Woensdag
II Augustus.
No 93.
35e Jaargang.
1897.
B i li n e n i a n <i.
era, jd. 24 j.
Stecher, jm. 24
24 j.
Corveleijn, geb.
Kotte, geb. van
J. Blonde, geb.
Step, geb. Cas-
Rademaker, geb.
Polderman, geb.
Knuijt, geb. de
iruijne, geb. de
13e, geb Broekes,
geb Korff, z.
n, d. P. den
- M. Audenaarde,
M. C. van
z. J. M.
•Varren, z. 2 j.
3. J. Poppe, 63 j.
llissingen.
9.50
0 42
1 27
2. 7
J.44Volle Maan.
1.21
1.54springtij vm
2,24
'ichten.
loudekerke
zeer ia ook onder
roken bij den
lar 3 koeien zijn
le varkens neemt
aaf.
it A.tjeh bericht
'akan Baroe Pa-
jesneuveld een.
en gewond 21
rang van officier.
1 achter. Twee
1 tijdelijk bezet.
VLISSIMSC
Prijs per drie maanden 1. Franco per post 1.15
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever:
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
GRANT
ADYERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor elk®n regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts toeemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond.
Telephoonnummer ÏO
Abonnements-Advertentiën op zeer voordcelige voorwaarden.
Ge in eentebest u u r
B&&££R&3SA&S£re
Aangifte van leerlingen voor de open
bare scholen.
Du Burgein. en "Weth. van Vlissingen
herinneren belanghebbenden ouders,
voogden of verzorgers, die hunne kinde
ren of pupillen met 1 September e. k.
toegelaten wenschen te zien tot eene
der openbare scholen in deze gemeente
dat nog tot 14 Augustus e.k. gele
genheid tot aangifte bestaat waartoe men
zich te vervoegen heeft ter gemeente
secretarie (bureau bevolking) iederen
werkdag, van des voormiddags 10 tot
12 uren
dat toegelaten kunnen wordeu alle
tinderen, die in 1891 of vroeger gebo
ren zijn
en dat wanneer vóór of op 14 Aug.
geen aangifte gedaan is, geene toelating
zal kunnen geschieden, dan met Sep
tember van het volgend jaar.
Vlissingen, den 10 Aug. 1897.
De Burgem. en Weth. voornoemd,
Th. VAN UIJE PIETERSE, L. B.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
De minister-volksvertegenwoor
diger is in Nederland
niet gewenscht.
[Overgenomen uit de Controleur).
Wat bedoelt dj constitutioneel-uio-
uojchale Regeeriugsvorm Het is dit
lo. dat het Hoofd van den Staat
niet, doch zijn Ministers alléén ver
antwoordelijk zijn voor de dad-n eu
handelingen der Regeering. Het Hoofd
vau den Staat is dus onschendbaar.
Nooit kan de Natie het ter verant
woording roepen voor die daden en
handelingen.
2o. Zal de verantwoordelijkheid der
Ministers echter ernst en evenrnin als
de koniuklijkeonscheudbaarheidslechts
eeu vorui, klank of phrase, dus geen
levend grondwettig woord zijn, dan
behoort de contröle over die verant-
f woordelijkheid zóó streng mogelijk te
w.-zen.
Na dit vóórop te hebben gesteld,
is het dus een onmogelijkheid,die ge
strengheid toe te passen eu te hand
haven, wanneer een bewiudsman ge
rechtigd is, over eigen daden te oor-
deelen en er persoonlijk mede contróle
over uit te oefenen.
Toch schijnt het, dat men ook in
ons land dien goeden weg begint te
verlaten, nu eenige der nieuwbenoemde
Ministers besloten, na bereids als
volksvertegenwoordigers gekozen te
zijn, zich andermaal als zoodanig een
mandaat te Ihten welgevallen. In
groote lauden en staten ziet men voor
een parlement daarin geen gevaar.
Maar dddrgelaten, dat men ook daar
in elk geval, het karakter van het
F Si I S L L Si T O N.
32j
Dit duurde zoo een maand, want
de zaken van den ouden heer Straus
hadden meer tijd gevergd dan Lort-
zing gemeend had.
Eindelijk was de laatste rekening
betaald eu August kon naar zijn huis,
dat bij zijne aankomsi in feestgewaad
stak, terugkeeren. Elsa en Mina had
den de handen vol gehad, om alles
goed in orde te zetten.
