I
jAL
Vrijdag'
7 Januari.
No. 3
36e Jaargang.
1898.
tuin van den
N, en zal op
!RS Co.
ie aualiteitBD
van der
ïsdgk.
pchetsen. M
DEPOT
i.v. i,
VLISSINGEN.
Ons tooneel in verval.
FËU1LLËTO i\.
Binnenland.
Amsterdam.
tte Goederen
n, te verkregen
|pothouders
dat de Goederen,
leren aan de firma
eld, ook van haar
bt verhoogd zijn,
Isluitend van het
lirect aan den koo-
verrekend worden.
Wed. SitseD,
s Vroom-Reijne,
Sngen.
ANDERS. ryi
p, - Kunst, - Lf»J
IUILLETON,
1.62s. Naar r^-
v bEigen Haard," H
n Boekhandelaar.
BIJ
rij
wemsbsms
L 55c) nm
3 25d
2 25c)
3 55
10 20 j>
l 55
10 40 D
215
11 55
325d
12 15
3 45
;erke vm 8 10
8 40
»maakt
naar Breekens hoog-
5 4
7 44
8 4
8 46
6 5
7 sa
4 27
6 46
♦85
2 41
6 24
7 39
8 46
67
10
7 16
7 31
--
54
7 52
*8 51
6 37
8 36
7 40
9 10
d*9 56
10
7 50
8
R Q
9 26
y
8 22
8 29
8 39
952
8 44
8 56
9 4
10 7
9 12
9 25
--
9 34
1081
9 43
10 40i* 10 57
11.
r Engeland
over Vlia-
eizigers vpor
België
en
6 58 10 38
6 3 8j 10 28
7 5011 40
8 32 12
8 48 12 38
9 5 I 12 56
25°
1 26 7
3 10 257
8 50
4 18
4 30
108
VLISSIKIGSCBE COURANT
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VEI.DE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prij3 slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnnminer ÏO
Abonnements-Adrcrtentiën op zeer voordeelige voorwaarden
„Het tooneel moet een leerschool
voor goede zeden zijn" was vroeger
de leus, en onder die leus hebben
uitnemende tooneelspelers en tooneel-
speelsters veel bijgedragen tot verhef
fing der zeden en het tooneel in eere
hersteld. En toch viel er toen op het
tooneel veel aan te merken. Het leed
aan overdrijving, sentimentaliteit, op
geschroefdheid en preekrigheidzij
die de planken betraden, boezemden
nau beschaafde menschen wel eens
afkeer in door hunne onmogelijke
gebaren en wildrollende ocgen bij
het voorstellen van hartstochteu, maar
toch was bij dat alles schering en
inslag de belooning der deugd en de
bestraffing der ondeugd, en in zoo
verre week het tooneel niet van zijn
roeping af.
Het realisme van onzen tijd heeft
daarin eene groote, hoogstbedroevende
verandering gebracht, die ook wel
voor een deel te wijten is aan tal van
vermakelijkheden die niet altijd de
bedoeliug hebben den mensch op het
pad dei deugd te brengen en zijn
smaak voor veredelende vermaken be
derven.
Zeer velen vinden geen smaak meer
iu het luisteren naar ernstige tooneel-
stukken. Het leven eischt zooveel
inspanning en leidt tot zooveel ernst,
aldus meenen zij,dat eene ontspanning,
waarbij geen inspanning noodig is,
en men de zorgen des levens voor
eenige oogenblikken dooreen vroolijken
lach doet verdwijnen, eene behoefte
is geworden, en dus wordt het tooneel
steeds minder bezocht, en de tooneel-
directiën, bezorgd voor eene goede
recette, geven aan dien drang toe én
vergasten het publiek op stukken,
waaraan alle opbouwenden invloed
ontbreekt, maar die de kas vullen.
Op dien achteruitgang is in ver
schillende bladen door bevoegde
beoordeelaars gewezen. Van sommige
stukken die stampvolle zalen lokten,
werd gezegd dat ze het Nederlandsche
tooneel onwaardig waren en eene
satire op den veredelenden invloed die
van deze kunst moet uitgaan.
