Edelman es Misdadiger. erinpszout. /oer boter. [kersknecht E N No. 105. rraagd LAND. ONVERMOGEN. van it per 5 ons. Ook b'j van 5 kilo lurrente Peekoffie- een ijverig solied goede relatiën hij te kruideniers Br. au Erven B. VAN p D .anbeveliug, HRIER. gunstig bekeL.de EtlNGSZOUT, en gkwalen.Zuur, r enzis thans pakjes t 15 Cent heele pakjes a 50 bij HABOER. IN CITROEN achtig en te flauw, geëvenaard, voorname Winke ;iëo, en engros bij te Rotterdam. %nd en België. 'rUfientaX vnpany. ïssingen: Prijscourant gratis itiew. aan voor het bezor- 'EN, op Beurspolis boedelsKoopniansgoe- Rivier en Zeetrans Bsasa. Rinrlfndfl, T> 3 tien. Aanbiedingen i: K. VERSLUIS, ug kan terstond ;te 4 Windenpleiu r tegenwoordige tsoenlijke >ode asch kan omgaan. S, Bierkade D no. Dekenstraat 205, MEISJE, ii E T Middelburg v v. m. 4 51) (alleen op 9.35, 11.— I M6' 8.80, 10.15 415.5.55.7.45.9.15. Zeilmarkt Vtissingen u.i 6.53. 8.45, I'j.15 J.50, 9.20, 10.20 1.35, 6.15,7.—.8.35. endlenit. 6.30. 7,—. 7 50, 8.20 10 40. 11.—. H-J® 2.20. 2.40. 3.— 3.20 6.40, 7.20. 7.46, 8.21' 6 50. 7.20. 8.-. 8.8" 10.50. 11.10, H.'J 110 2.30. 2.50, 8.10 140 6.S 0 7-80 Maandag 7 September 1896. 34ste Jaargang. VLissmescHE coiimnt. BUI4EAÜ: Kleine Markt I N°. 187 (Telephoonnummer 10) Prijs per drie maanden 1.Franco per po»t 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich hij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. U 1 T G E V E K F VAN DE VELDE Jr. te Vlieringen PRIJS HER ADVERTENTIËN: Van 1 tot 4 regel, 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groot letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk do firma Gk L. DAUBE Co., to Parijs. Verntchijm( Ulumdag-, donderdag; on Zaterdag-avoud. Abonnementen voor België, Duitsohland, Enge land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden. Bij to Courant iiehoort m liporisel. Dat is een leelijk woordmaar met zijn beteekeuis moeten we toch rekening houden. Zelfs de wet moet dat noodzakelijk doen. Op het oogenblik dat wij deze regelen schrijven (I September) treedt juist eene wet in werking, die bijzonder op den on vermogende van toepassing is, bet algemeen belang tegen hem beveiligt, en hem we - derkeerig in bescherming neemt naar de nieuwere rechtsbegrippen. Wij bedoelen de wet op den staat van faillissement, die thans de oude van 1888 vervangen heeft. Hare beginselen en hoofd- hipaliugen zijn van zooveel belang inzon derheid met het oog op den handvisstand, dat wij ze, met terzijdelating van alle rechtskundige beschouwingen, gaarne voor onze lezers willen schetsen, voor zoover onze beperkte ruimte bet toelaat. He veranderde wetsbepalingen in over eenstemming te brengen met de hedeudaag- sche toestanden, dit was te meer noodig, nu het «fout gaan", zooals men het noemt, eene dagelijks voorkomende zaak is ge worden, een zoo gewoon verschijnsel, dat men er nauwelijks meer op let, waar me nigeen er dan ook vau tijd tot tijd op min der aangename wijze kennis mee maakt. De tijd, dat failleeren eene schande werd geacht, ligt sinds lang achter ons. Integen deel is het woord «ik geef mij failliet", een geijkte term geworden in den mond van den schuldenaar, die zijne schuld- tischers van rechtsmaatregelen wil af schrikken. Zooals wij opmerkten, is deze aangele genheid voor den handelsstand vooral van aanbelang. Iemand die geen handel drijft kan natuurlijk wel aan lager wal geraken, en volgens de oude wet, kon dan zijn boe - lel, ongeveer op de wijze van een faillis sement, in het gezamenlijk belang zijner schuldeischers worden aangewend. Dit Doemde men „de Staat van kennelijk on vermogen" maar die onderscheiding is nu vervallen één wet geldt voor alien ieder, onverschillig welke zijne maatschappelijke betrekking zij, kan failliet verklaard wor- leu, op eigen verzoek of op dat van schuld eischers, desnoods zelfs op rechterlijken eisch, wanneer hij zijne geregelde beta lingen staakt of ophoudt te betalen. Dan wordt, zooals men dat noemt, de boedel gerechtelijk in beslag genomen, om ten voordeele van de gezamenlijke crediteuren r k i s l l as 'i a Naar het Duitsch. 