«Wel, August, wat zegt ge van
Elsa?» vroeg Mina, toen de eerste
ontmoeting voorbij was.
constituoneel leven minder juist opvat
en niet streng eerbiedigt, doch er
integend -el dispensatiën aan verbindt,
die dat karakter schaden en neutrali
seeren, wat slechts één enkele goede
zijde kan hebben voor een talrijke
volksvertegenwoordiging van 500 leden
en meer, voor een parlement als
het Nederlandsche, dat slechts in beide
Kamers 100 en 50 leden telt, heeft
dit een zeer kwade zijde, en zijn dis
pensation, al zijn ze zelfs niet ongrond
wettig, voor zulk een beperkte volks
vertegenwoordiging ten eenetnale on-
noodig.
Men beweert dat het zóó onaange
naam is voor een afgetreden of ge
vallen minister, dat hij in dat geval,
geheel uit het staatkundig leven ver
wijderd wordt, om er allicht nooit
weer in terug te keeren. Maar be
denkt men dan niet, dat de volksver
tegenwoordiging niet bestaat ter wille
van den volksrepresentant., doch dat
de laatste alleen er is ter wille van
de eerste Maar er is meer. Niet één
volksvertegenwoordiger toch behoeft
ooit als 's lands minister op te treden
als hij dit niet wil. Maar begeert hij
dit wèl, lacht hem b.v. een vergoeding
van f 12,000 plus een pensioen voor
regeeringsarbeid meer toe dan f 2000
als volksvertegenwoordiger, welnu,
goed doch dan mag de contróle over
dien rninistrieelen arbeid niet worden
geneutraliseerd door do meer feitelijke
onverantwoordelijkheid van den afge
vaardigde.
Aldus is het hier te lande dan ook
immer opgevat en in onze staatkun
dige zeden en begrippen opgenomen.
En ai is het nu niet bepaald grond
wettig verboden, dat een minister
tegelijk ook iid zij der Ötaten-tleneraal,
de vader onzer Grondwet, wijlen Thor-
becke, dacht er anders over, en bewees
derwijze doordrongen te zijn van den
rechtmatigen eisch van parlementaire
coutróle over regeeringsdaden, dat hij
in 1871 te Groniugeu als Kumerhd
gekozen, doch inmiddels tot minister
benoemd, onmiddellijk ontslag nam
als volksvertegenwoordiger, overtuigd
als hij was, dat regeeren en controlee
ren streng gescheiden behooreu te
blijven, en niet kunnen worden geacht
door een en deuzelfdeu persoon gelijk
tijdig en in vollen ernst te worden
uitgevoerd, zal tenminste de. geest der
Grondwet, door gemis van een verbod,
trouw geëerbiedigd blijven.
Maar boveudien, wat blijft er over
van eeu parlementaire contróle, iudien,
gelijk thans in onze Tweede Kamer,
terwijl ze zoo goed als op het doode
punt staat, een 5 of 6 tal der Minis
ters aan de linkerzijde op de banken
der afgevaardigden gaan plaats nemen?
Niets! Daargelaten alle partijbereke-
uing die, gewoonlijk in deze als voor
naamste motief geldt, om niet de
vacante plaats eventueel door een
tegenstander te zien ingenomen. En
zelfs die kansberekening heeft iets
immoreels voor een regeeriug. En wat
nu aangaat het aangevoerde argument,
dat ministers tevens afgevaardigden,
iE de sectiën der Staten-Generaal veel
«Wat ziet ze er goed uit
„Ja, de buitenlucht heeft haar goed
gedaan/' antwoordde Mina, «doch dit
bedoelde ik eigenlijk niet, toen ik je
vroeg, hoe je Elsa vondt."
„Behoef ik je dat nog te zeggen?"
zuchtte August, „ik had gehoopt en
uwe brieven hadden die hoop gevoed
nu zie ik echter, dat Elsa mij ontwijkt.»
„Ik heb ze geschreven en ook eigen
lijk niet geschreven," hernam Mina
verlegen.
„Hoe dat?«
„Ik schreef ze, doch Elsa heeft ze
mij gedicteerd. Vergeef me, dat ik
het deed, gij waart zulk een mooi
paar en ik sloeg eene brug, om u bij
elkaar te brengen, ik gaf Elsa je brief."
