pen van Sckatseo. lUISenEEF Dienstbode Dienstmeid meid, )f Noodhulp 1i; i 11.1.1: t o v G L 0 T H1 L 01. 7 Januari 1896. OOl'iV are schat ewaring. n gen IIAARSMA, -Sehel de. No. 3. Maandag 6 Januari 1896. 34ste Jaargang. Bjj fleze Courant behoort een Bijvoegsel. Gemeentebestuur. itaris P. DE MARET il op in 't Hotel „UU COM- ellamykade te Vlissin- 5 VLISSINGEN at, gemerkt D. 135, kad. ntiaren. igs vóór en op den dag 12 en 2-4 uur, antore van voornoem- koppejan, I, Scherminkolstraat. door jeugdige ver- en, is het beroemde Retau's itgave, met 27 afb. Ieder, die aan de i kwaad lijdt, moet enden hebben hun e danken. Te ver- rerlags-Magazin te rkt No. 84, franco van het bedrag els) en in eiken olland. !OTERI] AM WORST, (le 10 cent per ons. Pro- zult overtuigd zijn van WalslTaat. 'j- A. HUSON Guil- Bierkade 110. 18. nende omgaan. Adres at, 224. N SCriAIK. »i «f> t e r. n Middolburg v v. isevul, 4 50 (alleen op t: 8,—, 9.30, 1 i.123 J 16, 5.10, 5.55, 6 55, 7.4 'Remise: vin. 5.20 Heen Imarkt8 45, li) 15, .45 5.1 i, 8.—, 7.50, 8.30 aveudieiist. 6.30, 7,—. 7 50, 8.20 1.20, 10.40. 11.—. 11.20 2.-, 2.20. 2.40. 33.20 50, 6.40, 7.2u 7.45, 8 20 6 50. 7.20, 8.—, 8.30 30. 10.50. ll.JO, 11.30 2.10. 2.30. 2.50, 3.10 6 40. 6. 6.6 0 7.80 t 1896. nm 3 30 5 nra 4 vm 8 40 ,9 10 oofdplaat nm. 1.55 reskens 2.25 üssingen 2.55 Dinsdag en Vrijdag vm 11 55 nm 3 80 20 nm 12 15 3 50 25 vm 10 i0 1 55 45 10 S0 2 15 A bonnementskaarten VLISSUWSCHE COURANT BUREAU Kleine Markt I N°. 187. (Telephoonnummer 10.) Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Pioekhandelaren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VAN DE VELDE Jr. te Vlisaingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DATJRE Co., te Parijs. Vermcliljnf lllnaiiag-, Donderdag- en Zaterdag-avontl. Abonnementen voor België, Duitsobland, Enge iand en Frankrijk f 1.65 per drie maanden VERKIEZINGEN. Opmaking lijsten van kiezers voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en den De Voorzitter van den Gemeenteraad van Vlissiugen uoodigt, met het oog op de opmaking van bovenstaande kiezerslijsten, de mannelijke inwoners van deze gemeente uit. om zoo zij in een andere gemeente over het dienstjaar 1894jus in de personeel e belasting zijn aangeslagen naar een hoogere huurwaarde dan die, welke volgens art. 1 litt. a en b der wet van 24 April 1843 (Staatsblad no 15) aan spraak heeft op vermindering tot l/3 of 2/3 der belasting naar de drie eerste grondslagen, of zoo zij in de grond belasting in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen tot een bedrag van ten minste tien gidden zijn aangeslagen daarvan door overleggiug der voor voldaan geteekeude aanslagbiljetten voor den 15 Februari a.s. te doen blijken. De man wordt hierbij in de grondbelasting geacht te betalen den aanslag zijner vrouw, de vader die zijner min derjarige kinderen, wegens de goederen waarvan bij bet vruchtgebruik heeft. Tevens worde?i dc mannelijke inwoners der gemeente diehetzij hoofden van gezinnen of alleen wonende per sonen zijnde van ten inwonenden eigenaar of eerste huur der van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de perso7ieele belastiag ten minste op het dubbtl is gesteld van het laagste in de gemeente voor den vollen aanslag vereischt bedrag gedurende negen maanden voorafgaande aan den 15 Februari as. een gedeelte in huur zullen hebben gthad en bewoondwaarvoor geen afzonderlijke aanslag in de pcr8oneele belasting geschiedt, maar waarvan de jaarlijksche huurwaarde, ougestolFeerd in verhouding tot de belastbare huurwaarde van bót woonhuis of afgezonderd gedeelte vau het woonhuis geschat, een bedrag bereikt dat geen aan spraak geeft op vermindering tot of2 3 van de belasting naar de drie eerste grondslagen en op dien grond ween en aanspraak re kunnen maken om op de kiezerlijsten ge plaatst te iwordenuitgenoodigd oin daarvan