:rt litspanning" De Staat en zijne kinderen. 'ente, Maandag 2 Maart 1896. AL Jaargang. CL0TH1LD No. 27. INIGING [aart 1896, O 10, alsmede bp beide avonden kau, vóór dien tijd et Concertgebouw JE. ZOON. ?de )de uii fleze courant Moort een Biivoeasel. B i ii n e n L a n d. inunnnilo ■lijfrente voor Irf knpltnal. j Hl voor vrouwen. 1 1/0 05 24 1 7 00 I 9 10 1 10 72 I 13 O.i 1 F.oht uren, ndboog'te Middelburg |Koor en Orkest ÏABTHOLDY. ann, uit Breslau. elt, uit Rotterdam, titter, uit Herlijn. Hse, uit Karlsruhe. f)H. CLRUVRR. Ie Groote Repetitie 1896, des avonds Jnateurs en Dona- Concert ƒ1.50, ames gebruik kan oatrices en Leden Concert 2.50. rij.) It bespreken van Donatrices), leden in de Concertzaal ag 2 Maart h 10 ir precies loten.) 1W NAAIMA- Ioor 18. AN CEULEN. Ir Vlissingsche zich met de entiën in alle rertentiebladen I prijs. ivoer van En - Ische HAARD- vensANTHRA- or Vulkachels. flinke Mej. CEULEN, HESSEN, Bella- |uitenshuis. i E I T. Iddelburg v. v. 4 50 (alleen ,op 9.30, 1 1.—, 1230 10, 5.55, 6 55, 7.4 '\se vm. 5.20 (•lleeii 8.45, 10.15, 11.45 6.—,7.—7.50, 8.30 [idicust. 10. 7,—. 7 50, 10 40. 1 1.—. 5.20. 2.40. 3.— 3.20 .40, 7.2'» 7.45, 8.20 50. 7.20. 8.—. 8.30 0.50 H.io, 11.30 2.80. 2.50, 8.10 -. rt. 0 7.80 8.20 1.20 VllSSHtlSGIE COURANT. BBEEAU: Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnummer 10.) Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regeb ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DA HOE Co., te Parijs. Vcracfiijiit illmtrfii;-, Donderdag en Zaterdag-avond. Abonnementen voor België, Duituchland, Engo land on Frankrijk f 1.65 per drie maanden IV. (Slot.) Zooals men weet, bestaat in Engeland, op het stuk van armbestuur, bet werkbuis stelsel op zeer uitgebreide schaal. In het werkhuis, dat aan vele gebreken mank gaat, waar b.v. tusscben verschillende soorten van armen geen verschil gemaakt wordt, brengt men geheele gezinnen onder dak. Dit heeft tengevolge dat het ook voor verlaten kiDderen plaats heeftmaar ge lukkig is de zorg voor deze wezentjes ook op ruime schaal een werk der particuliere liefdadigheid, die zich op velerlei wiize en volgens verschillende stelsels openbaart. Het eene stelsel is natuurlijk ook al beter dan bet andere. Men besteedt de kinderen uit, of men verzamelt ze in kazernescholen, paviljoengestichten, enz. Vooral de laatste worden zeer geroemd. Men vindt een verzameling van aardige huisjes, die met kerk, ziekenhuis, school en tuin, een soort van dorpje vormen. In elk huisje of paviljoen zijn hoogstens twintig kinderen met eene moeder, die aan de in richting zooveel mogelijk overeenkomst geeft met het huiselijk leven. Daarom is er b.v. een baby (een kleintje), dat door de moeder en de meisjes verpleegd wordt. De kazernescholen zijn, zooals de naam wel aanduidt, inrichtingen op groote schaal, die uiteraard aan vele bedenkingen onder hevig zijn. Onze schrijfster vertelt b.v. van zoo'n gesticht, met het opschrift "No child ever turned away." Dit beteekent dat men niemand afwijst, b.v. ook niet gebrek- kigen en ongeneeslijke zieken. Ook daar vindt men weer menig voorbeeld van de dringende noodzakelijkheid om het vraag - stuk der kinderbescherming waar het noodig is ter hand te nemen. Men zag b.v. toen de schrijfster het gesticht bezocht, op de speelplaats een kind rondkruipen met verlamde ledematen en daarnaast een frisch, gezond kind, dat<blind was. Toen ze nog in de armen der moeder lagen, hebben die kinderen het medelijden opgewekt van lichtgeloovige voorbijgangers. Bij het eene hind had die moeder met naalden de oogen uitgestoken en bij het