Welk een leerschool het tooneel
aldus voor het opkomend geslacht
moet worden, behoeft met gezëgd te
worden. Maar of het daarom op zij
moet gezet en uit de rij der vermaken
gebannen worden, zooals sommige
raisanthropen van natuur wel zouden
willen, en daarom eene instelling moet
verdwijnen die aan de eischen be
antwoordende, aan ons niet altijd aan
onschuldige vermaken overgegeven
geslacht nog iets goeds zou kunnen
leeren, kan maar niet zoo dadelijk
toegegeven worden. In het tooneel
BChuilt eene kracht die niet te mis
kennen is.
Hadden bv. de Kamers van Rhe-
torica in oude tijden niet den grootsten
invloed op het volk door de gebreken
en verkeerdheden van dien tijd aan
de kaak te stellen, en heeft niet een
tooneelspel„La Muette de Portici»
aan de Belgische revolutie den stoot
Vrij bewerkt door AMO.
28).
Adolf bleef hem onderzoekend aan
zien en zeide toen
„Ik mistrouw u. Het kan zijn, dat
ge de man niet zijt, dien ik te Genua
gezien hebmaar ge lijkt sprekend
op hem".
„Dat bewijst niets," zeide Steinfurt.
„Dat geeft u nog geen recht om zulke
dingen te zeggen."
Hij sprak op zoi^ verontwaardigden
toon, dat Adolf er een oogenblik van
onder den indruk kwam.
gegeveu tot eene beweging die ein
digde met de scheiding van Noord en
Zuid. En dat ook op godsdienstig
gebied groote waarde wordt toegekend
aan het tooneel, bewijzen o.a. de
Pasrions-Spiele te Ober-Ammergau,
waarbij duizenden stichting vinden.
Waarlijk, schoone en wegsleepende
redevoeringen vermogen zeer veel,
maar ze moeten het opgeven tegen
de kracht en overtuiging die in een
goed uitgevoerd tooncelstuk ons tegen -
stralen. Dit vermag het omdat het
de natuur zooveel getrouwer weer
geeft dan het woord. Een enkel voor
beeld kan ons dit duidelijk maken
Een reiziger maalt u in de schoonste
kleur de heerlijkheden van een door
hem bezochte streek hij maakt met
zijne beschrijving indruk, maar toch
is het denkbeeld dat hij opwekt, vaag
en onbestemd, en eerst wanneer hij
afbeeldingen bij zijn woord voegt, zal
men zich eene duidelijke voorstelling
kunnen maken van wat hij beschreef.
Geef hem die nooit een berg zag, een
nauwkeurige beschrijving van zulk
een uitwas onzer gronden, hij zal
slechts bij benadering weten wat zulk
eene verhevenheid is; plaatst hem
echter voor een berg en hij zal in 't
vervolg wel nooit meer vragen wat
een berg is.
Niet anders is het met het tooneel
spel gelegen. Het geeft aan wat in
's menschen hart leeft en zich uit in
wat wij noemen deugden en ondeug
den, eene aanschouwelijke voorstelling,
die als de kunstenaars van het echte
allooi en zich hun roeping bewust
zijn,wel eens snaren in het menschelijk
gemoed doet trillen die men reeds
lang geleden waande klankloos of
gebroken te zijn.
En moeten wij nu om het misbruik
dat van eene zoo nuttige zaak als
het tooneel is, gemaakt wordt, tot
zijn opheffing besluiten PMaar dan zou
evenzeer afgeschaft moeten worden
het gebruik van het woord en de pen,
waarvan het verkeerd gebruik onder
geen cijfers te brengen is. Neen, veel
eer betaamt het ons mede te werken
tot de verheffiug van ons nationaal
tooueel en de kunstenaars te steunen
die de vaan der kunst onder alle
ongunstige omstandigheden trachten
hoog te houden. Een middel daartoe
is zeker weg te blijven waar in
voorstellingen een moraal wordt
gehuldigd die de onze niet mag zijn,
of stukken opgevoerd worden die veel
erger „draken» zijn dan de zooge
noemde tooneelproducten uit de oude
school.
Een leider zonder volgelingen.
Het Centrum schrijft naar aanlei
ding var het verloop van het Con
gres door den socialisteubond, gedu
rende de Kerstdageu te Rotterdam
gehouden, o. in.:
„De heer Nieuwenhuis is blijkbaar
geen groot menschenkenner hij heeft
de zeifbeheerschende kracht zijner
„Nu," zeide hij, „ik beloof u dat,
als ik anderen van mijn wan
trouwen deelgenoot ga maken, gij dit
zult weten."
