en Aboiiné'sLeest dit s. v. p. No. 127. Woensdag 28 October 1896. 348te Jaargang. Gemeentebestuur. Binaenland. I' E U 1 L L li T O V. VLISSINGSCHE COURANT. Uitsluitend voor de Abonné's en Mede lezers op dit blad of zij die zich daarop abonneeren, heeft de uitgever tot 1 Januari 1897 de tot den laatsten tijd bijgewerkte Landkaart van Nederland, waarop alle plaatsen en gehuchten voorkomen, benevens liet plan tot Droogmaking van de Zuider zee, verkrijgbaar gesteld tegen den gerin gen prijs vau slechts 30 cents. Voor niet- abonné's is de prijs dezer landkaart f 1,50. De landkaart is groot 85 bij 71 cM. Abonné's of Medelezers die de landkaart verlangen, gelieven de Don op de vierde pagina uit te knippen en duidelijk ingevuld met naam eu woonplaats aan den looper of den agent ter baud te stellen of aan het Bureau in te zenden. Zij die de Courant per post ontvangen, zenden de ingevulde Bon met 35 cents aan postzegels aan DEN UITGEVER. OPENBARE VERGADERING GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN op Vrijdag den 30 Oct. 1896, des namiddags te 2 ure. a. Mededeelingen. b Overleggingen. c. Benoemingen, lo. van een Gemeente- Bouwmeester 2o. Assistent B. A. S. d. Te behandelen zaken lo. Voorstel tot onderh. verkoop van ge meentegrond. 2o. Idem tot vaststelling der begrootingen voor 1897 van a. Het Gasthuis. b. liet Burger Weeshui". e. De Kamer van Koophandel. 3o. Id tot het verleenen van subsidie aan de Instellingen van Weldadigheid. 4o. Idem tot voortdurende heffing van plaats, belasting op het gemaal en op het gedistilleerd. 5o. Idem tot het verleenen van eeue buitengewoue toelage voor huishuur aan het hoofd van school C. 6o. Idem tot regeling der jaarwedde van den tijdelijk assisteut-leeraar aan de Bur ger-Avondschool. 7o. Behandeling van de gemeentebegroo- ting voor 1897. 8o. Idem van het, in de vorige vergade ring aangehouden adres van den Gemeente Ontvanger. De i/N. R Ct." bevat het volgende uit treksel uit de toespraak, welke door dr. G. J. van der Flier tot de Koningin bij hare bevestiging tot lidmaat der Ned. Herv. kerk werd gehouden naar aanleiding van Openbaring II 10c (Zijt getrouw tot in den dood en Ik zal u geven de kroon des levens). De hofprediker ontwikkelde in aansluiting met den tekst den eisch, getrouw te zijn. Die eiach beteekent niet getrouw aan eenig stelsel, maar getrouw aan den Heer een eisch, die met het volste recht aan ieder lidmaat der gemeente gesteld wordt. Immers niet het recht van macht en majesteit slechts, maar het zooveel hoogere recht van liefde is hier aan het woord. Van die liefde getuigt ieder menschenleven, ook dat der Koningin. En daarom is het ook haar roeping, getrouw te zijn. Wat die eisoh omvat toonde spreker daarop aan. Trouw zijn wil niet minder zeggen dan een volgen van den Heer onder alle omstandigheden, in Jief en leed beide een die nen van den Heer, want in dienende liefde is Hij zelf ons voorgegaan een leven voor den Heer. Hij moet de inhoud en de kracht van ons geestelijk leven zijn. Aan het vervullen van die roeping zijn rijke beloften verhonden. Dat toch geeft vrede zooals de mensoh dien buiten Christus nergens vinden kan. Dat maakt waar lijk blijde, meer dan het hoogste genot dezer wereld. Dat sterkt in moeilijke dagen. Dat ein delijk geeft ook voor de toekomst de schoonste belofte. »Ik zal u geven de kroon des levens«. Aardsche kronen ontvallen eens aan het dier baarste hoofd. Die kroon is onverderfelijk en eeuwig. Hoe die roeping alleen kan vervuld worden Op die vraag gaf spreker een drie voudig antwoord. Vooreerst door te waken over ons hart, dat zoo licht