IIISSÏMSCHE (OIRAVT
No. 152.
Maandag 30 December 1895.
33ste Jaargang.
Bjj deze courant tóoort een Bijrepi
Gemeentebestuur.
Gemeenteraad.
B U HE A Ij;
Kleine Markt I Wu. 187 (Telephoonnummer 10.)
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.15.
Afzonderlijke nnmiuers 5 cent. Men abonneert zich bij
aile Boekhandelaren en Postdirecteuren.
OJTOBVBR:
F. VAK DS VELDE Jr. te VHsaingon.
P1UJ8 PEK ADVERTENT ifcN Van 1 tot. 4 regels
0.40. Elke regel meer 10 cent,. Clichés en groot»»
letters worden naar plaatsruimte berekend.
Eenig Agent, voor Frankrijk de flrma G. jL. D ATT BE
Co., te Parijn.
Vermcliljud IdnNdiig-, üponiierdfig- en Znterdiis-iuoiid.
Abonnementen voor België, DuitBObland, Enge
land en Frankrijk f 1.05 por drie maanden
NATIONALE MILiTfE,
Tweede oproeping ter inschrijving van
de Nationale Militie.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissin-
gen maken bekend
dat het register tot inschrijving van alle man
nelijke ingezetenen, die op den eersten Januari
a. s. hun J9e jaar zullen zijn ingetreden, der
halve zij die in 1877 zijn geboren, zal gereed
liggen ter gemeente-secretarie, van den eersten
tot en met den 31 Januari 1896, van des voor
middags 9 tot des namiddags 3 uren, met uit
zondering van den Zondag
dat voor ingezetene wordt gehouden
lo. hij wiens vader, of is deze overleden, wiens
moeder, of zijn beide overleden, wiens voogd in
gezetene is, volgens de wet van den 18 Juli
1850 (ötaatsblad no. 44)
2o. hij, die geen ouders of voogd hebbende,
gedurende de laatste achttien maanden, vooraf
gaande aan den len Januari van het jaar, waarin
hij zich moet laten inschrijven, in Nederland
verblijf hield
3o. hij van wiens ouders de langstlevende in
gezetene was, al is zijn voogd geen ingezetene,
mits hij binnen hel rijk verblijf houdt
dat niet voor ingezetene wordt gehouden de
vreemdeling, behoorende tot een staat waar de
Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst
is onderworpen, of waar ten aanzien der dienst
plichtigheid, het beginsel van wederkeerigheid ie
aangenomen. Art. 15 der wet van 19 Augustus
1861, (Staatsblad no. 72);
dat hij die eerst na het intreden van zijn 19e
jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20e, in
gezetenen wordt, verplicht is zich zoodra dit
plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij
Burgemeester en Wethouders der gemeente, waai
de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden.
(Art. 20 der wet)
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
lo. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon
van een ingezetene die geen Nederlander is
2o. de in een vreemd rijk verblijfhoudende
ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn
voogd ingezetene
3o. de zoon van den Nederlander die ter zake
van 's lands dienst in 's rijks overseesche be
zittingen of koloniën woont. (Art. 17 der wet).;
dat de inschrijving geschiedt:
lo. van een ongehuwde in de gemeente, waar
de vader, of is deze overleden, de moeder, of
zijn beide overleden, de voogd woont
2o. van een gehuwde en van een weduwnaar
in de gemeente waar hij woont
3o. van hem, die geen vader, moeder of voogd
heelt of' door dezen is achtergelaten, of wiens
Voogd buiten 's lands gevestigd is in de gemeente
Waar hij woont;
4o. van den buiten 's lands wonenden zoon
Van een Nederlander, die ter 2ake van 's lands
dienst in een vreemd land woont, in de gemeente
Waar zijn vader of voogd het laatst in Neder
land gewoond heeft. (Art. 16 der wet);
dat ieder, die volgens art. 15 behoort te wor
den ingeschreven, verplicht is zich daartoe bij
Burgemeester en Wethouders ter boven aangege
ven plaats en binnen den daar bepaalden tijd
aan te geven en dat bij diens ongesteldheid, af
wezigheid of ontstentenis zijn vader, of is deze
overleden, zijn moeder, of zijn beiden overleden,
zijn voogd tot het doen van die aangifte ver
plicht is (Art. 18 der wet.)
