k Maat. Én, em. No 46. Vrijdag 17 April 1896. 34ste Jaargang. Huur 1st. Jacolistr. Ltten. ■sje CLOTBILDK. ZOON, Ie kamers Mo It, van een der ene Zaak ge- Je Glacisstraat aan tot liet |2n en verdere IWIJD. ber van En Ve haard- isANTHRA. Vulkachels ftten stand te- courant. koek, Igeen eieren, Kwaliteiten. lijgbaar hij 166, Vlissiiifien 140 ct. p. pd. 20 te lande. de strengste \gsgehalte en lion BOVEN- teuken, Zolder, 1 Logeerkamer, p. SPECKENS. r1 Tniformen I zoodat de af- istr. et plaatsen (Ope- 1G, Jl, den Haag. in Kunst- roemde nitenland. iteiten en cent, bij Jmgaan en 3 huiselijke oekhandel, ar. Adres een nette straat 67. VLISSI1WJSCHE COURANT. Binnenland. A. T J E H. Als er van Toekoe Oemar gesproken wordt, is menigeen gereed om op niet al te zachte manier zijn vonnis te vellen. De benamingen van „aartsverrader", «door trapte schurk" en nog meer dergelijke moeten dan dienst doen. Het „Handelsblad" laat in de volgende woorden zien, dat juist onze eigene fouten er toe leiden moesten dat Toekoe Oemar een verrader kon worden Wij deuken er niet aan, den man te verde digen, vooral niet zoolang wij de motieven niet kennen van zijnen afval. Maar laat men toch niet vergeten, dat de Atjehers, en belaas niet zonder reden, op dezelfde wijze over ons spreken als wij nu over Toekoe Oemar Dat onze sedert 1874 steeds afwisselende staat- kunde in Atjeh hun alle vertrouwen op ons benomen heeft Dat de »verbanning« van den eenoogigen sultan, generaal van der Heijden, ook in dat opzicht eene hoogst onstaatkundige daad waszoodra de »Kompenie« hem niet meer meende noodig te hebben, verbande zij hem, zeiden Atjehsche hoofden Dat wij met de rampspoedige concentratie van 1884/5 ook de hoofden, die zich te goeder trouw bij ons hadden aangesloten, in den steek en aan de wraak onzer vijanden overlieten Dat wij in derdaad vele en groote fouten hebben begaan, die aan alle vertrouwen den doodsteek moesten geven «Wie thans geen woorden genoeg kan vinden om de handelingen van den afgetreden gouver neur te laken, zij ook billijk genoeg om te er kennen, dat de onderwerping of pacificatie van Atjeh behalve door generaal van der Heijden, maar diens oorlogvoeren heeft immers aan de hevigste kritiek blootgestaanook onder an dere gouverneurs niet verkregen iszoo min door de generaals van Swieten en Pel, als door de gouverneurs Pruijs van der Hoeven, Demmenis of van Teijn. En wanneer men de rechtvaardig heid niet uit het oog verliest, zal men óók moeten erkennen, dat het stelsel der laatste jaren, al heeft het ten slotte, om welke reden dan ook, fiasco gemaakt, althans eer te begrijpen en te verdedigen was, dan de roemlooze con centratie van 1885, die den Atjeher de over tuiging moest geven van onze onmacht, het vertrouwen in ons een grooten schok toebracht, en ten slotte zelfs ons leger geen voordeel aanbracht, omdat zij aanleiding was, dat jaren lang de beri-beri heerschte De correspondent der N. R. Ct. te Ba tavia seinde gisteren Onze post Tjot llang is door onze troe pen ontzet. De post Lamgoet werd verbrand. De le luitenant II. I. Maarschalk werd gedood. Twintig minderen werden gewond. De N. R. Ct teekent daarbij aan Na het ontzetten en slechten der tijde lijke posten liiloel en Lamkoeujit en het lèn minste tijdelijk terugtrekken uit de IX Moekims ten zuiden der geconcentreerde linie, blijkt nu de beurt te ziju aan de tij delijke posten in de XXVI Moekims. Tjot Rang was door ons bezet, Lamgoet door Toekoe Hoessin Longbatta, die daar woont. Deze werd in December 1893 door Toekoe Oemar overgehaald tot onze zijde. Hij is gehuwd met eene dochter van Toe- F i: i i i, 1.1; T o it. Bewerkt door AMO 45) „Zoo ver zal het niet komen, hoop ik, maar als dit tegen alle menschelijke be rekening toch mocht gebeuren, mag ik er dan op rekenen, dat gij mij