„Meer vraag ik u niet," zeide Stein
furt, „en ik verwacht ook niet minder.
Ik beuijd u uw wantrouwenden aard
niet. Goeden nacht."
Toen keerde Steinfurt zich om en
verdween langzaam tusschen de me
nigte. Adolf bleef hem een oogenblik
nazien en toen mompelde hij
„Zou ik mij zoo vergist hebben P
Ik zou wel lust hebben even naar
Genua te reizen en te zien of ik daar
ook met de waarheid bekend kan
worden.»
Nog dienzelfden avond verliet Adolf
Berliin. Juffrouw Lemsbach en Rose
zagen daar niet vreemd van opzij
waren zoo gewoon aan zijn verschij
nen en verdwijnen, dat zij van hem
afscheid namen met een kalmte, alsof
hij verteld had, dat hij met den trein
naar Frankfort ging.
volgelingen overschat en vergeten, dat
de natuur gaat boven de leer, vooral
wanneer die leer, ondanks alle groote
woorden, zoo vaag belijna, zoo slap
van ruggegraat is als de zijne. Men
kan wel revolutie en nog eens revolutie
prediken,het volk ook al hebben de
socialistische theorieën zijn blik bene
veldziet ten slotte toch in dat het
daarmede geen stap verder komt. En
meer dan bij alle anderen doet bij de
socialisten het verlangen zich gelden,
om voorwaarts en hooger op te gaan.
Zij hebben haast, zij gelooven niet
aan een ander leven, zij willen onmid
dellijk genieten van datgeen, wat hun
met weelderige phantasie is voorge
spiegeld.
De heer Nieuwenhuis heeft aan dit
alles niet gedacht en door een onver
zettelijk vasthouden aan eigen meening
zijn val voorbereid. Hij staat thans
nagenoeg alleen, hij is afgetreden als
redacteur van Recht voor Allen, zijn
orgaan, en uit de verwarde stemmin
gen, welke hem tot deze daad noop
ten, blijkt voldoende, dat hij geen
vaste partij meer achter zich heeft.
Geen wonder dat de voorzitter een
ontbinding van den Boud in de naaste
toekomst zag.
Waar èn organisatie, èa leiding «u
een duidelijk progam ontbreken, is
geen partij leven mogelijk.
Maar daar is meer. De heer Nieuwen
huis heeft gemeend het' „zuivere"
socialisme te kunnen prediken en
groot maken. Zijn leer en zijn partij
moesten vrij blijven van elke parle
mentaire en radicale smet. Zij, die
tegenover de revolutionairen stonden,
waren feitelijk geen socialisten meer,
De socialistische idee vond haar juiste,
haar éénig ware belicl. imiug in den
socialistenbond.
Geen transigeeren, geen plooien of
buigen voor omstandigheden. De zaak
en niets dan de zaak moest men
dienen.
De ontbinding, waarvan men thans
getuige is, krijgt daardoor een des te
grootere beteekenis. Het „zuivere"
socialisme heeft geen toekomst en geen
kracht. De zwakheid der leer treedt
al te snel en duidelijk aan 't licht,
wanneer de parlementaire en andere
windselen ontbreken. En de kiem der
ontbinding verricht spoedig haar ver
nielende werking".
Het blad „Vooruit", orgaan van de
Belgische werkmanspartij, spreekt ook
een zeer scherp oordeel uit over het
uiteenspatten van den Socialistischen
Bond. Het spreekt er van dat die
Bond is overleden aan dezelfde ziekte,
waaraan eenmaal de Iuternationale
op het congres te Gent bezweek het
„delirium tremens der vrijheid", van
een zelfmoord, na opgevreten te zijn
door persoonlijke veeten, haarkloverij,
lasterlijke aanvallen, door zijc orgaan
open te stellen aan al wie gal en venijn
wilde uitbraken tegen medestijders.
De Bond bezwijkt omdat de zooge
zegde persoonlijke vrijheid die hij zijne
leden wilde scheuken, wij in eigen
kring bezittenjdaar mag men discussiee
ren,voorstellen criti8eeren,maar eens de
XV.
