Edelman es Misdadiger. No. 142. Woensdag 2 December 1896. 348te Jaargang. B innenlan d. St. Nicolaas. FEUILLETON. VIJSSI.YttSt'HK IQllliVT. Nicolaasfeest een feest te doen zijn in veel mimer kring dan het thans gevierd wordt. En ge weet het, de hand van een kind, dat weinig behoefte kent, is zoo lieht ge vuld. Het eenige blad van beteekenis dat de benoeming van baron Mackay, een broe der van den gewezen minister, tot lid van de Rekenkamer in bescherming neemt, is de antir. „Hollander". Die verdediging is niet van gezochtheid vrij te pleiten. „De benoeming», zegt het blad, zou geschied zijn om de eenvoudige reden dat het libe ralisme schier nooit iets gedaan heeft dan bij benoemingen de politiek een woordje te laten meespreken en dat men dan nu van den antiliberalen kant ook wel eens partijdig mocht zijn». Het blad gevoelt zeker niet dat het niet ze delijk is het kwaad, dat men in anderen veroordeelt, zelf te begaan. Bovendien blijft er niet veel over van zijne bewering, dat in dit geval aan de antiliberalen een recht werd verschaft, door het feit, dat niets be kend is omtrent de politieke denkwijze van den heer Bloeme, den medecandidaat van baron Mackay, terwijl van den ande ren candidaat, de heer Van Reenen, door een R K. blad gezegd wordt dat hij de aangewezen man was. Het is hier, dat blijkt weder uit de zon derlinge verdediging van de „Hollander», louter een personen-quaestie, geheel afge scheiden van het landsbelang en als zoo danig zeker zeer afkeurenswaardig. De Tijd bespreekt ook de benoeming van den heer Mackay en zegt dat deze de sympathie van velen zijner collega's in de Kamer heeft gewonnen en dat, daar hij even goed als elk ander eene betrekking, die geen heksenkunst vereischt, kan waar nemen, het voor de hand ligt dat a priori de kansen van den collega afgevaardigde zeer gunstig konden genoemd worden. Nu blijft echter nog de vraag over of niet de voorkeur moesten hebben mannen, die in zake comptabiliteit hunne sporen reeds verdiend hebben, boven een man, die nog bewijzen moet dat hij in die kunst, al is het geen heksenkunst, tehuis is. Het «Nieuws van den Dag» wijst er op dat er tegenwoordig in het geheel geen belangstelling getoond wordt als de dap pere Atjeh-strijders in het land terugkee- ren. Atjeh, zegt het blad, is nu eenmaal zeer impopulair. Welk een geestdrift en een belangstelling toen de eerste detache menten van Lombok-soldaten in het begin van het jaar terugkeerden. Toen klonk de muziek en het welkom uit duizenden mon den, en de teruggekeerde mannen werden op wijn, sigaren en allerlei geschenken onthaald. Nu brave soldaten uit Atjeh te- rugkeeren welk een verschil. Het eenige extraatje, dat hun wacht, deze mannen uit de gloeiende tropen, is een barre koude. Zou deze koelheid, waar het mannen betreft, die zeker aan niet minder inspan ning bloot staan dan die op Lombok, niet te wijten zijn aan den langen duur der krijgsoperatiën en den twijfel of ze wel met het verwachte succes bekroond worden In het regeeringsantwoord op het afdee- lingsverslag der Tweede Kamer betref fende de marinebegrooting komt o. a. het volgende voor Op het loodswezen kan niet worden bezuinigd, en opheffing van eenig station of vermindering van personeel komt op het oogenblik niet wen- sohelijk voor. Het rapport van de commissie, belast geweest met de samenstelling van gewijzigde tarieven en loodsgelden, en de adviezen van de Kamers van koophandel zijn alsnog bij de regeering in overweging. De loodskotter, voor den aanbouw waarvan gelden zijn gevraagd, is bestemd voor den af- haaldienst in het 6e loodsdistrict. Wat de uitbreiding van den stoomloodsdienst betreft, heeft de minister nauwkeurig onder zocht wat de iinancieele