daarvan ten spoedigste bericht zult zenden „Dat zou misschien zeer moeilijk, ja onmogelijk zijn. Het is wel gebeurd, dat ik 's avonds laat pas mijne bevelen kreeg. En dan weet ik ook niet, of mijn chef de minister van binnenlandsche zaken zulk eene handeling niet zou afkeuren „De minister zal daar niets van vernemen. Het is eene gunst, die ik van u persoon- ijk vraag, en waarover ik nooit een woord koe Nanta, hoofd der VI Moekims, nicht van Toekoe Oemar. Lamgoet ligt midden in moerassen en is een sterk nest, waar Tenkoe di Tiro vroeger huisde. Nu wij een punt machtig zijn op den weg, die loopt van Toengkoep langs Lam goet, Tjot Rang, Gloempang, Senelop eu Anagaloeng, kan Gloempang ontzet worden door het oprukken daar langs of langs wegen van Lampermai en Lambaroe daar heen voerende over G'nani en Tjot Madé. Op eerstgenoemden weg is een zeer gevaarlijk punt. Met de andere daaraan gelegen door Atjehers bezette punten maakt het nu dien weg hoogst onveilig. Dat niet lederen dag uitgerukt wordt met groote troepenmacht, vindt zijn oorzaak wellicht in gebrek aan transportmiddelen. Onder het vijandelijke vuur zijn ossenkar- ren onbruikbaar en de Atjehers zijn als koelies onwillig. Henricus Lucas Maarschalk, wiens sneu- velen het telegram vermeldt, werd in 1889 van cadet tot officier der infanterie bevor derd en werd in 1893 eerste luitenant. Hij is gehuwd met eene dame uit Soerabaja. Voor korten tijd verliet hij Atjeh, waarheen hij nu met het 9de bataljon terugkwam. Zie laatste berichten.) Naar Atjeh is gezonden luit. kolonel var, Heutz. Van veel beteekenis is deze keus, aangezien van Heutz ook onder de Atjehers een goeden naam heeft verworven van beleid en kennis. In een openbaar geschrift heeft hij de verschillende stelsels, die in Atjeh werden beproefd, aan een scherp oordeel onderworpen en door vergelijking aangetoond, hoe verderfelijk juist die ver- andering is geweest. Ziju stelsel, waarin ook de scheepvaartregeling opgenomen is, wordt populair aldus omschreven door: zitten op de geldkist door met eene strenge blokkade aan de kust inkomende rechten te heffen. Deze verklaring is van te meer gewicht, daar velen in van Ileutz den toekomstigen gouverneur van Atjeh zien. Hij is thans 45jaar oud en kan op een eervol militair verleden bogen. De N. R. Ct. meldt dat aan de luite nants der infanterie, die zich in de Lom- boksdagen aanboden voor eene detacheering bij het 0.1. leger, nu gevraagd is of zij alsnog genegen zijn om voor twee jaar gedetacheerd te worden hij de landmacht in Oost-Indië De dertig luitenants die naar Indie worden gedetacheerd, zullen voor twee jaar daarheen gaan en eene gratificatie van 1000 voor uitrusting ontvangen. De Gouverneur-Generaal van Indië heeft opruiming gehouden onder de residenten, die meer dan 30 jaren diensttijd tellenen geacht kunnen worden voor den dienst ongeschikt te zijn. Een vijftal zijn eervol ontslagen, welk voorbeeld door nog meerderen gevolgd zal worden. Als de schoonmaak in haar geheel vol bracht is, zal zij de benoeming tengevolge hebben van 14 residenten, 15 assistent residenten, 15 controleur? der le klasse, 15 der 2e klasse en 15 adspirant-controleurs. Dit alleen uit .Tava. Op de buitenbezittingen zal het getal zich tot 3 beperken. De in de Lombokgeschiedenis welbekende Rus Malignan is uit zijne gevangenis te Soerabaja, waar hij onder bewaking was gesteld van een oud-militair, die voor niets dan ziekenoppasser bruikbaar was, gevlucht, zonder dat het hem veel moeite kostte. Hij werd echter spoedig daarop gesnapt in een huis in de Chineesche Voorstraat. Met hem werden ook een paar Javaansche meisjes gearresteerd. Het wordt dus tijd met het oog op een latere ontsnapping, waarvoor Malignan niet te goed is, dat men eens gaat denken een einde te maken aan het proces, dat reeds