jdelman en Misdadiger. Rationale Militie. No. 90. Maandag 3 Augustus 1896. 34ste Jaargang. Gemeentebestuur. M LeiiÉoüwersvarbond VLISSMKiSME COURANT B U R K A I Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnuromer 10.) Prijs per drie maanden 1.Prance per po-t f 1.1 ii, Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonmei i /id, l>ij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. U 1 T G JB V K R P VAN I)!- VELDE Jr. te VliaBingen PHI.J.S i'Kli AIv KBTKNTIËN Van 1 tot 4 regel> 0.40. Bike regel meer 10 cent, (llichés en groote letters worden tiaar plaatsruimte berekend. Eonig Agent, voor Frankrijk de firma G. Ij. DAUFiF. Co., te Parijs. %Vs»*cÜslJ*iJ en /.lUerdus-fivond. Abonnementen voor Oelgië, Duitsohlaud, Flnge" land en Frankrijk f 1.86 por drie maanden. By deze Courant behoort een Bijvoegsel. Oproeping Verlofgangers tot den wer- kelijken dienst. l)e Hurg«meestcr »nu Vlissingen, Gezien de missives van den Commissaris der Koningin i« dit- gewest van d«n 21 April 1890; A no i054 3e afd.; il'cnv, blad no 3' en vau den II Juli 896 A no Ui8S, ie nfdceling (Piov blad no ifi); Roept bij deze op tot den werke- lijken dienst ,1c ondervolgeudc in (leze gemeente wonende Verlofgangers der lichtiug ;89 en .893 Van hot 3 Regiment Infanterie Vuiler (Thenui»), Appel (Willem), lveme- ling (Karei Hendrik), de Voogd Adr zoon (Willem), Luekemijer (Pieter), lotelingen Jer gemeenie Vhssiu'geu, lichting 189i, Geldhof (Cornelis), Koolwijk (Anton Ber nardus), Roose (Adriaau), de Ruijter (Ma- riuus Francois), de Bruijne (Pieter), Sau- derse (Willem), lotelingen der gemeente Vlissingen, lichting 1893, Romeiju (Pieter), lsteling der gemeente Middelburg, lichting 1892 plaats van opkomst Middelburg. Helens (Johannes), plaatsvervanger der gemeente Putte, lichting 1893, Eijkelen- boom (Johannes Wilhelmus), lotehng der gemeente Rotterdam, lichting 1892, Solle- veld (Abraham Jan;, lotehng der gemeente Rotterdam, lichting 1893 plaats van opkomst, Bergen op Zoom. Van der Maden (Pieter), loteling der j gemeente Vlissingen, van der Have (Adri- aan), plaalsvervangerdergemeeuteRenes.se, de Keijzer (Anthonij), loteling der gemeenie Zonnemaire, lichting 1892, de Veij (Johau- I nes Jacobus), Roos (Philippus), Goote (Adriaau Anthouie Marinas), lotelingeu der j gemeente Vlissingen, 't Gilde (Cornelis), plaatsverv. der gemeente Alblasserdam, van der Gaag (Hermanus), loteling der gemeente Rotterdam, Brosens (Adrianus) idem der gemeente Ohaam, Horueman (Alexander Abraham) en Elauts (Adriaan Theodoras), lotelingen der gemeente Vlis singen, lichting 1893 plaats vau op komst Vlissingen. E I. A K T tl» voormelde Verlofgangers le ilieu einde zicli, voorzien ?rin hunne Meeding eu voorwerpen van uitrusting al»mede va» hun voor vertrek afgeteekeuden verlofp.s op Jeu 17ön Augustus 1890. voor des namiddags te 4 uur in bovengemelde plaatsen van opkomst rechtstreeks bij kun korps mui te molden en geeft kennis, dat voor het geval zij door ziekte of andere redenen builen staat mochten zijn om op te komen, zij daarvan kunnen doen blijken door op den dag voor de opkomst bepaald een op ongezegeld papier geschreven eu gtligalist.evd geneeskundig getuigschrift van den beha mie- F li li I L Ij li T «1 1%. Naar het Duitsch 13) »Wat mijne krachten niet te bovengaat, al zeker geschieden, ten einde licht in 'leze duisternis te brengen. Met de eenvou dige daadzaak, dat