Woensdag
5 Januari.
No. 2
36e Jaargang.
1898.
B i ii n e n land.
VLISSINGSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
P. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADYERTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweern aal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden
Bij liet bericht (lat men een blijvende
hulde wil brengen aan de nagedach
tenis van mr. J. Heemskerk Azn., voegt
het «Vaderlaud" ironisch bij: „Men
spreekt van een op de Plaats
Rijkstravers op te richten stand
beeld." Op dezelfde plaats nl. wilde
men indertijd een standbeeld oprichten
voor Thorbecke. De tijd was echter
nog niet rijp voor de erkenning der
verdiensten van dezen grooten staats
man, en bet standbeeld bleef weg.
Eu nu zou men dus waar zulk een
hulde acli'erwege bleef voor den man
der actie, een standbeeld willen wijden
auu den man der transactie
De nieuwe hoofdredacteur van het
„Haagscbe Dagblad", mr. P. H. P.
vau Marle, zegt in zijn inleidend
woord aan zijne lezers dat men
zijn blad steeds zal vinden een voor
stander van verstandigen vooruitgang,
onder voorbehoud echter van niet elk
vooruitbollen in den blinde voor
«vooruitgang" aan te zien.
Het was ons onbekend dat dit blad
ooit beschuldigd werd van een voor
stander te zijn van een „voorthollen
in den bliude.«
De beer Gerard Keller zal als hoofd
redacteur der „Arnb. Ct." aftreden,
doch blijft toch aan die courant
medewerken. Voor bet blad is het
zeker van groot belang dat het niet
verstoken blijft van de bijdragen van
een letterkundige, die een onbetaal-
baren schat van echten humor bezit.
Een adres van jongelieden.
Door eenige Nederlandsche jonge
lieden, die aan de loting voor de
Nationale Militie hebben deelgenomen
of eerlang daaraan zullen voldoen, is
aan de Tweede Kamer der Staten
Generaal een adres gezondeD, waarin
zij zeggen met de meeste ingenomen
heid de toezegging te hebben vernomen
van een wetsontwerp tot afschaffing
der dienstvervanging en verder ver
klaren dat zij bet stelsel van afkoop
van dienstplicht verderfelijk achten
voor de belangen van den Staat en
van het individu dat bedoelde afkoop,
die zelfzucht stelt boven bet Staats
belang, strijdt met bet eer- eu het
plichtgevoel, dat de jongelingschap
moet bezitten en bezielen dat zij het
hoogst onrechtvaardig achten, dat de
verdediging van den vaderlandschen
grond op de schouders wordt gelegd
van de armen, die de middelen tot
afkoop missen, die bij bet behoud van
den geboortegrond het minst belang
hebben en die den strijd van 't leven
op de moeielijkste wijze moeten voeren;
dat zij gevoelen verplicht te zijn een
goed voorbeeld te geven, door bun
plaats in de gelederen in te nemen
naast de minder bevoorrechten en
minder ontwikkelden, om waar noodig
de rechten en de eer van 'tvaderland,
troon, altaar en buisgezin te bandhaven
F F I I L L E T O N.
Vrij bewerkt door A MO.
27).
„Ik ben te Genua geweest," zeide
Steinfurt. „Ik heb daar zelfs gewoond,
om goed schermen te leeren. In
Genua wordt prachtig geschermd."
„Ja, men kan daar van alles lee
ren," zeide Adolf. Toen hield hij op,
als om te bedenken, wat hij verder
zou zeggen. Steinfurt maakte van
die pauze gebruik en zeide
„Ja, dat kan men maar ik begrijp
niet, wat dit met u* bezoek te ma
ken heeft."
