3F8B 'Helman en Misdadiger. bode leisje v i-; li s L ij iü t o v I 270, ïstraat, ganger leiil tbflde, e N«. 87. Maandag 27 Juli 1890. 34ste Jaargang1. rial Landbiiwersviirbond. «Taf rib Z i 11ELKOLEN, ITJEWUD. een kleiu ge- WEGELING. oodigd. Adres: vordt gevraagd lezer Courant. eg Vlissingen, tegenwoordige der goede ge melde:) en nette urant. Kermisdagen. ïddelburg. W M T. elburg v v 4 511 t»lleeu op 30, I I.— 11.45, 10.15 6.55. 7.45. 9.15. arkt Vlissingen: 53. 8 45, i' '5 .50, 9.20, 10.80 5.15 7.— 8.35. CIIDl 7,_. 7 50. 8.20 41)'. II.— l'-JJ ■IA0. 3.-- 3.20 7 2 7.458.8" 7.20, 8. 8.30 0. 11.10. II.8J 2.30. 2.50. 8-'0 «.50 7.»» VI.ISSIVtStliE COURANT. B U R E A l Kleine Markt I N°. 187 (Telephoonnummer 10 Prijs per drie maanden 1.Franco per post, f 1.15. tzonderlijke nummers 5 cent. Men-abonneert -/.idi bij alle Uoekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vliasingen. PKI.1S DEK ADVERTENTIÊN Van 1 tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EoniS! Agent voor Frankrijk do flrma O. L. DAURE Co., te Parijs. Vrr.rfklpil Eila.iRns-, Donitrriliig en Zaterdag-avond. Abonnementen voor België, Dnitschland, Enge land en Frankrijk 1.85 per drie maanden. I. Onze eeuw is eetie eeuw van associeeren vereenigen. Die-gelijke belangen hebben negen zich bij elkaar om ze des te beter behartigen eendracht maakt sterk, liet is dan ook niet te verwonderen, dat ihtns ook bij ons eeue vereeniging van jidbouwers tot staud gekomen is. Integeu- fel zou men alle reden hebben er zich er te verbazen, dat dit niet reeds veel Leger heeft plaats gehad. Maar, wij veten het, er is wellicht geen staud, waar in meer vasthoudendheid aaugetrotten wordt, bij dien der landbouwers. Het in tele opzichten afgezonderde leven werkt liet aannemen van nieuwe vormen en be- ■rippen natuurlijk niet in de hand, en zóó b bet te verklareD, dat wij den vooruit - gang dezer eeuw ongeveer bet laatst aan treffen bij hen, die het minst den invloed van het nieuwere verkeersleven oudergaan. Maar, aan alles komt een einde, en wanneer de vrucht van het vereenigings- leven in deze zoo overvloedig mocht wezen ils elders, dan zal de Nederlandsche land- louw. dit woord nu in den ruimsten genomen, spoediger dan men ver wachtte uit den tegen woordigen toestand van verval worden opgeheven. Bn, boe geweuscbt wij dit achten, is [gebleken uit onze vroeger geplaatste arti kelen, aan den landbouw gewijd. Van ie drie groote nationale bestaansbronneu landbouw, nijverheid en handel, mag er, lal de toestand over 't algemeen aan redelijke eischen van welstand beantwoor den, niet alleen geene ontbreken, maar geene kwijnen en, welke ook de oorzaken mogen zijn, die de lage vlucht van ien landbouw doen voortduren, de machti- drijfveer der samenwerking- zal ook bier ongetwijfeld invloed ten goede kunnen uitoefenen. Vandaar dan ook, dat eene opwekking tot deelneming aan onze landbouwers ge richt en eene beschouwing over bet doel in de voorgestelde middelen der nieuwe tereeniging ons voorkwam niet overbodig Ie zijn. Wij meenen, dit doende, stellig op Ie wekken ten goede want, dat bet een utionaal belang geldt, is toch zeker niet 'oor tegenspraak vatbaar. Maar, zegt men, er is immers geene Naar het Duitsch 10) •Dat is zeer vreemd," zeide hij. «Kunt l'j n op de trouw van uw kamermeisje 'erlaten 'Wel zeker luidde bet antwoord van toevrouw Blote. „Bovendien zou mijne totffleiiier niet zoo onverstandig zijn, de ge hele cassette te nemen zij had er hoog mis eene kleinigheid uit ontvreemd. 