Woensdag
22 September
No. 111.
35e Jaargang.
1897.
VlISSIRIfiSCBE COURANT.
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij allo Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVEETENTIÊNvan 1-4 regels ƒ0.40. Voor «lk.n reg.l
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden.
rZlj, die zich met het
volgend kwartaal,
^vangende 1 October a.s.,
,de VLISSINGS O HE
OU Ft A. IV T abonneeren,
ntvangen de van heden tot
jen datum verschijnende
ummers gratis.
Binnenland.
De heden door H. M. de Koningin-
iegentes uitgesproken troonrede," be-
jnt met den wensch, dat het der
[oningin gegeven moge zijn voor het
ie van het zittingjaar de regeering
aanvaarden. Verder wijst de rede
het nadeel dat de veeuitvoer door
veeziekte ondervindt, en op de
noeilijkheden van de suikerindustrie
ip Java. Na een betuiging van hulde
iau het moedige Indische leger, dat
ip Atjeh weer vele betreurde offers
iracht,wordt als arbeid dien den Staten-
reneraal in het aanstaande zittingj
aar wacht, opgenoemd Afschaffing
er dienstvervaugiug bij de militie als
oorbereiding hervorming der levende
Irijdkrachten vereeniging van zorg
roor de landbouwbelangen bij een
lestuursdepartementbetere bescher
ming en berechting van kinderen
regeling leerplichtverzekering van
werklieden tegen ongevallen in be-
beirijven; een ontwerp-mijn-
wet; een voorstel betreffende suiker-
itvoerrecht voor Indiëwetsvoor-
Irachten tot verbetering van maat-
elijke toestanden (volkshuisves-
arbeid en armwezen). Eene
versterking der Rijksinkomsten door
wijziging van het tarief van invoer
rechten met behoud van de grond-
wordt overwogen,
Ook Ericus, de bekende landbouw-
apeci&liteit van het „Nieuws van den
verklaart zich voor het droog
maken der Zuiderzee, maar eerst dan
sis eenige veel nuttiger en noodiger
eu zijn tot stand gebracht, waar
onder hij noemt:
Ontginning van al onze heide tot
dorpen, zoowel voor land-en tuinbouw
sis voor vele eigenaardige takken
van industriealgemeen streng ge
handhaafd verbod in ons geheele
land tegen het verpesten van grachten,
'aarten, kanalen en andere wateren
door afval-producten der steden,
dorpen, fabrieken, werkplaatsen, boer
derijen, woningen, enz. degelijke
voorziening van al onze Zeeuwsche,
Zuid- en Noord-hollandsche en andere
18).
Regende het, dan opende ik de val
deur en kwam zoo de trap af naar
'innen. In het begin van den zomer
"n het vorige jaar lag ik op de bank
het platte dak, toen ik plotseling
voetstappen hoorde. Dit was opval
'eed, want gewoonlijk kreeg het huisje
B'echts des morgens bezoek van den
tainm&n. Nu op dit late uur had
h'er niemand iets te doen. Ik luis -
'er<le opmerkzaam en toen ik hoorde,
st iemand voorzichtig de deur opende,
'00P ik naar de valdeur, waar ik
kusten tegen overstrooming; afschaf
fing van vleesehaccijnsverplichte
rijkskeuring van vleesch geleidelijke
afschaffing der suikerbelasting in het
belang der volksvoeding en vooral om
metEugeland,(dat geen suikerbelasting
kent) iu de fabricatie van suikerwaren
te kunnen concurreeren verbetering
der verkeerswegen ten plattelande,
vooral ia onze zandstreken, en af
schaffing van alle tollen op rijks- en
gemeentewegenvervoer van melk,
boter, kaas, versch vleesch, versche
visch, bloemen, sierplanten, vruchten,
vruchtboomen, enz. als ijlgoed tegen
enkelen vracbtgoedprijs als eisch aan
alle spoorwegen en stoombooten ver
plichte strenge keuring van boter
en kaas, en stempeling van producten
le soortal onze apothekers aan 't
werk gezet in stad en land, om tegen
matige, vaste bezoldiging (met hooge
premiën bij ontdekking) vervalschingen
of zelfs conserveermiddelen te onderzoe
ken en te vermelden krachtige steun
aan landbouw, handel en nijverheid, te
beginnen met een eigen stoomvaartlijn
van Amsterdam op Zuid-Afrika, nu de
Engelsche maatschappijen weigeren
Nederlandsch vee naar Zuid-Afrika
te vervoeren vaste pensioneeriug van
alle Nederlandsche ingezetenen (wij
allen zijn immers werklieden) met
medewerking van den Staat, overal
waar dit noodig blijkt. Ook van
weduwen en weezen. Eveneens ver
plichte verzekering tegen ongelukken."