en te verdedigen tegen vreemd ge
weiddat zij overtuigd zijn dat de
dieust iu de gelederen weldadig zal
werken op de vorming van het ka
rakter, op de kracht van deu wil, op
het gevoel van eigenwaarde, op de
frisscheid en kracht van lichaam eu
geestdat zij diep beseffen hoezeer
het dienen in de gelederen van bet
leger door de zonen der invloedrijke
en meer bevoorrechte ingezetenen de
belangstelling in alles wat het leger
betreft, zal doen stijgen en zoodoende
daaraan een relief geven dat algemeen
wordt gewenschtdat de afkoop van
dienstplicht de kloof in stand houdt,
die er bestaat tusscben zonen van
hetzelfde vaderland de belangstelling
in het leger van de zijde der regee-
rende klassen ondermijnt, en zoodoende
bet zedelijk bewustzijn van bet beste
deel der natie schaadt; dat met allen,
die het leger door eigen ervaring
kennen, zeer zeker ook de ruim 400
vrijwilligers, die het Reservekader
nu reeds telt, kunueu getuigen hoe
doeltreffend in het leger tucbt, orde
zin, geest- en lichaamskracht worden
ontwikkelddat de bezwaren, tegen
het persoonlijk vervullen van den
dienstplicht aangevoerd, veelal mogen
worden beschouwd als voorwendsels
tot plichtverzakingdat zij geheel
overeenkomstig het gevoelen van
wijlen professor Buijs het in vol
komen overeenstemming met onze
waardigheid achten, wanneer Hare
Majesteit de Koningin, bij de troons
bestijging de regeering aanvaarden
kan over een volk, dat met het ont
mannende, vernederende en ontzenu
wende stelsel van afkoop van dienst
plicht gebroken beeft.
De ontwerpers van dit adres vragen
den steun der pers op hun verzoek
aan de Kamers. Ons dunkt dat zij de
redenen waarmede door hen aangedron
gen wordt op afschaffing der dienstver
vanging in bet leger, zoo bondig en
overtuigend hebben ontvouwd dat
daarbij wel niets behoeft gevoegd te
worden, en alleen de opwekking aan
onze jonge lieden die in de termen
vallen om in het leger te dienen of
daaraan reeds voldoen, om zich aan
de beweging voor afschaffing van de
dienstvervanging aan te sluiten, hier
eene plaats mag vinden, Ook onze
jongelingschap moet getuigen en dat
wel zoo krachtig mogelijk, met zoo
vele stemmen als zij kan uitbreDgen,
dat zij wil medewerken tot bet doen
verdwijnen van een oud misbruik.
Zij die van dit gevoelen zijn, richten
zich 't zij per briefkaart of met een
eenvoudig naamkaartje met bun dui
delijk geschreven namen en adressen
tot den heer C. van Lennep, te Wage-
ningen.
Van een der rechterzijdsche Kamer
leden vernam de schrijver der Brieven
uit de Residentiebode van het N'euws
van den Dag onlangs, dat men het
wetsontwerp op den persoonlijken
dienstplicht niet vóór het najaar van
1898 denkt af te doen.
Wat hem van andere zijde, uit de
„Zacht wat, kameraad, zacht wat,"
zeide Adolf, met zijne bruine geta-
toueerde hand wuivende, „dat zal ik
u zoo dadelijk wel vertellen. Herin
nert gij u te Genua dan nog een
café, dat bij de baai ligt, een dans
huis met een wijnflesch tot uit
hangbord?"
„Neen," zeide Steinfurt, „dat herinner
ik mij niet. Het was miine ge
woonte niet dergelijke plaatsen te
bezoeken.»
Hij had, terwijl hij dit zeide, zijn
hand naar een lade laten glijden, en
zijn vingers omklemden thans iets, wat
in die lade lag.
„Niet?" zeide Adolf. „Hebt gij
dan ook misschien een broeder gehad,
die een anderen naam droeg dan
Steinfurt? Neen, beweeg u niet, of,
gij zijt een man des doods."
En Adolf, de hand uit zijn zak
halende, hield den schermmeester een
revolver voor.
Steinfurt bleef onbeweeglijk staan
bureaux, daarna werd verzekerd, doet
echter vermoeden, dat men ook hier
misschien te doen heeft met een voor
spelling, die beheerscht wordt door
hetgeen bedoeld Kamerlid weuscht
dat gebeuren zal.