'En wat bevond zich in deze cassette 'Een brillanteu broche, benevens de 'tosrbij beboorende oorhangers, een cora- ™t koraleu stel, een antiek zilveren pronb- s,uk inet robijnen en smaragden, verschei- vereeniging van landbouwers opgericht slechts een boerenbond De aanmerking is juist, en bet woordje sleehls is ook op zijn plaats want, in de letterlijke beteekenis, kunnen beide uit - drukk'.ngen niet in denzelfden zin worden opgevat. Wij aarzelen dan ook niet te verklaren, dat de uitdrukking boerenbondniet alleen afschuwelijk is, maar bovendien onjuist schijnt; vreemd genoeg, waar bij de op richting de steun werd ondervonden vau een geleerde, die met de Nederlandsche taal- en letterkunde nog al vertrouwd is, en wien bet aan tact niet ontbreekt. Trouwens, er zijn meer onhandigheden begaan die, naar wij vreezen, aan de bevor dering der zaak in den weg zullen staan. Naar wij weten, is het doel van den bond, aaneensluiting te verkrijgen van alle zelfstandige boerenvereenigingen, om daar door de zedelijke en stoffelijke belangen vau den boerenstand te behartigen, diens maatschappelijken toestand te bevorderen en aldus werkzaam te zijn tot de vor ming van een krachtigen, welvaretideu boerenstand. Ivlen ziet bet, herhaaldelijk is in deze zinsneden sprake van boeren en van een boerenstand, en volstrekt niet van deu land bouw in bet algemeen, en toch is er in de verdere bepalingen van het reglement wel degelijk melding van gemaakt niet alleen, maar zelfs is met ronde woorden gezegd, dat leden der vereeniging kuaneu wezen zij die het landbouwbedrijf uitoefenen. Maar hoe nu dit laatste op te vatten Naar onze raeening in den ruimen zin, in den zin bv. der wet op de bedrijfsbelasting, die in eenen adem spreekt van land-, tuin en boschbouw, boom of bloembollenkwee- kerij, veehouderij of veenderij. Al deze bedrijven toch staan met de cultuur van den bodem in het nauwste verband. Men kan er nog andere bedrijven bijvoegen, zooals de bloemisterij. En toch staan wij in twijfel of allen die deze bedrijven uitoefenen tot het ver- boud kunnen toetreden of dit de bedoe ling is. Trouwens, dit duistere punt staat niet op zich zelf. Ook grondeigenaars, pachters of beheerders van gronden kunnen toe treden. Doch, wat is, in dit verband, een grondeigenaar Elk bezitter van ongebouw de eigendommen Of moet het bepaald grond wezen, die tot het landbouwbedrijf wordt aangewend Verwarring van denkbeelden is hier zeer goed te veronderstelleu. Maar erger wordt dene armbanden en ringen, doekspelden en ftacons «Ook baar geld viel de hotelhouder, die op een stoel bad plaats genomen, haar in de rede. «500 Napoleons en tien biljetten van dui zend francs. Bovendien verscheidene brieven uit mijne woonplaats, alsmede andere papieren, waaraan ik groote waarde hecht. „Eu dat alles zou in dat kistje voorban den zijn geweest vroeg de hotelhouder, uit wiens wangen de laatste bloeddruppel geweken was „Twijfelt gij er aan Wanneer het ver langd wordt, kan mijn bankier u het be wijs leveren, dat ik in het bezit dezer som was." „Dan begrijp ik niet, waarom gij dit aanzienlijk bedrag niet mij ter hand gesteld hebt, mevrouw In eiken corridor hangt een bericht, waarin ik mijne geëerde gasten er opmerkzaam