„Wist ge dan, dat ze mij beminde
«Reeds lang. Vooreerst schreef ik
je, wat ze mij zoo al geantwoord had
daarna las ik haar je brieven voor en
werd de briefwisseling tusschen u
beiden gevoerd ik was slechts de
schrijfster.»
kunnen toelichten, dat argument heeft
niets om 't lijf, want de parlementaire
city in den Haag is zóó klein en zóó
begrensd, dal elk Kamerlid dat licht
begeert, slechts een paar stappen heeft
te doen naar een der ministerieele
departementen om te vragen wat hij
weten wil.
Doch wat er nooit bij winnen kan
of zal, dat is de politieke moraliteit,
die t'gen politieke corruptie en nepo
tisme heeft te waken, zoodra ministers
op en neer gaan met ambtsbroeders-
volksvertegenwoordigers, die uit den
aard van hun mandaat, alleen contro
leurs moeten blijveu, zal de Natie de
waarborgeu voor eeu uitgereikt man
daat niet missen, waarop het gausche
contitutioneel monarchale stelsel toch
gebaseerd is, en waaraan het zijn
beste en grootste verdiensten ontleent
terwijl meu daarenboven wel hebbe
te bedenken, dat een l'ungeerend mi
nister échec lijdende als Kamerlid bij
de stembus, waarop ditmaal de kans
groot is,nu bereids aan Pierson en Bor-
gesius tegencaDdidaten zijn gesteld,aan
het regeerings-gezag een moreeleu
schok toebrengl, die met het grootste
beleid dien schok niet kan herstellen,
wat men ook voor het tegendeel moge
beweren en pleiten.
Een Staatsman in suste.
In de Residentiebode wordt erkend
dat de uitslag der verkiezingen voor
de katholieken eene bittere teleurstel
ling is. Maar zuivere toestanden zijn
daardoor voor bet. minst in de plaats
ge.komen van onzuivere verhoudingen.
Geloovjgen staan nu tegenover die
zich zelf genoemd hebben, aDti-cleri-
cab-n. De geloovigec -./even in de
minderheid. De katholieken leden
zelfs verliezen maar toch de
gelederen zijn onder de. meest ongun
stige verhoudingen van 39 tot 44 aan
gegroeid
W at de katholieken betreft, zij steu
nen nu geheel op eigen krachten en
vormen de phalanx vau voorheen, die
niemand naar de oogen ziet, maar ook
niemand naar de oogen behoeft te
zien. Aan haar de schoone taak, eer
lijk mee te werken om te helpen tot
stand te brengen, wat heilzaam en
nuttig is aan haar de nog schoonere
roeping, evenals in '94, nauwgezet te
waken voor de onverkorte, onverkrach
te handhaving der Grondwet.
„Bij hare troonsbestijging gaat HM.
de Koningin dan zijn geplaatst tus
schen Borgesius en Cort van der Lin
den. Hopen wij, dat ook bij dezen
tot het Bewind gekomen de prero
gatieven der Kroon veilig zijn.
„Maar mocht dit blijken niet het
geval te wezeu dat de Dochter
d r Oranjes dan wete, dat Devens
Haren Troon ook geschaard staat de
katholieke phalanx, vast aaneengeslo
ten, sterk in haar beginsel, trouw als
de Zwitsersche garde van koningin
Marie Antoinette een levend bol
werk voor Constitutie en Dynastie 1"
't Is of dus het blad niet geheel
verzekerd is dat de prerogatieven
der Xroon onder genoemde be
«En nu
«Kunt gij dat nog vragen? Elsa
weet wat ik. je schreef begrijpt ge
nu waarom ze u ontwijkt
„Lieve kleine zuster 1" riep August
en omhelsde haar innig.
«Stuur in het vervolg uw brieven
aau het ware adres," ei zijne zuster
lachende, terwijl zij de kamer uitliep.
August ging in de zaal en daar
vond hij Elsa. Ofschoon beiden elkaar
veel te zeggen hadden, konden ze geen
woord spreken.
August knielde voor haar neer, vatte
hare hand en zag haar smeekend aan.
Hij vroeg haar vergiffenis voor het
verleden en beloofde getrouwheid voor
de toekomst.
Luide iegde de oode Bouman zijne
vreugde aan den dag, toen August
hem zijn verloofde voorsteldeniemand
kou hem meer welkom zijn, want hij
had haar in Hamburg leeren hoog
achten en liefhebban.