Een paar dagen later, toen mevrouw
Rüppert 's middags met Louise iu de
zaal zat, kregen de dames een bezoek
van kapitein Rabe.
„Ik ben daar juist bij Bfihrman
geweest," zeide hij. „Hij is geluk
kig veel beter en ik vertrouw, dat
hij wel spoedig weer geheel hersteld
zal zijn."
„Die blijde tijding is hedenmorgen
reeds tot mij gekomen," zeide de
barones. „Het verheugt mij zeer."
„En u zeker ook, juffrouw Rahdsr?"
„O ja, kapitein, zeker."
Rabe had geen flauw vermoeden,
dat er iets als een engagement tus
schen Biihrman en Louise bestond.
Hij had de vraag louter uit beleefd
heid gedaan.
„Ha, Steiufurt I" zeide hij. „Hoe
gaat het 1*
De schermmeester was thans de
zaal binnengetredenook hij bracht
de boodschap, dat het met Bührman
bespreking geëindigd en de hesluiten
genomen, moet elkeen zich onderwer
pen en medewerken zonder dat is er
geen organisatie, geen gezamenlijke
strijd, geene overwinning of redding
mogelijk.
En nu begroeten wij met meer
liefde en hoop de jonge sociaal-demo
cratische partij in Nederland aaD wie
de eer der roode vlag, de vooruit
gang van ons beginsel, is toevertrouwd.
Het einde van den Socialistenbond
zij haar en ons immer een waar
schuwend voorbeeld".
De „N. R. Ct." een overzicht gevende
van de regeling van het loodswezen
elders, komt tot deze slotsom
Nergens, een paar landjes wellicht
uitgezonderd, bestaat eene organisatie,
zóó sterk ingrijpend in het particulier
bedrijf, zóó sterk geconcentreerd bij
een departement van rijksbestuur, als
in Nederland. In Engeland en Duitsch-
land wordt, behoudens eenige controle,
veel meer overgelaten aan particuliere,
althans locale organisatie. In Frank
rijk, het land, waar de koopvaardij,
door verschillende regelingen, zooveel
nauwer verbonden is met de marine,
vindt men datzelfde begrip in meer
dan één opzicht van toepassing. Zelfs
het autocratisch Rusland huldigt
milder opvattingen dan ons vaderland,
waar alle beheer in zake loodswezen
te 's-Gravenhage geconcentreerd, te
weinig overgelaten wordt aan de
locale besturen, en handel en scheep
vaart zeiven in geen enkel opzicht
gekend worden in aangelegenheden,
die toch allereerst hunne belangen
raken.
In de Eerste Kamer zijn gisteren de
geloofsbrieven van het nieuwgekozen
lid, jhr. mr. I. W. H. Rutgers van
Rozenburg, door eene commissie on
derzocht, die adviseerde tot zijne
toelating. Dienovereenkomstig werd
besloten en de heer Rutgers van
Rozenburg binnengeleid.
De vergadering is daarna tot een
nader te bepalen dag uiteengegaan.
De „Hollander" zegt dat van anti
revolutionaire zijde in Rotterdam sterk
geijverd wordt voor de candidatuur
van jhr. mr. T. A. J. van Asch van
Wijck voor de Tweede Kamer aldaar.
De heide Koninginnen en prinses
Elisabeth zullen 11 dezer in her hotel
Den Ouden Doelente 's Hage de soirée
dansante van de sociëteit Casino hij
wonen.
Atjeh.
De „Deli. Ct." vindt het een goed
teeken, dat men in den laatsten tijd
zoo weinig van Atjeh hoort. Men
schijnt daar evenwel druk bezig met
het verkregen succes meer en meer
te consolideereD, verkeerswegen en
bruggen aan te leggen en de kennis
van het langzamerhand verminderend
aantal onzer tegenstanders uit te brei-
veel heter was.
„Ge hebt dat netjes gedaan, Stein
furt hervatte hij. „Ge hebt Biihrman
flink ter zijde gestaan. Vindt gij ook
niet, mevrouw Rüppert
„Ik ben Bührman opzettelijk ge
volgd, omdat ik dacht dat hij in
gevaar was."
„Alleen spijt het mij, dat ge dien
man met den rooden baard niet beter
bij den kraag hebt gepakt.»