gevolgen zouden zijn van de uitbreiding van den stoomloodsdienst voor den Nieuwen Rotterdamschen Waterweg. Hij bepaalt zich dus tot eene opgaaf der kosten van eene uitbreiding van het stoomloodswezen met gebruikmaking van gehuurde particuliere vaartuigen. De kosten voor materieel en perso neel van dien dienst kunnen in haar geheel ge raamd worden op f 58,565 's jaars. Verder is uit een ingesteld onderzoek geble ken, dat twee stoomioodsvaartuigen, naar den eisch gebouwd en ingericht, voorzien van machi- nekamerpersoneel, voor den dienst als boven omschreven, met inbegrip van alle kosten van de exploitatie, gehuurd zouden kunnen worden voor 65,000 's jaars, a's een contract voor 10 jaren werd aangegaan. De zeilvaartuigen en het Rijkspersoneel, waaronder het dekpersoneel der stoomers, zouden bovendien kosten j 56,492 's jaars zoodat de geheele dienst eene uitgaaf zou vorderen van 121,492 's jaars. Met het oog op dit zeer belangrijk verschil in kosten, en in aanmerking nemende dat, niet tegenstaande de zeer drukke vaart op den Waterweg, de tegenwoordige uitoefening van den loodsdienet zeer voldoende is te achten, kan de minister vooralsnog niet besluiten om de inrichting van den loodsdienet te veranderen. De minister doet verder mededeelingen waar uit bhjkt, dat ook de invoering van stoomloods dienst te Dungeness zeer veel meerdere kosten zou ten gevolge hebben, welke te meer niet te verantwoorden zijn, omdat het nemen van een loods te Dungeness, bij den tegenwoordigen toe stand der verlichting van onze kust, volstrekt geen vereischte is. Aan de nieuwe personeele belasting, die 1 Januari a.s. zal worden ingevoerd in dien ook de Eerste Kamer de door de Tweede Kamer reeds aangenomen invoe ringswet aanvaardt zijn o.a. de volgen de voordeelen verbonden le. dat niet behoeft te worden betaald voor deuren en vensters 2e. dat niet behoeft te worden betaald voor perceelen met éen haardstede 3e. dat niet behoeft te worden betaald voor perceelen met 2 haardsteden, indien het perceel zekere huurwaarde niet be reikt 4e. dat haardsteden, enkel des zomers in gebruik, niet in aanmerking komen 5e. dat lokalen, uitsluitend voor kost school, militair tehuis, enz. gebezigd, van de personeele belasting zijn vrijgesteld 6e. dat vrijstelling wordt verleend voor kamers, welke men verhuurt, indien deze eenige» tijd ledig staan (-Q-) Hoe komt dat het St. Nicolaasfeest zich blijft staande houden, terwijl reeds zoovele feestdagen of in het geheel niet meer ge vierd worden of reeds zoo zeer in betee kenis verminderd zijn, dat zij als gewone da gen aangemerkt worden Zeker niet alleen als historisch souvenir aan een man, die in den grijzen voortijd als kindervriend een wijdvermaarden naam bezat. Er waren in oude tijden zeker wel meer zulke kinder vrienden, maar wier naam evenals hunne werken thans geheel in vergetelheid is ge dompeld. Neen, de goede heilige, die zooveel kin deren gelukkig maakte, zijn naam zou waarschijnlijk nooit tot de nakomeling schap gekomen zijD, als niet de kinderen van alle geslachten na hem trouw zijue nagedachtenis in eere hadden gehouden, als niet aan zijne herinnering een der schoonste dagen huns levens was gewijd. Men heeft wel eens aanvallen gewaagd op dat overoude feest. Men trachtte, even als in Duitschland geschiedt, het feest van den kerstboom daarvoor in de plaats te stellen, maar men heeft slechts bereikt dat met Kerstdag de kerstboom een plaats vindt, terwijl het St. Nicolaasfeest met on verminderden lust wordt gevierd en als zoovele eeuwen reeds de winkels zich met hunne keurigste producten blijveu tooien, kinderen gelukkig worden gemaakt door hunne ouders en deze weder gelukkig door de blijdschap hunner kinderen, menige