In de bureaux nl. kondigt men het
inkomen van het ontwerp over en
kele weken aan. En al weet men ook
daar maar al te goed, dat er dan
verder veel zal afhangen van de
commissie van rapporteurs en het lot
bij 't samenstellen van „j afdeelingen,
toch rekent men er vast op behan
deling van het voorstelletje in de
zomerzittmg, die nu al met stelligheid
wordt voorspeld.
Dezelfde briefschrijver meent wat
de leden der Grenadierskapel te 's Hage
betreft, dat de heer Boumau aan 't
langste eind zal trekken en de onwil-
ligen er geleidelijk tusschen uit zullen
gedrongen worden. Meu zegt dat de
grieven van het korps grootendeels
overeenkomen met die van eeue
schoolklasse, die onder den vorigen
meester zoowat kou doen wat zij wilde,
maar nu een strengeu meester heeft
gekregen, die weer orde in de studie
wil breugeu. En is dit zoo, dan spreekt
het wel van zelf, dat de kapelmeester
wiens groote bekwaamheden door
niemand worden betwisteindigen zal
met hoe dan ook, 'baas te worden.
Inmiddels is de werkstaking een
dure grap. Men zegt dat ze den heer
B. al een 3000 heeft gekost, en
den muzikanten natuurlijk naar even
redigheid.
Omtrent de dezer dagen te Utrecht
gehouden vergadering tot het oprichten
van eene „Algemeen Vereeniging
van Hoofden van Scholen", werd vol
gens een in de Prov. Ov. en Zw. Ot.
opgenomen bericht, o.a. besloten dat
lid kunnen wezen: alle hoofden van
openbare scholen en alle hoofden van
niet-kerkelijke bijzondere scholen en
oud-hoofden van scholen.
Door de statuten en het reglement zal
in bijzondere gevallen voorzien worden.
Er zal een orgaan gezocht wojden,
waarin de vereeniging zich kan uitspreken.
Op een nader aan te geven dag en
plaats zullen de statuten enz. worden vast-
De nieuwe vereeniging wil niet staan
tegenover 't Ned. Ond. Gen., zich niet
richten tegen de klasse-onderwijzers, maar
wel, zoo dit noodig is, en dan met alle
kracht, tegen het streven van den Bond,
Zij wenscht op te komen voor de stof
felijke belangen van alle onderwijzers in
Nederland, in 't bijzonder voor die der
schoolhoofden op bet platteland.
In haar programma zal de hoofden-ver-
eeniging ook nog opnemen het streven
naar een verbeterde opleiding der onder
wijzers en naar meer eenheid in de wijze,
waarop tegenwoordig hoofden van scholen
benoemd worden.
Wie verhinderd was de vergadering
bij te wonen, kan instemming betuigen
door middel van eene hem toegezonden
kaart.
Den heer S. M. Hugo van Gyn,
lid der Tweede Kamer voor Dordrecht,
is er een verwijt van gemaakt dat hij
en zeide zonder een spier van zijn
gelaat te vertrekken
„Als gij geen krankzinnige zijt,
begrijp ik niet hoe het u in het hoofd
komt mij zulke vragen te doen en
mii met dien revolver te dreigen. Zijt
gij hier gekomen om mij te bestelen
Gij ziet, dat er bij mij weinig te
halen is."
Adolf floot een deuntje.
„Gij zijt een domme kerel," zeide
hij„doch ik dacht dat gij in die
lade voeldet naar een mes, dat ge
vroeger met doodelijk gevolg ge
bruikt hebt."
Steinfurt lachte minachtend.
„Dat is al te dwaas," zeide hij.
„Wie zijt gij en wat breDgt u hier,
om mij al dien onzin te vertellen? Ik
heb met uw dronkemanspraatjes niets
te maken."