Ziedaar eene lijst, waarop heel wat
zaken voorkomen. Ericus zegt echter
dat er nog veel meer zijn, doch dat
wij er 't voor dit zittingjaar voorloopig
mee doen kunnen. Wij gelooven dit
ooa. Le vraag is echter hoever de
tegenwoordige ministers met de lijst
medegaan en of het hun gegeven zal
zijn ook slechts een deel van die
verlangens in uitvoering te brengen.
Van onze tegenwoordige ministers mag
men in ieder geval verwachten dat
zij als de Kamers hun haar steun
niet onthouden, veel van wat
Ericus als wenschelijk opgeeft, op
hun programma zullen plaatsen, want
ontegenzeggelijk is er veel onder
wat in 't welbegrepen belang des
lands is.
haar afhangt
maken.
„een schooue lei" te
Het tegenwoordige ministerie heeft
een radicale opruiming gehouden in
de nalatenschap zijner voorgangers.
De „N. R. Ct." meldt dat het alle
nog aanhangige wetsontwerpen heeft
ingetrokken. Als ze weder te voor
schijn mochten komen, zal het wel
in eene zeer gewijzigde gedaante zijn.
Van die intrekking zegt het„Vad."
het volgende:
Hoogstwaarschijnlijk wordt aldus
gehandeld met het oog op het regle
ment van orde der Kamer, dat alleen
bij ontbinding de aanhangige werk
zaamheden vervallen acht, maar niet
bij sluiting, en beeft de Regeering,
van oordeel dat de geheele vernieuwing
der Kamer gelijk staat met nieuwe
samenstelling na ontbinding, het
daarom noodig geacht, zooveel van
alles duidelijk kon hooren. Twee
personen traden binnen, die ik dadelijk
aan de stem herkende. De een had
eenige dagen geleden geroepen „Mijn
heer de graaf, zal ik de honden op
den kerel aanzetten Die kerel was
ik. U zal wel geraden hebben, dat
het graaf de Mesnil was met zijn
knecht Robert. Ik hield den adem
in om alles te hooren. Zie mij zoo
verachtelijk niet aan, mijnheer. Luis
teren is wel niet mooi, maar dieven
beluisteren is even eervol als nuttig.
„Zijn we hier zeker vroeg de
Mesnil. De maan scheen zoo helder,
dat ze geen licht noodig hadden.
„Ten hoogste hooren ons een paar
ratten," antwoordde Robert lachende.
«Hier moet de kast staan, die ik meen,
hier naast de trap. Daarin zet ik het
koffertje."
„Als je het hebt," zei de Mesnil.
„Het kan nog misloopen."
„Het is geen kunst de juweelen
machtig te worden,» meende Robert.
De schrijfster Cath. Alberdingh
Thijm heeft onlaugs een welsprekend
pleidooi voor den leerplicht geleverd,
dat van een geloovige katholiek ko
mende, ten zeerste de aandacht trok,
en misschien ook velen bevreemde.
In het weekblad „De Amsterdammer"
heeft zij haar standpunt met de vol
gende woorden verdedigd
lo. Heb ik Doch in bet evangelie, noch
in mijn godsdienstige leerboeken ooit door
mijn kerk een uitspraak gevonden, welke
tegen den leerplicht zou zijn. Het is na
tuurlijk mogelijk dat een wet op den leer
plicht dusdanig zou zijn ingericht, dat
het voor een geloovige onmogelijk zou
wezen die te onderschrijven.