wordt afgevoerd op een onheiligen stroom. Daarbij door het voortdurend gebed, dat te meer onmisbaar is voor wie door God op eene hooge plaats is gesteld. Eindelijk door te bouwen op de trouw van den Heer. Niet onze maar Zijne trouw is ten slotte de laatste en vaste grond onzer verwachting. H. M. de Koningin heeft gisteren eigen handig aan den hofprediker, dr. Van der Flier, haar portret met handteekening ea bijschrift vereerd. De Keizer van Duitschland heeft naar de N. R. Ct. verneemt, aan H M. de Koningin bij gelegenheid barer bevestiging als lid maat der Hervormde Kerk ten geschenke gegeven een kruis, gevormd door 7 steenen in chrysoliet, in brillanten gevat, in den vorm van een oud Nederlandsch kruis, zoo als zich daarvan modellen bevinden in het Museum te Berlijn, naar welke het ver vaardigd is. Het kruis wordt met een gouden ketting om den hals gedragen. De vreemde ge/.anteu en andere leden van het corps diplomatique, de burgerlijke eu militaire autoriteiten, de president eu verschillende leden van de Tweede Kamer te 's Hage woonachtig, hebben door in schrijving in een ten paleize aanwezig boek van hunne belangstelling doen blijken ter gelegenheid der aanneming en beves tiging van koningin Wilhelmina. De Koninginneu zullen op Dinsdag 3 November naar het zuiden van Frankrijk vertrekken, over Bazel. In de laatste dagen is van verschillende zijde de vraag gedaan of voor de Koningin geen speciale regeling van het huwelijks recht noodig is, aangezieD de burgerlijke wet den echtgenoot voorrechten toekent, die wel eens in botsing zouden kunnen komen met die, welke aan de Koningin als zoodanig werden toegekend. Het,/Va derland" na vooropgesteld te hebben dat, Naar liet Duitsch. 50) „Het zou te veel tijd eischen, als ik u de beweegredenen wilde noemen, die mij daarvan terughielden," viel de schilder hem in de rede, terwijl hij zijn hoed nam „bovendien weet ik ook, dat u deze be weegredenen niet begrijpen zoudt. Wanneer mag ik de opgaven halen, mevrouw „Ik zal ze u nog heden doen geworden." «Ik dank u en vraag om verschooning, dut ik u lastig moest vallen, maar het betreft mijne eer, en ik heb haar steeds als mijn grootste schat beschouwd.» Met eene buiging nam hij van de dames mocht de gemaal der Koningin misbruik willen maken van de macht, hem door het Burgerlijk Wetboek gegeven, de Koningin reeds daardoor niet onbeschermd is, dat haar publiekrechtelijke positie de privaat rechtelijke primeert, lost als volgt de ge rezen bedenkingen op Men vindt er iets vreeselijks in, dat de Konin gin haar echtgenoot zou moeten volgen, overal waar hij dienstig oordeeff zijn verblijf te hou den, maar de grondwet verbiedt den zetel der regeering buiten het rijk te verplaatsen, en de grondwet bepaalt, dat voor den drager der Kroon zomer- en winterverblijven in gereedheid worden gebracht, zoodat de verplichting om haar man te volgen de Koningin niet zal kun nen beletten daar aanwezig te zijn, waar de plicht van haar ambt haar roept. En ook de gehoorzaamheid, aan den echtge noot verschuldigd, strekt zich niet uit over 't geen tot het domein der staatszaken behoort, en daar ook weer de Koningin krachtens de grondwet haar huis naar eigen goedvinden inricht, zal zij ten aanzien hiervan geen gehoorzaamheid ver schuldigd zijn aan haar echtgenoot. Zoo men het ergerlijk vindt, dat de Konin gin in andere aangelegenheden gehoorzaamheid verschuldigd is, dat zij voor 't besteden van haar vermogen geheel van haar echtgenoot af hankelijk is, behalve voor zoover zij zich 't be heer van haar goederen eu 't vrije genot harer inkomsten kan voorbehouden, dat haar