Fallersleben zich heeft doodgeschoten, stel ik mij niet tevreden 'jeeft hij in waarheid zeif de hand aan !ijn leven geslagen, dan moeten beweeg renen, die nu nog voor mij in het duister 2ljo gehuld, die ik echter uitvorschen zal, 'letn daartoe gedwongen hebben, eu ik ver- Moed, dat zijne vijanden er het hunne van tullen weten De baron had haar in den aanvang vas^, lenden geneesheer, of een under bewijs of verklaring ter gemeente-secretarie over te leggen, zullende de zieken die niet op den bepaalden tijd onder de wapenen komen te dezer zuke niet voor diligent worden gehouden maar ve-plieht zijn z cli na hnnne herstelling bij bun korps te vervoegen teneinde daarbij in den wapenhandel te worden geoefend, wordende zij, voor zooveel noodig, er op gewezen, dat zoo zij in gebreke blijven aan deze oproeping te vol doen. zij volgens art 145 der Militiewet als deserteur zullen worden behandeld. Vlissingen, [Augustus 1896, De Burgemeester voorn TUT EI N NOLT H EN I US REK ENING Ter lezing liggen der gemeenterekening voor het jaar 1895. De Burgemeester en Wethouders ?an Vlis singen maken bekend dat, ter voldoening aan de voorschriften van art. 21S der gemeentewet, de rekening van de inkomsten en uitgaven der gemeente over het dienstjaar 1895, op heden ter secretarie der gemeente, voor ieder ter lezing is nedergelegd en tegen betaling der kosten al gemeen verkrijgbaar gesteld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort den 31 Juli 1896. De Burg. en Weth. voorn. TUTEIN NOLTHENIUS. De Secretaris. G. J. BISSCHOP. II (Slot Niet alleen Jat de oprichters van den boerenbond, om het gevaar eeuer bepaal delijk kerkelijke belijdenis te ontgaan, zich met eene algemeene, niets beteekenende uitdrukking op een soort van godsdienstig standpunt plaatsten, die fout werd op den voet gevolgd door eene t weede en veel grootere. Men stelde het lidmaatschap van den bond afhankelijk van eene andere bepaal de belijdenis, een allerwonderlijkst mengsel, dat ieder voor zich kan uitleggen zooals hij wil en waarvan de groote meerderheid der- genen voor wie het verbond bestemd is, weinig zal begrijpen. Men weet waarschijnlijk niet algemeen, dat onze tegenwoordige Minister van Bin neulandsche Zaken, de heer van Houten, jaren geleden een werk geschreven heeft, dat tpt titel draagt: „Bijdragen tot den strijd over God, eigendom en familie", eene diepe, wetenschappelijke studiewaarin groote vraagstukken, de belangen der sa menleving rakende, op ernstige wijze wor den behandeld Of men zich nu heeft willen verklaren tegen zekere in dat werk uitgesproken stellingen, dan wel of de overeenkomst slechts toevallig is, zooveel is zeker, dat in artikel 9 van het reglement van den bond ongeveer dezelfde bewoordingen zijn ge en kalm in het gelaat gestaard bij de laatste woorden sloeg hij den blik neer „Ik versta dit uiet,« zeide hij „moge de de aanleiding wezen, boe zij wil, het feit is geschied, eu ons blijft niets meer over, dan een man te beklagen, die, met zeldzame geestesgaven begiftigd, op zulk een wijze moest sterven «Te dien opzichte deel ik geheel uwe zienswijze knikte V'on Steinfels. „En nu genoeg daarvan Gij zult u dus bij ons voegen, baron „Met de grootste dankbetuiging voor de eer, die gij aoor deze uitnoodiging mij be wijst 1" „Integendeel, ik ben u grooten dank ver plicht, wanneer ik de gelden voor de reis aan uwe handen mag toevertrouwenik zou daardoor