding te voorzien. Ale een gevolg hier van zou Panglima Karim zich weder in het Parang-gebergte vertoond hebben, en zouden E. Amat en Panglima Bintang zich over Lhong naar de Ritiëngbaai be geven hebbeD, alwaar zij eenige Atjehers uitplunderden,en vervolgens in het geberg te zich teruggetrokken. Voorts zouden Pan glima Laboh en Pang Saleh met enkele volgelingen over zee naar Lampce'oe (IV Moekims) gekomen zijn, en zich daar nu in het gebergte ophouden, terwijl Pan glima Hasan over zee naar te Ritiëcg-baai zich had begeven, en verder door de IV Moekims en de Gle-Taroempas naar de IX Moekims. Herhaaldelijk werden patrouil les uitgezonden, maar geen enkele maal kwameD deze met een der vermelde ben den in aaanraking alleen ontdekte de maréchaussóe op den 25en November in het gebergte tea zuiden van Biloel eene woning, die sporen droeg bewoond te zijn, en daarom werd verbrand. Zes Januari heeft te Amboina een aardbeving plaats gehad, waarbij deze geheel verwoest werd, vijftig stad „Max heeft mij geroepen. Hij was nog wat in den tuin gebleven en hij zag iemand naar boven klauteren, naar uw halkon en toen is hij mij komen waarschuwen". „Ik zag, wie het was," zeide Max koel „en toen achtte ik het raadzaam mijn zuster mee te brengen." „Ik ben u zeer verplicht voor uw zorgzaamheid," zeide Braun grinni kend. „Maar ik zal u nu verder niet lastig vallen. Goeden avond, juffrouw Rahder. Het spijt mij, dat ik u schrik heb aangejaagd.» „Ik hoop, dat ik uw gezicht nooit mag terugzien, Steinfurt," zeide ba rones Rüppert. Noem hem niet Steinfurtriep Rüp pert. „Zijn naam is „Houdt op 1" zeide Steinfurt op zoo gebiedenden toon, dat Rüppert zweeg. „Mijnheer Rüppert, wij hebben beiden namen gedragen die ons niet toeko- men.Zal ik uw anderen naam zeggen?» „Stil!" riep Louise.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1898 | | pagina 1