2. Heb ik alleen den leerplicht genoemd
als een geneesmiddel om de levensgevaar
lijke operatie van ontzetting uit de ouder-
lijlee macht in veel gevallen te kunnen
voorkomen.
In het katholieke orgaan De Noord-
Brabauter van 7 September komt een
hoofdartikel voor, waaruit blijkt, dat ik
me niet duidelijk heb uitgedrukt, althans
dat ik misverstaan word. Ik zou de wet
op den leerplicht het liefst hebben inge
voerd zooals die sedert 20 jaar in Duitsch-
land bestond en zooals ze mij zeer een
voudig toeschijnt. Door die wet werden
alle ouders Verplicht, hun kinderen van
6 tot 14 jaar te laten onderwijzen door
geëxamineerde leeraren of leeraressen de
ouders bleven daarbij geheel vrij dit on
derwijs in huis, in staatsscholen, in parti
culiere scholen enz. te doen plaats hebben.
Voor elke week zonder geneeskundige
autorisatie werd boete opgelegd.
De Noord-Brabanter wijst me op de
toestanden in Frankrijk die zeker eerder
afschrikkend zijn dan tot voo beeld kun
nen strekken, en haalt daarbij nelfs crimi-
nalistische statistieken aan. Dit bewijst
alleen niets dan een slechte organisatie.
Ik weet ook niet of het onwetendheid is
of opzet van den kant van De Noord-
Brabanter als deze verzwijgt, dat in Parijs
alleen bij de 30,000 kinderen rondloopen,
hoewel de wet den leerplicht voorschrijft
omdat gedeeltelijk de lokalen ontbreken,
anderzijds de contröle heel slecht uitge
voerd wordt. Een land dat op deze ma
nier den leerplicht invoert, kan er zich
evengoed van onthouden
De N. R. Ct. bevat het volgende
ingezonden stuk van den heer L. A.
Tromp, arts te Leeuwarden.
Ik ben overtuigd de meening van
den heer T. en van vele audere me
dici, waaronder ook ik mij schaar, in
de volgende punten saam te vatten
lo. Wielrijden voor dames is meestal
onhygiënisch en altijd onaesthetisch.
2o. Het is schadelijk wegens de
plaatselijke ongesteldheden, die het
gevolg kunnen zijn en ook werkelijk
zijn, zooals ons medici meer dan ge
noeg bekend is.
3o. Het is schadelijk wegens de
mogelijke algemeene ongesteldheden,
meermalen van doodelijken aard, zoo
als door deskuudigen tal van malen
is geconstateerd.
4o. Wandelen is beter dan wielrij
den voor onze hedendaagsche dames.
5o. Wil eene jonge dame per se
wielrijden, dat ze dan haar algemee-
„Maar als ge bezwaar maakt zullen
we er maar niet aan beginnen."
„Verduiveld," schreeuwde de Mesnil,
«ge weet, dat ik geld moet hebben.»
Nu bespraken de beide mannen hun
plan. Den volgenden dag zou de fa
milie de Lomont met de Mesnil naar
een feest gaaD, waarvan men laat zou
terugkeeren. Ondertusschen zou Ro
bert bij het vallen van den avond den
diefstal plegen. Hij zou de ruiten
indrukken, opdat men zou denken aan
inbraak van buiten. Het koffertje zou
Robert dan naar een tuinhuisje bren
gen, graaf de Mesnil zou ongemerkt
in het tuinhuisje sluipen, de juweelen
nemen en naar het slot terugkeeren.
De sieraden zouden eerst aan een
heler verkocht eu dan de politie ver
wittigd worden. Het koffertje zou
Robert verbranden. Niet waar, mijn
heer, het plan was listig beraamd die
Robert is een meester in zijn vak.»