28) »Ja," knikte de baron. //Wanneer het geval, van hetwelk ik zooeven sprak, P'aats vindt, dan is het Amerikaanscbe 'weegevecht het zekerste middel. Het lot W'jst dengene aan, die binnen eene vooraf bepaalde tijdsruimte zich zeiven van het leven moet berooven. Hij verplicht zich ®et zijn woord van eer, de voorwaarden te vervullen en de beweegredenen, die hem dien zelfmoord genoodzaakt hebben, Diet te verraden. Ik kan geen lafheid in dit soort van tweegevecht ontdekken, inte- te worden aangewend, voor zoover zij aan de bescherming der wet behoefte hebben. Van een ophouden met geregeld betalen zal natuurlijk bij eeu particulier niet zoo licht sprake wezen als bij eeu koopman. Iemand, die b. v. gewoon is zijne reke ningen in Mei te betalen, doch daarin zeker jaar niet slagen kan vóór November, zal uit dien hoofde stellig niet verklaard wor den in staat van faillissement. Blijft hij voortdurend in gebreke, dan verandert de toestand maar, in elk geval is het de taak van den rechter, te beoordeelen, öf er ge noegzame gronden aanwezig zijn om aan het verzoek te voldoen. Van wien dit verzoek ook moge uitgaan, het belang der schuldeischers staat op den voorgrond, maar daarom wordt dat van den schuldenaar, die immers vaak te goe der trouw is, niet over bet hoofd gezieu, eu de nieuwe wet geeft daarvan menig voor beeld. Vooreerst moet meu den schul deuaar, die geen misdadiger is, een maat schappelijk voortbestaan verzekeren; hij mag niet geheel wordeu uitgeplunderd eu is verplicht voor de zijnen te zorgen Van daar dat hij de beschikking over sommige dingen behoudt, voornamelijk over wat hij door eigen vlijt verdient, althans over een deel daarvan, door den rechter te bepalen. Oefent hij eene zaak uit, dan kan de cu rator die voor hem voortzetten. Hij kan handelingen eu verbintenissen aangaan, die niet, de dadelijke beschikking over zijnen boedel vereischeu. is hij opvorde ring van eeu schtildeischer gegijzeld, dan wordt bij na de faillietverklaring in vrijheid gesteld, want de rechten van afzonderlijke schuldeischers koudeu nu op. Gijzeling is geen straf, maar eenvoudig een zoogenaamd executiemiddel, dat wil zeggen een middel om betaling te ver krijgen, eeu vrij barbaarsch middel trou wens, waardoor een slechtgezind sckuld- eischer speculeert op de beurs van bloedverwanten, die den schuldenaar uit medelijden of familietrots niet in hechtenis willen laten. Overigens kon men bij deze gelegenheid geene verandering maken, die anders wel gewenscht was in verschillende wetten of wetboeken, die den failliet, als hadde hij een misbedrijf begaan, min of meer buiten de maatschappij stellen. Ons is het onbe grijpelijk, hoe men in de nieuwe kieswet nog de bepaling heeft kunnen opnemen, dat een failliet geen stemrecht mag uit oefenen. Dergelijke voorschriften zijn geheel uit den tijd. Tusschen het recht om afgevaardigden te kiezen en de vermogens toestand van een schuldenaar bestaat „De meeningen daaromtrent mogen uit- eeuloopen," zeide de vrijheer eenigszins wrevelig," gij zult mij echter veroorloven, dat ik ia de mijne volhard. „Eu ik stem met u in, papa," sprak Ida. „Op denzelfden moed kan ook de laagste