„Indien je dadelijk zoo verstandig
windslieden veilig zijn. 't Zal wel on-
noodig zijn hierbij op te merken dat
die prerogatieven zelfs bij de meest
geavanceerden onder de vrijzinnigen
onschendbaar zijn. In ons vaderland
heeft geen enkele partij, eene enkele,
niet talrijke,uitgezonderd, noch het mo
nopolie der vaderlands-, noch van liefde
tot ons Vorstenhuis. Er moge veel zijn
wat eene klove tusschen die partijen
vormt,wij gelooven geene te mogen ver
denken dat het haar te doen zou zijn om
aan die prerogatieven der Kroon te
tornen.
Dat men het bij de verkiezingen
dikwijls zoo nauw niet neemt is weder
bewezen door het volgende feit
Te Utrecht had men zich bij de jongste
verkiezingen laten vervoeren, den heer
Bastert te beschnldigen, dat hij als mi
nister (vsn Waterstaat) zich indertijd niet
ontzien had, om 'a lands gelden te mis
bruiken, in dien zin, dat hij die gelden
niet gespaard had om waterschappen te
benadeelen, gelegen naast dat waarin zijn
groote steenbakkerij (te Maarseveen) lag,
juist om die steenbakkerij te sparen voor
overstroomiDgen.
Thans is in de Utrechtsche dagbladen
de volgende door zekeren J. N. de Chateau
geteekende, advertentie te lezen
«De ondergeteekende verklaart, na be
ter te zijn ingelicht, terug te nemen een
tijdens den verkiezingsstrijd van Juni jl.,
in een strooibiljet verspreide beschuldiging
tegen den heer J. N. Bastert te Maarse
veen, alsof deze ten behoeve van zijn
particuliere belangen misbruik zou hebben
gemaakt van zijn bevoegdheid als minis
ter van waterstaat, handel en nijverheids:.
Jammer dat die verklaring komt
na de verkiezingen en de leugen dus
haar verderfelijke werking ongestoord
kon uitoefenen.
Mevr. wed. Coster heeft zooals
zoo menige huisvrouw in onzen tijd
bittere ervaringen opgedaan met dienst
boden. Wij betwijfelen echter of alle
huisvrouwen zullen onderschrijven
wat zij beweert, dat de ervaring ge
leerd heeft dat goedheid, hartelijkheid
en inschikkelijkheid tegenover heden-
daagsche dienstboden boter aan de
galg gesmeerd zijn. Hoe dit zij, me
vrouw Coster vindt de toestand zoo
hachelijk, dat maatregelen dienen ge
nomen te worden om te beletten dat
de dames geheel en al een speelbal
worden der dienstboden. Zij wil nu
als in Frankrijk en Duitschland de
dienstboden door de politie van een
boekje doen voorzien, waarin de
dames nauwgezet hare getuigenis
hebben te schrijven. Natuurlijk
wordt daarbij verondersteld dat alle
dames een onpartijdig getuigenis zul
len geven en dus iets verondersteld,
dat nog zoo heel zeker niet is.
In het Haagsche Familieblad wekt
nu mevr. Coster de dames op om
onder de leuze: „geen laksheid!" te
trachten „een maatstaf te vinden, waar
mede men de dienstbodenwereld houdt
binnen de perken der zedelijkheid".
Het blijkt dus dat mevrouw
Coster behalve het boekje nog iets
meer noodig acht om de dienstboden -
wereld te hervormen, maar dat zij wat
geweest waart, had je mij en je zelf
veel leed bespaard waarom zich ook
op eene pop verliefd 1"
«U hebt gelijk, vader,» antwoordde
de zoon, hem de hand drukkend,
„doch laat ons daarover zwijgen."
„Mina, Hanna, Frits 1» riep de oude
boer, „zorg morgen voor eene goede
tafel, want ik wil de verloving van
mijn zoon vieren
„Dat kan echter niet zonder mijn
neef Karei en mijn voogd Lortzing
gevierd worden.» viel hem Elsa in de
rede, terwijl Mina zich blozend om
keerde „wij zullen dadelijk een tele
gram zenden."
Den volgenden dag kwamen de
twee heeren aanElsa had haren
verloofde reeds verteld, dat ze een
dubbel feest zouden vieren. Karei
had reeds de hand van Mina gevraagd,
doch het goede meisje wilde niet ge
lukkig zijn, voor ze wist, dat haar
broeder en haar vriendin het ook waren.