De grijze Raoul lachte heesch.
„Verder!" zei Roland.
nen toestand eerst verbetere door sys
tematische wandelingen, zorg drage
voor een zadel waarop plaats is voor
de zitknobbels, en voor eene hygiëni
sche kleeding.
Geheel eens ben ik met den heer
T. waar hij zegtEen consciëntieus
medicus kan en mag de verantwoor
delijkheid niet op zich nemen in zake
wielrijden door dames. Hem zweefde
zeker daarbij voor oogen het zoo ware
»Het is natter saeck geBont te blijven
Dan sieckten konatig wegh te drijven
Het blijkt nu dat de burgemeester
van 's Hage in zijn rede niet gezegd
heeft dat hij streng, zeer streng tegen
de rustverstoorders in de Hofstad zal
optreden, maar wel dat wanneer de
orde dreigt verstoord te worden, hij
op het juiste oogenblik ook met
gestrengheid weet op te treden.
Veel verschil is er dus tusschen
beide lezingen niet.
Dr. Kuyper heeft in de „Standaard"
op zijn geniale manier een antwoord
geleverd op de vraag, waar de uit
eengeslagen phalanx der vroegere
liberale partij is gebleven.
»De mannen, zegt hij, waar nog
leven in ritselt, schuiven 's nachts,
als niemand het ziet, hun legertent
onopgemerkt naar den kant der voor-
uitstrevenden. En de mannen, die
politiek dood zijn, verhuizen met
stille trom naar het Invalidengesticht,
dat als een politiek „Bronbeek" door
de goede zorgen van dr. Bronsveld
bijtijds op de Stichteche vlakte ge
opend is."
Volgens de geloofsbrieven is de sa
menstelling der Tweede Kamer aldus
22 antirevolutionairen, 1 christelijk-
historische, 5 radicalen, 3 sociaal-de
mocraten, 22 roomschen, samen 53,
terwijl de oud- en nieuwe liberalen
samen 47 plaatsen bezetten.
In de vorige Kamer was de ver
houding 14 antirevolutionairen, 3
radicalen, 26 roomschen, samen 43,
37 oud-liberalen en 20nieuweliberalen.
Zondagmiddag is te 's Hage over
leden luitenant-generaal H. P. J. Hen-
nus. Hij was van gewoon soldaat tot
dezen hoogsten rang in het leger
opgeklommen en stond bekend als
een kundig en dapper officier. Van
deze eigenschappen gaf hij blijk in
Nederl. Indië, waar hij aan verschil
lende expedities deelnam.
Ondanks den hevigen regen heeft
Zondagmiddag te 12 uur te 's Hage
een optocht plaats gehad van 500 k
000 vertegenwoordigers van werklie
den, die van de Prinsengracht met
opgerolde of bedekte vaandels naar
het gebouw van Kunsten en Weten
schappen trokken om daar eene verga
dering te houdeu. Hier en daar zag
men in den stoet een bord met
opschriften, waaruit bleek wat met
deze betooging bedoeld werd, nl. om
aan te dringen op pensioneering van
„Een weinig geduld, mijnheer, we
moeten een nieuw licht hebben. Hij
stak weer een kaarsje aan en ging
voort
„U kan begrijpen, hoe blij ik was
het plan der gauwdieven te kennen.
Dadelijk was mijn besluit genomen.
Den volgenden dag bemerkte ik, dat
allen uitgereden waren.
Bij het vallen van den avond begaf
ik mij naar het tuinhuisje. Het was
gesloten en ik moest weer over de
rots op het platte dak klauteren. Ik
bevond, dat de valdeur van binnen
gesloten was. Het was niet lastig de
deur met geweld te openen, want het
hout was rot, doch dan zou Robert
de verandering bespeurd hebben en
alles ware verloren geweest. Dus
moest ik geduld hebben. Een uur
later hoorde ik voetstsppen en voor
zichtig verborg ik mij onder de bank,
de valdeur werd opengeworpen en ik
zag Robert met zijn vaal gezicht vlak
naast mij. Doch ik lag in de schaduw
den arbeider of eene opwekking tot
geheelonthouding. De vergadering was
druk bezocht. Een viertal sprekers
voerden het woord over de quaestie
der staatspensioneering van den ar
beider.