mede vóór den L5 Februari a.s. onder overlegging van de noodige bewijsstukken aangifte te doen. Ook worden de mannelijke inwoners, wier namen niet bij den aanslag in het kohier van de grondbelasting zijn vermeld, doch die als mede-eigenaren van onverdeelde goederc7i voor hu7i aa7ideel ten mi7iste tien guldeu in die belasting bijdragenuitgenoodigd om, onder overlegging van de noodige bewijsstukken (waartoe het aanslagbiljet of authentiek afschrift daarvan, eene opgaaf van het bedrag vau aandeel in dezeu aanslag en de bescheiden betrek kelijk het gemeenschappelijk bezit behooren) iusgelijk voor 15 Februari a.s. aangifte te doen. De modellen voor de aangiften, in de beide vorige zinsneden bedoeld zijn bij Kon. besluit van den 28 Nov. 1887 no 114 (Staatsblad no. 211) vastgesteld en koste loos ter gemeente-secretarie, Bureau Bevolking ver krijgbaar. Vlissingeu, 4 Januari 1898. De Voorzitter voorn. TÜTEIN NOLTHEN1US. mmmmmM «iwn. Zeemilitie De Burgemeester en Wethouders van Vlissingeu, gelet op art. 150 der wet op de Nationale Militie van den 9 Augustus 1867 (Staatsblad no. 72), brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente van de lichting van dit jaar dat zij, die verlangen bij de zeemilitie te dienen zich daartoe vóór den 1 Februari a.s. ter gemeente-secretarie Bewerkt door AMO. 2) In uw huis durf ik u niet bezoekendat zou voor u onaangename gevolgen kunnen hebben, maar spreken moet ik u. Daarom zal ik hedenavond van zeven tot negen uur op de Quai de Bétbune ziju om u te wachten. Vrees echter niet I Wanneer ge mij ver klaart, dat ge met uw lot tevreden zijt, en u in uw huwelijk gelukkig gevoelt, zal ik tl verlaten. Is dat Diet het geval, dan zal de hand verbroken worden, die u bindt. Dan wil ik mijn oude rechten laten gelden en verwacht, dat ge mij zult volgen, al ware het naar een vreemd land. moeten aanmelden en dat het overbodig is zich voor het vervolg met verzoek schrift om inlijving bij de zeemilitie tot den Minister van Marine te wenden, dewijl die verzoeken voortaan buiten beschikking zullen worden gehouden, vermits de keuze uit lien die zich daartoe aanmelden, geheel is over gelaten aan de officieren vau de Marine, met de overne ming der zeemiliciens belast. Vlissiugen, den 4 Januari 1896. De Burgemeester en Wethouders voornoemd TÜTEIN NOLTHEN1US. De Secretsris, J. H. C MUSING. Onze staatkundige toestand. Slechts weinige jaren hebben zich ge kenmerkt, door eene armoede op wetgevend gebied, als die van 1895. Men zou, als het mogelijk was, onze staatkundige ge schiedenis van den vervlogen tijdkring, die zoo beschamend is voor ons regeerstelsel, gaarne naar een vergeten hoekje willen verbannen. Maar, dit kan nu eenmaal niet. Wat geschied is, blijft, het moge dan be schamend of verheffend wezen, en, is het eerste het geval, dan wordt het kwaad allerminst hersteld door onthouding van beschouwingen. Doch, er is meer wat ons dringt, de ge schiedenis van ons staatkundig leven in het laatstverloopen jaar met ernst en kalmte te overzien. We schrijven 1896. De nooit stilstaande tijd roept op nieuw tot den arbeid. Wij treden op nieuw de werk zaal binnen. De campagne begint weer, onze zeer gewone, maar ook die hoogere, die men de parlementaire noemt. De wet en het recht zullen op nieuw worden voor gesteld, gewikt, gewogen en bepraat, en heeren verzamelaars kunnen alvast de be rekening gaan maken van het aautal ge drukte vellen, die in 1896 zullen worden uolgesproken. Mocht dit dan maar eene afspiegeling wezen van een volle leven van wetgeven- den arbeid. Dat zou nog iets goeds kunnen maken van den jammerlijk verbeuzelden arbeidsdag, die weer voorbij is. Men zegge toch niet„de volksverte genwoordiging is er niet, om maar aan te nemen of af te stemmen, wat de regeering gelieft voor te dragen." Neen, ongetwijfeld niet. Maar de volksvertegenwoordiging en dit is de