En zoo geschiedde hetaan den
dit is, gaarne van anderen zou
hooren.
In het Nieuws van den Dag wordt
door „een belangstellende" de aandacht
gevestigd op de in alle groote slatious
aanwezige nette rood geschilderde bus
sen met wit opschrift: geef s.v.p. minstens
een cent. De plaatsen zijn zichtbaar ge
noeg. De meeste hangen bij de loketten
of anders in de restauraties. Nu de
zomer en het heerlijke weder vele
menscheu, vooral rijken, lokken tot
reizen eu trekken, brengt de inzender
deze bussen, wier opbrengst bestemd
is om armen en minder bedeelden le
helpen, onder de oogen van het reizend
publiek. Er wordt niet veelgevraagd:
minstens een cent: maar daarom juist
wordt aan 't reizend pubiiek gevraagd
iets te willen afzonderen voor anderen,
en zij zullen door de gedachte iels te
hebben gegeven voor anderen nog
metjveel meer genoegen op reis gaan".
liopeu wij dat de drukte die zoo
dikwijls met het reizen gepaard gaat,
niemand zal beletten in de portemon-
naie te tasten om dit goede doel te
bevorderen.
Door een zich noemenden V.H. wordt
in de „Telegraaf" het denkbeeld ge
opperd om H.M. de Koningin op den
dag barer troonsbeklimming geen
jacht, maar een goed iugerichte
salonstoomboot, hetzij van staatswege
of door de natie ten geschenke aan te
bieden. H.M. die slechts zelden in
Nederland eeu stoomboottochtje deed,
kan dan van nabij bekend worden
met onze prachtige rivieren en de
daaraan schilderachtig gelegen steden
eu dar i de vau du boorden der rivieren
wonende Nederlanders het genot
scheuken haar meer van nabij te zien.
Dus weder een nieuw plan bij de
zocvelen die reeds op het papier zijn
verschenen en mogelijk daarop zullen
blijven. Als het zoo voortgaat en de
critiek altijd gereed blijft om elk plan
ten doode te doemen, bestaat er veel
kans dat geen enkele tot rijpheid komt.
De correspondent der Telegraaf te
Enschedé schrijft dat de kans van
slagen aldaar voor de liberalen door
het bedanken van den heer Pierson
voor de candidatuor der Tweede Ka
mer zeer verminderd is.
Bij de herstemming op 25 Jani bleek
duidelijk dat allen de candidatuur van
mr. Pierson tegenover den Katholieken
eandidaat konden en wilden steunen of
de niet-liberalen, dis toen de candidatuur-
Pierson deden slagen, dit nu ook zullen
doen, valt te betwijfelen te meer daar de
Katholieke eandidaat, de heer Ter Ve«r
van Groningen, zich als volksman heaft
doen kennen.
Door de liberalen is nu als er ndidaat
gesteld de heer G. Jaunik te Almelo
De heer P. Dijkhuis, te Midwolda,
heeft zooals wij weten, een aanklacht
ingediend tegen den onderwijzer
van denzelfden naam te Woldendorp,
die kort voor de verkiezing een ad
vertentie aanbood bij de „Winsch. Ct."
feestdisch van vader Bouman waren
dien avond twee gelukkige paren.
De oude boer haalde zijn oude le
deren portefeuille uit den zak, die hij
reeds bij den heer Buchholz op tafel
gelegd had, en zei
„Hier, mijn zoon, hier heb je de
300.000 mark, die ik je als huwelijks
gift beloofd heb wat ik beloof, vol
breng ik ook, en de hemel weet het,
vandaag geef ik het je liever dan
toen." Zonder zijn zoon den tijd te
laten hem te bedanken, ging hij voort
«Dezelfde som krijgt Mina bij haar
huwelijk Frits kan hier blijven en
wanneer ik sterf, valt er nog genoeg
te deelen voor je drmSn."
Alle stonden ooi den ouden man
en dankten hem.
„Ik heb in den laatsten tijd iets
geleerd en geef het je liever met een
warme, dan met eene koude hand."
„Dat mijn goede oom niet hier kan
zijn," zuchtte Elsa, «nu zijn wij ge
lukkig en hij ligt in het kille graf.»