Belanghebbenden worden mitsdien dringend
aangemaand aan de op hen rustende verplich
ting te voldoen en wordt hun ten overvloede
onder de aandacht gebracht dat bij bovenge
noemde wet onder meer is bepaald
dat met boete van ƒ25.tot ƒ100.wordt
gestraft de overtreding van art. 18 en dat bij
elke veroordeeling tot eene boete tevens door
den rechter wordt bepaald, dat indien daarin
niet is voldaan binnen twee maanden nadat de
veroordeelde tot betaling ia aangemaand, de
boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien
maanden zal worden vervangen (Art. 183 en
188 der wet).
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 24 December 1895.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
J. H. C. BUSING.
KMATEBSES®.
Itn Burgemeester en Wethouders vau Vlissfngcu
Gez'en de artt G en 7 der wet van Juni 1875 (SUI
no 95). tot regeling van het toezicht bij het oprichleu vol
inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen ver
oorzaken
Geven bij deze kennis dat bij hen is ingekomen ecu ver
zoek van J. I.oois, om vergunning tot het oprichten
vnu r ene kalkblnsschcrij in het pakhuis achter perceel wijk
G. no 11-.'. nchte'r de Groote kerk alhier.
dat dit verzoek met de bijlagen, gedurende veertien da
gen,te beginnen met Vrijdag den J7 December I 89 op de
geiuceute-secreiarie ter visie zal worden gelegd e« dal den
I Oen Januari 1S95 ten raadhuize. des namiddags ten 2
nve. gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen
het oprichten der inrichtingen in te brengen, terwijl gedu
rende drie dagen voor dat tijdstip Ier gemeente-secretarie
van de ter zake ingr.komeu schrifturen keunis kan Worden
genomen
Vlissingeu, den 27 December, Is95.
J)c liurg on Weth. voornoemd,
TUTKJN NOLTllENlUs,
De Secretaris
J. H. O. BUSING
Een, Seoste dag-
»!let leven lazen we ergensis een
korte dag, nuccir een werkdag."
Dat woordje maar moet, bij den eersten
blik, een vreemden indruk maken 't Is toch
heel natuurlijk, niet waar, dat een korte
(lag een werkdag is. We bemerken het
maar al te goed, in deze donkere dagen,
hoe we ons reppen moeten, om met het
zwakke licht der zon de taak te volbren
gen, die velen bij kunstlicht zooveel zwaar
der valt of ondoenlijk is.
In de kortheid van den dag en het feit
dat we braaf de handen uit de mouw moe
ten steken om klaar te komeu, ligt geene
tegenstelling. We zouden de spreuk wel
durven omzetten, en zeggenI-Iet leven
is een werkdag, omdat het zoo kort is
Maar de ons onbekende schrijver zal ook
wel geene tegenstelling bedoeld hebben,
die de kracht van zijn woord zou verzwak
ken. En ook onze omzetting is de ware
opvatting metwant al ware het leven
driemaal lauger, we zouden er niet minder
om te arbeiden hebben.
Zou het niet wezen in den geest van
den schrijver, wanneer we het woordje en
voor zijn maar in de plaats stelden
Best mogelijk, maar geen geschikt
oogenblik om aan zulke ji'ingeu te denken.
We hebben nu zoo'n haast om klaar te
komen De dagen zijn kortbet jaar loopt
ten einde. Met het rijzen van de zon komt
er weer wat meer ruimte En dan, nu ja,
de oude tijdkring sluit zich, maar, dit is
toch ook eigenlijk een idée. Eiken dag
kunnen we zeggen dat een jaar wordt af
gesloten.