moordenaar bogen, hij die zijn offer uit eene veilige hinderlaag neerschiet." De smalle lippen des barons persten zich op elkander; zijn gezicht was nog valer geworden, en haat schitterde in den blik, die vast en scherp het meisje trof. „Dat was eene zeldzame vergelijking," zeide hij met eene lichte hoofdbuiging, terwijl hij met zijn gouden lorgnet speelde. „Gij stelt den edelman, die zijne eer ver dedigt, met den sluipmoordenaar gelijk!" „En mij dunkt, in het bedoelde geval moet de wet het ook doen« zeide Ida ern stig «bestraft zij reeds bet alledaagsche tweegevecht, dau moet zij het Ameri- kaansche duel als moord met voorbedach ten rade beschouwen." De vrijheer ging langzaam heen en weer, van tijd tot tijd zag hij met onverholen hoegenaamd geen verband. Ook sluit de wet den failliet uit van de betrekkingen van voogd en curator. Hij kan dus zijne rechten als burger niet volledig uitoefenen en, omdat dit zoo is, gaan andere wetten nog verder en sluiten hem ilit van de bekleeding van verschillende ambten en bedieningen. Zooals wij opmerkten, die afzonderlijke wetsbepalingen zijn van blijvende kracht. Binnenland. De strijd in de Eerste Kamer over de Kieswet, over welke zij het vonnis strijken moet, zal, als men de teekenen nagaat, zich binnen zeer enge grenzen beperken en dan nog de opgewektheid missen, die hem in de Tweede Kamer kenmerkte. Bij den aanvang der debatten namen slechts 4 leden aan de discussie deel, en die konden over een afgezaagd en van alle kanten be keken onderwerp als de Kieswet is, natuur lijk niets nieuws zeggen. Ouder die sprekers tvas de lieer Muller, die zich lijnrecht tegen liet ontwerp Van-Houten verklaarde eu tegen elk ander ontwerp, van wien dan ook afkomstig, dat uitbreiding van het kiesrecht voorstaat. Een zeer somber ta fereel van de landen, waar uitgebreid kiesrecht was, hing de heer Muller op; tot zelfs de Zuid-Amerikaanscbe republieken i Noord-Amerika moesten daarbij dienst doen, maar, zooals de verslaggever der N. Ct terecht opmerkt, de spreker vergat dat de Zuid-Amerikaansche repu blieken nauwelijks onder de beschaafde staten kunnen geteld worden, en Noord Amerika, met zijn heerschappij van het geld en van het eigenbelang in zijn grofst materieelen vorm, voor eene vergelijking met Nederland niet in aanmerking kan komen. Maar de heer Muller had nog andere bezwaren, waarvan de voornaamste waren dat uit het uitgebreid kiesrecht zouden geboren worden politiek geschacher, miuistercrisissen zonder tal, anti-semitisme, bloei der sociaal democratie en een stouter optreden van het protectionisme. Hierbij dacht de spreker weder niet aan Dnitschland en Frankrijk, waar in beide het uitgebreid kiesrecht den bloei van het protectionisme niet heeft kunnen beletten. Op de overige sprekers schijnt echter deze droevige pleitrede niet het noodige effect gemaakt te hebben. De heer Bergsma o.a. beloofde zijn stem aan een wetsont werp, dat naar zijn meening aaneen plicht der rechtvaardigheid voldoet. Met het Neder- landsche volk dat vrijheidlievend, orde lievend en met gezond verstand begaafd wantrouwen naar den baron, wiens ziens wijze hij met de zijne niet in overeenstem ming kon brengen. „doe komt gij aan dit thema, Ida?" vroeg hij. «Hoe kan het u belang inboe zemen „Is nog nimmer het vermoeden in u op gekomen, dat graaf Fallersleben het offer van een zoodanig tweegevecht kon gewor den zijn antwoordde de barones met nadruk. De baron was haastig opgestaanhij trad aan het venster en bevestigde zijn lorgnet op den neus. „Graaf Fallersleben zeide de vrijheer. „Dat kan ik niet geloovenhij was te ern stig en te verstandig, om zijn