zoo lang hangende is. Begin Mei vertrekt een tweede detache ment der koloniale reserve te Nijmegen naar Indië. De Eerste Kamer heeft gisteren het out- werp van wet tot wijziging der personeele belasting aangenomen met 34 tegen 5 stemmen. Tegen het voorstel-Gerritsen tot faculta tief stellen van den eed voor de ledeu der Prov. Staten en gemeenteraden stemden alle aanwezige katholieken en antirevolu tionairen, benevens de voorzitter en de heer van Pallandt. Men had, afgaande op het Voorloopig Verslag eene grootere meerder heid dan 7 verwacht. zal spreken. Verder neem ik de verplichting op mij om niets te doen, dat u in onge legenheid zou kunnen brengen. „Maar wat zal dat bericht u helpen „Vergun mij hierover het stilzwijgen te bewaren te zijner tijd zult ge het zeker vernemen, daar geef ik u mijn woord op. Ik heb natuurlijk geen recht om te eischen, dat ge aan mijn verzoek voldoet, maar nogmaals vraag ik u er dringend om«. De directeur zweeg, doch maakte een kleine buiging, blijkbaar wilde hij geen bepaalde belofte doen en daarom begon Berquin over iets anders. „Gaan wij nu niet denzelfden weg langs, dien de veroordeelde moet afleggen als hij naar het schavot gaat vroeg hij. „Ja," antwoordde de directeur, en zoo als ge reeds gezien hebt, is die weg tame lijk lang voor het menschelijk gevoel is dit te bejammeren. Hij most eerst een gang van honderd meters lengte door, dan vijf tien treden naar beneden, vervolgens deze binnenplaats over. Als de groote poort ge opend is, moet hij nog dertig schreden Voor artsen, Nederlanders zijnde, die den leeftijd van dertig jaar niet hebben over schreden, bestaat de gelegenheid om als officier van gezondheid der 2e klasse bij de zeemacht te worden aangenomen, onder verplichting het Rijk minstens gedurende 8 achtereenvolgende jaren te dienen en onder genot van een premie van 5600, uit te betalen bij de indiensttreding. Bij de herstemming ter verkiezing van twee leden der Prov. Staten te Amsterdam werden gekozen de heide liberale Candida- ten, de heeren mr. C. A. C. Cosman en Jan ter Meulen jr. Slechts 3236 van de ruim 23000 kiezers kwamen ter stembus op. In de Telegraaf wordt door een inzender op de hooge kosten gewezen, vereischt voor het afleggeu van het examen in het boek- houden en in de correspondentie der moderne talen, waarmede zich de particu liere vereenigingen „Vooruit", die van „Leeraren in het Boekhouden", alsmede „Mercurius» te Rotterdam belasten. Tot deelname aan het examen in slechts een enkel vak of taal is de candidaat verplicht 2.50 of 5.te storten behaalt hij het diploma, dan bovendien nog 10.dus voor een enkel vak ƒ15.Zelfs voor stenografie wordt ook dit bedrag gevorderd Bij het kleine loon dat vele jongelieden op kantoren genieten, is dit volgens den schrijver, eene te groote uitgave. Geen wonder dan ook dat zich tegenwoordig weinig candidaten aanmelden. Bovendien wijst de inzender er op dat de examens zeer onpractisch en daardoor zeer moeilijk zijn. Het baggerwerk in den Rotterdamschen Waterweg is voor vijf jaar aanbesteed en voor eene som van ƒ716.000 aangenomen door den heer K L Kalis, te Sliedrecht. De som, benoodigd om den Waterweg voortdurend aan zijne bestemming te doen beantwoorden, is dus niet zoo heel klein. VLISSINGEN, 16 April 1896 K Gisteren namiddag werd in de wachtka mer van het Nederlandsch loodswezen al- hier door den heer De Ruvter de Wildt, inspecteur van het Ned. loodswezen, als voorzitter der commissie van de alhier gestationeerde reddingboot der »Zuid- Hollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen'' met eene hartelijke toe spraak aan schipper E. M. Jilleba en de roeiers C, de Mol, D. van Sprang, C. tl. Lems, J. Verboven, J. M. Dover en H. Mommaas, medegedeeld, dat hun uit het fonds Robin" eene extra-belooning was toegekend