andere waren de beentjes gebroken, om het later met des te beter gevolg te laten bedelen En welke les trekt de schrijfster hieruit? «Daar, zegt zij, ziet men nu weer levende waarschuwingen voor het publiek, dat r i: o 11.1.1 T o Bewerkt door AMO. 26) Hij wilde opspringen, doch Berquin legde de hand op zijn arm en zeide«Maar, mijnheer Gémenos, bedenk toch wat ge wilt doen. Het zou een groot schandaal geven «Dat is juist goed, des te eerder kan ik Clothilde van dien kalen mijnheer bevrij den Ik zal wel een beteren echtgenoot voor haar vinden." Hij stond op en ging tusscben de tafels door om het niets kwaads vermoedende slachtoffer van zijn toorn op te zoeken. //Die ongelukkige Sauveterre," zei Ber quin lachend„ik zou nu niet gaarne in steeds blijft doorgaan op straat onbezonnen een aalmoes te geven." Ja, dat is het. Op straat of aan de deur, het doet trouwens weinig tot de zaak. O, die valsche en misplaatste liefdadigheid, te onnadenkend om te doorgronden waarop het bedelen en het geven uitlooptte flauw om door te tasten, waar men toch innerlijk overtuigd is, dat men een groot maat schappelijk kwaad in stand houdt en aan moedigt, de werking der wet verlamt en de handhavers der openbare orde bemoeilijkt in de zware taak. In dit opzicht zullen aan weerszijden der zee wel dezelfde toestanden bestaan In dit opzicht hebben we van al onze herin neringen en vermaningen weinig te wachten. Ook is het zeker dat de wet machteloos is om de onedele drijfveeren of de flauwhar tigheid weg te nemen, die er toe leiden dat men niet breken wil of durft met de treurige gewoonte van centen uit te deelen. Welnu, de wet, die den mensch niet verbe teren kan, kan hem wel dwingen zijn verkeerde handelingen na te laten, en zóo stelle de wet, die het bedelen in het open baar verbiedt, ook het aanmoedigen en uitlokken van dat feit, door giften uit te reiken aan hen die in het publiek of langs de huizen bedelen, strafbaar. Maakt de wetgever, door alle hem ten dienste staande middelen, aan de openbare bedelarij een einde, dan zal daarmede; t»ra ons tot ons onderwerp te bepalen, ook wel voor goed een einde komen aan het af richten van kinderen tot bedelen, aan het verminken dier arme wezens, met het doel om ze te gebruiken tot opwekking van medelijden. Die het leven in onze groote steden en van daaruit langs de groote wegen gadeslaat, die zal terstond overtuigd wezen, dat het er bij ons niet zoo heel veel beter uitziet. Een verbeterde regeling van het armbestuur, wanneer ze tenminste met eene afdoende wering der bedelarij in eiken vorm gepaard gaat, zal van zelf ésn der maatregelen zijn, die tot bescherming der arme verwaarloosde kleinen kunnen worden genomen. Om een enkel belangrijk onderwerp nog aan te roeren, wenschen wij ten slotte mede te deelen, dat in Engeland ook pogingen worden gedaan tot verkrijging eener wet op de verplaatstbare woningen Zulke woningen zijn natuurlijk vaartuigen en kermiswagens. Het behoeft geen betoog, dat het onder werp schepen en vaartuigen, voor Engeland van groot gewicht is, want een talrijke bevolking leeft daar in de drijvende huizen. Vandaar dat er ook twee wetten zijn, die zijn schoenen staan." „Een aangename schoonpapa," sprak de Carolles en zich tot Adèle wendende, vervolgde hij «Is dat de aanbidder met ernstige bedoelingen, waarvan uw moeder mij gesproken heeft „Juist, mijnheer de Carolles," bevestigde de jonge tooneelspeelster, „en ik geloof wel, dat ik met hem trouwen zal, want hij is schatrijk, hij bezit verscheidene mil- lioenenAnders is hij ook volstrekt zoo kwaad Diet als daareven|hij heeft