I VLISSI\GS< HE COURANT. Ie Frinses vu liking. No. 150. Maandag 23 December 1895. 33ste Jaargang. BILJARTEN, OOP: fbode, Eene Kerstvertelling. HUMORIST rste, komiekste oek, bevattende grappigste Voor ten en komieke prettige gelegen- Het boek wordt per post toegezon- LAn elf blauwe post- Si 0.55, door ndel, Groningen, agt gratis de nieuwe urdrachten, Kamer- E DEELNEMING I ANS,Bellamykade, ecember, aanvang Zuurkool, 4 ceut lij en Suikerboonen, tte Aardappelen, van kop, en beste soorten len, civielen prijs, bij Walstraat. NT BS UI SI* EN, LEDIKANTEN en JPIJEEREHSTS, Lange Noordstraat. wordt gevraagd eene bureau dezer courant. 1) S K W K -8'. en Middelburg v v. vra. 4 50 (alleen ,op arkti 8—, 9.30, li.-, 123» 4 15. 5,10, 5.55. fi 55, 7.4 Remise: vin. 5.20 llceu Zeilmarkt8 45, In, 15, 11.45 .1 0,—.7. 1.50, 8.3» llnvciidieiiMt. f. 30. 7,-. 7 60. S 2» 10.20, 10.40. II.— 11,20 0 2, 2.20. 2.40. 3. 3.2D .50, 6.10, 7-9,i. 7.15, 8.21 6.-, 6 50. 7.20, 8.—, 8.30 10.30. 10.50 11.10, 11.30 .50, 2.10. 2.30. 2.60. 3.10 ,20. 5.40. 6. 6,'J0 7.30 ir-Sclieble. 11 55 nm 8 80 12 2J nra 4 cerko vin 8 4» ,9 10 ar Hoofdplaat nir Breekt as 1.55 2.25 Vliaaiugon 2.55 Dinsdag en Vrijdag •Dl 7 - vra 11 55 lira 3 30 7 20 nm 12 15 3 50 7 25 vra 10 10 ,1 55 7 45 Ill 30 2 15 Neuzen, BreshensTer ven, geldig voor vkr dagen B H R E Kleine Markt I Nu. 187 A (Telephoonnummer 10.) Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.15. Afzonderlijke nummers 5 ceut. Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Postdirecteuren, U 1 T Q E VER: F. VA31 D£ VELDE Jr. te Vliasintiren PRIJS OER ADVERTENTIES: Van I tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig Agent voor Frankrijk de firma G. L. DAURE Co., te Parijs. Vi:rMchijin( Sïlatwdjag-, en Zaterd:»tï-nvo«d. Abonnementen voor België, Duitsobland, Enge land en Frankrijk f 1.65 per drie maanden ~Wegrens het Kerstfeest zal a. s. DOKTDEFtDAG ie „Vlissingsche Courant" niet verschijnen. m- Zijdie zicli met het volgende kwartaal, aanvangende 1° Jan. 1896, up de Vlissingsche Courant ahonneeren ontvangen de nog tot dien datum ver schijnende nummers gratis. Gemeentebestuur. 11 15. A A1 11 W E E 15. Verioisseling piket- De Opperbrandraeester te Vlissingen gelet op art. 414, laatste gedeelte var. Algemeene Verordening van politie in deze gemeente, brengt ter kennis van de manschappen van spint Adat, die spuit vanaf 1 Januari tot ultimo Juni 1S96 met bet piket is belast. Vlissingen, 21 December 1895. De Opperbrandm. voorn. .T. G. GEIJSEN. P©®T1®MEKL De Directeur van het Postkantoor bericht, dat op den Nieuwjaarsdag het kantoor geopend zal zijn als op Zon- en Feestdagen (van 8'/s tot IV/-2 's morgeus spoortijd). Gedurende de open stel fin" zullen mede postwissels en spaarbank zaken behandeld, doch geene pabketpostgoederen aangenomen worden. De brieven, kaartjes en gedrukte nieuwjaars- wenscheu op eene in het oog vallende wijze voor zien van een over de geheele lengte van het adres ijetrohhen Icruis, die van af 23 December a.S. worden ter post bezorgd, zullen in de eerste bestellingen op den Nieuwjaarsdag begrepen worden. Den 31 December a. s. na 12 uur 's middags op de plaats van bestemming ontvangen, zal daarop echter niet meer behoeven gelet te worden. Bij verzendingen van meer dan 10 stuks wordt men beleefd verzocht de stukken aan het kan toor af te geven. Vlissingen, 20 December 1895. De Directeur voornoemd, J. D. J. M. BEKAAR. r i: i J 1.1. J: S o IA. UIT DE AVONTUREN VAN EEN WEENER DETECTIVE. 