van 100 voor de groote diensten, door hen als bemanning der reddingboot bewezen bij het redden der equipage van de op 7 December 1895 op de Spijkerplaat gestrande Oostenrijksche bark Zora. Deze plechtigheid werd bijgewoond door het schippers- en roeierspersoueel. Het fonds „Robin,» waarvan hierboven sprake is, is gesticht door den heer Emile Robin te Parijs, die in het najaar van 1880 aan de Maatschappij een schenking deed, waarvoor, op verlangen van deu schenker, met vermelding van zijn naam, eene in schrijving is genomen op het Grootboek der 2'/j P'ct. W.S. Van het 3e reg. inf. komen in aanmer king om bij geschiktbevinding voor twee jaar naar Indië te worden gedeiacheerd de le luitenants M. J. Kanaar, G. I'. Jansen, de 2e luitenants D. van Wijk, W. K. C. Beerstecher, M. I). Wiersma en B. J. Ephraïm. De ingenieur 2e kl, der marine L. J. K. van Waveren, van 's rijks werf te Amster dam, is gisteren toegevoegd aan deu direc teur van scheepsbouw en als zoodanig gedetacheerd bij de Kou. maatschappij „De Schelde" te Vlïssiugen, om 1 Mei den in genieur der le klasse J. 't Hooft te vervan gen in het toezicht op den bouw van Hr. Ms. pantserdekschip Zeeland en van twee koloniale vaartuigen aldaar. De ingenieur 't Hooft is met laatstgen. datum naar Amsterdam overgeplaatst. De nachtboot van de Maatsch. Zeeland, de Koningin Regentesis Maandag op haar reis naar Queenboro' het S. R. wiel inge slagen. Door welke oorzaak dit geschied de, is onbekend. Gisteren is zij echter naar Rotterdam gestoomd om aldaar te dokken en daar in goede orde aangekomen. Heden morgen kwam alhier het s.s. Koningin Wilhelmina der Mij. Zeelaud op tijd binnen, doch met defect aan de wielen, waardoor het in zijne reis zal vervangen worden door de dagboot Duitsehland, die heden avond naar Queenboro zal vertrekken. loopen om het schavot te bereiken.» Zij stonden nu bij de poort en Berquin nam afscheid. »Nu," zeide hij, „ik herhaal nogmaals, dat ik alle reden heb om te hopen, dat het zoover niet zal komen. Maar mocht dat toch gebeuren, wees dan zoo goed aan mijn dringend verzoek te denken." TWAALFDE HOOFDSTUK. Nadat Berquin de gevangenis La Roquette verlaten had, nam hij een rijtuig en liet zich naar de straat Rochebrune brengen hij was van plan mejuffrouw de Vrains een bezoek te brengen. Hij was vroeger reeds eenmaal met Hugo de Carolles bij baar geweest, om baar te troosten en baar de verzekering te geven, dat hij met Hugo alles zou te werk stellen om haar broeder te redden en den waren moordenaar te ontdekken. De indruk, dien het meisje op den advo caat gemaakt bad, was zoo diep geweest, dat hij liet, gevoel, dat zij bij zijn vriend gewekt bad, niet als dwaze dweperij be schouwde, zooals hij aanvankelijk deed. Hij had er welgevallen in, dat zijn vriend genoeg idealisme en onbaatzuchtigheid bezat om zijn liefde te schenken aan een onbemiddeld meisje, wier broeder als ter dood veroordeelde in den kerker zuchtte. Na bij den ouden Rigolo van kleeding verwisseld te hebben, was Ilugo reeds tweemaal uit de straat Fiquetonne voor korten tijd in zijn eigenlijken levenskring teruggekeerd. Beide keeren was hij bij Berquin geweest en had ook Victoire een bezoek gebracht. Was hij te fijngevoelig om onder deze omstandigheden aan de zuster van den veroordeelde zijn gevoelens en zijn hoop te openbaren, toch had hij de geliefde tenminste willen zien en spre ken, voordat hij weer Martin Guerre werd en in bet hotel du Commerce terugkeerde. Bij deze bezoeken had hij slechts in het algemeen gesproken van de nasporingen, die Berquin en hij deden, zonder melding te maken van de rol, die hij in de straat Fiquetonne speelde. Daarover wilde hij zwijgen totdat hij iets bepaalds kon aan het licht brengen, doch, helaas, zoover

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1