„Dit brengt mij hier," zeide Adolf
koeltjes, „dat wij een mensch kennen
aan zijn manieren. Wat deedt ge
hedenmiddag in den winkel van juf
geholpen heeft om minister Janseu
uit de regeering te verdrijven, niet
tegenstaande hij in de Kamer kwam
voornamelijk door den steun van velen
die meenden in hem een vriend van
het ministerie te zien. De heer Gyn
heeft daarop geantwoord dat bij hem
het belang des lands op den voorgrond
stond en hij daarom de plannen van
minister Jansen, die weder in eene an
dere richting dan zijn voorganger
wilde werken en dus de vroegere
stelselloosheid bij het departement van
marine heerscheude, bestendig »n, niet
kon goedkeuren. Zij die meenden dat
voor 's lands verdediging met mmder
kostbare schepen kon worden volstaan,
waren zooals hij niet gerechtigd hunne
stem aan het voorgedragen schip te
geven.
Bescherming der handelsvaart?
De »N. R. Ct." beweert dat ons
departement van Marine niet de
aangewezen autoriteit is om de
belangen van de handelsvaart te be
hartigen.' Het ontbreken zoowel van
een krachtig mistsignaal als van een
vuurtoren aan den Hoek van Holland
zijn de bewijzen er van.
En dan de loodsdienst, die nog altijd
vau zeil vaartuigen zich bedient. Deze toe
stand wordt inderdaad onhoudbaar, voor
al omdat de scheepvaart zelve daaraan
mets kaD veranderen, want het Rijk doet
den loodsdienst het Rijk staat niet toe,
dat anderen dien dienst verrichten het
Rijk verlangt alleen, dat de scheepvaart
alles betaalt.
Ook voor de vorming der loodsen wordt
systematisch niets gedaaD.
Marine maakt gaarne van de diensten
der handelsvaart gebruik. Maar wznuser
de handelsvaart iets vraagt, is K.-.rir.»
niet thuis.
«Wij willen gaarne aannemen»,zegt het
blad verder «dat een deel van deze grie
ven niet zijn oorzaak vindt in onwil, doch
meer in gemis aan inzicht der belangen
van de koopvaardijvaart. Doch dan ligt
juist ddariu de Bterkste veroordeeling van
de bestaande verhouding. Eéne zaak is
zeker een toestand alB deze zal niet kun-
voortduren. Wij zouden het inderdaad in
het belang achten van de handelsvaart,
en daarmee van het land, dat betonning,
bebakening en verlichting, loodswezen en
hydrografie (de zoogen. militaire hydrogra
fie zoo noodig bij Marine blijvende), ge
bracht werden onder het Departement van
Waterstaat, Handel en Nijverheid, om
daar, te zamen met het onderzoek naar
zeerampen, examina voor stuurlieden en
machinist, zeevaartkundig ouderwijs, me
teorologie en wat meer nog speciaal de
zeevaart geldt, te worden behartigd. Op
die wijze zon er kans bestaan, dat de be
trokken belangen behoorlijk tot hun recht
kwamen.»
Maandagavond is aan ons Hof een
galabal gegeven dat door pl.m. 1000
genoodigden werd bijgewoond. De
Koninginnen begaven zich te 9 uur
naar de groote zaal. De Koningin
droeg een wit zijden kleed met goud
geborduurd, de Regentes een kleed
van mauve-fluweel. Prinses Elisabeeh
van Waldeck, logée van de Koningin
nen, was in een geel zijden balkleeding.
De prinses opende het bal met den
adjudant van H.M., den luiteuaDt jhr.
van de Poll. In den loop der danspartij
werden twee eerequadrilles gevormd.
Toestanden in Indië.
Het kampement te Buitenzorg is,
naar men aan de „Javabode" meldt,
door het groot aauial reconvalescenten
overvol, waardoor het gebrek aan bad
en wasebwater in de kazerne aanmer
kelijk toegenomen is. Een der fuseliers
verfrischte zich eens, om uiet onge
kamd op het appèl te verschijuen, met
koffieextract, omdat geeu water voor
handen was en hij niet verkoos in de
rivier met haar steile oevers neer te
dalen om een bad te nemen.
frouw Lemsbach
„Wie geeft u het recht mij te
ondervragen antwoordde Steinfurt.
„Maar als ge het weten wilt: ik
ben hedenmiddag bij juffrouw Lems
bach geweest om haar te vragen of
zij ook een slaapdrank voor mij had."