op maak, dat ik slechts kan borg blijven voor datgene, wat mij persoonlijk ter bewaring wordt gegeven. Het zou niets meer dan voorzichtigheid ge het, wanneer men tot het wezen van de z tk zelf doordringt. Het is o. a te doen de zedelijke belangen van den boeren- ui. lleeft, zouden wij wilien vragen, de boireustand dan andere zedelijke belangen dau wij andere menschen Een zonderlinge opvatting! De zedelijke belangen vau bet volk zijn één, en om die te behartigen is zeker geen verbond noodig voor ééuen stand apart. Wij zijn dan ook en dit tot ons diep leedwezen tot de overtuiging gekomen, dat de zaak zeer slecht en zeer onprak tisch is opgezet. En dit kon moeilijk an ders waar men van stonde aan het ter rein verliet waarop zij tehuis behoort, en zich echt Hollaudsch helaas geheel noodeloos op zedelijkheidsgebied begaf en er allerlei dingen bij haalde .waarover verschil, van meeniug en opvatting bestaat. Men wilde, naar de mode onzer dagen, den boud vestigen op Christelijken groud- slag Mode, zeggen wij, omdat wij overal het woord christelijk zien en hooren ge bruiken, óf zonder er bepaalden zin am te hechten, óf zonder iets te gevoelen van dien hoogeren ernst en die diepere levens opvatting, waarvan dit maar al te vaak misbruikte woord bet zinnebeeld moest zijn. En nu mag die twistappel zijn wegge ruimd door de handigheid van den handi- geu redenaar die thans tot eerelid van den bond is benoemd, daarmede is de zaak naar onze meening niet in 't reine. De boeren bond, zoo luidt nu de aanhef van het reglement, erkent en huldigt het christen dom als grondslag der maatschappij. Heel mooi gezegd; maar, wat is de wezenlijke beteekenis van dien mooien volzin, voor de practijk? Bestaat die wezenlijke beteekenis nietwas het er eenvoudig om te doen, een twistappel weg te nemen, die kon ontstaan uit de woorden die men eerst had voorgesteld, zonder meer, dan zeggen wij des te erger. Het echt menschelijk levensbeginsel wordt zeker niet gediend, door het chris tendom eventjes, heel in 't voorbijgaan, in een regiementje te erkennen en te huldigen. De wereld wordt niets beter van die alge meenheden, netjes afgedrukt in artikel zooveel of zooveel. De wereld wordt er niet beter van, wanneer wij op een voetstuk gaan staan en haar toeroepen ziet ge wel hoe christelijk wij toch zijnEn, wat erger is, ook wij zelf zijn er niet beter om. Wij hopen het beste van het christelijk beginsel van den boerenbond maar wij zijn nog niet aan het einde onzer grieven. weest zijn, wanneer gij daarop hadt acht gegeven Mevrouw Blóte had fier haar hoofd ach terover geworpen een toornige blik vlam de in hare sombere oogen. Van een hotel van den eersten rang verluug ik in dit opzicht onvoorwaardelijke veiligheid", zeide zij; erg genoeg, wanneer men deze in uw huis niet aantreft." «Mevrouw, dat is een verwijt, hetwelk ik niet verdien,sprak de hotelhouder met niet te ontveinzen drift »voor mijn per soneel kan en moet ik eiken waarborg op mij nemen, echter niet voor mijne gasten. Een ieder kan ik niet aanzien, of hij een eerlijk man of een gelukzoeker is. Mijn huis staat open voor iedereen, die behoor lijk gekleed is, en de fortuinridders, zooals ook gij zeer goed zult weten, treden heden ten dage zoo deftig op, dat men ze tegen wil en dank voor geboren edellieden moet aanzien." „Gij wilt dus den dief onder uwe gas ten zoeken vroeg