beurs zich ontsluit, die anders gesloten bleef, om minder bevoorrechte kinderen van den overvloed mede te deeleD, en een gejuich in de kinderwereld opgaat, dat meer dan de welsprekendste woorden ge tuigt welke snaren van sympathie in hun harten trillen als de Kindervriend geheim zinnig en op wonderbaarlijke wijze zijn intocht houdt en overal zijn gaven met kwistige hand uitstrooit. Overal Neen, St. Nicolaas heeft mis schien te \eel te doen, om allen te bezoe ken, die hem zoo gaarne zouden zien- St. Nicolaas is ietwat aristocratisch, hij slaat vele woningen over, waar geen schat ten gevraagd worden, maar o zoo'n klein deeltje van die schatten eene vreugde zou verspreiden, zooals in de huizen, waar hij soms overdadig veel geeft, niet ge voeld wordt. En toch ook die kinderen hebben van den man uit Spanje hooren spreken, ze hebben ook van verlangen gebrand om iets uit den hoorn des overvloeds te heb ben, die zoo vaak uitgegoten wordt op kinderen, die reeds zooveel hebben of het niet waard zijnzij ook verdringen zich voor de ramen der winkels, waar zooveel heerlijks te zien is, maar alleen voor wie het koopen kunnen, en in hunne harten gloeit het verlangen om ook iets van dien rijken schat het hunne te mogen noemen. Welnu, vermogenden, thans is voor u, als ge medelijden gevoelt met zulke kinderen en zegen rondom u wilt verspreiden, de ge legenheid daar om een of meer van de scherpe tegenstellingen, die dezen dag ontsieren, weg te nemen. Breng het uwe bij om het Sint Naar het Zhiitsch. 65) „Dan zijt gij nu reeds mijne lieve, aan gebeden bruid!» sprak hij juichend, en in het volgend oogenblik trok hij haar in zijn armen, om haar te kussen Zij wist zich met zacht geweld van hem los te rukken, en verzocht hem glimlachend, weder op zijn stoel plaats te nemen. „De voorwaarde, die ik gesteld heb, moet vervuld worden,» zeide zij„ik vind mijn rust niet terug, zoolang die papieren niet in mijne handen zijn." „En wanneer ik u beloof, dat ik ze vervullen zal, dan kunt gij ook op de verwezenlijking van die belofte staat ma ken,* antwoordde hij, haar in de donkere oogeu starend„thans heb ik niet alleen het recht, maar ook den plicht u te be schermen, en dien plicht zal ik vervullen.» „Ik twijfel er niet aan, maar wel vrees ik, dat het u niet gelukken zal, het doel te bereiken gij weet niet in wiens handen zich de papieren bevindenindien deze man behalve zijn vrijheid niets te verliezen heeft, dan zal hij een te hoogen eisch stellen." «Wees onbezorgd, uwe zaak berust thans in goede handen ik zal de quaestie wel tot een gewenscht einde brengen. Het is hier echter de vraag, of hij ook den overi gen inhoud van het kistje overgeven zal het jonge mensch schijnt op de ontvangst der gelden staat te kunnen maken, anders zou hij het waarschijnlijk niet wagen, zoo openlijk op te treden." „Ik keur alles goed, wanneer ik maar de brieven krijg." «Zooveel te meer zal ik beproeven, meer dan deze te redden. En nu, wees geduldig, aangebeden Marievoor hedennamiddag kan ik niet beginnen, daar hij niet eerder een antwoord kan verwachten. Tegen den avond hoop ik u de papieren te kunnen brengen „Reeds heden „Ik verlies dien man niet uit het oog, alvorens hij bet ontstolene heeft terugge geven Wat zal Bella echter van onze verloving zéggen „Zij zal zich in het onvermijdelijke moe ten schikken, en ik geloof dat zij het reeds heeft gedaan.» „Ik kan dat geloof niet deelen.» „De afkeer, welke zij somtijds voor u aan den dag legt, moge u niet verontrus ten zij is natuurlijk en licht te verklaren. Voor eene volwassen dochter kan het im mers nooit aangenaam zijn, wanneer de moeder een tweede huwelijk aangaatik heb reeds gezegd, dat haar vermogen vast gezet zal worden „Dat