„Juist," zeide Adolf. Met dat
woord haalde hij een klein wit
pakje uit den zak, waarop iets ge
schreven stond.
„Is dit de slaapdrank
Hij hield hem het pakje voor en
Steinfurt uam het in oogenschouw.
„Dat is niet voor mij," zeide hij.
„Ik bemerk, dat het geadresseerd is
aan kapitein Rabe."
„Juist. Het is geadresseerd aan
kapitein Rabe, met de bedoeling dat
het hem gegeven zou worden."
„Dat denk ik wel,"antwoordde Stein
furt onnoozel„doch wat heb ik
daarmede te maken
„Ik veronderstel, dat gij niet weet,
wat er in dit pakje is vroeg
Volgens het Centrum is dr. Schaep-
man in zoover hersteld dat hij zijne
werkzaamheden wederom heeft her
vat. Echter zal hij in het gure jaar
getijde nog zeer voorzichtig moeten
zijn en zal zijn geneesheer hem
vooreerst niet toestaan het vermoeiend
werk weer te beginnen om overal als
spreker op te treden.
Mond- en Klauwzeer.
Iu deu Geneeskundigen Raad van
Overijsel en Drente is door de heereu
Stoffels en Bakker rapport uitgebracht
over hun bevindingen, opgedaau bij
hun onderzoek naar de oorzaken van
't voorkomen van mond- en klauwzeer
bij menschen. Zij hebben aau 140
geneeskundigen in de provinciën Over-
rjsel en Drente verschillende vragen
voorgelegd90 geneeskundigen beant
woordden deze vragen, zoodat zij tot
een vrij juist overzicht gekomen waren
van het heerschen van mond- en klauw
zeer ouder de dieren in de beide pro
vinciën gedurende dit jaar en over de
gevolgeu, die hierdoor voor de men
schen waren ontstaan. Tot een be
paalde conclusie of de besmetting
ontstond door het drinken van de melk
van zieke beesten konden zij niet ko
men. Wei bleek, dat koken of zelfs
pasteuriseeren van de melk geen af
doende waarborgen tegen besmetting
opleveren. Eenvoudig contact met de
door de ziekte aangetaste beesten had
soms besmetting doen ontstaan.
De rapporteurs concludeerden, dat
aan een bevoegde Staasscommissie
moet worden opgedragen een onder
zoek in te stellen om tot een afdoend
antwoord op de gestelde vragen te
komen.
Op voorstel van de rapporteurs zal
dit rapport worden gedrukt en in de
volgende vergadering worden be
handeld.
Een Drankwet-uitlegging.
Onlangs beschikten B. en W. van
Haarlem afwijzend op eene aanvraag
om „vergunning" voor eene lokaliteit,
waar vroeger sterke drank per flesch
werd verkocht, en waarin tevens een
banketwinkel werd gedreven.
Door Gedep. Staten van Noord-
Holland is nu, met vernietiging van
de beschikking van 3. en W., alsnog
de verlangde «vergunning" verleend.
Adolf, Steinfurt scherp aanziende.
Doch hoe nauwkeurig hij hem gade
sloeg, hij zag op diens gelaat geen
verandering.
„Hoe zou ik weten, wat er in dat
pakje is?" vroeg Steinfurt eenigszins
verbitterd. „Ik ben geen ziener of
gedachtenlezer
„Ja, maar ik wel," antwoordde
Adolf scherp. „Toen gij hedenmiddag
in den winkel van juffrouw Lemsbach
waart, heb ik u door het raam met
dat pakje zien manoeuvreeren. Ik
verbeeldde mij, dat ik uw gelaat
kende, en ik vermoedde, dat ge al
weer niet veel goeds in den zin hadt.
Nu heb ik ontdekt, dat dit onschade
lijke poeder werkelijk vermengd is
met zwaar vergif."
„Wat heeft dit alles te beduiden?"
vroeg Steinfurt, toen Adolf met
spreken ophield. „Wilt gij mij te kennen
geven, dat ik dat vergif er inge
stopt heb?"
„Juist, dat wilde ik u te kennen