40.) Haar boezem zwoegde zij hield de hand voor de oogen, als wilde zij hare tranen terugdringen, maar zij bleef zwijgen. Moest ik niet boos zijn, omdat ge zoo slecht van mij denkt zei hij verder. God is mijn getuige, dat ik nooit iets slechts bedoeld heb, zoolang ik u ken. God is mijn getuige, dat ik niets liever wensch dan al bet lief en leed des levens te deelen met u, die in mijn hart woont. Ik heb u liet, Eefje, en daarom zeg ik volg mij en verlaat mij Dooit meer Laat mijn arm u tot steun, laat miju borst uw toevlucht, laat mijn huis uw Sinds de dagen, dat de letterkunde met die kleine en geregeld lerugkeereude voort brengselen verrijkt werd, die men kerst vertellingen noemt, hebben wij er dikwijls veel schoons en goeds door genoteD. Wel beschouwd, gelijken die jaarlij ksche schetsjes op elkander als druppelen water; maar zij behoeven ons dan ook niet uitsluitend te boeien om den inhoud alleen. Verbonden aan de ernstige dagen van het welhaast scheidend jaar, in overeenstemming met de gezelligheid der winteravond uren, passen zij van zelf in de lijn der gedachten, die hare uitdrukking vinden in den kerstboom en het vredelied. Er is eene kerstvertelling, die elk jaar op nieuw, onveranderd en in denzelfden vorm wordt herhaald- Wij bedoelen dat korte verhaal, dat slechts uit weinige woor den bestaat: dat het ééns vrede zal worden op aarde. Iloe zou het toch komen, dat dit kleine verhaal, eene legende, waarin niemand waarheid ziet, die niemand letterlijk opvat, altijd den hoofdtoon blijft voeren in het verheven lied van den kerstnacht? Met een de Geuestel zouden we kunnen zeggen, dat we 't wel gelooven willen met gesloten oogen, maar met open oog de twij fel bovenkomt. En, de oogen opendoen, den blik om ons heenslaan, de lessen der we reldgeschiedenis uit bare feiten opmakeD, dat moeten we toch allen, zoo we, tot schade van het werkelijk leven, ons niet willen overgeven aan droomen en verwach- tiugen. En dan De wereldgeschiedenis leert ons dat er nimmer een tijd was, waariD niet in eenigen hoek het zwaard uit de scheede kwam. De wereldgeschiedenis leert ons dat wel de vorm van den krijg veran derde niet zijn wezen, niet zijn oorsprong dat de menschelijke hartstochten tot het wezen van den mensch bleven behoo- ren, al werd de ruwe uiting van haat en wraakzucht door eene fijnere vervangen dat er overal verschil bleef bestaan in levensbeschouwing, geloof en overtuiging. In één woord, dat er nooit vrede was en dat de teekenen vau den tijd nooit Leen wezen naar een toestand, waarin de wereld der menschen eene andere zou ziju dan die, waarin wij leven en ons bewegen. Neen, ook met de gesloten oogen kunnen we 't eigenlijk niet gelooven, dat het aan zien der wereld eens het omgekeerde zou kunnen wezen, van wat het nu isdat er eens een tijd van volmaking zou kunnen aanbreken in dat samenstel der dingen, zoo boog boven ons begrip verheven, waarvan het onvolmaakte juist de meest kenmer kende eigenschap isdat er eens een toe stand zou kunnen zijn, waarin hetgansche verleden als in een oudheidkamer kon wor den bijgezet. Zie eens, wanneer er twee menschen ziju, die eenzelfde voorwerp beschouwen, en de een vindt dat voorwerp fraai van vorm, de ander daarentegen onsierlijk, zoo- dat, hoe onbeduidend de zaak ook zij, er twee