van een grooten last zijn ontheven." „Ik belast mij met genoegen daarmede." „Goed, houdt gij de kas, gij zijt daarin bepaald meer bedreven dan ik, daar de er varingen, die gij bij vroegere reizen hebt 0| gedaan, u daarbij ter zijde staan. Wij nemen te Fluelen een geschikten reiswagen bezigd. Er wordt bepaald dat tot het lidmaatschap kinmen toetreden zij, die als noodzakelijke grondslagen vau de maat schappij erkeuuen God, huisgezin eu eigendom. Wij zouden natuurlijk geheel buiten ons terrein gaan, wanneer wij op de verschilloude begrippen wezen, die aan deze woorden kunnen worden toegekend, wanneer ze op die wijze tot elkander in verband worden gebracht Wij willen er slechts op wijzen, dat zulke algemeeue ge loofsbelijdenissen, juist omdat ze zooals ze daar liggen óf niet begrepen, óf in geheel verschillenden zin worden opgevat, aan het practisch deel van het verbond niet be - vorderlijk kunnen zijn. Door leerstellingen, vooral als ze zeer dubbelzinnig zijn, wordt dit niet gebaat Wij zouden zelfs een stap verder durven gaan. Het eeuig mogelijke doel vau het verbond de bevordering der stoffelijke belangen vau den landbouw, heeft met dit opgeschroefde formulier van belijdenis niets te maken. Wij aarzelen dan ook niet, als onze overtuiging uit te spreken, dat de zooge naamde beginselen, door den bond aange nomen, en de bewoordingen waarin die be ginselen zijn neergelegd, het wezenlijke doel zullen beuadeeleu. Zij zullen aanleiding geven, aan den eeneu kant tot veler outhoudingaan de andere zijde tot allerlei spitsvondig gehaspel overoubegrepeo vraagstukken, over woordefl en namen, die helaas op onzen bodem zoo welig tieren. Trouwens, het. heeft er allen schijn vani of men een reglement heeft willen samen stellen, uitmuntende door slordigheid en onduidelijkheid in taal eu stijl, en vooral ook door het gebruik van veel woorden d,e niets zeggen. Het dient nergens toe, dit iu bijzonderheden aan tètoonen. Natuurlijk zijn wij bereid onze beweringen te staven. Dit alleen willen wij er thans van zeggen om der wil van het goede doel, ware het meer dan wenschelijk geweest, om duidelijk te zeggen waartoe men zich vereenigt en wat men wil. Dit is niet geschied, eu dringend uoodig achten wij bet daarom, op den verkeerden weg terug te keeren, en een reglement te herzien dat voor alles geschikt is, behalve misschien voor datgene waartoe het moet dienen. Als men dan toch den zotten naam van boerenbond (waarvan spotvogels nu reeds alles maken) behouden wil, dan mag het in ieder geval niet langer twijfelachtig wezen, dat die bond eene vereeniging is voor allen, die op welke wijze of onder welken naam, tot het landbouwbedrijf in betrekking staan. Het moet ondubbelzinnig en rijden daarmede over den Gothard naar Airoio, waar wij weder van den spoorweg kunnen gebruik maken. «Zeer goed, en wat zijt gij voornemens morgen te doen.n Eene vaart over het Vierwaldstatter- meer „Wilt gij niet den Rigi op „Kunt gij dit aanraden „Bij dit heerlijke weer zonder twijfel. Dan konden wij morgen op den Rigi overnachten Ida had de kamer verlaten de heeren bemerkten het eerst thans. „Ik vind, voor zooveel mijne dochter be treft, de geschiedenis uiterst noodlottig, zeide de vrijheer met een peinzenden blik op de gesloten deur van de zijkamer „Fallersleben had voor zijn waanzinnige daad eene andere plaats kunnen kiezen «Bad ik slechts een vermoeden gehad, dat barones