Van de uitgenoodigde Kamerleden
waren alleen de heeren Troelstra en
van Kol aanwezig. Dr. Kuyper had
bericht gezonden dat hij niet uit
gebrek aan sympathie, maar wegens
den Zondag niet kon komen. Ook de
heeren Heldt, van Gilse, Ketelaar en
Noiticg lieten, weten dat zij verhin
derd waren. Dat de heer Heldt ontbrak,
wekte zeer de verontwaardiging op.
Ten slotte werd een uitvoerig
gemotiveerde motie aangenomen, waar
bij aangedrongen wordt datdenoodige
maatregelen zullen genomen worden
om aan invalide en oude arbeiders
van Staatswege pensioen te verzekeren
waarin direct noch indirect door de
arbeiders wordt bijgedragen, en zal
deze motie aan regeering en Tweede
Kamer worden opgezonden.
Naar men verneemt, heeft de heer
Behrens, ingenieur en secretaris der
ontbonden Staatscommissie voor de
droogmaking der Zuiderzee, van den
minister van waterstaat in opdracht
gekregen het opmaken eener memorie
van toelichting voor een eventueel
voorstel tot het maken van den dam
tot afsluiting der Zuiderzee.
Den 3en October zal ditmaal te
Leiden den 4en worden gevierd. O.a.
zal, onder leiding van den heer C. B.
Duyster, door ongeveer 700 kinderen
eeu cantate «Leidens Strijd en
Zegepraal" (woorden van W. H.
Hasselbach, muziek van A. Lijsen)
uitgevoerd worden.
De nieuwe Roemeensche stoomvaart
lijn BrailaGalatzRotterdam is
Zondag geopend.
VLISSINGEN, 21 September.
Hr. Ms. flottieljevaartuig „Serdang",
gebouwd voor rekening van het
Departement van Koloniën, aan de
maatschappij »De Schelde» alhier, is
heden ochtend te negen uur in dienst
gesteld.
Het bevel over dien bodem is op
gedragen aan den luitenant ter zee
le klasse P.F.van de Velden Erdbrink.
Verder bestaat de etat-major uit de
luitenants ter zee 2e klasse, P. te
Veldtrup, J. H. Zeeman en J. J. de
Vries, de officier van gezondheid 2e
klasse H. O. C. Bloemink en de
officier van administratie 2e klasse
C. Valkenburg.
Het machinekamer-personeel zal
bestaan uit den hoofdmachinist le
klasse H.J. A. Lagaaij, den machinist
le klasse J.C. de Keyser, de machinists
2e klasse H. Brondert en A. Avis en
de adspirant-machinists J. Wevers en
J. H. Timmerman.
en Robert zag niemand.
Tevreden ging hij weer naar bene
den zonder nu de valdeur te sluiten.
Zachtjes hoorde ik hem de kast ope
nen en hij verliet het huisje, dat hij
nu moest openlaten. Nauwelijks was
hij weg of ik strompelde zoo gauw
ik kon naar beneden en nam het kof
fertje uit de ka9t. Toen ik weer op
het platte dak was, hoorde ik iemand
naderen. Ik had geen tijd meer om
mij uit de voeten te maken en kroop
weer onder de bank, terwijl ik mij op
het koffertje neerlegde. Mijn hart
klopte hevigik wist, dat wanneer
ze mij ontdekten, ik het met den dood
zou moeten bekoopen. ik hoorde
iemand in de kast rammelenhet
moest de graaf zijn. Natuurlijk vond
hij niet wat hij zocht. Hij maakte
licht aan licht om middernacht in
het huisje moest wel vermoeden wek
ken, indien het iemand zag. De graaf
zocht in alle hoekjes en vond niets.
Daar kwam Robert weer aansluipen,