meeuingen omtrent bestaan, dan is het begrip van vrede, in de hoogste en ware beteekenis van het woord, reeds uitgeslo ten. En daar die verschillende opvatting natuurlijk voortvloeit uit het verschil tus- scben de personen zeiven, is het duidelijk, dat een algemeen samengaan, een overeen stemmend geheel, volkomen onbestaanbaar en door de natuur der dingen is uitgesloten. Zal nu de eene persoon, die het voor werp onbehaaglijk vond, om den schijn van overeenstemming te doen ontstaan, het als schoon prijzen Dat is mogelijkmaar het verschil is daarmee toch niet opgehe ven. En, als de ernst der dingen in het spel komt, de heiligheid der overtuiging zich doet gevoelen, zullen we dan wél 1 -iidelen, door een schijn aan te nemen, om een vrede te bewaren, laf en vernede rend in eigen oog, onwaardig wellicht in het oog van dien anderen, die tegenover ons staat en ons doorgrondt Zullen we weerstand bieden aan dien innigen drang, dien de beschouwing van leven en wereld in ons gemoed bracht, zullen we de over tuiging prijsgeven, die opwelt uit de beste bronnen van het hart, het geloof verzaken dat het geloof onzer moeder was Neen, dat zullen we niet; het kanen het mag niet. Het behoeft ook niet, omdat, waar de geheele menschheid zóo handelde, de wereldvrede er niet door zou gered wor den, beter gezegd, de wereldvrede toch een hersenschim zou blijven. En toch, we zeiden het reeds, de legende van den eeuwi gen vrede blijft de grondtoon van het lied van den kerstnacht. Zou het wezen, omdat in het diepst van het hart, bij elk verschil en bij eiken strijd, een verlangen naar den vrede leeft, dat wel een poos kan worden bedwongen, maar zich altijd verheft, om als het oogenblik er voor is aangebroken, zich het laatste woord te verzekeren? Het moge vermoeidheid woning ziju. Dierbare Eefje, wordt mijn vrouw Met de oogeu op hem gevestigd, had zij gedureude die laatste woorden de uitdruk king van zijugeiaat waargenomen. Zij loosde een diepen zucht; zij beefde aan alle lede maten. Toen hij uitsproken had, viel zij hem om den hals. Bruno dat was alles wat zij kon uitbrengen. Goeden avond, kinderen Isprakjuffrouw Nisser, die met de brandende lamp op den drempel verscheen. Ik wensch jelui Gods besten zegen VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De volgende dagen waren rijk aan gebeur tenissen. Reeds den volgenden morgen ont ving Karei Nisser uit Briinn een aangetee- kenden brief, die gewichtige documenten bevatte, waarmee hij triomfantelijk naar zijn chef snelde. Bevreesd voor een gerech telijk onderzoek, had de zieke Hablatschek de gewichtige papieren, die hij nog bezat, aan den politiecommissaris gezonden. Dat waren het doopbewijs van Eefje en brieven wezen, het moge wanhoop zijn om de over winning te behalen, er komt eens, met on- bedriegelijke zekerheid, een tijd dat alle partijen naar den vrede haken. Waarom bevredigt de oorlog dan niet, ook zelfs niet den overwinnaar Omdat zijn doel is veranderd, zijue overtuiging ge schokt, de prijs hem te duur gekocht schijnt Neen, ons geloof in de noodzakelijkheid van den strijd wordt zelden aan het wan kelen gebracht. Wanneer de wereld twijfelt, twijfelt zij niet aan de rechtvaardigheid barer zaak, maar aan zichzelve, omdat zij haar eigen beter ik in de rechtvaardigheid der zaak wel, maar in de uitvoering niet kan terugvinden. Onze meening staat pal, maar het hindert ons dat we ze niet