Ida in de nabijheid was, dan zou ik gezwegen hebben «Gij zijt er onschuldig aan," waarde baron „gij koudet dit niet weten, en bo- gezegd worden, dat het den bond te doen is om er het landbouwbedrijf plat, maar zeker niet onduidelijk uitgedrukt boven op te helpen, eu dan doet men verstandig niet eenvoudig te spreken van behartiging van belangen. Dit kunnen geene andere dan stoffelijke zijn bijzondere zedelijke boerenbelangen zijn er gelukkig niet, en men kan met volkomen gerustheid afstand doen van die deftige huldiging van het christendom en van die geleerde erkenning van de grondslagen der maatschappij, die in den mond eener vereeniging die zich boerenbond noemt ten minste al vrij be lachelijk zijn. Ook de bereiking van het doel is naar onze meening verkeerd opgevat. Liever dau te streven naar aaneensluiting van be- staaude vereenigingen, had men zelf eene groote vereeniging moeten vormen, met overal afzonderlijke afdeeliugen of departe menten, zooals b. v. de Maatschappij tot nut van 't algemeen. Thans moet men af wachten, of er vereenigingen worden opge richt en of ze zich hij den bond aansluiten. Zoo ja, dan zijn ze toch niet alle van den.- zelfden aard, hebben eigen wetten en eigen belangen, terwijl bet juist om het alge meen belang te doen is. Slechts van een gezond vereenigiugs- leven kan kracht uitgaan. Is dit m het algemeen waar, hoeveel te meer zal het dan waar zijn in kringen, waar man wij kunnen die harde woorden niet terug houden zooveel verstokte vasthoudend heid aan het bestaande, zooveel vooringe nomenheid tegen elke verandering, zooveel eigenzinnig doordrijven en zooveel warsheid aantreft van al wat naar nieuwere bescha ving zweemt. En hoe kan een vereeuigingsleven gezond zijn, op zoo duistere eu gebrekkige wijze opgezet, met eene grondwet die óf niets zegt óf voor elke willekeurige beschouwing vatbaar is? En toeh zouden wij wel eene krachtige opwekking tot toetreding willen richten aan het adres van alle belanghebbenden want de gedachte zelve en het doel zijn goed eu Nederland heeft groote behoefte aan een krachtige invloedrijke vereeniging van landbouwers. Wanneer degelijke elementen in den nieuwen kring worden opgenomen en krach tige stemmen vau bekwame personen zich zullen doen hooren, om op het aannemen van betere vormen en grondslagen aau te dringen, dkn kan men gegronde hoop voe den, dat ook hier eerlang een gezonde ziel zal wonen in een gezond lichaam. vendien had Ida de tijding heden of mor gen toch vernomen. Ik hoop dat zij spoedig hare kalmte zal herkrijgen en den kwaden droom vergeten allengs moet het haar immers duidelijk worden dat deze man hare liefde niet waard was. Wij willen geduld hebben en hare zienswijze voorloo- pig met tegenwerken moge zij over de daad denken wat zij wil, zij werpt altijd een smet op den naam des overledene.» De baron draaide in gepeins aan de punten van zijn knevel. „Iets hebben wij nog vergeten,zeide hij „dat mogen wij niet over het hoofd zien." «En wat zou dat zijn „Ik kan wel openhartig met u spreken; gij zult zeker niet boos zijn, wanneer ik het vermoeden uitspreek, dat onder de pa pieren van den overledene eeuige brieven van Ida zich kunnen bevinden." Von Steinfels zag hem strak aan daar aan had hij nog niet gedacht. Het gevaar dat in deze mogelijkheid lag opgesloten, werd hem oogenblikkelijk duidelijk.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1