mevrouw Blóte. »lk geloof, dat is niet de juiste weg, om hem Verslag over den toestand der gemeente Vlissingen over het jaar 1895, door B. en W. uitgebracht aan den Gemeenteraad. Vervolg Over den staat van het onderwijs vinden wij dat de gemeente zes openbare en vier bijzondere scholen telde De zes openbare scholen werden als volgt bezocht School A (hoofd der school de heer P. Landsman,) met 7 onderwijzers, werd op ultimo December 1895 bezocht door 20G mannelijke en 137 vrouwelijke leerlingen, waarvan 146 mannelijke en 111 vrouwe lijke leerlingen kosteloos onderwijs genieten. School B (hoofd de heer W. van Kamer), met 8 onderwijzers en 1 onderwijzeres, werd bezocht door 242 mannelijke en 165 vrouwelijke leerlingen, waarvan 250 m. en 107 v. kosteloos. School C (hoofd der school de heer J. F. Op den Zieke), met 5 onderwijzers, werd bezocht door 248 mannelijke leerlingen. School D (hoofd der school mej. J. W. Beijerman,) met 0 on derwijzeressen, werd bezocht door 239 vrouwelijke leerlingen, waarvan 8 koste loos. School E (hoofd der school de heer W. J. Frijling), met 9 onderwijzers van deze school maakten op ultimo December 567 mannelijke leerlingen gebruik, waarvan 3 kosteloos. School F (hoofd mej. E, M. Schuurman), met 9 onderwijzeressenvan de ze school maakten op ultimo December gebruik 168 vrouwelijke leerlingen. Boven en behalve het opgernelde onder wijzend personeel, wordt aan alle scholen vakonderwijs gegeven door 1 teeken- en 1 gymnastiekonder wijzer. Overeenkomstig art. 45 der wet op het lager onderwijs werd door bet rijk over het jaar 1896 aan de gemeente uitgekeerd een bedrag van 12492.75. Wat de bijzondere scholen betreft, was het bezoek als volgt School voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs met eene hoofdonderwijzeres (hoofd der school mej. P. J. J. Bouraan), en 9 onderwijzeressen (hulp),werd gedurende het jaar 1895 bezocht door 267 meisjes. School voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs (Roomsch Katholieke Pa rochiale school) met een hoofdonderwijzer, de heer R. G. van Nieuwkuyk, en 4 on derwijzers (hulp) werd in dit tijdsverloop bezocht door 229 jongens. School voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs met 1 hoofdonderwijzer, de heer H.Merckens en 2 onderwijzers (hulp) en 1 onderwijzeres) (hulp.) Deze school werd in dat jaar be- op het spoor te komen. De sleutel van mijne kamer heeft gedurende mijne afwezigheid in de portiersloge gehangende portier moet weten, of een ander van dien sleutel heeft gebruik gemaakt. Ontkent hij zulks, dan kan men slechts met een hoofdsleutel hier binnengedrongen zijn, en ik geloof, dat dusdanige hoofdsleutels in grooten ge tale in het bezit van het dienstdoend per soneel zijn.« „Slechts de kamermeisjes." „Zeer goed Met uw verlof, mevrouw, het kamer meisje van deze verdieping is trouw en eer lijk op haar kan geen argwaan vallen. Het spreekt van zelf, dat ik het gebeurde aan een streng onderzoek onderwerpen en daarbij ook den bijstand der politie inroe pen zal, verlaat u daarop, dat ik alles in het werk zal stellen, om u uw eigendom terug te verschaffen. Maar voor uw verlies kan ik u onmogelijk schadeloos stellen een bedrag van 20 000 francs is te aanzien lijk, dan dat ik er voor verantwoordelijk zou moeten blijven. Zooals ik reeds de eer

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1