vanavond te veel champagne gedronken. Ik kan het anders heel goed met hem vinden." „Maar hij is jaloersch, hé?" „Heeft mijne moeder u dat ook al ver teld Ja, hij is erg jaloersch, en daarom deed het mij genoegen, dat ge u tegen over mij vreemd gehouden hebt. Maar hij doet anders alles, wat ik wil." „Kijk eens," viel de advocaat in »Ze zijn met elkaar aan het twisten. Sauve terre is opgesprongen en Gémenos leest hem woedend de les; het geheele publiek ten doel hebben den gezondheidstoestand te verbetereu en de schipperskinderen tot schoolgaan te verplichten. Toch ontsnappen zeer velen door de mazen der wet. De toestand van kinderen uit kermiswagens is ook bij oDze naburen nog slecht. Van de ellende dezer arme vagebonden is ons Nederlanders alles bekend, en de ver schrikkelijke schilderingen der schrijfster, naar aanleiding van een onderzoek, eenige jaren geleden ingesteld, verschillen alleen in de bijzonderheden van hetgeen men ten onzent van de „kermiskast" kan verhalen. Men dringt van verschillende zijden op de afschafling der verouderde kermissen aan, meestal met het oog op de zedelijkheid der kermisgangers. Zou men misschien niet op meer succes kunnen rekenen, wan neer men met klem op het treurig bestaau wees vau dat deel der bevolking, dat onze zinnen op de jaarmarkt tracht te streelen(?); 'op de schandelijke verwaarloozing en mis handeling van arme kinderen en van dieren, die dan ten minste nog een beetje door de wet worden beschermdop de schaamtelooze africhting van kleinen tot bedelaars en dievenop de ongelooflijke onreinheid en onwetendheid, die onder deze lieden heerscht Maar hoe dit ook zij, laat ons hopen dat weldra de beschermende arm der wet zich ook zal uitstrekken over de rijdende holen ongerechtigheid, zoo beschamend voor onze hooggeprezen beschaving. En hiermede nemen wij afscheid van het belangwekkende geschrift van Miss Tuck- well. Wij wenschen de vertaÜDg van „De Staat en zijne kinderen", in vele Nederland- sche handen. In de Tel. komt het volgende ingezonden stuk voor onder den titel l'ersoneele Be lasting Vrijstelling van éen dienstbode verdient uit sociaal oogpunt in alle opzichten aanbeveling, zegt men. De vrouw uit den kleinen burgerstand die eene meid niet ontberen kan, behoort daar voor geen belasting te betalen. Zonder tegenspraak neemt men dit aan. Maar de keerzijde Men steït tegelijkertijd honderden rijke weduwen vrij, die tien meiden zouden kunnen betalen, maar voor haar gemak er éene houden. Is het nu verstandig, ter wille van een goed beginsel, een zoo groot euvel op den koop toe te nemen Zou er niet een Ka merlid zijn die kans ziet, in dezen den kleinen burger te helpen, zonder die groote rubriek, die goed betalen kan, tevens te laten glippen Het ontwerp van wet stelt reductie van belas ting voor wegens kinderen.Wordt dit aangenomen, kijkt naar hen om." „Ik heb nu genoeg van dezen braven manik maak dat ik weg kom," sprak Carolles nu, «doch eerst moet ik u nog een verzoek doen, Adéle." „Een verzoek vroeg het meisje met een beminnelijken glimlach. „Het zal mij een groot genoegen zijn eraan te kunnen voldoen." „Ziet ge Gémenos wel meermalen „Hij mag mij tegenwoordig alle dagen bezoeken." «Heeft hij u vroeger reeds gesproken van dien jonkman, waarover hij zooeven sprak «Die naar Amerika is gegaan? Ik geloof het wel hij vertelt me altijd veel, maar ik luister er bijna niet naar, want het ver veelt me. Toch geloof ik me te herinneren, dat hij er van gesproken heeft. De jonkman had geen penning vermogen en wilde toch met zijn dochter trouwen, maar hij werd natuurlijk buiten de denr