macht tegenover de kinderen uit een eventueel huwelijk gelijk nul is, vergeleken met de macht van den vader, waarom zijn deze verhoudingen min der ergerlijk, waar het vrouwen betreft, die niet het voorrecht hebben een kroon te dragen Wil men voor de Koningin alleen de bedoelde wet telijke bepalingen wijzigen, het zou zijn een blijk van wantrouwen in haar aanstaanden ge maal en een beleediging van andere Nederland- sche vrouwen, voor wie men dan die hinderlijke bepalingen goed genoeg blijft achten. Het eenige, wat noodig zal zijn bij 't huwe lijk der Koningin, maar wat bij de wet, die de toestemming der Sta ten-Generaal tot het huwelijk zal behelzen, eenvoudig kan geregeld worden, is'dat de Prins-Gemaal bij speciale na turalisatie tot Nederlander worde verklaard, een geval door de wet op het Nederlandschap zelve kennelijk voorzien. Van goeder hand verneemt de „Tel." dat de tegeuwoordige minister van oorlog voornemens is de kapiteins welke hun 53e levensjaar hebben voleindigd, niet meer te bevorderen tot majoor. In verband met de grootere draagkracht en het verbazende indringingsvermogen van de projectielen der nieuwe geweren, moet het voornemen bestaan een perma nent schietkamp voor de infanterie in te richten, in den geest van dat voor de ar tillerie te Oldebroek. afscheiddaarna ging hij heen, zonder Bom een groet waard te achten. Die knaap trotseert mij nogzeide Born, aan het pijnlijk zwijgen een einde makende. „Hoogmoed en verstoktheid zijn van oudsher de meest geliefkoosde wapens van aangeklaagde misdadigers geweest." «Wilt gij nog altijd beweren, dat die heer den diefstal bedreven heeft?" vroeg Bella. «Ik zal dit beweren zoolang handhaven tot het tegendeel is bewezen.» „De bewijzen getuigen zeker nog altijd tegen hem,» zeide mevrouw Blote, in ge dachten verdiept, „maar ik heb in zijn gedrag evenmin trots als verstoktheid kun nen vinden. Gij hadt hem getergd zonder daartoe reden te hebbenik kon het hem niet euvel duiden, dat hij zich tegen u in zulke scherpe bewoordingen uitliet." „Wanneer het hem leed deed, dat ik hem de waarheid zeide, dan vind ik reeds daarin een bewijs van schuld." „Dat zou onrechtvaardig zijn,» zeide Bella met scherpen nadruk „hij was ver Met ingang ran 1 Januari 1897 zullen door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen alle werklieden van aan nemers of onder-aannemers van door haar aan te besteden werken tegen ongelukken, worden verzekerd. Het bericht dat naar men zegt de iiolens volens gepension. generaal Van Helden naar Zwitserland zou verhuizen, wordt onjuist genoemd. Wie een waarlijk boeiend en tevens nut tig werkje voor zijne kinderen wenscht, bitterd tegen u, omdat gij de mogelijkheid van zijn onschuld geheel hebt uitgesloten." Born fronste het voorhoofd en ging naast den stoel van mevrouw Blote staan. „Zult gij hem de opgave verstrekken vroeg hij zacht. «Zeker, waarom zou ik het niet doen «Waarom? Omdat het u niet aangenaam kan zijn, wanneer de geheele stad zich met het voorgevallene onledig houdt. Dat zal tot geruchten en vermoedens aanleiding geven „Die mij geen het minste belang inboe zemen," viel zij hem in de rede. „De lastertongen «Ik kan hun het stilzwijgen niet opleg gen, en de jonge schilder heeft gelijk, wan neer hij zegt, dat het de redding zijner eer geldt. Welke redenen moest ik opgeven, om hem de opgaaf te weigeren, waarop hij inderdaad het volste recht heeft „Ik geloof niet., dat gij deze vraag in bevestigenden zin kunt beantwoorden," zeide Bella, met kwalijk verborgen spotternij. „Gij zult dien heer niet kunnen verbie knnnen wij aanraden hun ten geschenke te