zijn bijzaken.» „Toch nietvoor Bella is het eene hoofdzaak, en ik wil die zoodanig vereffend 7e. dat woningen in één boven- of bene denhuis, alle ingang gevende door één deur aan de straat, afzonderlijk worden aange slagen en dus niet vallen onder het op klimmend tarief voor haardsteden en meu belen 8e. dat inwonende werkboden van win keliers en landbouwers, in bedrijf werk zaam, worden vrijgesteld, terwijl daarvoor vroeger f 2,40 werd betaald 9e, dat dienstboden beneden de 18 jaar buiten de belasting vallen 10e. dat de belasting voor paarden in gemengd gebruik wordt verlaagd tot f 6 per paard 11e. dat paarden uitsluitend in gebruik om goederen b v. te vervoeren, buiten de belasting vallen 12. dat aftrek wordt toegelaten voor kin deren 13. dat de winkels voor 3/s zullen zijn vrijgesteld. \R N.) De minister van Marine heeft op aijne begrooting voor 1897 alsnog f 1000 aan gevraagd tot bezoldiging van een hoofd onderwijzer, met het doel om, voorloopig alleen op 's Rijks werf te Amsterdam, aan de leerlingen van de werf herhalingson- derwijs in lezen, schrijven en rekenen, tee kenonderwijs en praktisch onderwijs in de werkplaatsen te doen geven. Het herhalingsouderwijs moet alleen die nen als voorbereiding voor hen, die de lessen aan de teekenschool nog niet kan nen volgen. Het Sat. Nblad. bevat de volgende op merking „Wij krijgen nu een zoo goed als alge meen stemrecht. Dat is te zeggen wij niet. Voor hen, die in Indië denken, leven en werken en die, in numerieke vergelijking wel mogen zeggen veel tot stand te heb ben gebracht, voor hen blijft de politieke onmondigheid ten volle gehandhaafd. l)e gewone ambachtsman, die een rijksdaalder huishuur in de week verwoont, wordt kie zer voor de Tweede Kamer, aan de Nederlanders die in Indië wonen, is zelfs bij de behandeling der nieuwe kieswet niet gedachtWij allen, zonder onderscheid, worden bij de proletariërs gerekend I" De Hooge Raad besliste gisteren, dat de gemeente wetgever krachtens art. 82 der wet op het L. O. bevoegd is, bij veror dening te bepalen, dat kinderen beneden de 12 jaar op de uren, waarop openbaar lager onderwijs wordt gegeven, geen ar beid mogen verrichten. Thans wordt weder gemeld dat de staatscommissie niet zal adviseeren tot het verplichtend stellen van de pensionneering. In het Weekblad voor den handel in kruideniers-, grutters-, koloniale waren enz. is onlangs een oproepiDg geplaatst tot stichting van een vereeniging van winke liers in die vakken, hoofdzakelijk tot het tegengaan van «wanverhoudingen, welke vooral in den laatsten tijd door verkeerd toegepaste coöperatie, oneerlijke concurrentie enz. hun het bestaan, zoo niet onmogelijk, dan toch zeer moeielijk maken.». zien, dat mijne dochter mij later geen verwijt kan maken.» «Pas maar op, dat gij niet te edelmoedig zijt,* zeide Bom waarschuwend, terwijl hij de band zijner bruid in de zijne hield en met hare diamanten ringen speelde. „Naar aanleiding der openbaringen, die ge mij daar straks gedaan hebt, kan Bella indien er geen rechtsgeldig testament bestaat, het geheele vermogen haars vaders eischen en u slechts eene rente uitkeerenen voor zoover ik het karakter van het meisje heb leeren kennen, is zij in staat, het te doen. Met welk een taaie eigenzinnigheid houdt zij vast aan de bewering, dat de schilder onschuldig is!» „Dat laat zich ook verklaren,» antwoordde mevrouw Blote op schertsenden toon. „Zij leerde het jonge mensch te Luzern kennen, en ik moest mij zeer bedriegen, indien «Ik begrijp u," zeide hij toen zij zweeg. „Wel, laten wij dit paar gelukkig maken, het zal ons daarvoor bijzonder verplicht zijn." „Geduld, waarde vriend, alles moet zijft

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1