gezet Daarop is hij naar Amerika gegaan en heeft niets meer van zich laten hooren." dan komt men aan normale toestanden tegemoet. Het bezit van een of twee of drie kinderen moest geen reden zijn om minder belasting te betalen. Dieu beidt les grandcs families I Laat de Staat dit waar maken. Hoe Door de reductie, maar dan ook een flinke reductie, te laten beginnen bij het vierde kind. Het is niet te begrijpen, dat van al de Kamerleden niet een deze billijke conclusie op den voorgrond beeft gesteld. Door den Utrechtschen hoogleeraar, dr. H. Wefers Bettinck, is in liet Utr. Dagblad een pleidooi geleverd voor bet wijd open zetten van onze inrichtingen van hooger onderwijs voor Transvaalsclie jongelieden, die dat onderwijs in Engeland, dat hun land verguist en zijn inwoners minacht, zoeken, omdat hunne toelating aan de uuiversitei-, ten van ons land bemoeilijkt wordt door belemmerende bepalingen. Wat aan Duitsche, Fransche en Engelsche universi teiten mogelijk is voor de tegenwoordige Zuid -Afrikaansche jongelingschap, moet in Nederland niet worden belet. Gelukkig bestaat volgens deD hoogleeraar hierop uitzicht, daar minister Van Houten de Eerste Kamer beloofd heeft, dat hij van zijn kant alles zal doen om de belemmerin gen in de toelating van Transvalere aan onze universiteiten weg te nemen. Hopen wij dat deze miuistrieele toezeg ging spoedig in toepassingkome en de zonen van stamgenooten, met onze jongelieden broederlijk vereenigd, van ons degelijk hooger onderwijs zullen gebruik maken. De band, die door afstamming en sympathie hen aans bindt, zal er te hechter door worden en het onderwijs en de omgang met Nederlanders hen stalen in den strijd, dien zij steeds tegen Engelsche aanmatiging hebben te voeren. Zeker is het toch, dat als slechts de hoogescholen van het buiten land voor hen geopend hlijveD, het reeds eenigszips verwaterde Nederlaudsch element steeds krachteloozer zal worden, om zich ten slotte geheel met het vreemde te vereenzel vigen. Nederland, dat zooveel belang heeft bij Transvaa1, dat thans geen onbekende groot heid meer is, kan dit beletten door op het gebied van het hooger onderwijs zich even vrijzinnig te betoonen als het buitenland. Het Centrum is echter in deze zaak een geheel andere zienswijze toegedaan. Het voor de jeugdige Transvalere openstellen van onze hoogescholen, op gelijken voet als voor Nederlanders, heeft volgens het blad uit financieel oogpunt reeds iets tegen zich, maar bovendien is het eene geheel ver keerde opvatting dat onze Staats-universi- teiten datgene zouden oplevereD, dat de Boeren, in hun eigenaarnige positie noodig Heeft hij u misschien ook den naam van dat jongmensch genoemd „Neen, ik heb er ook niet naar ge vraagd, want ik stelde er geen belang in." „Wilt ge dan morgen of overmorgen eens trachten om dien naam van hem te vernemen «Als ik u er een genoegen mee doe, wel zeker! Ik twijfel niet, of ik zal dien naam wel te weten komen, want Gémenos is over het algemeen wel zeer wantrouwend, maar als men het rechte oogenblik weet waar te nemen, is hij licht aan het praten te brengen." «Bij voorbaat breng ik u mijn dank, doch nu zal ik maken, dat ik weg kom, voor hij met Sauveterre heeft afgehandeld en hier terugkomt. Ik heb nu lang geuoeg voor Martin Guerre gespeeld. «Adieu, Ber quin," zeide hij, zijn vriend de hand tot afscheid toestekende. «Morgenmiddag kom ik bij u om verder met u af te spreken." „Ja, ga maar heen," antwoordde de ad vocaat lachend, „ik zal mejuffrouw Rissler zoo lang gezelschap houden en u bij Gé-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1