't Is volkomen waar, dat we het kunnen
zeggen. En, doen we het dan ook Ge
meent zeker, vriend, dat we die mijlpalen
op den levensweg, die dagen die het boek
van het verledene als feest- en gedenk -
dagen merkte, zoo zachtjes aan wel missen
kunnen Ze zijn daar nu eenmaal en ze
blijven er, maar hun kracht en beteekenis
gaan van lieverlede verloren. Onze ont
wikkeling bereikt zulk een' hoogte, niet
waar
Wat kenuen we ons zei ven weinig, zoo
we inderdaad meenen den levensweg geeste
lijk te kunnen ten einde gaan, zonder rust
punt te zoeken om vóór en achterwaarts
te zien; altijd aan den arbeid, altijd met
gespannen boog, altijd in marschtenue.
Wel, mijn dappere vriend, ge zijt wel
een kranig heer, dat ge uwe uzelf opge
legde taak zoo aandurft. Als ge niet on
verschillig zijt, dan moet ge wel een groot
denkbeeld van uw eigen kracht hebbenen
van uw staan boven andereu. Maar, hoe
ver brengt ge het
Niet zoo héél ver toch O, als we
goed :»n ons zien, dan treffen we ze overal
aan, die rustende levenswaudelaars, die niet
willen weten dat ze rust behoeven. Daar
zitten ze dan, ter sluiks, op den grenskant
of aan den grenssteen, onrustig bladerende
in het boek hunner geschiedenis of klad
dende in het schetsboek der toekomst. De
studie komt nooit aan een einde en de
schets nooit afmaar de plaats die ze zich
kozen is ook zoo ongemakkelijk zij die
niet willen doen als wij anderen,
Rusten, stilstaan, nadenken, overleggen,
we hebben bet allenrnoodig als brood. Al
zijn de dagen kort, al hebben we de han
den vol, het moet. We moeten, niet te hooi
eu te gras, maar opzettelijk, als de tijd er
is, als de almanak zegt dat het zoo
wezen zal
Een raar leven, naar den almanak,zegt ge?
Alwéér gebrek aan menschenkennis, aan
zelfkennis. Wanneer een voorbeeld
bet scheidend jaar u als ondanks uzelven
dringt om de rekeuiug te sluiteu en een
begrooting te maken voor 't volgend jaar,
maar ge weet er aan te ontsnappen, om
dat de tijd ontbreekt en de dagen zoo kort
zijn. --{.denkt ge waarlijk dal het er dan
later nog van komen" zal
Er was eens eeu man, die een zedelijk
gebrek bad; hij verviel soms in onmatig
beid. Dat was zijn schaamte en zijn erger
nis, eu hij had den vasten wil, zichzelf te
genezen. Die man kwam lot zijn volledig
herstel, eenvoudig door de statistiek. Wan
neer hij gebukt had voor de macht der
verleiding, dan teekende hij dat zorgvuldig
aan, en dau was het zijn streven, telkens
te komen tot een grooteren afstand tusschen
de laatste aanteekening en de vroegere
Die man maakte zich een studie van zich
zelf hij had er niet veel tijd en arbeid
voor noodig, maar alleeu de onverzettelijke
kracht, om telkens het verledene te over
zien en een plan voor de toekomst te
vormen. Zóo kwam eens de tijd dat er
geene aanteekening meer noodig was. Hij
had een schittereude overwinning behaald,
die hem voor altijd eeu wapen in de handen
gaf, dat hem zou maken tot een held in
den levenskamp.
Het beginsel van dit bijzondere geval,
geldt ook in het algemeen Er is een vaste
verdeeling van het leven en den arbeid.
Hoe ze er gekomen is, dat doet niets tot
de zaak; maar ze is er en onsgeheele zijn,
het wezen van al wat ons omringt, de
maatschappelijke en zedelijke orde, zijn er
mee saamgeweveu, zijn er op gebouwd.
En wij, die niet anders zijn dan anderen,
die dezelfde behoeften hebben, dezelfde
zwakke zij bezitten, laat ons die orde hand
haven, zoowel voor ons zeiven als voor hen
die met ons reizen naar het einde van den
korten daglaten we de stations en halten
niet voorbij stoomen, want dan komen we
er toe, stil te staan waar het stilstaan nut
teloos is.