„Hij stak mij met een mes in den
arm, en hij was sterker dan ik.»
„Sterker dan een man met zulke
spierkracht? Maak mij dat met wijs
„Hij zal ongetwijfeld gevat wor
den," zeide de barones vol vertrouwen.
ii De politie zal hem wel vinden.
„O, de politie!" antwoordde Rabe
minachtend de schouders ophalende.
„Waarom krijgen ze dan Jack the
Ripper ook niet eens te pakken Maar
het is een zonderlinge geschiedenis.
Barones Rüppert, ik verwed er mijn
den. Hoe meer die kennis toeneemt,
hoe beter en nauwkeuriger de aan
voerders onzer verschillende patrouille-
tochten van doeltreffende instruction
voorzien kunnen worden. Daaraan
heeft het vroeger wel eens gehaperd.
Sedert echter onze officieren ook
voorldurend in aanraking komen met
het Atjehsche element en dezen aller
lei inlichtingen weten te ontlokken,
neemt het doel van eiken tocht in
belangrijkheid toe.
Hoe overigens onze invloed door
een krachtig militair optreden ver
meerderd kan worden, leert Segli
ons. Jaren lang is daar het Neder
landsche gezag gehoond en bespot
onze versterking aldaar werd feitelijk
voortdurend belegerd en beschoten,
de dapperste uitvallen konden den
vijand slechts een zeer kortstondig
bewijs van ons overwicht schenken.
Eindelijk besloten we ons krachtig
te doen gelden en toen was het dan
ook gedaan met den voor ons nationaal
gevoel zoo krenkenden toestand. Thans
wordt aldaar geen schot meer gehoord
de vijand houdt zich op eerbiedigen
afstand van onze patrouilles.
Een paar gewichtige cijfers.
In het vorige jaar werden in Ne
derland 2671 personen over de grenzen
gezet. In het Algemeen Politieblad
werden in dien tijd! 8788 personen
gesignaleerd.
Bij den uitgever Joh. C. M. van
Mastrigt te Arnhem, is verschenen
„Kroningszang» voor vierstemmig
mannenkoor, soli en orkest of piano.
De woorden zijn van A. Huijbers, de
muziek van A. H. Amoy, op. 40. De
Arnh. J^annenzangvereeniging heeft
dadelijk na keunismaking dit werk
aangenomen, wat zeker wel als aan
beveling kan dienen.
Er schijnen in ons land heel wat
knappe lui te zijn, althans zeker velen
die het zich verbeelden, wat blijkt uit
het aantal sollicitanten naar eene be
trekking bij de op te richten afdeeling
Landbouw aan het ministerie van
hinnenl. zaken, dat reeds tot bijna
duizend geklommen is.
VLISSINGEN, 6 Januari.
Gisteren namiddag zag een 15
jarige broodbakkersjongen op de Hooi-
kade twee jongens, waarvan de oudste
11 jaar, met elkaar twisten, wat hij
wilde beletten.
De 11 jarige jongen nam daarop
een knipmes uit zijn zak, opende
dit en bracht daarmede den brood
bakkersjongen in de lies een steek
toe, en wel zoodanig, dat heelkun
dige hulp moest worden ingeroepen.
De politie heeft den dader in ver
hoor genomen.
hoofd onder, dat bij den volgenden
aanval onze vriend Steinfurt den
man met den rooden baard bij de
kladden pakt.»
„Welken volgenden aanval vroeg
Louise ontzet.
„Er zal natuurlijk wel weer een
nieuwen aanval ophanden zijn. Ik
vrees, dat ik nu het slachtoffer zal
zijn," zeide Rabe met een lach zoo
vroolijk, alsof niets vermakelijker
kon zijn dan het vooruitzicht van
door een sluipmoordenaar aangevallen
te worden.
„Daar geloof ik niets van," zei
mevrouw Rüppert. „Ik kan niet ge
looven, dat er zoo'n vreeselijk wezen
bestaat, dat zulke ontzettende plannen
zou kunnen smeden.»
„Nu, onze vriend Steinfurt heeft
telken male denzelfden man gezien.
Niet waar, Steinfurt, is dit niet zoo
„Ja, het is zoo," zeide SteiDfurt
langzaam.
„Wilhelm Rrust beeft hem ook een