fout van ons parlementaire stelsel, zooals het in de praktijk wordt opgevat de volksvertegenwoordiging is er evenmin om altijd te praten, om hoof- delijk iets te zeggen, om de kiezers van zich te laten hooren, om besproken te worden en zelf alles en nog wat te be spreken, tot er geen tijd meer is om te Ik beschik over de middelen om dit plan ten uitvoer te brengen, want ik ben thans een vermogend man. Het verdere mondeling. Met onveran derlijke liefde blijf ik uw Henri de Vrains". Herhaalde malen las Clsthilde den brief over. Wanneer iemand daarbij haar gelaat bespied had, zou hij zeker verbaasd gestaan hebben over de hartstochtelijke opgewon denheid, die zich nu vertoonde in de trek ken dezer anders zoo kalme, koel schijnende vrouw. Zij kon niet langer blijven zittenmeer malen liep zij met den brief in de hand de kamer rond, terwijl afgebroken zinnen over haar lippen kwamen. „Dus Henri is teruggekeerd hij bemint mij nog steeds terwijl ik Vervolgens zette zij zich weer neer en steunde haar hoofd met de linkerhand, terwijl haar arm op het vensterkozijn rustte. Zoo zat zij daar en staarde op het papier in haar rechterhand, ofschoon zij den brief spreken, en om dan uit te stellen tot er eens een gelegenheid komt om op dezelf de wijze door te gaan. Men zegge niet„de volksvertegenwoor diging is er, om 's lands zaken ernstig te behandelen." Ongetwijfeld is ze dat. Maar die dit zegt toont weinig bekendheid met de wijze waarop in het parlement wordt gearbeid of althans kan gearbeid worden, leder Kamerlid heeft immers - evenals wij en ieder die kan en wil gelegenheid om voor zich zelf een "studie te maken van de onderwerpen, die later in het openbaar worden behandeld ieder heeft ruimschoots gelegenheid om deel te nemen aan de voor- loopige bespreking, die de openbare behan deling voorafgaat, om het tegen en het voor te overwegen en eene welgevestigde overtuiging te verkrijgen. Eu, in waarheid, wanneer men die beraadslagingen leest, zoo langgerekt en eentonig, zoo telkens een' herhaling van wat eenmaal, soms reeds veel beter, is gezegd, en wanneer men ze dan ontdoet van alles wat geschikt is om te schitteren, of om den kiezers wat van zich te doen hooren, of om den man der partij in zich te doen kennen, dan blijft er zoo treurig weinig over, zoo treurig weinig wat naar ernst en degelijkheid zweemt, naar kenuis en tact. Neen, waarlijk, we kunnen het ons volk n et kwalijk nemen, dat men het parlement t. hoog acht. Die altijd pratende heeren, met hun eeuwige vacanties en hun eeuwig uitstellen, en met den bitter mageren oogst vau een gansch jaar Wat zou het thans weinig moeite kosten, in gedachten de zitting der Kamer te slui ten en de vruchten op te sommen van dat maandenlange werk De sociale wetgeving is ééne enkele kleine schrede verder ge komen, door de welbekende wet, die moet waken voor de veiligheid in fabrieken en werkplaatsen. De Kamers van arbeid bleven in de lucht hangen. De invoering, op 1 September, van de nieuwe wetgeving op de faillissementen, kan als voltooid worden beschouwddoch vau eene poging, zelfs om ook andere deelen der burgerlijke wet geving, die zoo dringend herziening be hoeven, ernstig ter hand te nemen, is geen spoor te ontdekken, omdat alles afhangt van de beslissing over de groote vraag stukken belasting- en kiesrechthervorming. Op het allerlaatste oogenblik werden we verrast door een wet tot conversie van een gedeelte der staatsschuld, die door mindere rentebetaling een voordeel voor de schat kist zal opleverendie, als de nieuwe leening tegen 3% gelukt, bewijzen zal dat reeds zoo dikwijls had gelezeD, dat zij elk woord wel van buiten kende. Hare gedachten voerden haar terug naar den gelukkigen tijd, toen zij nog met Henri de Vrains en zijn zuster Victoire in den tuin speelde bij de villa, die de gepensio neerde overste de Vrains in de onmid dellijke nabijheid