leven zoo roekeloos op het spel te zetten." „Ook den meest bedaarden persoon kan men zoolang tergen, tot men hem tot een dwaasheid verleid heeft.» «Gelooft dat maar niet", zeide de baron verachtelijk, «gij zoekt geheimen, waar er geen bestaan. Graaf Fallersleben was on danks zijne schijnbare kalmte een excen- is, is zulk eene wet geen waagstuk. Ook deze Kamer zal, aldus is liet alge meen gevoelen, aan de Kieswet haa zegel hechten en daarmede openlijk erkennen dat de veranderde tijdsomstandigheden gebiedend eischen dat de grenzen, waarin het kiesrecht bekneld werd, uitgezet moeten worden en dat elke stap in die richting, hoe bescheiden ook en hoe ver nog van het ideaal verwijderd, gesteund behoort te wordeu. Gelukkig dat in onze Eerste Kamer sprekers als de heer Maller tot de rariteiten behooren en dus hun stem, die spreekt van dingen die tot een afgesloten tijdperk behooren, niet machtig genoeg is de Kamer te beletten te doen, zooals de heer Bergsma zeide, wat voor haar een plicht der recht vaardigheid is. Bij het gisteren voortgezet debat over de kieswet motiveerdeude heereu Fokker, Wert- heim, L. van Nispen, van Lier, Rengers, Alberda en van de Putte hunne stem voor de wet als noodwendig eu rechtvaardig. De heereu Regout, Sassen en van Zinnicq Bergman bestreden de wet als gevaarlijk en leidende tot nadeelige gevolgen. De heer Schirnmelpentiinck verklaarde namens de antirevolutionaire leden tegen te zullen stemmen wegens de eenvormige regeling der Kamer, Staten en gemeenten en omdat gezinshoofden niet zijn opgeuomen. (Zie laatste berichten) De proeven met bet nieuwe geweer, dat aan alle eischen, naar bet heette, zou voldaan hebben, hebben tot dusver geeu bemoedigend resultaat opgeleverd. Er waren twee lichtingen opgeroepen om er zich mee vertrouwd te maken, doch degebeele oefe ning bepaalde zich tot een viertal uren na dien tijd werd met bet oude wapen verder gemanoeuvreerd. Dat met het nieuwe geweer wel handgrepen koudengedaan, maar niet geschoteu kon worden, was daaraan toe te schrijven lo omdat er geen patronen waren en 2o omdat men verzuimd bad rekening te houden met de draagkracht van het nieuwe wapen en het indringiugsvermogen van den kogel, zoodat de tegenwoordige schietbanen totaal onbruikbaar zijn voor oefening met dat vuurwapen. Maar ook van officieele zijde, n.l. in eene circulaire van dsn inspecteur van de infanterie aan de korpskommandanten, is een getuigenis afgelegd over de nieuwe geweren, die hierop neerkomt dat het Mannlicher geweer vrij goed voldoet aan de gestelde eischen, wat werking, draag kracht en trefkans betreft, maar overigens zulk een fijn en gevoelig instrument is, dat triek mensch de zekerheid dat zijne partij in den eerstvolgenden staatkundigen strijd bet onderspit moest delven, kon hem tot de wanhopige daad hebben aangezet.» „Die zekerheid bezat hij in geenen deele," antwoordde Ida met opgeheven hoofd, «in tegendeel, in zijn laatsten brief aan mij uitte hij vol vertrouwen de hoop, dat de tijd niet ver meer was, waarin de twee elkan der vijandelijke gezinde partijen zich ver eenigen zouden." Dat kan nimmer geschieden, zoolang dit ministerie het roer in handen houdt,» zeide de vrijheer. „En hij zelf wist dat zoo goed als wij," liet de baron er op volgen. «Maar wat baat het, dat wij altijd weer op dit voorval terugkomen Gij windt u daardoor slechts noodeloos op, Ida, en aan het gebeurde is daarmee toch niets te ver anderen.» „Zoolang dit raadsal niet is opgelost, zal ik het niet kunnen vergeten», antwoordde de barones„verschat mij de oplossingj dan beloof ik u.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1