Neen, we willen ze niet missen, onze
rust- en feestdagen, onze gedenktijden, die de
grondslagen zijn voor ons gezond en geregeld
leven. We willen ze niet missen, het avond-
kleppen vau het scheidende jaar, noch de
tonen iu den Nieuwjaarsmorgen. We
willen er niet overheen stappen, over die
scheiding van twee korte tijdperken in een
korten werkdag, zonder eens flink om te
zien, en te zeggen kijk, zóo hebben we
't gedaan, 't Gaat nog almaar, het moet
beterhet moet breeder en dieper. Breeder,
onze opvatting van de levenstaakdieper,
ons geloof in den ernst der dingen inniger
onze overtuiging dat de laatste twee streep
jes, altijd verder van elkaar moeten afstaan
dan de twee vorige
Kunnen we ons daarmee vereenigen, dan
maar zóo afgesproken een goed akkoord
maakt een zachte scheiding.
En daarmOena een vroolijk Kerstfeest,
een gelukkig Nieuwjaar.
Zitting van Vrijdag 27 December 1895.
Voorzitter de heer Tuteiu Noltheuius,
burgemeester.
Afwezig de heer Wibaut met kennis
geving.
De notulen der vorige zitting worden
gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede de verkregen
goedkeuring van Ged. Staten op de raads
besluiten betreffende den verkoop van grond
en het keukentje van de voormalige mari
nierskazerne idem een schrijven van voor
meld college met eeu uittreksel van
Hr. Ms. besluit, houdende goedkeuring der
bepaalde heffing van eene belastiug op het
'gemaal en gedistilleerd; dat de kas en de
boeken van den gemeente ontvanger zijn op-
genomeu en in orde bevonden, benevens een
schrijven van mej. M. E. Sehuurkamp,
houdende mededeeling, dal zij onder dank
betuiging voor het in haar gestelde ver
trouwen, hare benoeming als onderwijzeres
aan school A aanneemt.
Al deze mededeelingen worden voor
kennisgeving aangenomen.
Door den Voorzitter worden overgelegd
een ingekomen adres vau deu heer P.
Landsman c.s., houdende bezwaren tegen
de vaststelling der door Burg. en Weth.
voorgestelde verordening tot wijziging der
algemeene verordening van politie, wat
betreft sommige bepalingen ten opzichte
van het keuren en invoeren van vleesch
als anderszins, welk adres wordt gesteld
in handen van Burg en Weth. ter be
handeling bij het wijzigen der politiever
ordeningen
wijders een klacht van K. Braun en
eenige andere bewoners aan de Keersluis
ten opzichte van den overlast, welken zij
hebben van den rook, komende uit den
schoorsteen van de Electrotinfabriek aldaar,
met verzoek dien te laten verlengen.
Wordt besloten dit adres ter afdoe
ning te renvoyeeren naar Burg. en Weth.
De zitting gaat over in eene zitting met
gesloten deuren.
De openbare zitting heropend zijnde, stelt
de Voorzitter aan de orde het nader voor
stel tot wijziging der Alg. Verordening van
politie in zake het keuren van vee eu vleesch.
De heer Bakker had inmiddels de ver
gadering verlaten.
Nadat de beer van Kaalte zijn dank had
betuigd voor de wijzigingen, welke thans
in de voorgestelde verordening waren
aangebracht eu voor de goede zorgen
daaraan door Burg. en Weth. besteed, wor
den de verschillende artikelen dier verorde
ning achtereenvolgens goedgekeurd. Alleen
wordt op voorstel van den heer van Raalte
met 8 tegen 5 st. besloten in art. 10 de
woorden „alsmede met verbeurdverklaring*
te lezen «met of zonder verbeurdverkla
ring» waarna de geheele verordening zoo
als die in het vorig nummer van onze cou
rant is opgenomenzonder hoofdelijke
stemming wordt goedgekeurd.
Op voorstel van Burg. en Weth. wordt