van de stad St. Etienne aan den oever van het riviertje bewoonde. De heer de Vrains was een der uitste- kendste cavalarie-officieren van het leger geweestvooral had hij aan het hoofd van zijn regiment veel roem behaald in den slag bij Gravelotte, waar hij zoo zwaar gewond werd, dat hij tengevolge daarvan den dienst vaarwel had moeten zeggen. De oude heer was zeer trotsch op zijn afstamming uit een oud adellijk geslacht en toonde dit ook door zijn zoon bij elke gelegenheid er op te wijzen, dat hij zich zijn voorvaderen waardig moest toonen en zijn wapenschild rein en onbevlekt moest houden, zooals hij met voorliefde placht te zeggen. De overste en Clothilde's vader waren er ruimte van beschikbaar kapitaal is, maar die dan ook tot de vraag zal leiden als er zooveel ruimte is van beschikbaar kapitaal, hoe komt het dan, dat er zoo weinig ondernemingsgeest blijft waar te nemen, dat de zoogenoemde malaise in zaken, met haar nasleep van werkeloosheid, vau loonquaesties en wat niet al, blijft voortduren Is het niet, omdat er wantrou wen heerscht in den toestand, dat men alles als op losse schroeven acht, dat men de toekomst niet zonder vrees inziet Neen, voorwaar, indien wij de zitting moesten sluiten, het zou ons kwalijk af gaan, de gebruikelijke woorden te bezigen en te danken voor de toewijding aan 's lands belangen. We kunnen geen toe wijding zien in het rekken van een on- houdbaren toestand, met het kennelijk doel om zijn eigen leven te rekken. Deze Kamer, die kan rekenen dat ze met de nieuwe kieswet haar eigen doodvonnis teekent, en die toch zal moeten eindigen met de kies wet-van Houten misschien weer een verknoeide aan te nemen, deze Kamer weet nog niet eens met eere te sterven. Straks komt de personeele wet weer in behandelingeen fraai stuk werk, als het zoo voortgaatEn dan begint het gehaspel over de kiesvraag. Wat zal er gebeuren in die blijde voorjaarsdagen Zal het Nederlandsche parlement nog eens de be lachelijke houding van haar voorgangster vertoonen, die zich vastpraatte tot zij noch voor- noch achterwaarts kon Zal ook deze ten spot verstrekken, neen tot een erger nis, voor allen voor wie het volksbelang iets hoogers is dan spel Nog slechts acht maanden liggen voor ons, die wel eens langen tijd over den toestand konden be slissen. Dan wordt inderdaad weer eene zitting gesloten. Zal het „Wij danken U, Mijne Heeren de scheidende vergadering dan op nieuw als een spotkreet in de ooren klinken II. Was de toestand in het Duitsche rijk niet rooskleurig, naar buiten bleef de vrede bewaard, en men moet het den jeugdigen Keizer tot zijn eer nageven, dat hij, wer kelijk, al wat in zijn vermogen was, aanwendde om bet evenwicht in Europa en daarbuiten te bewaren. Het naburige Frankrijk bleef kalm, ofschoon het in korten tijd een president zag door zaken met elkaar in betrekking ge komen, en vervolgens hadden hunne doch ters van omstreeks denzelfden leeftijd vriend schap met elkaar gesloten. Zoo maakte Clothilde, toen nog een aankomend meisje, ook kennis met Henri, den eenigen broeder van Victoire, die een paar jaar ouder was dan zijn zuster. Toen zij een bloeiende maagd was geworden, bleef Henri niet blind voor de bekoorlijk heden van het bevallige meisje, en daar zij hem ook genegen was, beloofden zij elkander trouw tot in den dood. Bij deze gelegenheid beloofde Henri ook aan Clothilde, dat hij voortaan vlijtig en ordelijk zou leven, om haar spoedig naar het altaar te kunnen leiden. De jonkman, intusschen nu twintig jaar oud geworden, had namelijk tot heden zijn vader en zus ter zijn moeder was reeds lang dood veel kommer en zorgen veroorzaakt. Of schoon goed van hart, daarbij trotsch en gevoelig, was hij toch lichtzinnig en toonde bij iedere gelegenheid een bedenkelijke nei ging tot vroolijke streken.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1896 | | pagina 1