geven „De Ondergang vanReimerswaal" door J Stamperius, dat wij als eene be paalde aanwinst voor de kinder-belletrie beschouwen. Deze droevige geschiedenis van eene eenmaal bloeiende Zeeuwsshe stad, die door zorgeloosheid der bewoners en onverschilligheid der toenmalige regee ring herhaalde malen door overstrooming geteisterd werd, tot ten laatste de golven zich voor altijd over haar sloten, wordt daarin tieffend naar de beste geschiedkun dige bronnen medegedeeld, en kan, wij dur ven het verzekeren, ook voor volwassenen eeue interessante lectuur opleveren, want velen weten wel dat eenmaal een Reimers waal bestond, dat nu in 't zand bedolven is, maar daarbij bepaalt zich hunne ken nis. Een paar goed gelukte illustraties ver- hoogen de waarde van het boekje, terwijl de uitgever, de heer L. J. Veerman, te Heusden, voor een net uiterlijk gezorgd heeft. Door de *edactie van „Ons Tijdschrift", zal bij voldoenden steun van het Neder- landsche volk een flink, degelijk, zeer fraai tijdschrift voor Zuid-Afrika uitgegeven wor den, gelijk staaude met de daar verspreid wordende fraaie Engelsche tijdschriften. De bedoeling daarvan is niet alleen de leeslust onder de Afrikaners op te wekken, maar vooral dat het blad een bolwerk zal worden tegen het voortwoekeren van de Engelsche taal in de huisgezinnen, vooral onder de jongelieden. «Ons Tijdschrift» neemt hierbij eene zeer zware taak op zich, en daarom is het te hopen dat zijn beroep op medewerking voldoende gesteund worde Zuid-Afrika trekt steeds meer en meer Nederlanders tot zich, zoodat elke poging om het over wicht der Engelschen daar te doen ver minderen of als 't kan te doen ophouden, een Nederlandsch belang is. Wij raden voorts onze lezers aan ken nis te maken met de in achterstaande ad vertentie aangekondigde „Open Brief van eenige Hollandsche Afrikaners» aan hunne broeders iu Nederland gericht, benevens een brief van den Consul-generaal der Nederlanders te Kaapstad. Daarin zullen zij bevestigd vinden van hoeveel belang goede nationale lectuur voor onze stam broeders in Afrika is. Het bericht dat het stoomschip «Zaan dam" van de Holland-Amerika lijn in ou- bestuurbaren toestand zou aangetroffen zijn, is gelukkig gelogenstraft door het feit dat het den 24en October Prawle Point gepasseerd is. Op de gewone algemeene vergadering der «Liberale Unie", welke Zaterdag 14 November 1896 te Amsterdam zal gehou den worden, zullen ook in behandeling komen de ontwerp-besluiten, aan de kies verenigingen, leden der «Liberale Unie," toegezonden bij circulaire van 17 October 1896. VLISSINGEN, 27 October 1896. Uit achterstaande advertentie blijkt, dat het door bijzondere omstandigheden aan de den, zijn eer te verdedigen." Weder trok Bom zijn wenkbrauwen bijeen, en een minachtende trek gleed over zijn gezicht. Hij scheen het der moeite niet waard te achten, op deze aanmerking een antwoord te geven. „En welk antwoord zult gij mij geven vroeg hij op fluisterenden toon, zich tot de schoone vrouw buigende. „Wend u met uw verzoek tot den koning," antwoordde mevrouw Blote lachend, «ik houd niet van mannen, die geen eerzucht hebben." „Mevrouw, indien gij uw antwoord met den uitslag van dit aanzoek in verband wilt brengen „Dien uitslag wil ik afwachten. En nu genoeglaten wij er thans niet meer over spreken ik hoop, dat gij naar aanleiding daarvan uw vriendschap met mij niet zult afbreken.» Zij bood hem de hand, welke hij aan zijn lippen bracht, en toen hij daarna met een buiging het meisje voorbijging, om zich te verwijderen, schrikte Bella van den

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1