op andere wijze hebben geuit. Onze aanval op wie anders denken blijft ons gerecht vaardigd toeschijnen, maar het grieft ons dat we geen anderen vorm hebben geko zen. Het doet ons geen leed dat we den strijd hebben aangenomen toen hij ons aangeboden werd, ruaar we hebben geen vrede met de gebezigde wapenenwe ver wijten het ons dat we geene grenzen wisten te stellen aan de worsteling en dat we geene offers wisten te sparen. Ja, zóó is het. Den eeuwigen vrede jagen we niet na, omdat het streven zelf naar het betere en hoogere een strijd is, een zich slaan door den vijand. Maar het zijn deuo?-?/i, de wijze waaropdie ons onbevre digd moeten laten. liet is het strijdvoeren op menschelijke wijze, het overwinnen zon der zelfverwijt, het is het eerlijk gelijk krijgen, maar ook het waardig verliezen en het met eere vallen, waarnaar we allen moeten uitzien en allen moeten streven. Den strijd te kunnen voeren, als hij noodzakelijk is en dat zal hij eeuwig blijven, te kunnen voeren zóó, dat we den eerlijken vrede met ons zeiven behou den, dat is het waaraan we gelooven mo gen, als de onzichtbare stem in den kerst nacht ons naakt om te spreken van vrede op aarde. van de overleden gravin Czeroy, over het plan om het kind te rooven. De raadsheer Staling verklaarde thans aan Karei, dat niets meer aan de bewijzen ontbrak, en wenschte hem geluk, daar hij nu de pre mie van twintigduizend gulden verdiend had voor het vinden van de rechte erfge name. Ziet u wel, moeder, waar een politiespion soms goed voor is zei de jonk man, toen hij met deze goede berichten thuiskwam. Intusschen had de gewaande baron d'Hoff- mann eene volledige bekentenis afgelegd en schikte hij zich met gelatenheid in het het lot, dat hem wachtte. Flij kon stellig op eenige jaren vrij logies in de gevange nis rekenen. De schoone Minona was ech ter verdwenen nergens koD men eenig spoor van haar ontdekken. Karei Nisser zocht dienzelfden dag den jougen graaf von Tkumfels in zijn paleis op. Gelukkig trof hij hem alleen thuis, en alsnu deelde hij bem alles mede, wat den graaf nog duister was omtrenl Eefje's afkomst. Nu weet u, heer graaf, aldus besloot Binnenland. De Residentiebode wil de belasting op weeldeuitgaven niet alleen op het rijwiel zien toegepast, maar ook op spoor- en tramkaartjes der hoogere klasse (met een sterke progressie), schouwburgkaartjes (eveneens progessief voor hoogere rangen), Karei zijD mededeelingen, nu weet u de ware afkomst van het meisje, dat ik steeds als mijn zuster heb beschouwd. Het staat aan u, te beslissen of u het arme kind nog tot vrouw begeert. Haar geboorte is om geven van onregelmatigheden, het vermo gen, dat zij ten huwelijk meebrengt, is slechts klein Waarde heerf viel Bruno in, ik heb door een toeval uw zuster als een eenvou dig burgermeisje leeren kennendat bur germeisje heb ik lief; nooit heb ik naar haar vermogen of afkomst gevraagdik wensch haar tot vrouw, omdat ik haar liefheb. Ge zijt een braaf mensch, verklaarde Karei, terwijl hij den graaf de hand drukte. Maar laat ik u thans nog iets zeggen. Het zal aan uw liefde niets af of toedoen, ais ik u mededeel, dat het arme kind vijf mil- lioen ten huwelijk meebrengt. En nu ver telde Karei de merkwaardige geschiedenis van het testament, dat graaf Czerny had nagelaten. Vier wekeu later vinden wij het jongge-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1895 | | pagina 1